ssing voor
Pramudya: schrijven in dienst van kleine man
L
I
f
J
I
J
I
r
I
h
Br
F
IHoestprikkd-
•dempend
DR. SANDERS (NEFARMA):
Os
I
III
IHI
ONTLUISTERING VAN AANTAL CLICHÉS
r
B
Canest
ei) vermoeidheid op#
1
I
k
Yoghurt:
een therapie
I
„STAATSSECRETARIS LAAT TIJD VOORBIJ GAAN
de Nederlandse associatie van de farmaceutische industrie.
Ctotrimazoie
door Pieter Taffijn
e
Hi
i?
4
k/ens
B of
O
jing
Voor iedereen
I
Reclame
goed
-
«teww 'Wi
ALBEGCM
De tranquillizer w
als ei)i£e klipiscl) H
dat er mipder zslape
Al jaren wordt er in ons land over gesproken, hoe de steeds maar
stijgende kosten van de gezondheidszorg zouden kunnen worden
beteugeld. Het was de toenmalige staatssecretaris Hendriks die met
het idee kwam, dat er niet meer dan vier ziekenhuisbedden per
duizend inwoners zouden moeten zijn. Dat leverde een storm van
protesten uit de ziekenhuiswereld op, maar op basis van die norm
worden nog steeds berekeningen gemaakt, die ook tot maatregelen
moeten leiden. Nog onlangs is een regeling bekend gemaakt om de
klappen op te vangen als ziekenhuizen zouden moeten sluiten of
drastisch inkrimpen. En ook op het verbruik van geneesmiddelen zou
heel wat kunnen worden bespaard, is de mening van staatssecretaris
mevrouw Veder-Smit. Naar haar idee meer dan tweehonderd miljoen
gulden per jaar. Er komt echter weinig uit haar handen. Ze laat haar
tijd voorbijgaan, is de mening van directeur (en sinds december van
het afgelopen jaar ook voorzitter) dr. J. C. Sanders van de Nefarma,
Registratie
Kleinverpakking
rt
bij Candida-
vaginitis.
1^ i Jr
it
hh.
Alleen maar gepraat
over gezondheidszorg
kr
re
i
Dr. Sanders.
„Kijk nou bijvoorbeeld naar
„Je kan er niet van spreken, dat
0 o
11
V
Nederland, zo heeft het Europees
Bureau voor
Pramudya werd december vorig jaar als
politieke gevangene op het eiland Boeroe in
de Molukken-archipel, na veertien jaar en
vier maanden vrijgelaten, nadat hij in okto
ber 1965 tijdens de beweerde communisti
sche poging tot een staatsgreep was opge
pakt. Hij was toen voorzitter van de Lekra,
het instituut voor volkscultuur, dat sterke
verbindingen had met de communistische
partij van Indonesië, de PKI.
Pramudya heeft overigens altijd ontkend
communist te zijn. Bij verschillende gele
genheden noemde hij zichzelf nationalist,
socialist, humanist of zelfs populist. Dat
sluit aan bij zijn opvatting over zijn kunste
naarschap. Niet zozeer een artistieke of
De Indonesische schrijver Pramudya
Ananta Tur is in ons land eigenlijk alleen
maar in iets bredere kring bekend door zijn
„Bericht uit Kebayoran”, een verhalen
bundel die een jaar of twee geleden in een
Nederlandse vertaling verscheen. Daar
kan sinds kort aan worden toegevoegd
„Verloren”, ook een bundel verhalen, af
komstig uit twee in Indonesië verschenen
verzamelingen en uit een tijdschrift (Indo
nesia), gepubliceerd in de beginjaren
vijftig.
Nederland is tenslotte maar een
klein landje en heeft daarom ook
een vrij duur distributieapparaat.
Dat is een van de oorzaken van de
prijsverschillen met bijvoorbeeld
een land als Italië. Daar wordt door
85 percent van de ondernemingen
Consumentenorganisaties BEUC
berekend, is een paradijs voor de
farmaceutische industrie. Er is
geen prijsbeheersing, de grote
concerns hebben een ongebreidelde
machtspositie en dat betekent dat
ze hoge prijzen kunnen dicteren.
