Liefde en kogels in De Ijzervreter hoarlem film Costa-Gavras verfilmt bewogen liefdesdrama HOUT- en BOUWMATERIALEN tegen concurrerende prijzen hout- en plaatmaterialen in diverse maten I filmhuizen Kontchalovski's epos traag maar meeslepend Grove, te gechargeerde effecten zonder plausibele verklaring ALLE SOORTEN n 19 VRIJDAG 29 FEBRUARI 1980 18 Les Routes du Sud: gecompliceerde conflicten Don Giovanni Van der Keuken toont veranderingsproces cultuur Filmschuur neemt Siberiade op programma Eenzaamheid Humor FILM Charles Boost s TRIPLEX SCHROOTJES ENZ. OPENINGSTIJDEN: ma. t/m vr. 7-17 uur zaterdags 8-12 uur GEFINEERDE WANDPLATEN HARMENJANSWEG 19 - HAARLEM tel. 023-310612-310214 door Pieter van Lierop I ROTTERDAM. Er was re den om met speciale interesse uit te zien naar de nieuwe Neder landse speelfilm Spetters, omdat het de eerste film betrof van re gisseur Paul Verhoeven met niet Rob Houwer als producent. Ver hoeven heeft de reputatie Neder lands meest professionele, meest Hollywood-achtige cineast te zijn en de commercieel meest succes volle. Met Houwer vervaardigde hij „Wat zien ik” en de zelfs in het (buitenland goed ontvangen cy clus „Turks Fruit”, „Keetje Tip pel” en „Soldaat van Oranje”. Maar Verhoeven was het verfil men van boeken beu en tevens de fctrakke teugels van een baas als Houwer. Hij wilde wel eens een echte Verhoeven-film maken en dat zou dus „Spetters” hebben moeten worden. 11 l X Onwaardig kijkvoer in Spetters K N s ■als P- ADVERTENTIE) KEUR b.v n et i. T -5 rek Ier Het gaat dus over opgeschoten jongeren in een Westnederlandse provinciestad. Werkende jongeren met maar twee pas sies: motors en meiden. Ze horen bij de Renée Soutendijk en Hans van Tongeren in Spetters. Zo is er bijvoorbeeld nog sprake van een zekere Maja die uit de film verdwijnt, wanneer we haar hebben leren kennen als een weinig preuts uitgevallen, bijzónder j o vele spetter. En dat meisje komt later nooit sprake kon zijn. Die traditie waarbij Van der Keuken’s films voor vertoning beperkt bleven tot filmhuizen, Filmmu seum en (VPRO)-televisie is nu doorbro ken dank zij de nieuwe relatie tussen Kriterion Theater en Film International, een prima werkende relatie gezien de vol le zalen bij de talrijke voorstellingen per dag. Het is niet zonder betekenis dat een willekeurig bioscooppubliek nu eens voor de variatie geconfronteerd wordt met de niet gemakkelijke beeldtaal van Van der Keuken en zich mogelijk gaat verdiepen in de bedoelingen achter de filmbeelden en de spaarzaam gesproken teksten. Maar Dan brengt de FBI hem op een spoor. Zij maakt inspecteur Congers erop attent dat Bomposa zijn maitresse Jackie naar een stil dorpje in Zwitserland heeft laten brengen, kennelijk uit vrees dat deze bij een politieondervraging uit de school zou klappen. Wat er op zou kunnen wijzen dat Jackie (gespeeld door Jill Ireland, in werkelijkheid mevrouw Bronson) belas tende dingen zou kunnen vertellen over het doen en laten van haar vriendje Bom- posa. Dus gaat Congefs naar Zwitserland, komt langs omwegen in contact met Jac kie die, denkend te maken te hebben met een van Bómposa’s handlangers, direct bereid is met deze afgezant terug te reizen naar Amerika. Inmiddels hebben de maf fiabazen gezamenlijk al besloten dat Jac kie een gevaar voor hen oplevert en dus geliquideerd moet worden. Onder die be dreiging proberen Charlie en Jackie van uit Zwitserland, Phoenix in de staat Arizo na te bereiken. Ook als blijkt dat Jackie over geen enkele inlichting omtrent haar