Nederlandse vliegtuigenfabriek weer zelfstandig
■275 miljoen gulden
Kimman B.V.
Fokker verkoopt 13
Fellowships voor
BORST
ECONOMISCH BELEIDSPLAN OVER HAALBAARHEID PLANNEN
VLOERBEDEKKING
Alle kandidaten
geslaagd voor
eenheidsdiploma
?n
DINSDAG 12 FEBRUARI 1980
11
IJMOND
10
i y®
WONINGINRICHTING
INTERTEST
PARADE
BERGOSS
de beste merken
vakkundig en
gratis gelegd
o.a.
HAARLEM. Van een provin
ciaal economisch beleid was tot
voor kort in Noord-Holland al
leen iets merkbaar in de streek
plannen, en daarbij horende no
ta’s en studies. Met ingang van
1981 wil het provinciaal bestuur
jaarlijks een economisch beleids
plan voor de hele provincie ma
ken. Deze jaarlijkse plannen
staan los van de streekplannen,
maar vertonen natuurlijk een
nauwe samenhang met het ruim
telijk beleid van de provincie. Met
de economische beleidsplannen,
die elk jaar met verse gegevens
zullen worden herzien, hoopt het
provinciaal bestuur eerder te on
derkennen welke doelstelling in
het ruimtelijk-economisch beleid
onhaalbaar zijn.
Planetenweg 38-42
IJMUIDEN
Tel. 02550-15991
(Van een onzer verslaggevers)
SCHIPHOL. De Nederland
se vliegtuigenfabriek Fokker en
het Westduitse Vereinigte Flug-
technische Werke (VFW) gaan uit
elkaar. De aandeelhouders van
het lucht- en ruimtevaartconcern
hebben besloten de van 1969 date
rende fusie met ingang van heden
te verbreken. Wat voor Fokker de
financiële gevolgen van de ont
binding van het mislukte huwe
lijk met VFW zijn, is nog niet
bekendgemaakt. Dat zal morgen
pas gebeuren in een „bericht aan
de aandeelhouders”. Voor 28 fe
bruari is een bijzondere aandeel
houdersvergadering van de NV
Koninklijke Nederlandse Vlieg
tuigenfabriek Fokker uitge
schreven.
■.*£VU
BI
n
(ADVERTENTIES)
Fokker scheidt van VFW
►ven/
Jaguar.
aan
SWJ
Zijlweg 35/Schipholweg 5Haarlem. (023) 339069
.iele
■ting
nine
zijn in de Verenigde Staten drie F-27’s
verkocht, binnenkort verwacht men nog
een order voor twee toestellen plus enkele
opties.
Van de nu in de wacht gesleepte orders
voor het straalvliegtuig F-28 komen er
drie van Altair Airlines uit Philadelphia.
Altair zal de toestellen gebruiken op haar
uitgebreide luchtnet in het oostelijk deel
van de Verenigde Staten. Deze maat
schappij heeft optie genomen op nog eens
zes F-28’s. Twee Fellowships zijn besteld
door Empire Airlines uit Utica-Rome in de
staat New York. De toestellen zullen gaan
vliegen op routes tussen provinciesteden
van New York.
Met een nog onbekende belangrijke
luchtvaartmaatschappij heeft Fokker een
contract gesloten voor de levering van
acht toestellen van het type F-28. Om
interne redenen wil de maatschappij haar
naam nog niet genoemd zien, aldus een
woordvoerder van Fokker. Deze wil ech
ter wèl meedelen dat het in dit geval niet
om een Amerikaanse maatschappij gaat.
De nieuwe orders brengen de totale
verkoopcijfers van de Fokker F-28 thans
op 159 stuks. Er zijn 41 verschillende
klanten uit 28. landen. De dertien nu ver
kochte toestellen zijn alle van het type
„Mark 4000”, de langere versie van het
vliegtuig, waarin omstreeks tachtig passa
giers kunnen worden vervoerd.
Vakbondsbestuurders hebben zich in
middels positief uitgelaten over de manier
waarop VFW en Fokker zullen scheiden.
VELSEN-NOORD. Woensdagavond
kregen alle kandidaten voor het eenheids
diploma EHBO de uitslag van het examen
te horen van arts-examinator de heer D.
A. A. van de Wedden. Alle kandidaten
waren geslaagd. Voor de vereniging Roos-
wijk was het één van de hoogtepunten in
de activiteitencyclus.
