Nederland voelt zich achtergesteld bij EEG-partners in EG-visserijbeleid mist greep op kwaliteits- en prijsgaranties Drs. Boelmans Kranenburg op visserijdag in Bakkeveen straten te stappen” heerlijk om krakend door de KS ZATERDAG 9 FEBRUARI 5 PROFESORA VERHOEVE DENKT AAN TERUGKOMST Ramp Kraamkamer Festival Academia Ode I 1980 4 IJMOND door Eli Vlessing 1 door Hans Bongers Twee emmertjes water halen, Zakdoekje leggen, Aapje Joepje is gekomen en Daar bij die molen. Oerhollandse liederen die terug doen denken aan de lagere school ten tijde van aap, noot en Mies en die zeer wel passen bij erwten soep en hutspot. Een stukje fol klore dat in april vorig jaar een van de belangrijkste elementen vormde voor het Festival Holan- des in de Venezolaanse stad Ma racaibo. IJMUIDEN De reders van de Nederlandse haringvloot wach ten met gemengde gevoelens op het eindoordeel van de heren bio logen over het al of niet verant woord zijn van een tijdelijke op heffing van het haringvangstver bod op de Noordzee. Dat „tijdelij ke” wordt bepaald door de hoe veelheid haring die naar het oor deel van diezelfde biologen mag worden weggevist en de tijd die de Nederlandse haringvissers daarvoor nodig hebben. Het lijkt nauwelijks waarschijnlijk dat de haringvloot in zijn totaliteit zal uitvaren als, van de door de EEG- ministers in het vooruitzicht ge stelde 20.000 ton, slechts 2500 ton aan Nederland wordt toebedeeld. A ■TH j E 1 Ci Vertrouwen van haringvissers IJmuidense debuteerde op Festival Hollandes Profesora Alice Verhoeve. AribaEn hup in de pas. Aan het woord is profesora Alice Verhoeven, IJmuidense in het noorden van Zuid- Amerika waar zij dit stukje Hollands Glorie op haar naam zette. „Ja”, vervolgt Alice met al haar rimpel tjes in een vrolijke lach gevouwen, „maar dat is helemaal geen bijzonderheid. Neem nou Rosa Kennedy, die is 87 jaar en zwemt nog steeds lustig in haar badpak rond. Haar bikini heeft ze echter wel onlangs afgeschaft!”. ge complimenten op. Een stukje thuisland voor een zaal vol Nederlanders die vaak al tientallen jaren onder de brandende zon en tussen de Venezolaanse olie sleten. Ooit eens uitgezonden door bedrijven als de Shell en langzaam gewoon geraakt aan het Zuidamerikaanse ritme, maar toch Nederland niet vergeten. Enkele dagen na het festival klinken de felicitaties nog na tijdens een partij ter gelegenheid van Koninginnedag in het huis van de consul. Traditioneel verzame len op 30 april de Nederlanders uit Aruba, Curasao en Venezuela zich daar. De drie kleur ten top. Voor Alice geen aanleiding tot al te hoge vreugdesprongen. „Al één jaar zit ik achter een AOW-uitkering aan waarop ik als Nederlandse recht heb. Via de tankerdivisie van de Shell, waarbij mijn man werkzaam was, ontvang ik wel een klein pensioen, maar dat is samen met het Engelse pond in de loop der jaren sterk in waarde gedaald. Ook tijdens mijn verblijf in Nederland heb ik niet stil geze ten en alles in het werk gesteld om de uitkering te krijgen. Het resultaat was echter dat ik van het kastje naar de muur werd gestuurd. Ik heb nooit een rode cent gezien, terwijl ik na het ongeval van mijn man voor hoge kosten kwam te staan. Het is jammer dat ik niet in Suriname ben geboren!”. Unaniem zijn de Nederlandse reders van mening dat het een goede zaak is dat de vangst op beperkte schaal weer wordt opengesteld. Zij vinden echter ook dat er bij vaststelling van de te vangen hoeveel heid per EEG-land, rekening mee dient te worden gehouden dat een puur Neder landse bedrijfstak, die door een vangst- verbod op de Noordzee met ondergang werd bedreigd, als eerste de gelegenheid moet krijgen zich te herstellen zo daar een mogelijkheid toe bestaat. Die mogelijk heid lijkt zich binnenkort aan te dienen. „Voor de handel is het een ramp ge weest dat de haringvangst in 1977 is weg gevallen”. Dat zegt de heer W. Kwakkel- stein, directeur van Rederij