Het is gepoogd met een prijsstop
voor librium en valium, maar die is
door het College van beroep voor
het bedrijfsleven onwettig
verklaard.
i
Nationale overheden mogen van de
Nefarma best veel bepalen, maar
dan wel voor iedereen en alles.
„Geen ongelijke behandeling van
gelijke gevallen of gelijke
behandeling van ongelijke
gevallen”. De farmaceutische
industrie zou niets liever willen dan
dat er één Europese prijs komt,
onder de eerder gestelde
voorwaarden. Dat is althans de
Nederlandse mening, het is
helemaal niet gezegd dat men er in
andere landen ook zo over denkt.
literaire verantwoordelijkheid drijft hem,
maar in steeds toenemende mate een maat
schappelijke. Steeds sterker in zijn schrij
verscarrière is Pramudya zich gaan afzet
ten tegen het l’art pour l’art, het zich bevlo
gen weten door esthetische fijnproeverij.
Zijn schrijven en in Pramudya’s opvatting,
hèt schrijven, de kunst, dient te staan in
dienst van wat men ontoereikend de kleine
man zou kunnen noemen, in dienst van het
maatschappelijk basisgebeuren om in de
terminologie van de zachte-sectorelite te
blijven.
Daarnaast is in zijn schrijven steeds weer
het grote wantrouwen voelbaar tegen de
grote clichés als nationalisme zonder meer,
vaderlandsliefde, goed en kwaad, helden
dom zoals ook weer blijkt in de bundel
„Verloren”.
Vooral in het prachtige verhaal Wraak
ontluistert Pramudya een aantal van die
clichés als hij vertelt over een jongeman,
het uniform aan van de nationalistische
troepen, maar nog zonder wapen en rang,
die bevangen wordt door huiverende trots
als hij ’s avonds bij het station de armzalig
bewapende soldaten ziet staan, klaar om te
vertrekken naar het front, op weg naar een
bijna zekere dood. De jongen is trots op zijn
„De preparaten zien er heel anders
uit. Je krijgt bijsluiters in vreemde
talen, het indicatiegebruik is vaak
anders. Er bestaat ook geen
controle op de kwaliteit. Het is de
bedoeling ervan de prijzen naar
De parallel-importen komen
eveneens ter sprake. Dit is de
manier van invoer, waarbij
geneesmiddelen uit een
„goedkoop” land worden gehaald
en buiten de officiële importeur om
in ons land worden gebracht. De
Nefarma is daartegen waarom?
uniform, trots op zijn bijna bevrijde land.
Maar langzaam sijpelt de onzekerheid bij
hem naar binnen. Hij ervaart in de houding
van zijn omgeving hoe snel men de front-
held van gisteren vandaag is vergeten; hoe
zij die na een verloren slag levend terugke
ren geen helden meer zijn maar lafaards en
terwijl die onzekerheid verkeert in twijfel
en zijn aanvankelijk blinde nationalisme
erodeert, merkt hij op dat het lijkt of het
niet zoveel verschil maakt aan welke kant je
staat, dat beide zijden tot dezelfde God
bidden in de slag gespaard te mogen blijven
en de overwinning te behalen.
Hoogtepunt van het verhaal is het lyn
chen van een Mekka-ganger, een hadji, die
al dan niet terecht voor een verrader wordt
aangezien. Enerzijds fascinerend door een
bijna terloops verhaalde mystiek in deze
gebeurtenis, anderzijds omdat de jongeman
voor het eerst voor zichzelf heel duidelijk
ziet dat het mensen zijn die martelen, die
uitzinnig raken na de geur van bloed té
hebben geroken, of ze nu kolonialen heten
of nationalisten. Hij is niet meer zo trots op
z’n uniform. De volgende dag echter ver
trekt hij naar het front. De laatste zin: „Het
moorden gaat verder”.
