c u 9 Medaillespiegel Hans Westberg al tevreden met twee zeges L... winterspelen IPSO lake placid 1 CS - (Van onze sportredactie) LAKE PLACID. Niemand kan ooit zeggen dat hij, blind geworden door het grote avontuur, de ernstigste misvatting van zijn leven maakte. Integendeel, nadat Hans Westberg drie en een half jaar gele den had besloten trainer-coach van het nationale team te worden, ging het hem alleen maar voor de wind. Alhoewel de omstandigheden voor topijshockey in Ne derland verre van ideaal zijn, maakte hij het haast onmogelijke waar door zijn keurkorps toch maar even naar de Olym pische Winterspelen in Lake Placid te loodsen. Een nieuwe mijlpaal in de Neder landse ijshockey historie, die werd bereikt dankzij het andere hoogtepunt, de wereld titel in de B-poule. Spektakel Realistisch (Van onze sportredactie) LAKE PLACID. In velerlei opzichten is Ne derland in februari tijdens de Olympische Winter spelen in het Amerikaanse Lake Placid een vreemde eend in de ijshockeybijt. Nog afgezien van het debuterende optreden onderscheidt de Nederlandse ploeg zich van de overige nationale teams vooral door de inbreng van de Nederlandse Canadezen en door het feit dat de basis van het Nederlandse ijshockey wel bijzonder klein is. Bei de fenomenen hebben veel, zo niet alles met elkaar te maken. IJshockeyteam vreemde eend in Lake Placid A- Ted Lenssen W ■A William Klooster George Peternousek A- Larry van Wieren Ar Al Pluymers Corky de Graauw die Jack de Heer 1 1 ouders die na de oorlog hun geluk in Canada zochten. Hun kinderen zjjn veelal geboren en getogen Canadezen en onderscheiden zich alleen in hun Nederlandsepaspoort van hun leeftijd genoten. Na die enerverende duels in het Roemeense Gala ti, vorig jaar maart, kwam de nationale ploeg eens klaps in de internationale schijnwerpers te staan. Vooral na het meest klinkende resultaat, de 4-3 zege op de Oostduitsers, ging Oranje een woordje mees preken. Het enthousiasme dat daarop volgde is echter de laatste tijd flink geluwd, doordat nadien de verrichtingen niet synchroon liepen met de ver wachtingen. Oranje wordt gedupeerd door het feit dat de nationale ijshockeycompetitie met het oog op de Winterspelen sneller moet worden afgewerkt. De selectiespelers zijn veel te kort bij elkaar geweest met als gevolg dat in Enschede allesbehalve impo nerend het vierlandentoernooi werd gewonnen. De ploeg had zich toch weer eens naar hartelust moeten uitleven, maar het spektakel bleef uit. De in Bussum woonachtige Hans Westberg toonde zich wel tevre den over het optreden. „Sommige spelers hadden misschien de kerstdagen nog een beetje in de benen, maar we hebben dit toernooi wel gewonnen en dat zou een paar jaar geleden onmogelijk zijn geweest”. Geen verontrusting bij de koele Zweed, die volgen de week bekend maakt welke twintig spelers 5 febru ari in het vliegtuig zullen stappen. Er is dan nog den het voorbeeld en er ontstond een ware overtocht van Canada naar Ne derland. Daarmee kwam ook het grote geld in de ijshockeysport. Hoewel ze veelal op de loonlijst van een Neder lands bedrijf staan, leeft de Canadese lichting voornamelijk van de ijshoc keysport. Door hun toedoen ging het spelpeil in Nederland en van de natio nale ploeg danig omhoog. Tegenwoor dig worden er clubwedstrijden ge speeld die de nodige allure hebben, terwijl Oranje in één ruk doorstroom de van de C- naar de A-poules. De ontwikkeling aan de basis blijft evenwel ver achter. Het aantal Neder- Hans Westberg, trainer van Amster dam en van