Jongste premier van België
Premier Martens over taalstrijd:
Verder in de nieuwe Story:
Nu overal
te koop.
WI.
Ijk
weet er
meer van!
I
I
O?
■■■Mi
f
■Qli
WOENSDAG 13 FEBRUARI
1980
19
(Door Jan Gerritsen)
UI
bij de opiniemakers zelf. In de
werkelijk ten top gedreven”.
Zo bereidt onze
nieuwe vorstin Beatrix
zich voor op haar
moeilijke taak.
Kleurenposter van
onze hele koninklijke
familie.
Hm**
gemeenschap, red.). Bij de publieke opinie heeft zich de laatste
tien jaar een sterke radicalisering voorgedaan, hoofdzakelijk
bij de opiniemakers zelf. In de media is de cultuurautonomie
TM
„België is een land met twee verschillende publieke opinies.
Radio en televisie zijn acteurs geworden in de communautaire
strijd (de strijd tussen de Nederlandstalige en Franstalige
Met haar dochter Irene in Madrid besprak
Koningin Juliana haar aftreden. De Story-fotograaf was erbij
en maakte een vertederende reportage van oma Juliana
en haar kleinkinderen.
f
■EM
«MM
Publieke opinie laatste tien
jaar sterk geradicaliseerd
serd
el
9.
(ADVERTENTIE)
dsen
ed.)
150.00
45,80
36,50
23,60
223,00
133,00
80,00
58,80
136,00
33,501
51,50
81,00
103,00
75,00
86.00
129,50
101,80
125,00
45.50
55,00
147,00
56.20
59,00
43,70
62,30
118,50
45,60
136,50
47,00
46,80
66,00
32,10
55,50
135,20
110,00
58,00
144,00
33,50
164,50
60,00
77,30
202,30
34,20
85,70
179,20
21,50
40,00
40,00
48,00
44.80
121,00
285,00
645,00
157,00
155,00
260.00
Deze kanttekening plaatst eerste minis
ter Wilfried Martens bij een jubileum dat
in dit jaar waarin 150 jaar België en 1000
jaar prinsbisdom Luik wordt herdacht,
betrekkelijk ongemerkt voorbij zal gaan:
tien jaar culturele autonomie (zelfbe
stuur) voor Vlamingen en Franstaligen in
België. Toch was het bij wet vastleggen
van het bestaan van twee cultuurgemeen
schappen de eerste stap op weg naar
opdeling van België, een federalisering,
waarvan niemand nog weet hoe die uitein
delijk vorm zal krijgen.
Heeft de culturele autonomie gebracht
wat ervan verwacht werd?
Wat zijn de belangrijkste oorzaken dat
de politieke autonomie voor Vlamingen,
Walen en Brusselaars er nog steeds niet
is?
„Er is een tijd geweest dat radio en
televisie zich neutraal opstelden, hoewel
ze even autonoom waren als nu het geval
is. Ik herinner mij heel goed bij de eerste
Vlaamse Mars op Brussel (begin jaren
zeventig) hoe de hoofdredacteur van de
radio-actualiteiten weigerde een directe
reportage te maken. Tot onze grote woede
weigerde hij ostentatief en vergenoegde
hij zich met het voorlezen van een verslag
van Belga (het nationale persbureau)”.
Martens: „Het zijn vooral de Waalse
politieke leiders die terecht of ten onrech
te iets verwachten van de gewestvorming.
De politieke moeilijkheden zijn geïnter
preteerd als de onwil van de Vlamingen
en de Vlaamse politieke leiders om een
essentieel onderdeel van de staatshervor
ming in werkelijkheid om te zetten. Tien
jaar lang polemieken en opzetten van ak
koorden hebben geleid tot een verscher
ping van de tegenstellingen. Die zijn nu
inderdaad polemisch geworden, vooral
onder invloed van de media”.