Dit verhaal samen met het laatste van de
Geneesmiddelen zijn onderworpen
aan de normale economische
wetten: Dat betekent dat er ook
prijsconcurrentie is. De fabrikant
die een nieuw middel op de markt
brengt, heeft daar zo’n zestig tot
tachtig miljoen gulden aan
researchkosten aan besteed. Dat
moet wel weer worden
terugverdiend. „Daar heeft hij
recht op”, zegt Sanders. „Ik zie het
als een gewoon economisch goed.
Er is wel iets vreemds aan. De
aankoopbeslissing ligt bij de arts,
het wordt betaald door de
verzekeraar en de patiënt
consumeert het. Maar concurrentie
blijft er. Zoals overal in de
gezondheidszorg. Of het nu om
ziekenhuisbedden of
geneesmiddelen gaat”.
beneden te halen, maar het gaat ook
ten nadele van de
gezondheidszorg’
bundel De Openbaringen van Idulfitri, ge
ven het duidelijkst aan waarheen de toen
hij beide verhalen schrééf 24-jarige Pramu
dya zijn schrijversloopbaan zou richten.
Kwam in Wraak het wantrouwen tegen
grote woorden en onwrikbare zekerheden
zo duidelijk tot uiting; De Openbaringen
van Idulfitri is geschreven door een toen al
welhaast wanhopig man. Het is enerzijds
een pleidooi voor kunst als maatschappe
lijk breekijzer ten bate van de allerarmsten,
de hopelozen, anderzijds tref je teleurstel
ling en cynisme aan: de, strijd tegen de
bezetters heeft geen rechtvaardigheid, geen
betere maatschappij gebracht.
Pramudya heeft later afstand genomen
van onder meer ook de verhalen in deze
bundel. Ze zijn te autobiografisch naar zijn
mening, te weinig in dienst van het al ge
noemde grote doel. Het is het voorrecht van
een kunstenaar dat te vinden, zeker bij een
zo’n groot schrijver als Pramudya. Het is
alleen gelukkig, dat de Pramudya-werk-
groep daarin geen reden heeft gezien deze
verhalen onvertaald en onuitgegeven te
laten.
gelijkwaardige artikelen tegen
ongelijke prijzen worden
aangeboden. Want in hoeverre zijn
de middelen gelijk? Ze lijken door
de hoófdwerking op elkaar, maar
omdat er chemische verschillen
tussen bestaan, krijg je ook
verschillende bijwerkingen.
Daarom zijn al die middelen nodig.
Neem nou bijvoorbeeld de pil, daar
zijn er een stuk of tien van. Maar
vrouwen zijn soms pas content met
de zevende of achtste, we zijn
gewoon nog niet aan een
eenheidspil toe”.
In hoeverre is het zinvol dat de
research bezig blijft met het werk
aan vrijwel gelijkwaardige
middelen? Zou het niet beter zijn
die research te bundelen of een
lichaam in het leven te roepen, dat
beoordeelt of de research zinvol is
en verder kan gaan?
Volgens dr. Von Grebmer Is een gelijk
vormig Europees prijsbeleid thans nog
niet te realiseren. Hij wijt dit aan de grote
kostenverschillen (door prijscontroles, va-
lutaschommellngen en dergelljke) die bln-
In een slechte reuk van de publieke
opinie staan de congressen: lekker
met de vrouw een week naar de
wintersport op kosten van de
farmaceutische industrie, met als
verplichting een dag naar
propaganda luisteren. „Voor mij
hoeven die buitenlandse
congressen niet zo nodig. Het kan
net zo goed in ons land, al is het
voor een aantal symposiums wel
nuttig om ze bij het
researchcentrum te houden in een
rustige omgeving. Maar het is
uiteindelijk altijd de arts zelf die
beslist of hij erheen zal gaan of
niet”.
Ongeveer acht percent van de
kosten worden besteed aan
advertenties, zeven percent aan
post-reclame. Dit laatste is sterk
teruggelopen. Vijf percent van de
informatiekosten wordt besteed
aan brochures, twaalf percent aan
monsters. Dat zal minder worden,
een nieuwe regeling van de
overheid bepaalt dat alleen in een
bepaalde periode een klein aantal
monsters mag worden verstrekt.