de nationale ploeg, heeft moeite met de situatie waarin velé clubs zich bevinden. Westberg: „Het verbaast mij nog het meest dat die hallen maar opengesteld worden voor recreatieschaatsers. Dat klopt niet, die mensen horen op de buitenbaan in de frisse lucht. Leg desnoods tussen de 400-meterbanen kleinere baantjes aan voor de kinderen, dan schep je ruimte voor de ijshockeyer”. mentaliteitsverandering. vindt dat het schort aan onze schotvaardigheid moet ik ongelijk geven. Het spel golft dermate op en neer, dat het scoren een kwestie van seconden is. Niet alleen voor ons is het moeilijk om doelpunten te maken, maar ook voor de anderen. Daarnaast valt het niet mee een goede goalie te passeren”. Alleen als de trainingsarbeid kan worden opge voerd, zal de Hans Westberg-formatie aansluiting met de top kunnen vinden. En misschien is er volgend seizoen meer tijd om oefenduels te kunnen spelen. Dergelijke wedstrijden behoeven in elk ge val niet meer in de verdrukking te komen door het competitieverloop. De wereldkampioenschappen in de A-poule, volgend jaar in Zweden, beginnen name lijk pas in april, waardoor het nieuwe ijshockeysei- zoen meer ruimte biedt tot experimenteren. Wel licht gaat dan Westbergs wens in vervulling: het formeren van een B-team. Op deze wijze wordt een nog duidelijker beeld geschapen van de kwaliteiten van potentiële Oranje-kandidaten. Westberg bepleit, zou na 1981 wel eens tamelijk urgent kunnen worden. On danks buitenlandse belangstelling, die de Nederlandse Canadezen af en toe ten deel valt, zal de huidige ijshockey- selectie tot en met de wereldkampioen schappen in de A-groep in 1981 in Stockholm redelijk intact blijven. Dat hoogtepunt in hun ijshockeyloopbaan willen de meesten niet missen. Wat daarna gebeurt, is allerminst duidelijk, maar algemeen wordt een leegloop verwacht. De meeste Canadezen wen sen een terugkeer naar hun geboorte land om daar een maatschappelijke carrière op te bouwen. Een enkeling Land Noorwegen Sovjet-Unie Ver. Staten Oostenrijk Finland Zweden W.-Duitsland* Zwitserland O.-Duitsland Canada Nederland Frankrijk Italië Gr.-Brittannië Tsj.-Slowakije Hongarije Japan België Polen Liechtenstein Spanje Noord-Korea Roemenië Goud 41 51 29 21 22 22 16 15 15 12 9 11 9 5 2 1 1 1 Totaal 121 119 91 77 71 66 47 47 44 33 31 30 23 15 11 5 4 4 4 2 Zilver 43 32 34 31 31 20 15 16 13 7 13 9 7 3 5 1 2 1 1 Brons 37 36 28 25 18 24 16 16 16 14 9 10 7 7 4 4 1 2 2 2 Hans Westberg weet wat hij wil, maar vooral ook welke mogelijkheden er voor Oranje liggen. Realis tisch zoals hij is, moet de Zweed erkennen, dat volgende maand het hoogste platform niet bereik baar is. Daarvoor heeft bijvoorbeeld wereldkampi oen de Sovjet-Unie, het land dat hij als Olympisch kampioen tipt, een mijlenverre voorsprong. Ook de achterstand op Zweden is groot. Hans Westberg over de verschillen met zijn vaderland: „De jeugd wordt deskundiger begeleid dan hier, waar tevens bijkomt dat de trainingsuren daar veel langer zijn. Dan heeft dat land het klimatologische voordeel van een stren gere winter. Zweden heeft zo’n tweehonderd buiten banen en ongeveer honderd binnenarena’s. Hier be vinden zich niet meer dan twintig ijshallen, die door relatief te veel schaatsers en te weinig ijshockeyers worden gebruikt”. Ondanks de grote afstand tussen Nederland en de meeste opponenten in Lake Placid ziet Westberg wel enkele mogelijkheden voor het sterk aanvallend in gestelde team. „Die eerste wedstrijd tegen Canada is erg belangrijk voor ons. Als we tegen