(gewestvorming met drie - dus inclusief
Brussel) is sindsdien eindeloos onderhan
deld. Politieke akkoorden werden snel
opgezegd nadat ze na lang touwtrekken
tot stand waren gekomen. Regeringen
kwamen ten val. Polieke partijen splitsten
zich in Vlaamse en Franstalige partijen.
Zijn er nog unitaristische krachten in
België?
U bent altijd federalist geweest. Als u
nu terugkijkt - u bent sinds 1972 partij
voorzitter geweest en nu premier - bent u
nog in gelijke mate federalist als tien
jaar geleden?
len komen over het struikelblok van de
Belgische staatshervorming. Na een po
litieke crisis van enkele weken werd de
Brusselse taalpartij FDF uit de regering
gezet en bracht Martens, gesterkt in de
strijd, zijn kabinet in rustiger vaarwater.
Cools en de andere partijleiders die de
regering steunen, stemden in met Mar
tens’ voorstel om een werkgroep uit het
parlement verder te laten studeren op de
„definitieve gewestvorming”, zoals de
federalistische omvorming van België in
het Brusselse politieke jargon heet.
De economische krachtsverhoudingen
zijn in België de afgelopen tien jaar ook
gewijzigd.
Een van de grootste hindernissen bij de
staatshervorming is de positie van Brus
sel. Bestaat er aan Vlaamse kant eigen
lijk wel een samenhangende visie op het
probleem Brussel?
420,00
315,00
5,95
7,83
van tal van Franstalige politici in België.
Vooral de soms heetgebakerde leider
van de Waalse socialisten, André Cools,
gelooft in Martens’ goede wil.
Enkele weken geleden bleek dat op
nieuw: het kabinet-Martens de vierde
Belgische regering in vier jaar leek
evenals zijn voorgangers ten val te zul-
I «8BB»
150,00
80,50
99,50
87,50
17,30
40.00
202,70
24,80
82,00
41,70
111,00
54,50
74,00
76,00
15,30
91,60
127,70
63.00
106,50
53,30
101,50
„Niemand is nog publiekelijk unitarist.
Sommigen zijn het in hart en nieren geble
ven. Dat is duidelijk. Maar om tactische
redenen zeggen ze dat niet. Ik heb de
indruk dat sommige harde taal spreken
en verregaande voorstellen doen inzake
de staatshervorming in de wetenschap dat
zoiets toch onaanvaardbaar is en dat men
dus van lieverlee terug zal vallen op de
status quo. Een van de grote dingen die nu
zal moeten gebeuren is dat alle grote poli
tieke partijen een gemeenschappelijke vi
sie over de toekomstige staatsstructuur
opstellen. Maar dat zal niet makkelijk
zijn”.
Enkele weken geleden sprak de hele
wereld over Afghanistan. Terzelfdertijd
was België weer eens volledig in beslag
genomen door een politieke crisis waar
bij het lot van uw regering in de weeg
schaal lag. a*.
Van Waalse kant klinkt herhaaldelijk
het verwijt over de „Vlaamse arrogan
tie”, misbruik van de Vlaamse economi
sche macht.
„Ah ja, in mijn federalistische opvatting
blijven het economisch beleid, het stelsel
van sociale verzekeringen, het monetair
beleid en de belangrijkste aspecten van
fiscaal beleid een nationale aangelegen
heid. Ook de grote infrastructuurwerken
blijven een nationale zaak. Op die terrei
nen moet de solidariteit juist tot uiting
komen. Op het gebied van sociale zeker
heid moet sinds enige tijd meer voor Wal
lonië dan ten gunste van Vlaanderen wor
den gedaan. Dat is echter de essentie zelf
van een solidariteit die in een land, unitair
of federaal, bestaat, anders heeft men
geen gemeenschappelijk land meer. Maar
ik geloof ook dat autonomie in welbepaal
de domeinen een enorme creativiteit kan
opwekken. Ik kan mij vergissen, maar het
is altijd mijn overtuiging geweest dat wij
dank zij een goede staatshervorming crea
tiviteit kunnen losslaan, ook in Wallonië.”