Kwakkelstein uit Vlaardingen die één vriestrawler in de vaart heeft met als thuishaven IJmuiden. „Voor de Nederlandse markt is het tij delijk opheffen van het vangstverbod daarom een goede zaak. Ik geloof daarom dat als het zover komt en de mensen krijgen behoorlijk de tijd om zich voor te bereiden, alle schepen zullen uitvaren. Geen vlaggetjesdag, geen koninginneha- ring.... een trieste zaak. Het wordt tijd dat we weer eens een goed Nederlands pro duct aan de markt krijgen. Al het andere blijft toch surrogaat. Na tuurlijk is het Deense product dat na het Nederlandse aan de markt komt wel aar dig en er zijn ook mensen die nog wel in Ierse haringen happen, maar de Noord- zeeharing van de Nederlandse visserij in de maanden mei en juni spant nu eenmaal de kroon. Als het quotum zich beperkt tot 2500 ton betekent dat natuurlijk geen ver lichting voor de Nederlandse vloot, ’t Is snel op. Maar het is goed dat de consu ment er even aan wordt herinnerd dat er nog Hollandse nieuwe bestaat”, aldus de heer Kwakkelstein. Bij de heer M.Noorderbos van N.V. Vis- serijmaatschappij Kennemerland in Kat wijk spelen gemengde gevoelens een rol als hij praat over de mogelijke opheffing van een haringvangstverbod. „Natuurlijk zijn we er blij mee. Met het in principe voorgestelde quotum komen we er wel bekaaid af. De Denen hebben al een flinke voorsprong met het Skagerrak en het Kattegat voor de deur waar ze met de sprot ook nog eens een stevig portie haring wegvissen voor industriële doel einden. Die haring telt niet mee voor hun quotum. Er zijn veel factoren die voor ons van belang zijn bij het maken van plannen voor een eventuele haringvangst. Belang rijk is bijvoorbeeld te weten of het haring- quotum niet wordt gekort op het quotum van de makreel. Verder zal het interessant zijn als je het binnenhalen van je haring- quotum kan combineren met de vangst op makreel. In dat geval gaat alleen de idee van de haringrace verloren. Ook de con trole speelt een rol. Hier wordt die nog steeds streng toegepast. Vanuit andere landen, die ook met een vangstverbod zitten, komen hier stromen haring binnen. Daar klopt natuurlijks niets van. Het ab solute voordeel dat we hebben is dat de Deense haring niet slecht is maar zich niet kan meten met de Hollandse maatjes en daarom ben ik toch blij met een mogelijke beperkte haringvangst”. Ook de heer A. Ouwehand van Ouwe- hand’s Rederij en Visverwerking uit Kat wijk aan Zee gelooft dat een kans van welslagen niet geheel los kan worden ge zien van het commerciële aspect en dat een combinatiemogelijkheid van haring en makreelvangst daarvoor een oplossing kan bieden. In geval je controle krijgt zul je moeten kunnen bewijzen dat je de haring die je aan boord hebt in legaal gebied hebt gevangen. In die richting zal naar een oplossing gezocht moeten wor den want afgezien van de prijs die de vangst opbrengt weet je in ieder geval zeker dat zo’n trek je een kluit olie kost. Het is een winstpunt dat gebleken is dat de politieke wil er is. De Hollandse nieuwe betekent publiciteit en ook daarom zijn we er blij mee”. I d- k- P- m <t n n ie e- is n n e. ;e Directeur C. F. Vrolijk van de gelijkna mige Scheveningse Visserij Maatschap pij, gevestigd in IJmuiden, zegt daarover. ”De bestaande verhoudingen liggen zo scheef als ze maar scheef kunnen liggen. Stel je voor, wij hebben in 1979 geen haring gevangen. De Denen hebben in het Skagerrak en Kattegat, een gebied dat is te beschouwen als de kraamkamer van de haringteelt, in datzelfde jaar zo’n 60 tot 80.000 ton weggevist. De Denen hebben óns product voor een deel overgenomen. Aantrekkelijk blijft de kwaliteit van de haring die in juni in de Noordzee wordt gevangen. Ik geloof dat er in Nederland nog voldoende animo is om weer eens op haring te vissen. Het is niet alleen een leuke afwisseling maar het is ook noodza kelijk dat dat weer gaat gebeuren. Als we