Provincie brengt eigen
machteloosheidin kaart
Na ampel beraad is besloten, dat het
Nederlandse Fokker niet bij de nieuwe
Duitse herstructurering zou worden be
trokken. De Duitsers wilden Fokker er
liever niet bij hebben. Voordat Fokker
van bedrijfsterreinen voorbehouden. De
gemeentelijke beleidsvisie gaat echter
vaak niet verder dan de gemeentegrenzen,
terwijl het economisch proces zich niet
aan die grenzen stoort. Door onderlinge
concurrentie tussen gemeenten komen be
drijven zo vaak in een gunstige onderhan
delingspositie om zich juist daar te vesti
gen, waar dat eigenlijk niet past in het
provinciale ruimtelijke beleid. Ook hier
wil de provincie dus een dikkere vinger in
de pap: de beschikking over een sturings
instrument, waarover de provincie nu nog
niet beschikt.
In de derde plaats is er het terrein van
werkelijke beïnvloeding van de economi
sche ontwikkelingen door de provincie:
dat van de ruimtelijke ordening. Alleen op
dèt gebied heeft de provincie een beetje
macht om de dingen naar haar hand te
zetten.
„De provincie beschikt daarmee over
een beleidsmiddel, waarvan de waarde
niet mag worden onderschat”, zo wordt in
de „proeve” gesteld. Men wijst er op dat
het effect van de ruimtelijke ordening
soms wordt ondergewaardeerd, op grond
van teleurstellende ervaringen in het ver
leden. Volgens het concept economisch
beleidsplan ligt dat niet aan de ruimtelijke
ordening zelf, maar aan „een gebrek aan
vincie genoeg middelen daartoe? Het ant
woord is negatief.
In de „proeve van een economisch be
leidsplan” wordt in de eerste plaats toege
geven, dat men rekening moet houden
met een aantal vaststaande feiten, waarop
de provincie geen invloed kan uitoefenen.
Zulke, niet door de provincie te beïnvloe
den, gegevens zijn de herstructurering
door automatisering in de industrie en de
dienstensector (de chip dus) en de in het
algemeen stagnerende economische ont
wikkeling. Een ander gegeven is bijvoor
beeld de ontwikkeling van de potentiële
beroepsbevolking (iedereen tussen 15 en
64 jaar die kan werken).
In de tweede plaats zijn er ontwikkelin
gen die weliswaar door overheidshande
lingen zijn te beïnvloeden en dus worden
beïnvloed, maar waarop de provincie
(nog) geen invloed heeft, doordat de be
leidsinstrumenten daartoe aan rijk en ge
meenten zijn voorbehouden. In de „proe
ve” worden genoemd de Wet Selectieve
Investeringsregeling (SIR), het uitgiftebe-
leid voor bedrijfsterreinen en het toeken
nen van subsidies.
De SIR maakt het mogelijk om, door
middel van heffingen op investeringen, de
vestiging van bedrijven te beïnvloeden (ga
je déér zitten, dan kost dat extra-geld; ga
In een communiqué over de ontbinding
van de fusie schrijft Fokker: „Door deze
ontvlechting komt VFW-Fokker tegemoet
aan de in Europa gedurende de afgelopen
jaren zich duidelkijk manifesterende
trend naar internationale samenwerking
in programma’s door sterke nationale
Industrieën, zoals te zien is bij het Airbus-,
Tornado- of het Spacelab-programma. De
deling van het concern laat de samenwer
king in de huidige gemeenschappelijke
programma’s ongemoeid. De beide onder
nemingen zijn bovendien vastbesloten om
ook in toekomstige internationale pro
gramma’s nauw samen te werken.”
Met de levering van F-28’s aan Ameri
kaanse maatschappijen dringt Fokker
voor het eerst met dit vliegtuigtype door
op de markt in de Verenigde Staten. Al
eerder was één Fellowship in Amerika
verkocht als directie-vliegtuig, maar nu
gaat het voor het eerst om levering ten
behoeve van geregelde luchtdiensten. Vol
gens Fokker hebben de Amerikanen voor
de F-28 gekozen om het gunstige economi
sche gebruik, de goede milieu-eigenschap-
pen en de vliegprestaties.
Al eerder penetreerde Fokker de Ameri
kaanse markt met de F-27 Friendship (een
Propellervliegtuig; de Fellowship heeft
aag.,’. straalmotoren). In het recente verleden
kennis van de maatschappelijke en econo
mische realiteit”. Daardoor heeft men
zich in het verleden doelen gesteld, die
men sneller als onrealistisch had moeten
herkennen. Verder is de termijn, waarop
men het effect van een ruimtelijk beleid
beschouwt, vaak te kort. Pas op lange
termijn wordt het resultaat van een ruim
telijk beleid zichtbaar. (Zo volgt de „be-
volkingsvolgzame” werkgelegenheid ge
woonlijk pas vier jaar na bevolkingstoe
name in bepaald gebied).
