VS hebben dienstplichtigen nodig naast beroepsleger te] G DamiatePers G*. ÏT iku SI st Ub - IJmuider Courant NOTITIES OVER: I M A 4 MAANDAG 1 1 FEBRUARI 19 8 0 ffl\w iyi.yjjufefey;<ag' EXF de begenadiging van dr. Soebandrio, door Ton Nillissen het administreren van kanonnenvlees, door Henk Kolb de angst voor een militaire coup in Spanje, van onze redactie buitenland (V s De hui heil zes1 •UW Ruim dertien jaar nadat hij door een bijzondere krijgsraad in de Indonesische hoofdstad Jakarta ter dood werd veroordeeld, heeft ex-premier en minister van Buitenlandse Zaken, dr. Soebandrio, gratie gekregen van president Soeharto van Indonesië. Zijn gratieverzoek, gedaan onmiddellijk na zijn veroordeling op 26 oktober 1966, is de vorige week uiteindelijk gehonoreerd. 10 i •- '9 I 1 JK Soebandrio buigt voor zijn rechters bij het proces in 1966 Te weinig Amerikaanse militairen. Geruchtenstroom in Spanje zonder end met f 155,00 Het is niet zonder reden dat het zondagse commentaarbij- voegsel van een gerespecteerd dagblad als de Washington Post onlangs vrijwel geheel was ge wijd aan oorlog. Of deze politieke draaitol, of zoals hij in zijn jaren als minister van Buitenlandse Zaken ook weleens werd genoemd, „de grootste trapeze- artiest van zijn tijd”, daarmee ook op vrije voeten komt, is niet duidelijk. Waarom dr. Soebandrio dertien jaar na dato ineens gratie heeft gekregen, is een vraag die voorlopig alleen nog maar in speculatieve zin kan worden beantwoord. Het kan passen in de onlangs door vice-president Malik begonnen campagne tegen de doodstraf. Dat lijkt logischer dan het is: op dezelfde dag dat Malik de gratiëring van Soebandrio bekendmaakte, werd een zekere Koesni Kadoet wegens moord geëxecuteerd. Het kan zijn, dat de begenadiging te maken heeft met de driejaar geleden voorzichtig op gang gebrachte Soekarno-revival, die zijn voorlopig hoogtepunt vond in de officiële opening van een monument op het tot dan nogal verwaarloosde graf van Soekamo in Blitar. Soebandrio was een van Soekarno’s, favoriete ministers. Nog begin 1966 noemde de in 1970 overleden president Soebandrio „de beste minister van Buitenlandse Zaken die wij ooit in de twintig jaren van onze revolutie hebben gehad”. En vlak voor de door studenten verlangde arrestatie van Soebandrio liet Soekamo hen in goed Nederlands weten dat ze naar zijn mening „bedonderd” waren: „Ik laat mijn ministers er niet uitkieperen”, zo voegde hij de beduusde delegatie toe. Het heeft Soebandrio zoals we nu weten, niet mogen baten. Vlak nadat hij toch was opgepakt bracht generaal Soeharto Soekamo ten val en was de ex-minister en premier zijn belangrijkste beschermer kwijt. Aan de arrestatie van Soebandrio, een uitvloeisel van de vermeende communistische poging tot een staatsgreep, was een maandenlange campagne in Jakarta voorafgegaan, waarbij middels schuttingen en pamfletten de toen nog in functie zijnde minister beurtelings werd uitgemaakt voor „hond van Peking” en „zwijn” en de autoriteiten werden uitgenodigd de bewindsman met voortvarendheid aan de hoogste boom op te knopen. Een poging van Soebandrio in februari 1966 via een kabinetswijziging zijn belangrijkste politieke tegenstanders uit te schakelen, mocht niet baten. In maart van dat jaar werd Soebandrio opgepakt. De aanklacht loog er niet om: hoogverraad, ondermijnende activiteiten, economische misdrijven en machtsmisbruik. Het voornaamste punt van de aanklacht was uiteraard de beschuldiging, dat de ex-premier hoogverraad had gepleegd. De belangrijkste bewijsvoering was het gegeven, dat een politiefunctionaris Soebandrio in mei 1965, een paar maanden voor luitenant-kolonel Oentoeng zijn greep naar de macht zou doen, had gewaarschuwd dat er een staatsgreep op til was. Deze mededeling heeft de ex- bewindsman nooit aan Soekamo doorgegeven. Andere daaraan ondergeschikte punten waren, dat Soebandrio aan de toenmalige leider van de