nog een jaartje wachten loop je de kans dat de mensen het kaken verleerd zijn en als we maar blijven doorgaan met het beschermen van die haring dan loop je de kans dat er een moment komt dat je eigenlijk niet meer weet wat je met die beessies aanmoet”. Hoewel Vrolijk over vier vriestrawlers beschikt die per traditie als typische haringschepen worden beschouwd heeft men er nog niet bij stilgestaan met hoeveel van deze vaartuigen men eventu eel achter de haring aan zal gaan. „Dat is van later zorg en hangt af van de afspra ken die worden gemaakt”,aldus de heer Vrolijk. Directeur J. Bakker van Jaczon Rederij en Haringhandel in Scheveningen denkt daar net zo over. Het bedrijf beschikt over zes vriestrawlers. „Wij hebben nog geen plannen gemaakt. Dat hangt namelijk ook af van de tijd van voorbereiding die we krijgen. Dat is erg belangrijk. Maar als er toestemming wordt gegeven dan zijn wij daar ondanks de problemen die dat met zich brengt toch erg gelukkig mee”, aldus de heer Bakker. de Noordzee op te vissen. „Als we die gelegenheid krijgen”, zo zegt de heer A. Van der Zwan, directeur van W.van der Zwan en Zn. te Scheveningen”, dan is de vrolijke noot dat je de mensen een goeie haring kunt laten eten; het product waar op onze zeelui nu eenmaal het patent hebben. Bij die kwaliteit hoort de entoura ge van de haringrace, de vlaggetjesdag, de Hollandse nieuwe. Tot op zekere hoogte is het waar dat de Deense haring „ook-wel- wordt-gekocht” maar de Nederlandse vis sers verslaan nu eenmaal de kunst de haring direct „op smaak” te brengen. Per soonlijk geloof ik dat vijftig a zestig per cent van de haringconsumenten ook het Deense product wel koopt als het Holland se kwaliteitsproduct er niet is.Maar een belangrijk deel van die consumenten zal toch weer terugvallen op de „echte ha ring”. En de veertig percent dus laat ik maar zeggen de fijnproeversdie win je alleen terug met de Hollandse nieuwe. Je kunt niet zeggen de Hollandse nieuwe is tien procent beter dan ongeacht welke andere haring. Het is voor de liefhebbers een kwestie van „eten” of „liggen laten”. Wij beschikken in ons bedrijf over drie vriestrawlers. Met hoeveel we eventueel uitvaren hangt af van de prijzen, de tijd van voorbereiding en de concurrentie. Ja als het gaat om 2500 ton voor de Nederlan ders dan is dat wat weinig. Alice Verhoeve is 66 jaar en leidster van een dansschool in het verre Maracaibo. Een frivole dame, klein van snit met een bruine gloed op een gerimpeld gelaat. Dertig jaar brandende zon heeft duidelijk sporen achtergelaten. Ze danst rond in een degelijk vooroorlogs huis aan de IJmuidense Kennemerlaan. Buiten schijnt het schrale winterzonnetje dat zij enige tijd verruilt voor de brandende ko peren ploert aan de andere kant van de oceaan. „In 1948 verliet ik met mijn man het na oorlogse Nederland en kwam terecht in Cardon waar we anderhalf jaar bleven voor de Shell die belangen had in de daar gewonnen olie. Hierna volgde overplaat sing naar Maracaibo waar ik nu alweer dertig jaar woon”, vertelt Alice druk geba rend en gezeten voor een moderne gasuit voering van een ouderwetse potkachel. Haar liefde voor dans en ballet stamt uit haar Nederlandse periode en werd in haar nieuwe woongebied voortgezet. „Ik heb deze liefhebberij goed bijgehouden. Pri ma voor de gezondheid want aan andere lichaamsbeweging kom je daar niet toe. Je op de fiets wagen temidden van de Venezolaanse weggebruikers staat gelijk aan zelfmoord”. De kleine Hollandse dame met haar florerende Academia bleef ook bij de wel gestelde leden van een plaatselijke dames- club niet onbekend. Toen vorig jaar het idee voor een Hollandse middag in het hotel Lago ontstond was profesora Ver hoeve de aangewezen persoon om de or ganisatie op zich te nemen. Dit leidde tot het optreden van vijf en twintig blakende Venezolaantjes gehuld in zelfgemaakte Volendamse kostuums. Festival