Antillen jagen op toeristen buysX BvJ 1H notities <doof 1 (toeristische l* 3L1 i i fi lil F1 I."1- Lji l.“He 41 IS TOERISME 1980 DONDERDAG 6 MAART 99 t imk I Van Ma7;p2n"rneFoS9msterdafn' °pdeaC' binnenpie|nv nico NE0EM®^ - W', 0 f van de ATLANTISCHE OCEAAN GOLF VAN MEXICO BAHAMAS JAMAICA HONDURAS GROTE OCEAAN Een vertrouwd gezicht op veel straathoeken: de lotverkoopsters van de nationale loterij. De Breedestraat in Punda, net schoongeveegd door een tropisch regentje, had net zo goed een Nederlandse winkelstraat kunnen zijn. schijnwerpers op „mijn liefje Curasao”, of, zoals de bewoners van het met duizenden metershoge cac tussen bezaaide droge eiland zelf, in het Papiamen- tu, zeggen: „Mi Dushi Korsou”. JE KAN HET DRAAIEN of ke ren hoe je wilt, maar het blijft opwindend om na een urenlange reis aan de andere kant van de wereld uit een vliegtuig te stap pen en ook daar gewoon je „moer staal” te horen spreken. Neder lands dus, in dit geval. De vader landse reisorganisatoren hebben dat al vele jaren begrepen en sta tioneren daarom, als het even kan, zo’n behulpzame in bedrijfs- kleuren gestoken engelbewaar der op een verre post, wier eerste taak het is de taalbarrière in ie der geval al op het vliegveld uit de weg te ruimen. Maar gelukkig en dankzij (ik weet zo gauw geen ander woord) ons koloniale verle den zijn er nog van die vroegere „gewesten” waar in ieder geval die hulp van zo’n hostess-juf- frouw volmaakt overbodig is. OM REP. MEXICO GUATEMALA V.?-' NICARAGUA A: PANAMA COLOMBIA DE NEDERLANDSE ANTILLEN hebben alle zeilen bijgezet om de toeristenstroom naar de eilan dengroep te vergroten. De nieuwe Antilliaanse re gering laat er geen twijfel aan bestaan de stimule ring van het toerisme een belangrijke zaak te vin den, die in het regeringsprogramma alle aandacht zal krijgen. De gevolmachtigd minister van de Nederlandse Antillen in Den Haag, Ronald Casse- res, bevestigt dat nog eens en zegt in een boodschap aan de reisindustrie: „De bevordering van het toe risme uit West-Europa naar de Nederlandse Antil len is voor mij, als gevolmachtigd minister, een uiterst belangrijke zaak. Het toerisme is immers een van de voornaamste pijlers van onze economie. Dat is echter niet het enige. Uit gesprekken met veel andere. Vandaag, in zijn eerste verhaal, richt hij de Europeanen heb ik mogen vernemen dat wie ooit op de Antillen zijn vakantie heeft doorgebracht, er voor altijd aan verknocht is. En ook dat acht ik een belangrijke zaak: liefde en begrip kweken voor het presidentiële paleis aange bouwd. Zo rond het weekend is het hotel met drie andere op het eiland uitgerust met een casino) druk bevolkt door Venezolanen, die het sprongetje van dertig kilo meter vanaf het vasteland van Zuid-Amerika er graag voor over hebben, want hoewel Curasao al lang geen goedkoopte-eiland meer is, blijven de prijzen voor hen aan trekkelijk. Vooral het best ver zorgde deel van Willemstad, Pun da, is in trek bij de buitenlandse „shoppers”. Cruiseschepen doen het eiland vrijwel dagelijks aan en ook de hoteltoeristen dwalen graag langs de etalages aan de beroemde Heerenstraat en de Breedstraat. Meestal vergapen ze zich ook nog wel eens aan de schil- derachtige, ’s avonds verlichte, ge vels aan de Handelskade, wande len ze langs de dobberende markt aan de De Ruyterkade, maar daarmee heb je het toeristische IN INDONESIË WORDT een toerist incidenteel nog wel eens in het Nederlands aangesproken, in de nu militair geregeerde Suri naamse hoofdstad Paramaribo is het zelfs heel gewoon om onze taal met een rollende R onder