uit kritiek
op eigen nota
Debuterende cineasten
Franse Oscar
voor Polanski
Mimespelers met
zwartboek over
Deze week
bij de melkman:
Federatieraad
Natuurlijkheid, elegance en begeleiding als extra dimensies
slechte positie
wekken verwondering
Gemeente-aankopen tweede selectie
€XpO5itl€5
Nieuwe ontdekkingen op Film International
DINSDAG 5 FEBRUARI
1980
KUNST
1
UTRECHT. „Et sans préve-
nir ?a arrive
(ja vient de loin
<;a c’est promené de rive en rive
le rire en coin
Regels uit Le mal de vivre, een
chansons van Barbara, dat als
weinig andere beschrijft hoezeer
het kwade in het leven kan om
slaan in vreugde, zonder dat wij
aardse stervelingen er invloed op
kunnen uitoefenen. Na enkele ja
ren van afwezigheid is de Franse
vedette even terug op een Neder
lands concertpodium, als een ge
schenk dat feitelijk zo maar uit de
hemel is komen vallen; als een
zaak die wij net zo min naar onze
hand kunnen zetten.
I
Doorleefde uitstraling bij Barbara
Barbara: als in trance
(Foto Lex van Rossen)
De Triomf van
het amateurisme
Olieverf van Margreet Bouman (niet aangekocht).
een
alle
Concert: Barbara in Muziekcentrum Vredenburg. Begeleiding: Roland Romanel
li (accordeon, cavagnolo, yamaha, synthesizers, stringensemble en clavinet).
Utrecht, 4 februari 1980.
ter sowieso buiten de landsgrenzen
bekend werd. Een korte toernee in 1974
door ons land vestigde haar naam hier
voorgoed. Ik denk dat het affiche waarop
zij als een verslagen vrijheidsbeeld vol
berusting haar linkerhandpalm omhoog
heft één van de bekendste is die de thea
ters de afgelopen jaren überhaupt gesierd
heeft.
Barbara’s natuurlijkheid en elegance in
houding voegt bij optredens dimensie? toe
aan haar vermogen om de tekstuele zeg
gingskracht van haar liederen tot in het
optimale te kunnen uitbuiten en te acte
ren. Bij alles wat ze dan te zeggen heeft
leer je meer over haar buiten de lichtspot
afspelende leven dan door welke, overi
gens hoe dan ook beperkte, biografie ook.
Polanski werd gekozen tot beste regis
seur voor zijn film Tess, die daarnaast als
beste Franse film werd bekroond.
De beste internationale film was Man
hattan van Woody Allan. De actrice Miou
Miou (in La Dérobade) en de acteur Clau
de Brasseur (in Guerre des Polices) kre
gen eveneens een César.
PARIJS (AFP). De filmregisseur Ro
man Polanski is zaterdag in Parijs onder
scheiden met de Cesar, de Franse versie
van de Oscar-filmonderscheiding.
De Amsterdamse wethouder Wolffen-
spergen voor kunstzaken bestreed deze
mening en zei dat er vrij aanzienlijke
bedragen uit andere budgetten voor mi
me beschikbaar zijn gesteld. Noch hij,
noch vertegenwoordigers van CRM kon
den de mimespelers enige duidelijkheid
verschaffen in de gevolgde financiering.
CRM heeft in 1975 voor het eerst erkend
dat er nooit enige aandacht aan deze
kunstvorm is besteed.
punt. De eerder ingezonden werken wer
den opnieuw in de beoordeling betrokken.
Nogmaals het juryrapport: „Tot haar spijt
vond de jury geen aanleiding haar oordeel
t.a.v. eerder ingezonden werken te her
zien. De jury heeft alleen werken gekozen
die zij voor de eerste keer zag en adviseert
unaniem en overtuigd deze aan te kopen”.
En wel tot een totaalbedrag van 17.545.