Onderschatting van de ruimtelijke or
dening als middel om de economische
ontwikkelingen te sturen mag dus niet.
Daar moet dan echter onmiddellijk op
volgen, dat overschatting van dit beleids
instrument ook uit den boze is. Want ei
genlijk komt er van dat ruimtelijk beleid
in de praktijk niet zoveel terecht. Omdat
er een duidelijke wisselwerking is tussen
ruimtelijksbeleid en regionaal econo
misch beleid, is veel mislukking op het
gebied van de ruimtelijke ordening het
gevolg van een gebrek aan sturingsinstru
menten op ruimtelijk-economisch terrein.
In het streekplan voor het Amsterdam-
Noordzeekanaalgebied wordt met enthou
siasme de vestiging van Schipholbedrij-
ven bepleit op het braakliggende zand van
het Westelijk Havengebied. Maar het be-
De geslaagden zijn: M. Bodewes, H. Nij-
boer, M. Njjboer en H. van der West uit
Heemskerk, H. de Boer, mevrouw Noom,
A. P. Wassenaar en G. Sparrius uit Velsen-
Noord, G. Muller, T. Pepping, H. Lange-
veld en E. Uitendaal uit Beverwijk, T.
Finking uit IJmuiden, H. Bijl en A. F. M.
Bongers uit Haarlem en W A. Harmsen
uit Alkmaar.
age-
iblic*
tr
ate-
als kaanse
De eerste „proeve van een provinciaal
economisch beleidsplan” is onlangs ver
schenen. Het zal donderdag 14 februari
worden besproken in de Statencommissie
voor economische aangelegenheden. In
houdelijk staan er in dit eerste concept
geen beleidsvoornemens en politieke keu
zen die niet uit de streekplannen bekend
zijn. De dominerende problematiek is die
van de noord-zuid-tegenstelling (binnen
de provincie wel te verstaan). Die proble
matiek is overbekend: in het zuiden van
de provincie was en is een tekort aan
woningen. Die woningen werden en wor
den gebouwd in de groeikernen in het
noorden (Alkmaar, Hoorn en Purmerend).
Daarheen verhuisden en verhuizen dus
veel mensen uit het zuiden (overloop). De
werkgelegenheid ging niet (en gaat nog
onvoldoende) mee. In het zuiden (met na
me in Amsterdam) zijn velen zonder werk.
Deze werklozen (werkzoekenden) zjjn
echter veelal niet het soort arbeidskrach
ten waar het bedrijfsleven in het zuiden
behoefte aan heeft. Dus worden de ar
beidskrachten toch aangetrokken uit de
noordelijke overloopgebieden. Omvang
rijke forensenstromen (dus energiever
spilling) zjjn daarvan het gevolg. Door het
achterwege blijven van werkgelegenheid
in ’t noorden is daar veel (verborgen)
werkloosheid, met name onder de vrou
wen („groene weduwen”).
In het beleidsplan worden daartegen
over vier doelstellingen gezet:
1. Het ruimtelijk-economisch beleid van
de provincie is gebaseerd op het princi
pe van de selectieve groei. Dat houdt in
dat de groei geen doel in zichzelf mag
zijn, maar dat maatschappelijke effec
ten moeten worden meegewogen.
2. De vraag naar betaalde arbeid voor de
Noordhollandse bevolking moet in de
eigen provincie worden bevredigd
(Daartoe wordt ook Almere, nieuw
bouwstad in de Zuidwestelijke IJssel-
meerpolder gerekend).
3. Het ruimtelijk-economisch beleid van
de provincie wil er toe bijdragen, dat de
Noordhollandse bevolking voldoende
kans krijgt op betaalde arbeid in eigen
omgeving. Dat betekent onder meer het
zoveel mogelijk beperken van foren
senstromen.
4. De provinciale overheid wil bijdragen
aan de kwaliteit van de arbeid en de
afstemming van vraag en aanbod op de
Noordhollandse arbeidsmarkt. Wat de
kwaliteit van het werk betreft kan de
provincie eigenlijk alleen maar invloed
uitoefenen door het eigen personeelsbe
leid, bijvoorbeeld door stimulering van
deeltijdarbeid. De afstemming van
vraag en aanbod kan worden bevor
derd door actieve provinciale betrok
kenheid bij arbeidsbemiddeling, door
onderzoek en door voorlichting aan be
drijven, instellingen en werknemers
over de mogelijkheden op de arbeids
markt.