de klap perbomen te horen schallen en voor de Nederlandse Antillen geldt exact hetzelfde. Bij dit laat ste stukje Koninkrijk overzee va rieert het gebruik van de Neder landse taal duidelijk van eiland tot eiland. Op de Bovenwindse ei landen (Sint Maarten, Sint Eusta- tius en Saba) eigenlijk nog het minst en wat de drie Beneden windse Eilanden betreft, die ook wel in een adem de ABC-eilanden worden genoemd wint Curasao het ruimschoots van Aruba en Bonaire. MAAR DAT HEEFT natuurlijk ook te maken met de geschiedenis van het eiland, waar traditioneel het bestuursapparaat is gevestigd en waar een betrekkelijk groot aantal Nederlandse bedrijven (waaronder natuurlijk de giganti sche Shell-raffinaderij) is geves tigd. Het aantal Nederlanders dat er woont is bovendien aanmerke lijk groter dan op de andere vijf eilanden. Een recente telling sprak van circa 6000. Het is na tuurlijk juister om in dit geval te spreken van in Europa geboren Nederlanders, want ook de au tochtone Cura^aoënaar heeft „on ze” nationaliteit. MIJN BEZOEK AAN Curasao was in feite een „herhalingsoefe ning”, want in het begin van de zestiger jaren woonde ik er al een kleine anderhalf jaar en maakte toen deel uit van het marinedeta- chement ter plaatse. De basis Pa- rera iS ook anno 1980 nog bevolkt door Nederlandse marinemensen en mariniers, maar in het straat beeld kom je ze nog maar zelden tegen, want, net als in Nederland, is de burgerkleding na scheepstijd in dit geval al ’s middags om één uur het favoriete „kloffie”. De bevolking wordt hooguit met de marine geconfronteerd wan- TIENDUIZEND KILOMETER van huis blijft de confrontatie op het 444 vierkante kilometer grote eiland. De taxichauffeur (echt ■^cne deel varer>de brUg' circuit dan ook wel gehad. En dat is jammer, want Willemstad be staat nu eenmaal niet alleen uit Punda, veel kleurrijker, in ieder geval ben je er meer „onder de mensen”, is de aan de overzijde van de schommelende ponton brug gelegen wijk Otrobanda. OP HET BRIONPLEIN gaapt nog steeds het gat, op de plaats waar je vroeger koelte kon zoeken op het overdekte terras op de eer ste verdieping van Hotel America no. Tijdens de onlusten van 30 mei 1969, die het gevolg waren van een volledig uit de hand gelopen ar beidsconflict, ging het gebouw, mét een aangrenzend warenhuis, het kantoor van de Ogem en het bisschoppelijk paleis in vlammen op. Aan Pundazijde laaide het vuur ook op, maar daar is de scha de hersteld. Op het plein bleef het bij puin ruimen en wacht men, nu elf jaar later, nog steeds op een nieuwe bestemming. De over de St. Annabaai geslagen ponton brug is enig in zijn soort en een grote bezienswaardigheid. Het is vermakelijk om even in de buurt te blijven posten, want om de ha verklap loeit een sirene ten teken dat de brug open gaat en zie je rustige wandelaars die op weg zijn naar Punda, van het ene op het andere moment veranderen in ge oefende hordenlopers, die met een duivelse snelheid proberen van de brug af te komen, voor die van de kant vaart. Voor het autoverkeer is de brug taboe, sinds de aanleg van de tussen de twee stadsdelen hoog boven het water verrijzende Julianabrug. De pontonbrug, die in de volksmond al lang tot „pont- jesbrug” is geworden heet trou wens naar Juliana’s grootmoeder, koningin Emma. EEN AUTOOTJE HUREN op Curasao is geen luxe. Het eiland is niet gezegend met al te veel na tuurschoon, waarin duizenden ca- brieten (geiten) vrij rondlopen, maar heeft een paar schitterende landhuizen met namen als Pan- nekoek, Jan Kok, Siberië en vele tientallen prachtige baaien. En ook