Hieruit kan men niets anders concluderen
dan dat de kunstenaars die op een tweede
ronde aandrongen met een kluitje in het
riet zijn gestuurd. En terecht. Geen zich
zelf respecterende jury zal zich immers
Het zijn ook allemaal films die met
opvallend lage budgetten gemaakt zijn en
toch een verbazingwekkende gaafheid
uitstralen. Daar is allereerst La Noce, een
bijzonder geslaagde eerste film van het
Tunesische theatercollectief van het Thé-
atre Nouveau, geïnspireerd op een van
hun theaterstukken. Dat La Noce door
(Van onze kunstredactie)'
ROTTERDAM. Maandag was weer een dag van nieuwe ontdekkingen op het Film
International Festival. Debutanten uit uiteenlopende landen als Tunesië, Frankrijk
en Polen kwamen met verrassende nieutve werken op tafel. Het ging hier steeds om
cineasten van om en nabij de dertig, die met hun films aantonen dat de .jaren '70''
voor hen allesbehalve een periode van matheid zijn geweest.
een theatergroep is gemaakt, is duidelijk
te zien. De film speelt zich helemaal in één
ruimte af. Maar toch, en dat is het verras
sende! is La Noce niet toneelmatig. De
mise-en-scène is puur filmisch. De film
handelt over een pas gehuwd echtpaar dat
een nacht lang op een vreselijke manier
ruzie met elkaar maakt. Ze komen uit een
kleinburgerlijk milieu dat zich alleen in
stand kan houden door de werkelijkheid
uit de weg te gaan. Hevige botsingen en
lange momenten van rust wisselen elkaar
af in een film die soms humoristisch en
soms diep-tragisch is en waarin knap ge
acteerd wordt.
Een andere eerste film, Simone Barbès
et la Vertu, werd gemaakt door de volko
men onbekende Franse Marie Claude
Treilhou. Ze werkte met amateurs: haar
vrienden en mensen uit haar straat. Hoe
wel de dialogen van deze niet-ondertitelde
film niet altijd verstaanbaar waren, was
het geheel in grote lijnen toch te volgen:
Treilhou maakt pakkende beelden die op
zich al veel zeggen. We zien Simone Bar
bès, een pinnig wezen dat zichzelf als heel
zuiver beschouwt, als ouvreuse van een
pornobioscoop (hoe actueel!), als ze gaat
stappen in een lesbische tent en tijdens
een lift in een ontroerend gesprek met een
oudere man die haar heeft opgepikt.
Het derde debuut was Aria voor een
atleet van Filip Bajon, een fantasierijke
terugblik op de jaren ’80 van de vorige
eeuw. Bajon baseerde zijn film op de
memoires van een beroemde worstelaar
uit die tijd. Bajon tekent hem als een
eigenzinnige man die in een decadente tijd
zijn integriteit probeerde te bewaren. De
kijker volgt zijn opkomst en neergang als
sterkste man ter wereld, via de koele en
afstandelijke blik van Bajon die de meest
vreemdsoortige personages de revu laat
passeren in een welhaast on-Poolse film.
Bekender dan Filip Bajon is de Poolse
Agnieszka Holland (verleden jaar op het
festival met Iets voor Iets), wier nieuwste,
Acteurs uit de provincie), zich afspeelt in
het milieu van het provinciale theaterle
ven. De film centreert zich rond een ac-
teursechtpaar dat uit elkaar groeit door
de frustraties die het theaterleven met
zich meebrengt. Holland toont de on
macht van het individu om zowel aan zijn
persoonlijk leven als aan zijn werk rich
ting te geven; althans dat dit niet makke
lijk is.
Mimespelers verkeren ondanks een
vierjarenplan dat in 1977 is gelanceerd
nog in een slechte financiële positie. Er
is nog geen produktiebureau en er zijn
geen pensioenregelingen en in plaats
van uitbreiding tot 65 is er een inkrim
ping tot 45 arbeidsplaatsen bij de be
staande gezelschappen. De salarisscha
len voor mimespelers zijn minimaal ge
groeid tot 80 procent. Voor experimente
le projecten is een potje van 250.000
gulden gecreëerd.
