c
Wie zwijgt, stemt toe.
Die wet mag er niet komen!
Nederland staat op een tweesprong.
I
ML
9!
I 1
MAANDAG 3
12
M A
Hoe méér mensen morgen meedoen,
Over de manier waarop winsten en
overheidsteun gebruikt moeten worden
voor nieuwe banen. Over de energie.
Over onderwijs en over andere
collectieve voorzieningen.
Wij hebben niet alleen het récht, maar
zelfs de plicht om voor de belangen van
de Nederlandse werknemers op te komen.
Wij wijzen het verwijt af dat we buiten de
rechtsorde zouden treden.
We willen nog altijd verantwoordelijk
heid dragen. Maar dan moet dit ons wel
mogelijk worden gemaakt.
Door de regering. En als die niet wil,
door onze volksvertegenwoordigers.
Die tot taak hebben onze democratische
rechten te bewaken, niet alleen in, maar
ook buiten de Tweede Kamer.
De werkgevers kijken schijnheilig toe.
Wij vinden dat zij zich niet kunnen
verschuilen achter een regering die meer
oog lijkt te hebben voor hun belangen
dan voor de uwe.
Om dit alles is en blijft de FNV in verzet.
Totdat we weer in vrijheid mogen onder
handelen. Over alle zaken die onze leden
raken.
Géén nieuwe loonwet dus. Maar een
echt gesprek. Over alle problemen. Over
de vraag hoe we niet alleen nü maar ook
in de toekomst komen tot een recht
vaardig beleid. Zo’n beleid eisen we. En
een regering die daar niet aan tegemoet
komt, moet op blijvend verzet rekenen.
Morgen, 4 maart, wordt dat duidelijk
overal in het land.
1
MAART 1980
Morgen gaat de volksvertegenwoor
diging praten.
Over het lot van miljoenen Nederlandse
werknemers en uitkeringstrekkers.
Deze week zullen we horen wat het
parlement met ons voor heeft.
De regering wil een nieuwe loonwet.
Dat betekent: géén handhaving van de
koopkracht. Verlaging van de
ambtenarensalarissen en uitkeringen.
Een uitgeklede prijscompensatie.
Geen onderhandelingen over arbeidstijd
verkorting en uitbreiding van de werk
gelegenheid. Kortom: de vakbeweging
moet voorjaren buiten spel gezet.
De FNV zal zich hiertegen tot het
uiterste verzetten.
Wij pikken het niet. Wij willen onder
handelen over de koopkracht, over lonen
en uitkeringen, over de werkgelegenheid.
Dat is onze taak en ons recht. En dat recht
laten we ons niet afpikken door een
regering.
De regering voert een crisispolitiek, die
steeds sterker doet denken aan de
dertiger jaren.
De slachtoffers zijn bij voorbaat bekend.
Dat bent werknemers en uitkerings
trekkers. En dat zijn niet: de grote winst-
makers en de vrije-beroepers.
De FNV weet ook wel dat de econo
mische problemen aangepakt moeten
worden. Wil daarover onderhandelen.
Maar dan wel als een mondige partij.
Niet alleen over lonen en uitkeringen. Ook
over de inkomensverschillen. Over de
superwinsten van de oliemaatschappijen.
Hoe méér mensen morgen meedoen,™ hoe sterker we staan.
1
d r'ï
d
I
■X
n
K
0
-
I
Af
2
1
i
1
j
1
ti
o
d
il
e
v
I
v
a
v
z
t
1
V
V
c
r
t
v
I
kl
W'
tu
Z<
bi
H
ir
hi
E
k
ki
d
11
ei
si
k
a
1
ee
re.
jO]
wi
m<
Hi
aa
«ft
aa
te
m
't Kabinet wi
monddood
De FNV pikt 1 niet