Nefarma heeft ook de uitgave van
nen de EEG-landen bestaan. Ook al zou er
een voor alle landen zelfde manier van
prijsberekening zijn, verandert dat niets
aan het resultaat: verschillende prijzen In
de landen van de EEG.
Deze ontwikkelingen, schrijft Von Greb
mer, worden ook In de hand gewerkt door
grote verschillen tussen de landen op het
gebied van octrooibescherming, de groot
te van de markt, reeds beschikbare prepa
raten. Tevens wijst hij op de verschillen In
beloning en koopkracht. Thans geforceerd
één Europese prijs voor geneesmiddelen
bewerkstelligen, wat onder meer mogelijk
Is door een afgedwongen openstelling van
de grenzen, betekent automatisch de dood
voor de farmaceutische Industrie die zich
veel met research bezighoudt.
het repertorium overgenomen. Een
boekwerk, waarin de teksten van de
bijsluiters van alle geneesmiddelen
zijn opgenomen. De arts kan daarin
snel naslaan welke middelen de
juiste indicatie hebben voor zijn
patiënt. En dan zijn er nog de
geschenken. In het verleden heeft
één industrie de artsen aan zich
willen binden door dure cadeaus
weg te geven, tot aan tv-toestellen
toe. „Dat moeten we nog steeds
horen”, zegt Sanders. „Het gebeurt
niet meer. Het blijft nu bij
ballpoints, agenda’s en dergelijke”.
„Er worden middelen te koop
aangeboden met enorme claims, ze
helpen overal tegen. Qp zich zijn ze
vrijwel altijd onschadelijk, maar
het kan wel tot gevolg hebben dat
de mensen ernstige kwalen hebben
en zich niet bij hun arts melden. Dat
is stom van die mensen, daarom
kunnen onschadelijke middelen
toch gevaarlijk zijn”.
I
Vrij en onbelemmerd kunnen
meedraaien in het dagelijks leven,
tonder overlast te hebben van de
door beroep en omgeving
oegevoegde beperkingen en
spanningen.
en belangrijke voorwaardMJÉÉ
i*| .lti< rit ,lu l<1« Mi
Ten behoeve van informatie en
reclame geeft de industrie ongeveer
vijftien percent van de omzetuit:
drie percent reclame en twaalf
percent (wetenschappelijke)
informatie. Daartegenover staat
twaalf percent van de omzet, die in
research wordt gestoken. De indruk
bestaat, dat deze twee percentages
verder naar elkaar toe groeien. Een
flink deel van de kosten van
informatie wordt besteed aan
artsenbezoekers. Ons land heeft er
ongeveer achthonderd, die ruim
negentienduizend artsen moeten
bedienen. Dat is een op de
vierentwintig, in West-Duitsland is
het 1:13,5, in Frankrijk 1:6. Een
positieve ontwikkeling van de
laatste tijd is het zogenaamde
groepsbezoek. Een aantal artsen
ontvangt samen een artsenbezoeker
en laat zich terzijde staan door een
apotheker als onafhankelijk
deskundige.
Albego tranqul
hiervoor het best
eigenschappen.
De farmaceutische Industrie zou per on-
mlddellljk haar faillissement kunnen aan
vragen, als er binnen de EEG één uniforme
prijs voor geneesmiddelen zou worden
gehanteerd, gebaseerd op die jn de lid
staat met de sterkste devaluatie en de
strengste prijscontrole. Dit schrijft eco
noom dr. Klaus von Grebmer, oud-project-
lelder van het Zwitserse Prognos-lnstltut
en nu verbonden aan de unlversltelt van
Konstanz, In een recent artikel In Swiss
Pharma.
De dokter bestudeert uw röntgenfoto. Daarna zullen we weten of de operatie
noodzakelijk is!