Voor 1980 zal slechts een budget van
3,7 miljoen in plaats van de nodige 4.4
miljoen gulden beschikbaar zijn. Voor
de verschillende mimegroepen in ons
land blijkt een redelijke planning tot de
onmogelijkheden te behoren door ■ge
brek aan enige financiële zekerheid.
De verhouding met haar vader (Nantes),
haar geïdealiseerde dagdroom zoals in Ma
Maison of haar afschuw van geweld zoals
in Perlimpinpin.
In een optreden waarin wij voor het
eerst live geconfronteerd werden met een
begeleiding van Roland Romanelli die
veel meer omvat dan de traditionele ac
cordeon al kennen we in aanzet de
charme daarvan dankzij Barbara’s laat
ste album Enrigistrement public a l’Olym-
pia groeit de sfeer met de minuut.
Romanelli’s keur aan toetsenborden en
synthesizers wordt in smaakvolle en in
ventieve verhouding toegepast. Hier
kleurt hij met een stringsynthesizer bij,
daar voegt een clavinet een haast Ameri
kaans timbre toe aan Barbara’s lied.
Dat alles gebeurt niet in de overdreven
bescheidenheid die de begeleiding van het
Franse lied vaak kenmerkt. Romanelli
maakt volwaardig deel uit van het gebeu
ren en verschaft Barbara de mogelijkheid
om zich meer op de zang, en specifieker de
intonatie toe te leggen.
Zij buit dat gegeven knap en als in
trance uit. Voor de pauze vormt Le soleil
noir een bevlogen hoogtepunt, maar zijn
haar uitvoeringen van Au Bois de Saint-
Amand en Perlimpinpin eigenlijk nauwe
lijks minder. Na de hervatting grijpt zij
naar de vele klassiekers in haar repertoi
re. Ik noem Toi, Mon Enfance, A Peine,
L’Enfant Laboureur (weer met Romanelli
als belangrijk element), het schrijnende A
Mourir pour mourir, L’Amour Magicien,
Fragson, Ma plus belle histoire d’amour
en uiteraard De mal de vivre.
Ondanks de ingebakken ellende waar
mee deze formidabele vrouw heeft leren
leven als ware het een levenskameraad
blijft haar innerlijke kracht als een verte
rend vuur garant voor een concert waar
van ik de indruk krijg dat het de spiegel
van een stuk innerlijke beleving vormt.
De transcederende waarde die dat heeft
komt heel natuurlijk over bij het publiek
dat de zangeres in de intense finale net zo
in de armen sluit gis Barbara haar gehoor.
JOHN OOMKES
HAARLEM. Om het geleden leed
nog even samen te vatten: In 1979 stelde
de gemeente Haarlem een geldbedrag
van f 40.000 beschikbaar „ter verbetering
van het werkklimaat van de Haarlemse
beeldende kunstenaars”. Dit bedrag be
oogde geen aanvulling te zijn op de zoge
noemde BKR-regeling in de volks
mond ook wel en nog steeds „contrapres
tatie” geheten. Neen, één van de uit
gangspunten luidde nadrukkelijk: „sti
mulering van vernieuwingen”: De jury
die tot opdracht kreeg de aan te kopen
werken te selecteren hield met name dit
uitgangspunt hoog en kwam zodoende
tot een selectie van een klein aantal
werken waarmee het te besteden bedrag
bij lange na niet geconsumeerd werd. Er
bleef nog f 28.000,- over.