Holan- des, bijgewoond door de Nederlandse am bassadeur en consul alsmede een Venezo laanse gouverneur, met erwtensoep en hutspot toe. Orgelmuziek op de plaat, de coraties met tulpen en een molen als en tourage gaven een Hollands decor waarin de fleurige danseresjes van Alice Verhoe ven het middelpunt vormden met Hol landse liedjse en dansen. Weken van oefe nen waren hiervoor nodig geweest, want de Nederlandse taal ligt een Venezolaan niet voorop de tong, maar met volharding en discipline lukte het wonderwel. Ariba. Todo un exito, stond er de volgende dag in de krant vermeld. Een groot succes vertaalt Alice snel in haar Hollandse huis kamer. Het feest werd ondanks de hoge toegangsprijs (honderd gulden) door 300 mensen bezocht en leverde haar uitbundi- Voor de Nederlandse haringvissers is het belangrijk het zeebanket in mei-juni in In 1969, vijf jaar nadat haar man dode lijk verongelukte, nam zij de dansschool over van een landgenote, die daarna te rugkeerde naar Nederland. Ruim tien jaar lang vulde de activiteiten op ën rond de school, die daar trots Academia wordt genoemd, het leven van de IJmuidense in Maracaibo, een van de grootste steden van Venezuela, ’s Morgens na een vlug ontbijt, dat vaak slechts uit een glas cola bestaat, wachten twee klassen die voor het middaguur worden begeleid, ’s Mid dags zijn het drie groepen bestaande uit vrouwen en kinderen. „Voor hen is het broodnodig dat ze een stukje beweging krijgen want ze zijn over het algemeen veel te dik. Vaak komt het voor dat doktoren van een naast het Aca demia gelegen ziekenhuis de kinderen, die af moeten vallen, naar mij doorsturen. Het is daar geen gewoonte dat lichamelij ke oefening op het schoolrooster staat. Wel heb ik zelf enige tijd op scholen lesge geven, maar dat werd te druk”. Zes en zestig jaar, en dan nog in alle standen en passen vijf veel energie ver gende lessen ner dae seven? Toch oefent het gezapige Hollandse kli maat een steeds grotere aantrekkings kracht uit op de rusteloze dansschool- houdster. Langzaam rijpen de plannen om het land van olie en zon voorgoed de rug toe te keren. „Eerst zal ik een gegadigde voor de dansschopl moeten vinden. Dit zal nog wel de nodige voeten in de aarde hebben. Want er zijn natuurlijk genoeg kandida ten voor de Academiamaar geld, ho maar! Een ander probleem is het vervoer van het omvangrijke huisdierenbestand van de IJmuidense. De teckel, de twee poezen, de Afghaan en Lorre de papegaai blijven absoluut niet achter. Terugkeren naar Nederland betekent voor haar evenwel geen einde van de dansactiviteiten. „Zo gauw ik me aan de Kennemerlaan heb genesteld ga ik weer wat opzetten, desnoods hier op zolder waar ruimte is om aan enkele leerlingen les te geven. Maar zo ver is het nog niet. Eerst moet ik er staat op kunnen maken dat de school goed verzorgd achter blijft. Dat ben ik de mensen daar, die altijd zeer loyaal zijn geweest, verplicht”. Maracaibo neemt ook niet zonder meer afscheid van haar. Daarvoor rijpen de plannen al in het wisselvallige Hollandse winterklimaat. Een laatste, voor Venezolaanse begrip pen, opzienbarende uitvoering.La Fiesta del Nieve, het feest van de sneeuw, compleet met sneeuwman. Een, wat de uitvoer betreft nog onduidelijke, ode aan de winter waarop de IJmuidense na tien tallen jaren brandende zon verzot is ge raakt. „Vorig jaar liep ik hier in de Kenne merlaan nog vanwege de gladheid met ijzers onder de schoenen, heerlijk om kra kend door de straten te stappen. Gezonde kou! Als ik in Maracaibo ’s avonds om tien uur mijn honden uitlaat, kom je nat van de transpiratie terug. Het is dan nog tussen de 2o en 30 graden, koeltjes noe men ze dat daar”. Venezuela, land van hitte, moord en corruptie, maar ook van muziek en dans. „Het zal niet meevallen om weg te ko men na zo’n lange tijd”, voegt Alice beden kelijk doch nog steeds opgewekt toe. (Van onze