daar kom je nou bepaald geen wildstand aan toeristen te gen, want die verkiezen in de regel de veilige beslotenheid van het hotelzwembad of het hotelstrand, waar ook nog een drankje voor het grijpen is. (Geen uitzonderlijk gegeven trouwens, want van de 1,4 miljoen Nederlanders die verle den jaar naar Spanje trokken, gin gen er slechts 20.000 het binnen land in). Westpunt is een van de bekendere baaien, waar je wel mensen tegenkomt, in de week einden kan het wèl druk zijn, maar op schitterend gelegen strandjes als dat van Jeremi en Knip was geen hond te zien. EEN DING MOET ME HIER BIJ van het hart, het eilandbe stuur maakt het de ondernemende toerist niet gemakkelijk, want de wegaanduiding is allerberoerdst. waar!) neuriet de al even oubollige als belegen carnavalshit „Glaasje op, laat je rijden” mee, die oer- Hollands uit de luidspreker van de autoradio waait. En het verpast me ook in het geheel niet wanneer ik op de menukaart van het hotel, waar ik die eerste nacht verblijf, erwtensoep en saté tegenkom. Het hotel ligt precies in de baan die de eeuwige verfrissing brengende noordoostpassaatwind legt met de raffinaderij, waardoor een strope rige dimensie wordt toegevoegd aan de tropenlucht. Voor Playboy- baas Hugh M. Hefner overigens ooit de reden om af te zien van een plan om tegen een van de berg wanden op het eiland (de St. Christoffelberg is met 375 meter de hoogste) een Playboy-ïiotel neer te zetten. De tientallen kleine baaien langs de zuidkust liggen er meestal vredig verlaten bij. De foto is gemaakt bij Jeremi. ze er maar weinig aan doet om het* Europese toerisme naar de eilan den te bevorderen. De meerder heid van die toeristen bestaat uit Amërikanen, die vooral in de win termaanden zuidwaarts trekken. Dan ook is het hoogseizoen op dé Antillen en zéker in december zit ten de hotels tjokvol. Maar in (on ze) zomermaanden is het tegen overgestelde het geval en zou wat meer Europese belangstelling zeer welkom zijn. Voorlopig komt die trek nog maar matigjes op gang en werd ook in de wielen gereden, toen (onder meer door de KLM) een poging van de Westduitse chartermaatschappij LTU om een geregelde verbinding te leggen tussen Düsseldorf en de Beneden winden werd getorpedeerd. DE VOLGENDE DAG verhuis ik naar het centraal gelegen Plaza Hotel, hartje stad en vrijwel tegen In het Fort Amsterdam, dat uitkijkt op de havenmond zetelt de gouverneur van de Nederlandse Antillen. Rechts de toren van het binnen de muren van het fort gebouwde Plazahotel. de door de niet aflatende passaatwind gevormde divi-divi-boom het droge landschap puèbtö y o PANAMA X COLOMBIA onze zes eilanden in het Caraibisch gebied”, aldus Casseres. TOT DUSVER HEBBEN de reisorganisaties zich nooit intensief met de ontwikkeling van het toeris me naar de zes bezig gehouden. Voortrekkers op dat gebied zijn Neckermann Vliegreizen, Scanialux Reizen, Snel Reizen, Reis- en passagebureau Madu ro in Den Haag, Koudijs Reizen in Gouda en Does Travel Service in Rotterdam. Onze verslaggever Udo J. Buys is ook een toeristisch kijkje gaan nemen, reisde langs de zeg en deed achtereenvol gens Curasao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba aan. Ook hij raakte verknocht aan de eilanden, aan het ene wat meer dan aan het ,e'^toud- Ftechts de Zelfs in het gezelschap van een Antilliaanse konden we maar ter nauwernood de spookachtige en fotogenieke rotsformatie van Bo ca Tabla vinden en het Christof- fel-natuurpark. Enfin, een beetje verdwalen kan ook weer geen kwaad, ergens uitkomen doe je toch wel en verhongeren zal je op