In Wallonië met zijn grote economi
sche en sociale problemen - verouderde
staalindustrie, hoge werkloosheid - is de
gewestvorming meer als ideaal toege
daan dan Vlaanderen terwijl juist Wallo
nië meer op de Belgische solidariteit is
aangewezen dan het Vlaamse landsge
deelte.
„Nee, ik denk dat dit een van de belang
rijkste fouten van 1970 was. Autonomie is
een louter kunstmatige zaak als ze be
perkt blijft tot louter culturele zaken, de
luister van de taal en dergelijke zaken
meer. Men kan sociaal-economische as
pecten, gezondheidsbeleid, vormingsbe
leid enzovoorts niet daarbuiten laten. Mij
staat voor ogen dat onze gemeenschappen
en gewesten de bevoegdheden krijgen die
Wilfred Martens (gehuwd, twee kinde
ren) wordt op 19 april pas 44 jaar oud:
hij is de jongste minister-president .in
België sinds de Tweede Wereldoorlog.
Na een studie rechten en filosofie aan de
Katholieke Universiteit van Leuven
werd hij advocaat. Maar na enkele jaren
al slokte de politiek hem op: eerst advi
seur bij twee eerste ministers, vervol
gens voorzitter van de jongerenorgani
satie van de Vlaamse christendemocra
ten (CPV), dan voorzitter van de CVP en
sinds 3 april vorig jaar eerste minister.
Zullen een sterk gezag en solidariteit
binnen het land de komende jaren juist
niet steeds belangrijker worden gezien de
weinig rooskleurige economische voor
uitzichten?
In 1970 werd de grondwet aangepast
aan de nieuwe werkelijkheid: cultuurau
tonomie (Martens: „Een idee dat trouwens
ook al van voor de oorlog dateerde”). De
politieke autonomie en de eveneens ge
wenste decentralisatie werden echter
maar „in een artikel van vijf lijntjes” in de
grondwet vastgelegd. Over de uitvoering
van het inmiddels fameuze artikel 105
„Ten eerste de vaagheid van de opzet
van 1970 en eigenlijk het volslagen ontbre
ken van enige wettelijke consensus. Aan
Vlaamse kant zijn het de vaders van het
artikel 107 die nu de „definitieve gewest
vorming” bestrijden - als oudstrijders die
in een ander kamp zijn terechtgekomen.
De paradox is dat wij nu al tien jaar
proberen die vage conceptie - die toen niet
te mijden was - toch tot stand te brengen.
Er was niets bepaald over de financiële
middelen, wetgevende bevoegdheden en
zovoort, zoals bij de cultuurautonomie
wel het geval was”.
„Daarnaast zijn er objectieve moeilijk
heden. In de Kamer van Afgevaardigden
en Senaat moet een tweederde-meerder-
heid zijn voor een wetsontwerp om de
grondwet te wijzigen. Bovendien moet je
een meerderheid vinden in elke taalgroep
en die was dikwijls niet voorhanden. En
dan: bij het doorvoeren van de gewestvor
ming moet men ook de grenzen afbake
nen. Welnu, tien jaar lang is men vastgelo
pen op de afbakening van het Brusselse
gewest. Dan is er binnen Brussel het pro
bleem van de waarborgen voor de Vlaam
se minderheid. De paradox van dit land is
dat er een meerderheid van Vlamingen is
tegenover een minderheid van Franstali
gen, maar dat er in de hoofdstad een
meerderheid is van Franstaligen en een
minderheid van Nederlands sprekenden.
En het is heel moeilijk om voor de Vlaam
se gemeenschap in Brussel gelijkwaar
dige medezeggenschap te organiseren”.