gangster-vriend beschikt, vindt Charlie het zijn plicht haar veilig terug te brengen naar de VS, niet in de laatste plaats omdat het tweetal, aan alle kanten bedreigd, van elkaar is gaan houden. Hoe deze ongelijke strijd een dramatisch einde vindt dat Charlie noodzaakt op het einde een gru welijke wraakactie te ondernemen, vormt een spannende climax die beter niet ont- if het zoeken naar explicatie is niet dwin gend noodzakelijk. Men kan ”De Meester en de Reus” over zich heen laten gaan als muziek, als een rythmische compositie, waarbij men ook niet voortdurend uitleg van iedere toon verlangt. Een mogelijke handreiking kan men niettemin vinden in de globale omschrijving die de filmer zelf van zijn film geeft en die er op neerkomt dat hij voor zijn muzikale komedie als thema gekozen heeft „de schepping in wedijver”. Het is een thema, zegt Van der Keuken dat in verschillende mythologieën voorkomt: wat de ene god schept wordt door de ander vernietigd, want de ander hoopt het beter te kunnen doen. De Franse filmer Costa-Gavras, bekend door zijn politieke films als Z„ L Aveu, huid kan worden. Maar dat het allemaal om liefde en kogels gaat, is zeker. Dit is het weinig vrolijk gezelschap dat Clair de Femme, gemaakt naar een roman van Romain Gary, bevolkt en dat uiteenlo pend reageert op het vraagstuk van leven en dood waarvoor het zich geplaatst ziet. Costa Gavras heeft zelf onder woorden gebracht wat hem aantrok in de roman van Gary, dat was voor hem de pogong tot profanatie van het ongeluk en inderdaad men kan moeilijk volhouden dat Clair de Femme een huilerige smartlap geworden is, integendeel, op hardhandige manier wordt in roman en film omgesprongen met het zelf-medelijden dat de persoon in kwestie isoleert van zijn omgeving en on gevoelig maakt voor het leed van anderen. Bij Michel heeft dat zulke vormen aange nomen dat Lydia hem op het einde van de film, waarschijnlijk tijdelijk, in de steek laat en haar omgeving ontvlucht die van de smart een soort cultus gemaakt heeft. Vandaar dat Costa-Gavras in de roman van Gary een loflied op het leven beluis tert. Hoe dan ook, zijn film is een fascine rende studie over het reageren op de dood van een geliefde en over de mogelijkhe den het verstoorde evenwicht in het leven te herstellen. >l de vlieghaven per taxi. De eerste keer botst hij bij het uitstappen op de Place St. Michel tegen Lydia op die in de buurt boodschappen heeft gedaan, de tweede keer gaat hij rechtstreeks naar haar ap partement, kennelijk bevreesd lang alleen te zijn. In de loop van de dag en nacht dat ze samen zijn wordt het duidelijk dat Michel die over zijn vrouw spreekt als over een dierbare overledene, het moment afwacht dat deze, ongeneeslijk ziek, een eind aan haar leven zal hebben gemaakt, een weloverdachte daad, waarvoor hij op haar verzoek alle voorbereidingen getrof fen heeft. Dat is de reden waarom hij zich wanhopig vastklampt aan Lydia om in haar gezelschap de martelende uren van de nacht door te komen. Maar ook Lydia heeft alle reden de eenzaamheid te vrezen. Ze heeft kort gele den bij een auto-ongeluk haar dochtertje verloren en geestelijk ook haar man die toen hersenletsel heeft opgelopen, waar door woordstoomis is opgetreden. Michel is echter te „dronken” van verdriet en cynisch zelfbeklag om ahderen te kunnen troosten. Als derde doodsintrige is er het geval Galba, een befaamd hondendres- seur die in een nachtclub optreedt (Romo- ló Valli) en’ getuige is geweest van de toevallige eerste ontmoeting