Vier nobele doelstellingen, waartegen
vanuit geen enkele politieke hoek veel
bedenkingen zullen komen. Een doel stel
len is echter wat anders dan een doel
verwezenlijken. De vraag is, heeft de pro-
Volgens districtsbestuurder G. van den
Heuvel van de Industriebond CNV heeft
de directie van Fokker de bonden meege
deeld dat de scheiding geen negatieve
gevolgen heeft voor Fokker en voor de
werkgelegenheid bij het Nederlandse con-
cemgedeelte. A. van der Veen, bestuurder
van de Industriebond FNV zei zelfs „een
beetje een zucht van verlichting” te heb
ben geslaakt toen hij van de ontkoppeling
hoorde. Over de werkgelegenheid bij Fok
ker maakt hij zich geen zorgen. „Het is een
goede, levenskrachtige onderneming, die
best op eigen benen kan staan.”
(Van een onzer verslaggevers)
SCHIPHOL. Vliegtuigenfabriek
Fokker heeft voor een waarde van
275 miljoen gulden orders in de
wacht gesleept. Aan twee Ameri-
luchtvaartmaatschappijen
zal Fokker vijf Fellowships (F-28) le
veren, terwijl een van beide firma’s
optie heeft genomen op nog eens zes
van zulke toestellen. Een grote niet-
Amerikaanse luchtvaartmaatschap
pij, die vooralsnog onbekend wil blij
ven, heeft bij Fokker acht Fellow
ships besteld. De vliegtuigen zullen in
1980 en 1981 worden afgeleverd.
je zitten, waar wij je graag willen hebben,
dan niet). In het concept-beleidsplan
wordt er op gewezen, dat momenteel het
Rijk nog over de toepassing van de SIR
beslist, maar dat deze taak in de toekomst
in handen van de provincie komt. Het
provinciaal bestuur juicht dat toe: „De
doeltreffendheid van de SIR is er mee
gediend, dat de uitvoerende bevoegdhe
den in dezelfde handen liggen als het
ruimtelijke ordeningsbeleid”. Gepleit
wordt voor een vervroeging van het tijd
stip, waarop het plan voor een bepaalde
investering aan de provincie moet worden
gemeld.
Niet alleen met heffingen op investerin
gen is het vestigingsbeleid van bedrijven
te beïnvloeden, ook de verlening van sub
sidies is daartoe een middel (ga je zitten,
waar wij je graag willen hebben, dan krijg
je een extra financieel steuntje in de rug).
In het plan wordt gesteld, dat de groeiker
nen voor het verrichten van de groeikern-
taak op sociaal, cultureel en bestuurlijk
gebied wel subsidie ontvangen. „Maar het
economisch facet is in het subsidiebeleid
nogal stiefmoederlijk bedeeld”. De verle
ning van subsidies op economisch gebied
is een zaak van het rijk; de provincie heeft
er het geld niet voor.
Aan de gemeenten is het uitgiftebeleid
besloot om uit de fUsie te stappen, is een
uitvoerige analyse gemaakt van de toe
komstmogelijkheden die het Nederlandse
bedrijf als zelfstandige onderneming
heeft. Die mogelijkheden werden positief
beoordeeld.
Hoewel ontbinding van de ftisie van
Fokker (omzet in 1979: 950 miljoen gul
den; 7900 werknemers) en VFW (omzet 1
miljard Duitse Mark; 11.000 werknemers)
al een jaar of twee geleden in de lucht
hing, heeft de formele regeling van de
scheiding nog geruime tijd geduurd. Het
belangrijkste punt hierbij was de grote
schuld die VFW aan de Westduitse
overheid heeft. Fokker was niet van plan
aan die schuld mee te betalen. Welke
financiële regeling er nu uit de bus is
gekomen, wil de officiële woordvoerder
van Fokker nog niet prijsgeven. Medede
lingen daarover komen in het „bericht
aan de aandeelhouders”, dat morgen zal
verschijnen.
drijfsleven laat zich niet sturen en vestigt
zich liever in de Bollenstreek of in Alphen
aan den Rijn. En daarmee wordt het stre
ven doorkruist om het groene hart van de
Randstad open en groen te houden.
De stelling, dat het effect van de ruimte
lijke ordening pas op langere termijn
zichtbaar wordt is ook toepasbaar op het
ruimtelijk beleid van het verleden. De
ruimtelijke opzet van veel nieuwbouwwij
ken uit de jaren zestig was gebaseerd op
een onverholen keus voor de auto en tegen
het openbaar vervoer. Van dat „beleid”
plukken we nu „de stinkende blikken”
vruchten. In het ruimtelijke beleid van
thans kan men zich nog zo zeer uitspreken
voor het openbaar vervoer, het wordt
doorkruist door het „beleid” uit het ver
leden.