F|
Mevrouw Veder-Smit vindt
overigens, dat er te vaak wordt
verondersteld dat de regering te
veel is geïnteresseerd in
kostenbeheersing en te weinig
aandacht heeft voor de kwaliteit
van de geboden zorg. En toch is het
haar idee dat de prijzen van
geneesmiddelen in de hand moeten
worden gehouden, dat de artsen
kostenbewuster moeten worden
gemaakt en dat het verbruik moet
worden afgeremd. In dat verband
zijn plannen geopperd als een eigen
bijdrage van de ziekenfondspatiënt
(een gulden per afgeleverd recept)
en de artsen verplichten het
goedkoopste van twee of meer
geneesmiddelen voor te laten
schrijven. Tegen dat eerste idee
hebben de ziekenfondsen grote
bezwaren, deskundigen geloven
niet dat de arts aan zijn vrijheid van
middelen voorschrijven zal laten
tomen. Ergo er gebeurt niets.
Het is daarom met des te meer trots
dat Sanders wijst naar wat de
Nefarma in de jaren 1976 en 1977
heeft gedaan. Alle leden bevroren
de prijzen van hun produkten. Op
vrijwillige basis, zegt Sanders,
omdat men inzag dat men mee
moest met de maatschappij waarin
men zijn brood verdient. De
prijsverschillen met het buitenland
die toen zün ontstaan, werden nooit
ingehaald. Dat betekent dat dit
gebaar ons Nederlanders in totaal
zestig miljoen gulden op jaarbasis
heeft opgeleverd.
tetefi eiOte «a> «tag?
te tete
te w, ie tetite tetete-tegagnSE
at
WSls tetefi te>'.
TON NILISSEN
Titel: Verloren. Schrijver: Pramudya Ananta Tur.
Uitgeverij: Leopold, Den Haag. Prijs: 21,50.
,JJe kan de eindprijs ook nauwelijks
aanpakken”, weet Sanders, „dan
kom je terecht in het grote circuit
van groothandel en apothekers. In
dat circuit wordt de prijs af fabriek
of importeur verdubbeld. Het is
heel moeilijk om een internationale
prijsvergelijking te maken. Dat doe
je op basis van de koersverschillen
van nu. Tien tot vijftien jaar
geleden was het wel hetzelfde, maar
voor een aantal landen is de prijs
achtergebleven door de verschillen
in valuta. In Italië bijvoorbeeld is de
koers scherp gedaald, maar de
prijzen zijn bevroren. Voor
Frankrijk geldt dat in mindere
mate”.
Misschien zouden prijzen
internationaal gelijk kunnen
worden gesteld met behulp van de
rekeneenheden van de EG, zoals
ook gebeurt voor
landbouwprodukten. „Dat willen
wij best bekijken”, zegt Sanders.
„Maar het heeft op dit moment nog
geen zin de prijzen gelijk te maken,
er is immers ook nog geen gelijke
koopkracht. En als je zoiets van
plan bent, moet er ook gelijke
registratie van geneesmiddelen zijn
in alle landen. Misschien is de EEG
wel met een onderzoek over dit
soort zaken bezig, maar daar horen
we niets van. Het is wel bekend dat
de Europese regeringen voorzichtig
overleg plegen over farmaceutica”.
Voordat een nieuw middel in ons
land wordt geregistreerd, dat wil
zeggen door de overheid
nauwkeurig bekeken en toegelaten
tot de markt, zijn er ongeveer twee
jaar verstreken. De industrie
verliest daar kostbare jaren mee.
Een octrooi loopt immers maar een
bepaalde tijd, daarna kan iedereen
het middel ongestraft namaken. In
Engeland kent men het systeem van
de voorlopige registratie. Sanders
zou daar wel wat inzien, de
meningen in de industrie zijn
verdeeld. Bij dit systeem wordt een
middel sneller op de markt
toegelaten. De artsen die het
voorschrijven zijn dan echter
verplicht hun bevindingen erover
aan een centraal punt te melden.
„De overheid moet dan wel
controleren of die opgaven
kloppen, het mag niet zo zijn dat de
arts net als nu altijd voetstoots
wordt geloofd”. Op grond van het
uitblijven van bijwerkingen van het
middel of omdat die bijwerkingen
nauwkeurig zijn geïnventariseerd
kan dan een definitieve registratie
worden verleend.