„Ten slotte is het evident dat in die tien
jaar bij de makers van het ontwerp van
1970 een onvrede is gegroeid. Dit ontwerp
voorzag immers in twee gemeenschappen
(Nederlands- en Franstaligen) en drie ge
westen (Vlaanderen, Wallonië en Brussel).
In het Vlaamse land is die tendens, die
onvrede, heel sterk. Wij hebben dan ook
besloten niet twee nieuwe instellingen in
het leven te roepen. De cultuurraad (par
lement) en de executieve (deel)regering
van de Nederlandse cultuurgemeenschap
gaan tevens de bevoegdheden van het
Vlaamse gewest uitoefenen. Dat kan mak
kelijk omdat de Brussëlse Vlamingen ui
teraard volledig deel uitmaken van de
Nederlandstalige gemeenschap. Bij de
Franstaligen ligt dat veel moeilijker. De
Franstalige Brusselaars zijn groter in
aantal en vormen bijna een kwart van
geheel Franstalig België. De Walen vinden
het veel moeilijker die Brusselaars zonder
meer te accepteren. Aan Franstalige kant
zijn er dus wel een gemeenschap en twee
verschillende gewesten”.
„Jazeker, grondig gewijzigd. Wallonië
had natuurlijk de klassieke sectoren ko
len en staal. Kolen is afgedaan en staal
kent enorme problemen. Vlaanderen
heeft zich ontwikkeld tot een belangrijk
industrieel gebied dat echter ook proble
men heeft, onder andere in de textielsec
tor en in de scheepsbouw. Maar in Vlaan
deren is een zeer groot aantal kleine eh
middelgrote bedrijven - met minder dan
50 werknemers - die een zeer dynamische
rol spelen”.
„In Wallonië bestaat die traditie van
kleine ondernemers veel minder. Wallonië
is een voorbeeld geweest voor Europa in
zijn geschiedenis van vernieuwing van
industriële structuur, maar dat is nu te ver
af. Men moet de zaak ook in perspectief
willen zien. Ik begrijp de Waalse leiders
die zeggen: wij willen de broekriem aan
halen, sparen en aan een nieuwe toekomst
werken - allemaal dingen die in strijd
lijken met wat doorgaans gezegd wordt”.
„Nee, nog altijd niet. Jarenlang ging het
om de status van het randgebied om het
eigenlijke Brussel (waar zich steeds meer
Franstalige Brusselaars vestigden in
Vlaamse gemeenten, red.). Later kwam de
vraag aan de orde hoe de Vlaamse min
derheid in het eigenlijke Brussel betrok
ken kan worden bij het beheer van het
Brussels gewest - wat nogal vanzelfspre
kend is - maar ook bij het bestuur van dé
gemeenten (Brussel bestaat uit 19 ge
meenten). Maar men verandert nogal
vaak van tactiek. De Vlaamse partijen
zullen eindelijk met één stem moeten
spreken als het probleem Brussel te zijner
tijd wordt aangepakt”.
de Laender in de Duitse bondsrepubliek
hebben. Opdat aan Franstalige kant ge
meenschap en (twee) gewesten niet sa
menvallen, is de nieuwe structurering
technisch zo moeilijk. Sommige mensen
willen ook niet dat de gemeenschap en
gewest zouden samenvallen. Ze vrezen
dat dit zou leiden tot deelstaten. Tien jaar
geleden was dat zeker het geval. Maar ik
denk dat men dat moet aanvaarden. Wel is
het zaak de staatshervorming zo te organi
seren dat er nog een werkelijk nationaal
parlement bestaat en een werkelijke nati
onale regering: want zonder een stevig
centraal gezag kan een federatie niet
leven”.
b
Premier IV. Martens
„Ja. In 1962 heb ik een rapport uitge
bracht op een congres van de Vlaamse
Volksbeweging. Het was een pleidooi van
wat ik unionistisch federalisme noemde.
Het klonk toen bijna als revolutionair en
ongeveer iedereen was ertegen gekant.