tussen Mi chel en Lydia. Sindsdien is hij voortdu rend in de buurt met verhalen over de poedel die hem altijd vergezelt en die door zijn blikken zou laten merken dat hij vreest alleen achter te blijven als zijn baas vóór hem sterft. En daar is alle kans op want Galba heeft drie hartinfarkten ach ter de rug en vreest zijn naderend einde. Vier premières deze week in Amster dam. Natuurlijk Spetters die in Tu- schinski I is ingezet, een Amerikaanse wegwerp-comedie met wat sex die als titel zeer intrigerend het cijfer 10 draagt en in Tuschinski 2 en City 7 te zien is, verder een fascinerende Franse film van Costa Gavras met Romy Schneider en Yves Montand in Calypso en tenslotte Johan van der Keuken’s De Meester en de Reus die alleen nog maar tijdens het onlangs gehouden Film International in Rotterdam vertoond is en nu in normale vertoning in Kriterion tot en met dinsdag draait. Een uiterst gevarieerd aanbod dus van nieuwe films waarbij het vooral opmerkelijk is dat een film van Johan van der Keuken gewoon in de bioscoop gaat lopen. In het begin van de film zien we Michel tot twee keer toe een poging doen Parijs te ontvluchten door een vliegticket te nemen naar een ververwijderd werelddeel en tweemaal bedenkt hij zich als zijn vlucht wordt omgeroepen en verlaat hij gehaast Behalve de Nederlandse film Spetters van Paul Verhoeven die in een vijftigtal theaters over het hels land in vertoning is gegaan (elders op deze pagina meer over de film) en wat Haarlem betreft dagelijks in Lido te zien is, komt er nog een tweede première voor op de Haarlemse bioscoopagenda. Frans Hals vertoont nl. De Ijzervre ter, oorspronkelijks titel Love and Bullits, een onderwereldfilm van Stuart Rosenberg met Charles Bronson in de hoofdrol. Twee mensen ontmoeten elkaar bij toé val, Michel (Yves Montand) en Lydia (Ro my Sneider), beiden door dood in hun onmiddellijke omgeving ingekapseld in eigen verdriet en daardoor ongevoelig voor de noodsignalen die de ander uit zendt om hulp. Beiden zoeken troost maar kunnen dat bij elkaar niet vinden omdat ieder te zeer vervuld is van eigen smart. Op een persconferentie woensdagavond in Rotterdam zette Paul Verhoeven zijn Bevredenheid uiteen, nu eindelijk een film te hebben kunnen maken over de dingen die hem zelf bezighouden. Alleen, na LSpetters” nu te hebben gezien valt Hechts met verbazing vast te stellen dat er [kennelijk maar weinig dingen zijn waar [Verhoeven zich mee bezighoudt, of het [moet zo zijn dat hij zich bezighoudt met [dingen die de moeite van het verfilmen nauwelijks waard zijn. I Qua inhoud is „Spetters” volstrekt onin teressant, maar qua gegeven en qua vorm geving is het dus wel weer in on-Hollandse [mate professioneel. Maar het had dus net zo goed een Houwer-film kunnen zijn, al speelde theatergrossier Joop van den En- de dit keer voor filmproducent. Verhoeven en scenarioschrijver Gerard hjoetemen beweerden nog iets eigenaar digs op die persconferentie, namelijk dat ze hun films nooit - en dus ook dit keer met „Spetters” niet - plegen te concipiëren [met een bepaald publiek voor ogen. Dat [werd dus beweerd over een film met 20- jarige motorgekken als hoofdpersonen, met een forse dosis geweld, gekoppeld aan een forse dosis harde seks. En het [werd beweerd in een Hilton-zaal waar je |je blind staarde op de buttons en stickers 'met de kreet: „Spetters. Keihard ro mantisch. Jóuw film”. Als ik mijn grootvader was, zou ik toch niet denken dat die film voor mij gemaakt was. En als ik mijn grootvader was zou