De betrekkelijk gemakkelijke beschik
baarheid van de auto voor iedereen maakt
het dirigeren van ruimtelijke en economi
sche processen tot een vrijwel onmogelij
ke opgave. Men vestigt zich met bedrijf of
metterwoon waar men wil, bij voorkeur
op plaatsen die gemakkelijk bereikbaar
zijn vanaf de autosnelweg. De aanwezig
heid of afwezigheid van een spoorwegsta
tion in de buurt speelt voor dergelijke
beslissingen hoegenaamd geen rol. De au-
tomobilisering is in zichzelf al een econo
misch proces, waarop het provinciaal be
stuur geen vat heeft. Door de keus van
bouwplaatsen (tussen Haarlem en Hoofd
dorp, de Velserbroekpolder) die alleen
maar gemakkelijk per auto bereikbaar
zijn, en een spooraansluiting ontberen
versterkt het provinciaal bestuur de situa
tie, waarvan het zelf verklaart dat het een
verwerpelijke is.
De automobilisering en daarmee sa
menhangende ruimtelijke processen, of
omgekeer (overloop), bedreigen het eco
nomisch (en maatschappelijk) functione
ren van de Amsterdamse binnenstad. Het
economische proces van verdringing van
zwakke bedrijven door sterke (veelal ge
paard gaand met een verhoging van de
spanning op de arbeidsmarkt en een ver
heviging van de forensen stromen), wordt
daardoor eerder versterkt dan afgeremd.
Niet alleen het gebrek aan economische
sturingsmiddelen doet afbreuk aan het
ruimtelijke beleid van de provincie en aan
de betekenis die dat ruimtelijke beleid
weer zou kunnen hebben als sturingsmid
del in economische processen. Zonder be
schikkingsbevoegdheid over bijvoorbeeld
regionale railsystemen (plus uiteraard de
geldelijke tegemoetkomingen daarvoor) is
een provinciaal ruimtelijk beleid net zo
zeer vleugellam. Hetzelfde kan worden
gezegd over het ontbreken van de be
voegdheid de stedebouwkundige invul
ling en de vormgeving van kardinale pun
ten te toetsen aan de bedoeling van het
streekplan (bijvoorbeeld belangrijke cen
trumgebieden en woongebieden bestemd
voor de bevrediging van een bovenlokale
(en bovenregionale) woningbehoefte. Elk
provinciaal ruimtelijk beleid hoe goed
ook kan worden bedorven door geknoei
op lokaal niveau.
Tenslotte kan het effect van een provin
ciaal ruimtelijk beleid als sturingsmiddel
in een economisch beleid nog worden te
niet gedaan door ingrepen (of het achter
wege blijven van maatregelen) door het
rijk. Een voorbeeld van een dergelijke
ingreep is het beleidsvoornemen van de
regering om Schiphol de mogelijkheid te
laten uit te groeien boven een capaciteit
van veel meer dan 180.000 vliegtuigbewe
gingen per jaar (structuurschema burger-
luchtvaartterreinen). Het streven van het
provinciaal bestuur om de groei van de
bedrijvigheid aan de zuidkant van de Am
sterdamse agglomeratie wat af te remmen
en de druk op het groene hart van de
Randstad naar het noorden af te leiden,
wordt daarmee doorkruist. Van de doel
stelling „selectieve groei” komt zo maar
weinig terecht. Het is misschien wel het
beste voorbeeld om duidelijk te maken,
dat het provinciaal bestuur weliswaar
graag over ruimtelijke (en) economische
planningsmogelijkheden zou beschikken,
maar dan nog maar een beperkte macht
heeft om de ontwikkelingen volgens die
planning te laten verlopen.
RIEN POLDERMAN
De ontkoppeling van VFW en Fokker is
een noodzakelijk gevolg van het door de
Duitse Bondsregering nagestreefde doel,
de Weutduitse lucht- en ruimtevaartindus-
trie te herstructureren. Daarbij zal VFW
worden samengevoegd met Messer-
schmidt-Bölkow-Blohm (MBB). Deze
nieuwe fusie is door de Bondsregering als
voorwaarde gesteld bij de toekenning van
vele miljoenen Marken steun aan VFW,
nadat het bedrijf in grote geldzorgen was
geraakt door het floppen van het ver
keersvliegtuig VF-614.
De files voor de tunnels zijn een tastbaar bewijs van een door de provincie ongewenste ontwikkeling waartegen vanwege het ontbreken aan machtsmiddelen niet kon
worden opgetreden.
SM i