correspondent) BAKKEVEEN, IJMUIDEN. Producentenorganisaties, opge zet naar de idee van de EG, blijken geen garantie te zijn voor een stabiele prijsvorming van de Nederlandse kustvisserij. Ooit is in de EG-ministerraad het voorstel ter sprake geweest om naast het vaststellen van een zogenoemde ophoudprijs de producenten organisaties een prijs boven die prijs te laten vaststellen ter bescherming van de producent. Het verschil tussen de hoogst vastgestelde prijs en de prijs die werkelijk wordt gemaakt zou dan uit de EG-pot ter compensatie kunnen worden aangevuld. Dat de EG-ministers dat voorstel hebben verworpen, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de afdeling landbouw, waaronder visserij ressorteert, reeds te zwaar belast is met de garantiefondsen. Drs. H. A. H. Boelmans Kranenburg, onder meer secretaris van de Stichting Nederlandse Visserij, zei dit op een jaarlijkse bijeenkomst van kust- en binnenvissers, die vrijdag en zaterdag voor de 32e maal in Bakkeveen wordt gehouden. Op deze bijeenkomst staat het functioneren van de zogenoemde produ centenorganisaties als thema ter discussie. Toch moet er, naar de mening van de heer Boelmans Kranenburg, een kans van slagen zitten in een Europese verordening die voorziet in het hanteren van prijzen die, al naar gelang van vraag en aanbod, zich bevinden op verschillende niveaus tussen een overeengekomen minimumprijs en een naar boven vastgestelde prijs. „Een dergelijk systeem heeft zich bewezen in afspraken die werden gemaakt met Duitse collega’s. Na een jaar ervoeren de Duitsers de afspraak echter als een kartelvorming. En omdat dat Hef kaken van de Hollandse nieuwe. Een typisch stukje Hollands vakmanschap dat met voortzetting van een haringvangstverbod op de Noordzee met ondergang wordt bedreigd. dat de producentenorganisaties zeker nuttig zijn, mits er wordt gestreefd naar verwezenlijking van de doelstellingen. „De producentenorganisaties komen in de eerste plaats in de knel door de outsiders, de mensen die zich niet wensen te houden aan de richtlijnen. Dat mag nooit reden zijn om de organisatie op te doeken, want als er niets is, dan zakt de hele markt in elkaar. Daarop moet het systeem van ophoudprijzen gehandhaafd blij ven. Verder is het belangrijk”, aldus de heer Boelmans Kranen burg, „dat rijksoverheden erop toezien dat de door de EG gestelde normen worden gehanteerd. Het is ons bekend dat er in het buitenland met de muts wordt gesmeten naar controle op kwaliteit. Ook dat is een oorzaak waardoor het prijspeil met of zonder producentenorganisaties wordt ondermijnd. Als Brussel ophoudprijzen vaststelt, dan moet dat gebeuren met sancties voor degenenen die die prijzen negeren. Verder kan het kwaad worden bestreden door heffingen te verhogen. Dat zal de aardig heid om produkten te blijven aanvoeren wel doen afnemen en lijkt dus een goed middel om aanvoering te beheersen.” Dat de producentenorganisaties in Nederland en niet alleen op het gebied van de visserij niet geheel uit de verf zijn gekomen, werd door de heer D. Tilenius van de directie visserij van het ministerie van Landbouw en Visserij, toegeschreven aan te ontwikkeling van dat instituut na de totstandkoming van de EG. „Dat was in 1957. In Nederland kenden we toen al de door publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties geleide veilplicht. In het buitenland was dat niet bekend en men beschouwde dat als een stuk overheidsbemoeiing. De EG toonde zich voorstander van een privaatrechtelijke bedrijfsorganisatie. We kunnen stellen dat het EG-systeem heeft gefaald. Brussel verwacht een visserijpro- Dat kan niet anders dan Hollandse nieuwe zijn! sr H. i vier Het koek drie 'rien- sien reisje item- ;e, D. gt; 5 sici- olks- et, c. dees: L x niet mogelijkaldus de heer Tilenius. af’, aldus Boelmans Kranenburg, die overigens van mening was

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 5