Indonesische communistische partij (PKI) Aidit, hand- en spandiensten had verleend ter voorbereiding van de revolutie; studenten had opgepord in actie te komen en bovendien op een Zwitserse bank voor anderhalf miljoen gulden (toenmalige koers) aan dollars had staan. Op één punt gaf Soebandrio toe. Hij was inderdaad door een functionaris van zijn inlichtingendienst op de hoogte gebracht van een dreigende staatsgreep. Maar, zo betoogde hij toen voor zijn militaire rechters, hij had het bericht niet geloofd en al zei hij toen de gegevens te hebben doorgespeeld naar de verschillende departementen, aan Soekarno had hij het inderdaad nooit verteld. Voor wat betreft de overige punten van de aanklacht beleed de oud-premier zijn geloof in Allah en zijn land en bezwoer de rechtbank, dat hij altijd trouw was geweest aan president Soekarno. Wat Soebandrio in die bloedige dagen van de kogel heeft gered, is buiten de kring van direct- betrokkenen nooit bekend geworden. Mogelijk dat zijn verdiensten in het verleden de Een belangrijke factor bij het ont krachten van berichten over mili taire samenzweringen zijn de poli tieke partijen, die tot nu toe conse- De ai aangepa vloer w om de b te gevei nen, kl< Hingen, de behe de Dok graven i een hal grond w uitgegev mate vo B dit n HOOFDREDACTIE: Jos L. Lodewijks E. Koning DIRECTIE. Mr. H. C. van der Mije Uit vi. uit Um door h Koks is tennis i tennisce „Het lij verhure verenigi ligt tus persoon nen gel sport, a: toernooi Voor i een bei een ten bebouw terrein 1 VELS nieuwe meente heid e< tennish Dokwei tennist) tingen. De bc de gem houden een lag< behoeft Oudeweg 12-14, Haarlem tel 023 - 31 90 53 Een nieuwe bron van onrust in het leger kan in de komende maan den de discussie over een mogelijke Spaanse toetreding tot de NAVO worden. Ook dan zullen er waar over een ophanden zijnde militaire coup de BEZORGKLACHTEN: maandag t/m vrijdag van zaterdags van Uitsluitend telefoon: 02550-10519 voor Santpoort: 023 - 31 90 53 Eind januari nog meldde een Ma- drileens blad dat te elfder ure een militaire coup was verijdeld en eni ge hoge officieren waren gearres teerd. En zoals altijd ontkende de regering deze geruchtvorming met klem, maar eveneens als altijd ver mocht dat de ongerustheid van de man in de straat over de rol van het leger in de jonge democratie, niet wegnemen. In hoeverre zijn de mili tairen bereid de hervormingen van na Franco’s dood te aanvaarden, zo lijkt men zich steeds af te vragen. Een van die veranderingen die op het verdwijnen van het Franco-re gime volgde, de legalisatie van de communistische partij, werd toen tertijd in officierskringen zeker niet met gejuich ontvangen. Maar het was vooral te danken aan de per soonlijkheid en het beleid van ko ning Juan Carlos, staatshoofd en opperbevelhebber van het leger, dat het militaire apparaat zich schikte naar de besluiten van de doorslag hebben gegeven, mogelijk het feit, dat zijn vrouw, belangrijk eerder en veel feller dan Soebandrio deed, de poging tot staatsgreep veroordeelde. Soebandrio sprak iri eerste instantie over een „ondeugende actie” en met betrekking tot de moord op de generaals van „een van de vele gebeurtenissen in de Indonesische revolutie die nog in volle gang is”. Maar ook kan Soebandrio zijn leven hebben gered, doordat hij voor de rechtbank bevestigde, dat naar zijn mening de staatsgreep een volstrekt communistische aangelegenheid was geweest, evenals de bloedige moord op zes generaals. Of die gebeurtenissen inderdaad door de communisten zijn geëntameerd dan wel de PKI door een aantal militaire topfiguren is gebruikt voor eigen politieke doeleinden, is nog steeds volstrekt onduidelijk, maar Soebandrio, tot aan zijn arrestatie ook hoofd van de inlichtingendienst, moet precies op de hoogte zijn geweest. Aannemelijk derhalve zou kunnen zijn, dat de ex-premier door zijn mond te houden, zijn hoofd redde. Dat Soebandrio een