Wat ik vandaag verdedig is niets meer en
niets minder dan ik destijds bepleitte,
alleen is het technisch nu wel meer geper
fectioneerd. In mijn eigen partij heb ik de
federalistische beweging op gang ge
bracht”.
„Men stelt mij dikwijls de vraag, ook
van Nederlandse kant, hoe het mogelijk is
dat een Vlaamse federalist aanvaard kan
worden door Franstalige landgenoten. Ik
denk inderdaad dat ik de eerste federalis
tische premier van mijn land ben. Ik word
aanvaard omdat de federalistische bewe
ging ook bestaat in het Franstalig lands
gedeelte. Maar ik zeg erbij - en velen
beseffen dat niet - dat in een federale staat
niet alleen behoefte is aan een stevig cen
traal gezag, maar ook aan een grote vorm
van solidariteit tussen de deelgebieden of
deelstaten. Ik heb de indruk dat velen in
ons land, vele zogenaamde federalisten,
die twee noodzakelijke en essentiële ele
menten vergeten of niet willen kennen”.
n
a
k a
„Ja, dat is paradoxaal. Maar staalindus
trie, kolenmijnen, scheepsbouw en
scheepsreparatie blijven, althans in de
plannen van mijn regering, nationale aan
gelegenheden. Buiten de klassieke secto
ren (staal) waar Wallonië problemen mee
heeft, zijn er zeer veel andere bedrijven
die een vitale rol spelen. In het Vlaamse
land geldt dat zeker. De kleine en middel
grote bedrijven zijn het beste bestand
gebleken tegen de economische crisis. Ze
betekenen elementen van vitaliteit in het
Vlaamse land en met het oog daarop een
eigen beleid te kunnen voeren is van kapi
taal belang”.
„Ja, dat was een duidelijk symptoom
van de situatie waarin we nu zitten. Ik
maak nu voor het eerst deel van de rege
ring, enfin, zelfs als eerste-minister. Ik
moet zeer hard werken om enerzijds de
sociaal-economische problemen en alles
wat er bij de Europese samenwerking
speelt, te kunnen behandelen, terwijl we
anderzijds een dagelijkse inspanning
moeten leveren om het kabinet recht te
houden in gans dat communotaire avon
tuur. En dat is een van de redenen waar
om wij zo spoedig mogelijk tot een oplos
sing moeten komen. Er kruipt zeker veel
tijd in. Maar men moet zich geen illusies
maken: als men dat niet doet, wordt de
regering verlamd. Dus moeten we een
nieuw institutioneel kader tot stand bren
gen waarin we niet voortdurend worden
bedreigd vanuit de communotaire hoek”.
,x-'
„Ja, die kreet bestaat ook in mijn eigen
partij. Maar mijn ervaring als eerste mi
nister is dat men zonder respect voor de
ander niet kan samenleven, niet samen
kan besturen. Geloof me, daar zonder zal
het nooit kunnen werken. Arrogante hou
dingen zijn dus zeker niet op hun plaats.
Dat was ten slotte ook de essentie van de
sociale strijd: het ging niet alleen om
materiële ontvoogding, maar ook om res
pect. Op school werd ons verteld over
koning Leopold III die eens een bezoek
bracht aan een Waals industriecentrum
en toen de historische woorden uitsprak
„messieurs les ouvriers” (mijne heren ar
beiders). De verhoudingen zijn in ons land
zo delicaat geworden dat men grote fijn
gevoeligheid aan de dag moet leggen van
de ene tot de andere gemeenschap.
Martens, geboren in Sleidinge, een
plaatsje vlak bij de Zeeuwsch-Vlaamse
grens, is een federalist: hij gelooft in een
zekere autonomie voor Vlamingen, Wa
len en Brusselaars binnen een sterke
federalistische staat België. Vooral
daarom geniet hij, meer dan zijn voor
ganger Leo Tindemans, het vertrouwen
O
Oma
Juliana:
nu alle tijd voor
de kleinkinderen.