dit land goed van start gaan, weet je het maar nooit. Maar niemand mag van ons verwachten dat we dergelijke landen kunnen verslaan. Canada bereidt zich sinds juli voor en heeft al wel vijftig wedstrijden gespeeld. Men moet niet uit het oog verhezen, dat van alle landen in deze rode divisie (naast Nederland, ook Sovjet-Unie, Finland, Polen, Japan en Canada) we alleen wel eens van Japan hebben gewonnen. Als we dit land kunnen verslaan, evenals Polen, ben ik dik tevreden. We hebben in elk geval het lichte voordeel, dat de tegen standers niet bang zijn om tegen ons te spelen. Ze zullen juist denken, we pakken die Nederlanders wel even”. De weg naar de top is lang. Zweden deed er ongeveer twintig jaar over. In de ontwikkelingsfase was ook daar de aanwezigheid van Canadese en Amerikaanse spelers onontbeerlijk. Nu zijn ze volle dig verdwenen. Nederland zit nog middenin het groeiproces. Oranje bestaat voor de helft uit ijshoc keyers, die niet in Nederland zijn geboren. landse ijshockeyers dat het „Canade- se” niveau kan halen, is vooralsnog erg klein. Tweederde van de nationale se lectie wordt gevormd door de Canade se inbreng en dat zegt veel. De aanwas van leden heeft allerminst gelijke tred kunnen houden met de successen. Er is zelfs een forse terugloop te constate ren. In het seizoen 1977-1978 telde de Nederlandse IJshockeybond 6730 le den, een jaar later was dat aantal te ruggelopen tot 3840 leden. Die teruggang heeft meer te maken met tactische moeilijkheden dan met een gebrek aan animo. De overdekte ijshallen zijn in de eerste plaats be doeld voor de recreatieschaatsers, die de tekorten op de begroting tenminste beter kunnen beperken dan de ijshoc- keyclubs. De verenigingen moeten derhalve genoegen nemen met een klein aantal uren, waardoor noodged wongen de ledenstop alom een bekend verschijnsel is geworden. Tweehon derd leden is nu het gemiddelde maxi mum der clubs in Nederland. LAKE PLACID. In de voorgaande Olympische Winterspelen werden in totaal 848 medailles uitgereikt. Doordat er door de jaren heen een aantal ex- aequo noteringen waren is het aantal gouden, zilveren en bronzen niet precies gelijk, maar respectievelijk 284, 285, 279. del, omdat de spelersmarkt in Canada al aardig afgestroopt is. Op dit moment mag een Nederlandse ijshockeyclub twee buitenlanders en een zgn. statusspeler in de competitie opstellen. Afgezien van de statusspe ler, een buitenlander die drie of meer jaren in Nederland speelt, blijft die regeling waarschijnlijk gehandhaafd. Hans Westberg acht dat geen ongezon de situatie. Westberg: „In Zweden en Finland heeft zich hetzelfde afge speeld. Ook daar had men de hulp nodig van buitenaf, dat is geen schan de. Die landen bewijzen nu, dat die ontwikkeling goed was. Het is wel een kwestie van tijd en het is de vraag of die tijd ons gegund wordt”. Ijshockey op het huidige niveau in Nederland kan niet zonder de inbreng van sponsors. Op dit moment wordt die bijdrage op anderhalf miljoen gul den per jaar geschat. Sjoerd Feenstra, directeur van Feenstra-verwarming en sponsor van de Flyers, ziet geen reden om de jjshockeytoekomst in Nederland somber in te zien. Feenstra: „Door de veranderde opstelling van de pers ten aanzien van het noemen van sponsor- namen is de animo bij de sponsors zelf natuurlijk afgenomen. De spoeling is dunner geworden, tegelijkertijd is de kwaliteit van sponsoring toegenomen. Vanwege de financiën hoeft Nederland niet achteruit te hollen. In het diepe gat, dat iedereen na 1981 ziet