politieke opportunist van het zuiverste water is, past in die theorie. Dat politieke opportunisme wordt nog altijd het duidelijkst gekarakteriseerd door zijn uiterst merkwaardige ommezwaai in de beginjaren zestig ten aanzien van de Volksrepubliek China. Begin 1960 stonden beide landen op zeer gespannen voet met elkaar en op het punt de diplomatieke banden te verbreken. Er warem tussen beide landen onder meer problemen over de positie van de etnische Chinezen in Indonesië. Nauwelijks een jaar later tekende Soebandrio een vriendschapsverdrag met de Chinezen en trok daarna de banden tussen beide landen steeds inniger aan. Werd in 1958 de relatie met de VS steeds slechter, na een gesprek van Soebandrio in datzelfde jaar met zijn Amerikaanse collega Dulles, bleek alles snel weer koek en ei. Of deze man, van wie zijn aanhangers zeggen dat niemand in die tijd zo goed de zig- zagpolitiek, behorend bij het neutraliteitsbeginsel, beheerste als hij, zijn tegenstanders spreken over een draaitol en een te naïeve politicus, met zijn 66 jaar nog een rol zal gaan spelen in de Indonesische politiek, is nog niet te zeggen. Cruciaal in dat verband zou kunnen zijn in hoeverre Soeharto aan wiens politieke voortbestaan twee jaar geleden al werd getwijfeld, aan zijn finale bezig is. 18.30-19 00 uur 11.30-12.30 uur niettemin is het duidelijk dat de VS Pr°jekt zich niet zonder meer op hun vrij willigersleger kunnen verlaten. De internationale crisis van het ogen blik en Carters plannen voor de versterking van het militair poten tieel maakt dienstplicht tot een vrij wel onvermijdelijk gegeven, omdat er vermoedelijk geen geld genoeg zal zijn om door betere betaling en betere vooruitzichten het leger op volle sterkte te brengen, met een toereikende reserve op de achter grond. Geregeld steken in Spanje ge ruchten de kop op, die gewagen van een mogelijke militaire staatsgreep als gevolg van de ontevredenheid bij een aantal hoge officieren over de politie ke situatie en met name over de kennelijke onmacht van de re gering het terrorisme afdoende te bestrijden. regering-Suarez. Alhoewel zij hun mening niet onder stoelen of ban ken staken, stelden de officieren zich gedisciplineerd op. Een belang rijk aandeel hierin had de eerste vice-premier, belast met defensieza- ken, generaal Manuel Guitierrez Mellado, die bekend staat om zijn trouw aan het nieuwe democrati sche bestel en om die reden ook als militair een hoge regeringspost kreeg toebedeeld. Maar de laatste maanden is zijn aanzien duidelijk afgenomen, het geen een aanwijzing kan zijn dat de ontevredenheid van het leger over de huidige gang van zaken in Span je groter is geworden. Die ontevre denheid zou samenhangen met het beleid van de regering verscheidene regio’s door middel van een statuut een grotere mate van zelfbestuur toe te kennen. Dit geldt vooral voor Baskenland en Catalonië. Sommige hoge officieren hebben al hun onge noegen geuit over deze, wat zij noe men „verbrokkeling van de natie”. Ook menen zij dat het terrorisme in de voortaan voor een deel autono me Baskische provincie zonneklaar aangeeft dat van deze regeringspo- litiek niet veel goeds te verwachten valt. Dat de regering haar autono- miebeleid inmiddels op een lager pitje heeft gezet, wordt door deze officieren dan ook met instemming begroet. Zeker omdat premier Sua rez als reden voor dit besluit opgaf „Vertel ons waarom, voordat we de oorlog in gaan”; de kop boven een langdurig artikel waarin wordt betoogd dat wanneer de VS tot krijg besluiten, het ook de bedoe ling moet zijn om te winnen. Een een reportage beschrijft het leven van de militairen in een silo voor de intercontinentale raketten, waar mee de VS in geval van nood hopen een flink stuk Sovjet-samenleving te verdampen. En dat oorlog een kwestie is van praktische overwegingen, blijkt dan bijvoorbeeld uit het eenvoudig gegeven dat de piloten van het vlie gende