Kunstenaars boos; laadden de ingezon
den werken op hun karretje en vertrok
ken richting onverwarmde maar roman
tisch ingerichte zolderkamer. Naar hun
mening had de jury de door haar gehan
teerde normen zodanig behoren te inter
preteren dat het gehele gedrag besteed
werd. Was het sociale aspect dan toch
belangrijker dan de aangelegde beoorde
lingscriteria? Nee, zo moest men dat niet
zien. De discussie bereikte warrige hoog
tepunten die voor de buitenstaander niet
meer te volgen waren. Immers, als een
jury geacht wordt de drempels van haar
waardering te laten zakken, dan kan men
toch moeilijk volhouden dat er geen soci
aal aspect aan de orde is. Platter gezegd,
als het uitgangspunt is dat de poen op
moet, dan rest alleen nog de vraag hoe die
poen te verdelen. Als deze vraag belang
rijker is dan die naar de kwaliteit dan rest
niets dan blindelingse verdeling van het
geld.
Goed, na enig komisch heen en weer
tussen kunstenaars en gemeente besloot
men alsnog rond de tafel te gaan zitten
met als resultaat dat de Haarlemse kun
stenaars opnieuw werk mochten inzenden
en dat de eerder actieve jury nogmaals
een keuze zou maken. Ingezonden werk
en jurykeuze hangen nu voor het publiek
te kijk. Verdeeld over de zolder van de
Vleeshal en twee ver uit elkaar liggende
ruimtes in het Frans Halsmuseum. Van
wege de overzichtelijkheid en de toegan
kelijkheid, neem ik aan.
Maar om bij het onderwerp te blijven.
Het juryrapport vermeldt: „De jury heeft
de opdracht aanvaard, maar stelde de
voorwaarde dat zij zich daarmee niet ver
bond het gestelde bedrag van 28.000
geheel op te maken. Want het leek de jury
alvorens met jurering te beginnen niet op
voorhand zeker dat bovengenoemde
richtlijnen (o.a. die van het vernieuwende
aspect - L.F.) met elkaar in overeenstem
ming waren.” Daarmee gaf de jury dus te
kennen geen duimbreed te willen wijken
van haar voordien al ingenomen stand-
laten pressen tot het wijzigen van een eens
ingenomen standpunt.
Inmiddels zegt de hele affaire wel het
nodige over de kwaliteit van de ingezon
den werken. Als een jury er niet in slaagt
een toch betrekkelijk schamel bedrag van
28.000 over de balk te smijten dan is er
iets loos. Nu, een zwerftocht langs de
diverse ophangplekken bevestigt die in
druk royaal. De batiklappen en vage ab
stracties vliegen de pan uit; aan huiselijke
borduurwerkjes geen gebrek; het onver
vuilde hollandse landschap wordt nog
steeds in brede toetsen neergezet; anders-
Barbara laat zich weinig bepalen door
wetten die in het leven of in het theater als
vanzelfsprekend gelden voor een ieder die
er het beste van probeert te maken. Die
eigenschap om zich niet te conformeren
aan tijd en omgeving bepaalt feitelijk
haar unieke waarde. Haar enige beper
king is zijzelf, maar dat is er een die
feitelijk haar uitstraling vergroot. Het
vleugje doorleefdheid dat je op een avond
met Barbara van haar meekrijgt heeft
telkens na afloop de waarde van een per
soonlijke ervaring.
Niet altijd is Barbara dat belang toege
dicht. Ik denk dat het onbekendheid met
het genre is geweest dat Nederlandse
kranten er rond 1965 toe bracht te berich
ten „dat het Parijse zangeresje na twaalf
jaar succes had weten te boeken, omdat
zij door George Brassens was ontdekt.”
De carrière van de chansonnière verliep
na de eerste adoratie weinig geëffend. Met
grote intervallen verscheen nieuw reper
toire, telkens van een hoog niveau; zodat
haar unieke wijze van zingen een afwis
selend zwak en sterk stemgebruik met een
zwaar vibrato in het diminuendo en daar
bij vocale „zwakheden” als overslaan en
het plotsling grijpen naar een lager regis-
nu, nadat de raad op 31 januari bijeen is
gekomen, voor een deel partij.kiest voor
de critici op de nota, die onder de mede
verantwoordelijkheid van de Federatie
zelf is uitgebracht.