ik tijdens het kijken naar die film dat ver moeden bevestigd hebben gekregen. Trouwens, zelfs zonder mijn grootvader te zijn, vraag ik me af wat ik met „Spet ters” aan moet. Niet dat hij daar geen plaats verdient maar de moedwillige breuk die de filmer aanbrengt tussen zijn werk en de meer tradionele speelfilm, maakt dat tot nu toe van een normaal bioscoop-roulement fanclub van tandarts Gerrit Witkamp, Neerlands meest beroemde coureur. En ze scheuren er zelf ook een ruig eind op los, over de plaatselijke vuilnisbelt. Rien, Eef en Hans hebben verder nog zo hun dro men (racen voor een Japanse fabriek, emigreren naar Canada, trouwen met Fientje van de patatkraam) en met vooral die Fien als belangrijke gangmaakster proberen ze die dromen dichterbij te halen. Wat Rien niet lukt, omdat hij veronge lukt, invalide wordt en zelfmoord pleegt. Wat Eef niet lukt, omdat hij via het pad van de criminaliteit ontdekt dat hij eigen lijk homofiel is en bovendien niet opge wassen tegen zijn christelijk gedefor meerde beul van een vader. En wat Hans uiteindelijk wel lukt, omdat Fien die twee andere jongens niet krijgen kan. Het thema van „Spetters” is dus onge veer de ontgoocheling van jeugddromen en het al dan niet in staat zijn tot het doen van concessies. Die conflicten komen er dan maar weinig aansprekelijk uit, omdat de film (eigenlijk voornamelijk scenario) aanstuurt op te grove, te gechargeerde effecten en daarbij soms zelfs verzuimt om plausibele verklaringen bij te leveren. In een grotendeels documentaire film met opnamen in de westerse wereld en in Noord-Afrika (Tunesië), afgewisseld door gespeelde scènes in een Amsterdamse af braakbuurt wordt de industriële improvi satie van de derde wereld geplaatst tegen over de mechanisatie van het westen, de cultuur van het ambacht tegenover de verloren geraakte onschuld van het mas- saprodukt (de speelgoedfabricage van poppen), de onbedorven natuur tegenover het aangetaste milieu. Over de hele linie vinden er verder in de Haarlemse bioscopen prolongaties plaats met uitzondering van Studio die op maan dagavond en in de nachtvoorstellingen een bijzonder interessante en gecompli ceerde film van Joseph Losey vertoont,’ Les Routes du Sud, die de Engels-Ameri- kaanse regisseur een jaar voor zijn met gemengde gevoelens ontvangen Don Gio vanni-versie in Frankrijk maakte. Hij koos daarvoor een scenario van Jorge Semprun die vooral naam maakte als scenarist bij de politieke films van Costa Gavras. Opnieuw, als in Z en L’Aveu speelt Yves Montand de hoofdrol, ditmaal als de ontheemde Spanjaard in Frankrijk Jean Larrea, die jaren het verzet tegen Franco vanuit, zijn nieuwe vaderland ge organiseerd heeft en gefrustreerd raakt als door de dood van Franco een einde komt aan zijn politieke activiteiten. Die crisissituatie wordt nog versterkt als on geveer gelijktijdig zijn vrouw tijdens een laatste missie naar Spanje bij een auto- ongeval om het leven komt. De gebeurte nissen brengen Larrea, hij is schrijver en op dat ogenblik bezig aan een filmscena rio, in directer contact met zijn zoon Lau- rant die in Parijs studeert en met diens vriendin Julia (Miou-Miou) met wie Jean een verhouding begint die echter maar kort duurt. Het zijn tenslotte Laurant en Julia die de in het verleden verstrikte Larrea met de harde werkelijkheid con fronteren, o.m. met de ontrouw van zijn vrouw op haar laatste klandestiene reis naar Spanje. Les Routes du Sud is een gecompliceerde film waarin politie ke en menselijke conflicten van