commandocentrum dat bo ven de VS altijd in de lucht is op zo’n tien kilometer hoogte, een oog lap dragen van het genre dat sedert Mosje Dayan algemene bekendheid geniet. Niet omdat die piloten een oog missen, maar omdat een kern explosie in de lucht hen blind zou kunnen maken. Voor het blinde oog kunnen zij dan de lap schuiven en hebben dan nog één oog over. OorlogDe vreesDe VS le ven ermee sedert president Carter de moeders en vrouwen van man nen tussen 18 en 26 jaar (zo’n 16 miljoen) de stuipen op het lijf heeft gejaagd met de aankondiging dat dienstplichtigen zich zullen moeten laten registreren. Op zichzelf is dat nog niet meer dan een eenvoudige administratieve maatregel in een land waar de adeldom van de vrij heid het tot stand komen en in stand houden van zoiets eenvoudigs als een burgerlijke stand heeft verhin derd. Van het dienstplichtwezen dat Richard Nixon na de oorlog in Viet nam triomfantelijk en met het oog op stemmenwinst afschafte, zijn nog slechts regionale kantoren en een hoofdkwartier in Washington over. De registratie van dienstplichti gen, zo heeft Carter voorgesteld, zal moeten plaatsgrijpen via de 34.000 postkantoren van de natie om al thans het adressenmateriaal te ver schaffen waarmee de VS in geval van oorlog hopen het beroepsleger dat nu de westelijke vrijheid gro tendeels beschermt nog bijtijds te kunnen aanvullen. Dienstplicht is, nog afgezien van de menselijke con sequenties, in de VS ook een be langrijk sociaal gegeven. Het be roepsleger immers (officieel en aan trekkelijker heet het „vrijwilligers leger”) is vooral bestemd om de Amerikanen met geld het vechten te besparen, terwijl de minder bedeel den, de werklozen, de minderheden, een zeer behoorlijk inkomen krij gen aangeboden om zich als „ka nonnenvlees” (een term uit oorlo gen die nooit meer voorkomen) te laten gebruiken. Joseph Califano, door Carter ont slagen als minister van zeg maar voor het gemak Sociale Zaken, stelt re bondgenootschap een goede aan leiding kunnen worden om een aan tal op leeftijd zijnde hoge officie ren, die zich doorgaans het slechtst kunnen verenigen met de nieuwe democratische omstandigheden van na Franco, met pensioen te sturen. kortweg vast dat de miljarden dol lars die het beroepsleger eist beter kunnen worden uitgegeven aan een systeem dat dienstplicht kent voor iedereen en waarin de armoede die vrijwilligers naar het leger van van daag drijft effectief wordt bestre den. Hij ontwikkelt bijvoorbeeld de interessante stelling dat de VS pas tegen de oorlog in Vietnam gingen protesteren, toen Lyndon Johnson genoopt was de dienstplicht in te voeren voor het beheer van dingen als „free fire zones” en administra tieve gegevens zoals de „kill ratio”. Dus, zegt Califano, niet de radicale linkervleugel vormde de kern en drijvende kracht achter dit protest, maar de Amerikaanse midden- en hogere klassen die hun zonen voor dié oorlog niet wensten op te offeren. En hij komt tot de slotsom dat in het klassenbewuste Amerika de middenklasse en de bovenlaag niet bereid zijn voor de directe belangen van hun vaderland te vechten (hoe wel elk in Amerika schoolgaand kind iedere ochtend met de hand op het hart trouw zweert aan de Ame rikaanse vlag). Daaruit valt, zo sug gereert Califano, voor bondgenoten weinig bemoedigends te conclude ren. En hij lijkt gelijk te hebben, want in Washington, voor het Witte Huis, marcheerden reeds de de monstranten: tegen de registratie en tegen de dienstplicht. Generaal Bernard Rogers, opper bevelhebber van de NAVO, heeft geschat dat de VS in geval van een oorlog op grote schaal een reserve aan geoefende gevechtstroepen no dig heeft van niet minder dan 700.000 man, voor het vervangen van doden en gewonden alsmede het op sterkte brengen van eenhe den die nu onderbezet zijn. Welnu, ABONNEMENTEN: bij vooruitbetaling (inclusief 4% BTW) per maand per kwartaal per post perjaar per post losse nummers