„We moeten natuurlijk die
bijwerkingen internationaal
aanpakken. Dan kan er een
gelijksoortige registratie in
verschillende landen op hetzelfde
moment worden gerealiseerd. In de
EEG werkt men daar nu aan. In
Europees verband kennen we een
heel goed registratiecomité. Maar
dat hebben we in Nederland ook,
daar hoor je ons niet over klagen”.
De laatste tijd zijn we nogal eens
opgeschrikt door bijwerkingen die
plotsklaps bekend werden. „Als je
arts bent en je constateert een
bijwerking, dan moetje die meteen
melden. Daar mag niet mee worden
gewacht. Als de fabrikant ze kent
houdt hij niets achter. Daar is hij
wettelijk en ethisch tot verplicht,
maar ook uit zakelijke
overwegingen zal hij de
bijwerkingen publiceren. Doet hij
dat niet, dan kan de omzet bij het
bekend worden ervan een enorme
terugklap krijgen”.
Tot slot praten we nog even over de
groene golf. In het Europees
parlement hebben de zogenaamde
groene lijsten zich verenigd, ook
elders is het alles terug naar de
natuur wat de klok slaat.
Kruidenwinkeltjes schieten als
paddestoelen uit de grond, de
drogisten hebben er bü de overheid
al tegen geprotesteerd. J
Wat kan er verder nog worden
gedaan? Sanders: „Wij hebben
voorgesteld alle middelen in kleine
fabrièksverpakkingen te stoppen.
Dat betekent, dat er minder
handelingen door de apotheker
behoeven te worden verricht, dus is
het kostenbesparend. Dat idee is
zowel door de ziekenfondsen als de
apothekers tegengehouden. Met als
gevolg dat de geneesmiddelen in
grote verpakkingen aankomen in
de apotheek en moeten worden
uitgeteld. Nederland is het enige
land waar het zo gebeurt, verder
vind je overal kleinverpakkingen.
Het argument van de apothekers
was dat de genoemde besparing
toch nooit zou worden bereikt en
dat de werkgelegenheid binnen de
apotheken in gevaar zou komen.
Maar moetje zo’n stuk inefficiënt
werken dan maar in stand
houden?”
verlies geleden. Een deel daarvan
trekt zich terug van de markt,
andere blijven doorgaan om de
registratie van de middelen niet
verloren te laten gaan. Als er,
economisch gezien, weer betere
tijden aanbreken is zo’n registratie
die het middel toelaat erg veel
waard. In januari van dit jaar
mochten de prijzen overigens met
21 percent stijgen.
-
penicilline. Dat is er al heel lang,
maar er komen toch nog steeds
verbeteringen in het belang van de
patiënt. Met allerlei kleine stapjes
komen er steeds betere stoffen. Als
je gaat zoeken weetje van te voren
nog niet precies waar je op uit zal
komen. Het kan best zijn dat het iets
is, dat heel veel lijkt op wat er al is.
Maar dat kleine verschil kan toch
erg belangrijk zijn. Ons systeem
van ondernemingsgewijze
produktie is niet zo, dat de research
kan worden gebundeld, maar het
levert wel heel goede middelen op.
Na de Tweede Wereldoorlog
kwamen wjj dankzij dat systeem
met 95 percent van de
vernieuwingen, het Oostblok met
het andere systeem kwam niet
verder dan vijf percent.
„Er is voorlopig nog geen eind van
de research in zicht, er is nog een
hele categorie ziekten waar
middelen voor nodig zijn. Als een
instantie zou moeten beoordelen of
research verantwoord is of niet, zou
dat een aanslag op de innovatie
betekenen. Want al lijken de
middelen op elkaar, er zijn toch
indicatieverschillen. In heel veel
gevallen levert research niets op,
om iets goed te vinden heb je
vijfduizend tot zesduizend keer
geen resultaat”.
xcw’jtafxiw’s rnn het
edvisc-éen vaak imgprtfe
yoghurt
wit öaa-i nng wel
Gens bntpe» maar lang
nart attijdEn at het ag
MB
Zowel perifeer als centraal
dempt Benylin de hoestprikkel.
IRB
I