ingrijpen de aard aan de orde worden gesteld. Het is weliswaar Losey niet helemaal gelukt or de te scheppen in het enigszins chaotische scenario van Jorge Semprun maar hij weet te boeien en de aandacht gespannen te houden, niet in de laatste plaats door het spel van Yves Montand die van Jean Larrea een markante persoonlijkheid *weet te maken, ondanks diens zwakheden en menselijke tekorten' De lichtzinnige aanwezigheid van Miou-Miou, volgens de' Parijse pers „het nieuwe profiel van de Franse vrouw in de film” doet zo nu en dan de zwaarwichtigheid van dit „piece a these” op verfrissende wijze vergeten. ineens terug als Jèsus freak en met geen woord wordt verwezen naar de aard van deze buitenissige bekering. En zo is het ook wel vreemd bedacht om Eef zijn homofiele geaardheid te laten ontdekken wanneer hij uiterst bruut ver kracht wordt door vijf Hells-Angels in een metrotunnel. Een ervaring die Verhoeven dermate hard en gruwelijk in beeld brengt, dat ik me eerder zou kunnen voor stellen dat de meest verstokte homo er op slag hetero van zou worden. Het zijn meer de fouten van scenario schrijver Soeteman, dan van regisseur Verhoeven,! die de film opbreken. Soete man mocht dan wel trots beweren dat het i bijzondere was aan zijn scenario, dat er niet één maar een heel stel hoofdpersonen waren, maar feitelijk is daar gewoon het procédé van „Soldaat van Oranje” nog eens mee herhaald. Een versohil met „Sol daat van Oranje” is alleen dat in die film de hoofdpersonen heel wat opwindender zaken meemaakten dan het span van „Spetters” overkomt. En ik weet best dat juist het gebrek aan opwindende zaken deel van het onderwerp is, maar daar heeft Verhoeven dan weer geen rekening mee willen houden. Die zocht compensa tie in erecties en motorongelukkeh. De bedoelingen van de film, zo die er in eerlijkheid geweest mogen zijn, ketsen dus af op de veel te harde contrastwer king die kenmerkend is voor de filmstijl van Paul Verhoeven. Maar visueel blijken die stijlvoorkeuren van Verhoeven, in combinatie met de prima fotografie van Jost Vacano en de felle montage van Ine Schenkkan wel degelijk te werken. „Spet ters” is een film die werkelijk heel goed oogt. Ook de acties en stunts zien er punt gaaf uit. Als je terugdenkt aan de armetie rige motorstunts in bijvoorbeeld „Grijp- stra De Gier”, dan laat Paul Verhoeven in „Spetters” nu eens zien hoe het wél moet. En erg vruchtbaar is het ook gebleken om voor de jeugdige rollen, ook jeugdige, voor het filmdoek nog nieuwe acteurs en actrices te casten. Naast een voortreffe lijke Renée Soutendijk als enige routinier in een hoofdrol, brengen Marianne Boyer, Toon Achterberg, Maarten Spanjer en vooral Hans van Tongeren het er uitste kend van af. Paul Verhoeven was er op de persconfe rentie niets te beroerd voor om toe te geven dat deze debutanten zelfs Rutger Hauer en Jeroen Krabbé van het doek afspelen. En zo is het inderdaad. Alleen, het is zonde dat al die technische en speltechnische kwaliteiten alleen maar hebben bijgedragen tot betrekkelijk ordi nair kijkvoer. Het is onzin om dan tegen de film in te brengen dat al deze onbenul ligheden 4 miljoen gulden heeft moeten kosten,' want „Spetters” zal zijn geld best terugspelen en wat doet het er dan nog toe wat de kosten geweest zijn. Maar wel is waar dat de voor tien keer zo weinig geld gemaakte film „Andy, bloed en blond ha^F’ op min of meer hetzelfde thema tien keer interessanter en waarachtiger overkwam, al is daar aan de kassa’s wei nig van gebleken. Sextion