Met de opstellers van het rapport is zij
het overigens wel eens dat er over het
orkestenbestel diepgaand gesproken
moet worden en dat de gewenste ver
schuivingen te bereiken zijn zonder dat
de werkgelegenheid, de rechtspositie en
de sociale omstandigheden aangetast
worden.
Rob Verhagen exposeert olieverfen op
papier en Kiny Coppinga-Scholte brons-
plastieken in Galerie Tholen aan de Ané-
gang 31 in Haarlem van 9 tot en met 29
februari. Gedurende dezelfde periode zijn
sieraden van Matthijs van Herwijnen ten
toongesteld. Woensdag tot en met zater
dag van 12 tot 17 uur.
De Nederlandse Kostuumvereniging
exposeert foto’s, gouaches, karikaturen,
modeprenten en klederdrachtpoppen in
het cultureel centrum Zandvoort aan het
Gasthuisplein 9b in Zandvoort van 9 tot
en met 17 februari. De tentoonstelling
draagt de titel Rondom het kostuum en is
een greep uit wat er aan mogelijkheden op
dit gebied is.
Een groot aantal leden van de beroeps
vereniging van fotografen (GKF) en de
Vereniging van edelsmeden en sieraad-
ontwerpers exposeren hun werk in de
nieuwe vleugel van het Amsterdamse Ste
delijk Museum van 8 februari tot en met 2
maart.
In het Kunstenaarscentrum Bergen
(NH) zijn van 9 tot en met 27 februari
etsen en schilderijen van Bill Kunst, en
werken van Jan Nijhof en H. M. J. van
Dee te zien. Dagelijks geopend van 10.30
tot 12.30 en van 14 tot 17 uur, behalve
s zondagsmorgens.
Tot en met 9 maart zijn in het Stedelijk
Museum in Schiedam drie nieuwe exposi
ties ingericht. Van Hans Landsaat zijn
schilderijen, tekeningen en grafiek te zien.
Een educatief schoolproject onder de titel
Prent in de Klas is tevens tentoongesteld
alsmede een expositie rond het 25-jarige
bestaan van dè Vereniging Vrienden van
het Stedelijk Museum.
De Duitse beeldhouwer Rainer Kries-
ter exposeert tot 29 februari een aantal
van zijn werken in Galerie d’Eendt aan de
Spuistraat in Amsterdam.
Een van de Indonesische pioniers op
het gebied van hedendaagse batikschil-
derkunst, Amri Yahya exposeert zijn
Werk tot en met 16 februari in Batik Art
Gallery aan de Spuistraat 271 in Am
sterdam.
Agnieszka Holland hierover: „De film is
een reactie op de propaganda die ons
probeert wijs te maken dat we in een
gecompliceerde werkelijkheid een nest
van geluk kunnen maken. Het geluk kun
nen we niet vinden waar we werken, maar
in het gezin. Alsof je thuis kan komen en
je problemen met je jas kan ophangen en
voor de televisie kan neervallen. Dat is
niet waar”. Al deze films zijn dinsdag- en
woensdagavond nog te zien in Rotterdam.
zins valt er een vreemd gerommel te con
stateren dat nergens heen wil omdat het
niet weet waar het vandaan komt, dat zal
wel iets met de tijdgeest te maken hebben,
die is ook al zo rommelig. Kortom, het is
grotendeels van een provincialisme dat de
honden er geen brood van lusten.
Zijn er dan geen beeldende kunstenaars
in Haarlem die, voorbij aan „mooi” of
„critisch”, fundamenteel onderzoek doen
binnen hun métier? Welzeker zijn die er,
maar die hebben terecht niet de behoefte
tussen zoveel droefmakend amateurisme
te hangen. Het is eigenlijk nog een wonder
dat de jury er in geslaagd is de weinige
parels uit deze puinhoop te delven. Dat de
parels mijns inziens niet altijd honderd
procent zijn en enkele werkelijke parels
over het hoofd werden gezien, valt na
zoveel gedonder niemand kwalijk te
nemen.