ontstaan, geloof ik niet zo. Natuurlijk zal er een terugval komen, maar dat zal slechts tijdelijk zijn. Het niveau bij de jeugd is omhooggegaan, niet in de laatste plaats dank zij de buitenlandse in breng”. Terugval of geen terugval, de plan nen om te komen tot een nationaal ijshockeycentrum in Lelystad zijn in een vergevorderd stadium. Lelystad moet voor de ijshockeyers worden wat Papendal voor de atleten en Zeist voor de voetballers is. Mocht het Ne derlandse ijshockey na 1981 inderdaad in een onmetelijk gat duikelen, dan kan dat centrum dienen als monument voor een stukje wonderbaarlijke ijs- hockeygeschiedenis in Nederland. Toen Tilburg Trappers een achttal jaren geleden het ver schijnsel „Nederlandse Canadezen-” ontdekte, begon de stor machtige ontwikkeling van het Nederlandse topijshockey, die dan uiteindelijk heeft geleid tot deelname aan de Spelen te midden van grote ijshockeynaties zoals Canada, Zweden, Tsjecho-slowakije en niet te vergeten Rusland. Nederlandse Canadezen zijn de zonen van de Nederlandse De Nederlandse Canadezen die nu in Nederland spelen, kregen een Canade se ijshockey-opvoeding, maar kwamen meestal net wat kwaliteiten te kort om een succesvolle carrière als prof in Canada op te bouwen. Toen Tilburg eenmaal die jongens ontdekte en naar Nederland haalde, was het hek van de dam. Andere vaderlandse clubs volg- prtCico cvi, cie o-x, Uxie te werken. Een uitvloeisel van de gebrekkige voorberei ding is de situatie dat daar dan nog drie wedstrijden tegen collegeteams zullen worden gespeeld. Goed voor de eenheid, maar in zo’n laat stadium een groot risico. De 41-jarige Westberg erkent dat het ontstaan van blessures reëel aanwezig is. „Het is inderdaad gevaarlijk, maar absoluut noodzakelijk”. Wie weet, misschien staat de tomeloze inzet van Oranje op het Olympische ijshockeytoernooi borg voor een verrassing. Westberg is in elk geval niet pessimistisch. „Het belangrijkste wapen van ons is de bereidheid om keihard te werken. De discipline is erg groot. Tevens beschik ik over twee uitstekende keepers en enkele goede spelleiders. En iedereen die De voorbereidingsfase verloopt een beetje op zijn janboerenfluitjes, iets dat we in Nederland wel zijn gewend. Het nationale ijshockey is duidelijk in een stroomversnelling geraakt en uiteraard vereist dat de nodige aanpassing. Daarom vindt Westberg de negatieve kritieken niet altijd terecht. „Kijk, ik had liever ook wat meer wedstrijden gespeeld tegen sterkere landenploegen. Dan pas heb je een goede graadmeter voor je eigen kracht. Maar je moet niet vergeten, dat we voorheen gewend waren op een lager niveau te acteren, waarbij het oefenschema al tijden van tevoren was opgezet. En het is moeilijk dit in een kort tijd op de gewijzigde omstandigheden te projecteren”. John de Bruyn blijft misschien als trainer voor het Nederlandse ijshockeygebeuren be houden. Zo’n enkeling is bijvoorbeeld Larry van Wieren, nu succesvol trainer-spe- ler van de Heerenveense Flyers. Voor hem bestaat van de zijde van een Ame rikaanse profclub enige belangstelling, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat Van Wieren op een eventueel aanbod in zal gaan, omdat er in tegenstelling tot het voetbal niet onmiddellijk met dikke bundels bankpapier wordt ge zwaaid. Hoop op een jongere generatie Nederlandse Canadezen, die in ons land het avontuur wil zoeken, lijkt ij- 1 inclusief de medailles van geheel Duitsland voor de Tweede Wereldoorlog. 1 1 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 31