Speciale, Êtat de Siège, heeft met Clair de Femme een aangrijpende liefdes film gemaakt die even goed, net als een van zijn politiekcritische films, Staat van Beleg had kunnen heten. Het is langzamerhand trouwens een vanzelfsprekende zaak geworden dat, waar Bronson in de buurt is, er sprake moet zijn van Liefde en Kogels. De nu 58- jarige acteur van Russische origine (oor spronkelijke naam Charles Buchinsky) bevindt zich ditmaal aan de goede kant van de wet, al staat zijn gezicht even gegroefd en somber als toen hij de schurk speelde in The Dirty Dozen of in Once Upon a Time in the West. Als politie- inspecteur Charlie Congers zit Bronson in De Ijzervreter achter de leider aan van een misdaadsyndicaat, de drughandelaar Joe Bomposa (Rod Steiger). Maar het lukt hem niet overtuigend bewijsmateriaal te verzamelen waarmee hij Bomposa voor de rechter zou kunnen dagen. (Van onze kunstredactie) De Filmschuur, het goedlopende Haarlemse filmhuis dat in de Schuur gevestigd is, neemt met Siberiade van Andrei Mikhalkov Kontchalovski, in ieder geval een zeer lange film volgende week op het programma. Dit gedicht in beeld en woord duurt drieënhalf uur, maar blijft van het eerste tot het laatste moment boeien. De lengte heeft alleen consequenties voor de tweede voorstelling die de Filmschuur in de regel op vrijdag- en zaterdagavond prikt; deze komt nu te vervallen. Siberiade draait vanaf Woensdag tot en met zaterdag (aanvang 21 uur). Kontchalovski, die in ons land zijn be kendheid onder meer aan vorige produk- ties als Oom Wanja en Het Adelaarsnest te danken heeft, wilde met Siberiade niet - zozeer een uitgebreid epos verfilmen over het ijzingwekkende Aziatische deel van de Sovjet-Unie, maar wel een - laten we zeg gen - pars pro toto-formule toepassen. De ontwikkeling van het Russische volk laat Kantchalovsky aflezen aan een familie- epos dat zich rond 1900 afspeelt in een volstrekt van de buitenwereld afgesloten Siberisch dorpje. Een slepende geschiedenis van twee, met elkaar in onmin levehde families wordt door Kontchalooski in een wat ver ouderde, bij tijd en wijle slepende en trage cameraregie in beeld gebracht. Als tegen- melodie hanteert de Russische cineast het veranderde tijdsbeeld. Zelfs in isolement kun je zaken als maatschappijveranderin gen en industrialisatie niet ontlopen. Een van tijd tot tijd aangrijpende film. Deze week, vanavond en morgenavond (21 en 23.30 uur) vertoont de Filmschuur tiog een prachtige film van de Zwitserse cineast Alain Tanner (die iets met Oogst maand te maken heeft), maar waarvan de titel om huurcontractuele redenen onver meld moet blijven. Zaterdagavond (21 uur) kan men in de Openbare Bibliotheek aan de Prinsesse- weg te Zandvoort bij de Film-Inn terecht voor een vertoning van Marco Bellochio’s Marcia Trionfale; een produktie uit 1977. Bellochio wiens opkomst vrijwel gelijktij dig viel met die van Bertolucci, maakte destijds een zeer overtuigend filmdebuut met I Pugni in Tasca. Maar anders dan Bertolucci bleef zijn controversiële karak ter lang een obstakel voor een definitieve internationale doorbraak. Met Marcia Trionfale heeft Bellochio wel een bioscoopfilm gemaakt, maar zon der zijn afwijzen van maatschappelijk es tablishment daarvoor in te hoeven leve ren. Met acteurs als Franconero, Michel Placido, Miou-Miou en Patrick Dewaere in de belangrijkste rollen is er een produk- tie ontstaan waarin de cineast een felle aanval op het leger inzet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 19