buitenland per kwartaal Tussei toekoms van 80 i in de tot ie spoot landse S de bes spoorliji uitgedac ring vai meente weg het Zeebad Sens dit vervallei Pleiade 15,90 f 45,85 60,00 180,70 233,00 0,80 in 1973, toen het beroepsleger wen ingevoerd, telde het leger 801.901 man en de reserves waren 758.00 man sterk. Momenteel hebben di VS 765.602 man onder de wapen® en de reserve is slechts 209.000 mai groot. En bij die reservetroepen zij dan nog veel administrateurs schrijvers en koks, die niet in eerst aanleg bestemd zijn om dl gevechtstroepen aan te vullen. In een oorlog van enigszins lange re duur, en de regering zegt voorbe reid te zijn op het voeren van ander ^^77 halve oorlog: een hele in Europa ei een halve in het Midden-Oostei zouden de VS binnen 30 dagei 100.000 man te kort komen, hebbel militaire analysten berekend. Vol gens de papieren moet het dienst plichtsysteem binnen dertig dagei de eerste getrainde soldaat kunnei afleveren, maar pas na twee maan den staan 100.000 „fillers” klaar. Ni tachtig dagen zijn het er 650.000. Het Amerikaanse leger heefl dienstplichtigen in feite nu al hart nodig, omdat jonge mannen met een enigszins gevorderde opleiding nu niet beschikbaar zijn. Weliswaai zijn de wapens in de loop der jaren steeds „slimmer” geworden, maai de militairen niet: in 1977 viel 4! percent van het leger naar geesteljj ke vermogens in de categorie 38, dit bij een schaalverdeling van 0 tot II voor de hele bevolking de sectoi tussen 3 en 5 bestrijkt. De dienstplicht, in eerste aanleg de registratie, is voor Carter een politiek probleem van de eerste or de in een verkiezingsjaar. Maai wel in de mogelijkheid dat een offi- ciersdelegatie in dat geval de ko ning een ultimatum zal stellen. BUREAU: Redactie en administratie: Lange Nieuwstraat 427, IJmuiden postbus 18, 1970 AA IJmuiden tel. redactie: 02550-15389 na kantoortijd: 02208-3577 tel. adm: 02550-15437 en 16450 postgiro: 273107 telex: 41866 ADVERTENTIES: telefoon 023-31 90 53 GROENTJES: gerubriceerde advertenties, uitsluitend telefoon 023 - 31 92 72 Dertien jaar wachten op gratie dat „het nodig is de decentralisatie van de staat te rationaliseren om een uitbarsting van anarchie te voorkomen”. Ook al trekt een morrende mili tair al gauw de aandacht, in Spanje wordt er in welingelichte kringen op gewezen dat niettemin zeventig percent van de officierskaste zich a- politiek opstelt en in het geheel niet van plan is zich aan de militaire discipline te onttrekken om zijn in vloed tot buiten de kazernes uit te strekken. Volgens dezelfde kringen is slechts een minderheid van dertig percent niet gelukkig met de demo cratische ontwikkeling van het land om dat dan ook gaarne overduide lijk te laten merken. De koning die een belangrijke matigende invloed heeft op deze militairen, zou echter niet te vaak kunnen ingrijpen ten gunste van de regering, omdat an ders de werking daarvan zeker haar effect zou verhezen. Het weerbarstige deel van het le ger mag dan wel een minderheid vertegenwoordigen en hun uitlatin gen mogen dan wel geenszins het niveau van borrelpraat ontstijgen, toch vragen de meest pessimisti sche waarnemers zich af hoeveel doden er nog in Baskenland moeten vallen om een reactie van de kant van het leger teweeg te brengen. Al schijnlijk weer geruchten denken zij hierbij niet meteen aan j een direct tegen het staatshoofd ge- ronde doen. Overigens zal een lid- richt militair ingrijpen, zij geloven maatschap van het westerse militai- Spaanse infanterieofficier manschappen. quent hebben geweigerd het leger te bestempelen tot een reactionaire club, die ieder moment de democra tie de nek kan omdraaien. Integen deel, de strijdkrachten worden door hen menigmaal geprezen als een instelling, „die het politieke proces hebben erkend en de verantwoor delijkheid aanvaarden die de grondwet haar oplegt”. 1 f X»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 4