Saul Belem en Marinus Fuit vielen op
nieuw in de prijzen. Van Amon Berkowitz
werd een tekening geselecteerd, van Rob
Clous een ets. Nieuw, voor mij althans,
zijn de tekeningen van Dick Goudriaan;
ze hebben wel iets genoegelijks. Frank
Hak zag twee gouaches uitverkoren,
krachtige „hakse” dingen. De schaduw-
projecties van Eric de Nie konden moei
lijk over het hoofd worden gezien, de
onderzoekingen van Ger Daniëls werden
dat merkwaardigerwijs wel. Tenslotte ad
viseerde de jury nog tot aankoop van
fotowerk van Jean Ruiter en een acryl
schildering van Marian Jaspers.
En ach, ook anderszins is deze gemeen
telijke puzzelrit niet geheel vergeefs. Erg
onder de indruk was ik van de drie schil
derijen van Margreet Bouman; drie bewij
zen van het feit dat het ezelschilderij
waarachtig nog niet dood is. Bij Ronald
Rüsseler zie ik verlangend uit naar het
moment dat hij een project in de duinen
opzet. Robert de Vries gaat door op zijn
smalle gebied, riskant en spannehd. Piet
van Leeuwen en R. J. Stoop zullen wel
weerzin opwekken, maar dat zal ze hope
lijk een zorg zijn.
234 Inzendingen en een handjevol kwa
liteit. De piepjonge Jasper van der Gugten
zond sculpturen van een teckel en een
kameel in. De beeldjes winnen het met
glans van een hoop andere dingen. Niette
min geeft dat te denken over de criteria
die voor het inzenden gesteld worden.
Geen namelijk. Daar zou wellicht veran
dering in moeten komen wil men bereiken
dat de nu afwezigen voortaan hun neus
laten zien en wil de jury de neiging krijgen
het budget te overschrijden. Pas bij vol
doende kwaliteit kan op goede gronden
naar een verhoging van het beschikbare
budget worden gestreefd. Zoals het nt)
gaat behoeft de gemeente Haarlem geen
enkele angst te koesteren dat haar begro
ting te zeer wordt aangetast, fen dat is
SPljtlg LOUIS FERRON
(Van onze kunstredactie)
DEN HAAG. Veranderingen in het
muziekbestel, die ten koste zouden gaan
van het aantal arbeidsplaatsen, zijn
volstrekt onaanvaardbaar. Dit is het
oordeel van de federatieraad van de
Federatie van Kunstenaarsvereni
gingen.
In een studie, getiteld „Symfonieor
kesten in Nederland”, die begin januari
door Hans Onno van den Berg en Sytze
Smit aan de Federatie werd uitgebracht,
stond dat in een nieuw muziekbestel
voor het Balletorkest geen plaats meer
zou zijn, het Gewestelijk Orkest Zuid-
Holland zou moeten opgaan in het Resi-
dentie-Orkest en het aantal werknemers
bij de omroeporkesten moest terugge
bracht worden tot 175. Op deze aanbeve
lingen werd uit allerlei sectoren buiten
gewoon fel en negatief gereageerd.
Het is opmerkelijk dat de Federatie
AMSTERDAM. Circa vierhonderd
Nederlandse mimespelers hebben
maandagavond tijdens een ludieke fo
rumbijeenkomst in Amsterdam
brief ondertekend die samen met een
zwartboek wordt gezonden aan
Tweede-Kamerleden. De mimespelers
eisen opheldering over de extra subsidie
van driekwart miljoen gulden die het
ministerie van CRM in 1979 heeft toege
zegd voor tekorten bij mimegroepen.
Volgens het zwartboek, dat is opge
steld over een periode van 30 jaar ver
geefse strijd om erkenning van mimes
pelers, is die driekwart miljoen gulden
weer teruggestroomd naar de kas van de
algemene middelen. „De sector mime
heeft er geen cent van gezien”.