Curasao nooit, want er is een werkelijke wildgroei aan eettent jes, die ook volgens de al geciteer de Roberto Suriel als paddestoe len uit de grond vliegen. In wanke le loodsjes, oude bussen of ander materiaal, waar maar even berg ruimte is voor een koele pils (Cu rasao heeft een eigen Amstel- brouwerij) en wat kleine happen. MAAR OOK DE STAD ZELF heeft tal van restaurantjes, waar je je met genoegen kunt laten be dienen. Zoals Kowloon in de Keu- kenstraat, weer zo’n typische gele genheid die van de gemiddelde toerist het kenmerk „eng” mee krijgt en vervolgens snel voorbij wordt gelopen. Zonde, want het eten is er goed en een stuk voorde liger dan in de onpersoonlijke cof feeshop van het hotel, hoe veilig die er ook uitziet. En als je contact met de bevolking wilt dat geldt vrijwel overal op het door 160.000 mensen (en 60 nationaliteiten) be volkte eiland, moet je zelf begin nen. Er was maar één woord no dig of de brugwachter van de pontjesbrug, die z’n hap rijst met kerry ook in Kowloon wegsmik kelde, vertelde honderduit en dat geldt voor evenveel andere men sen, die zich eerst nors lieten ken nen, maar later volledig om sloegen. IK KEN IN IEDER GEVAL minstens twee mensen die daar van nooit iets zullen proeven. De twee cruisebezoekers, waarmee we in gesprek kwamen op een van de twee terrassen die het Mr. Dr. Da Costa Gomezplein op Punda rijk is. Ze waren van het schip naar het terras gesjokt, zeer aardi ge mensen overigens, en hielden het verder voor gezien, „tiet is al ons vierde eiland tijdens deze reis”, zuchtte de Engelsman en zijn vrouw voegde er aan toe dat ze maar weer snel aan boord gin gen voor de lunch, omdat het eten er zo geweldig was. Op al m’n suggesties nog even wat rond te kijken, en liever iets in de stad te eten, liep ik stuk op een muur van onwil- Vijfhonderd meter Cura sao was genoeg voor hen. On danks de hitte, die me altijd tro pisch loom maakt, wond ik me toch op over dat gebrek aan be langstelling. „Ach”, suste m’n reis genote, „daar moet je niet te zwaar An-tillen VOLGENDE KEER nog wat meer Curasao en neem ik u mee naar Bonaire, in grootte het twee de van de ABC-eilanden, maar met een kleine 9000 inwoners een minimaatschappijtje in de Carai- bische Zee. neer een kortgebroekte marineof ficier zich voor overleg naar het met statige markiezen uitgeruste paleis van de gouverneur in het Fort Amsterdam spoedt, waar op het binnenplein Nederlandse ma riniers nog steeds waken over de veiligheid van die door de konin gin benoemde eerste man van het eiland. IN AL DIE JAREN is er (uiter lijk zichtbaar) eigenlijk maar wei nig veranderd op Curasao. Het stadsgedeeltePietermaai aan Pundazijde in Willemstad waar ik ooit in een achtertuin een ka mer had ziet er verpauperd uit. En in de vele vervallen woningen langs de Pietermaaiweg hebben zich juffrouws van andere Cara- ïbische eilanden gevestigd, die in schaars gemeubileerde kamertjes en in ruil voor wat centjes zichzelf verkwanselen. De buurt is een doorn in het oog van het eilands- bestuur, dat er alles aan gelegen is zo spoedig mogelijk een einde te maken aan die situatie, zo vertelt me de goedmoedige Roberto Su riel, die een eigen televisiepro- grammaatje heeft en (als ambte naar) verantwoordelijk is voor de public relations van het eiland. Dat doet-ie met de grootst mogelij ke opgewektheid, zich daarbij al toos bedienende van zijn strijd kreet: „Zeg maar ja tegen het leven”.» DE PROSTITUTIE is op het ei land trouwens al vele jaren een professioneel geregelde zaak. Waar de Rotterdamse gemeente raad de handen vol heeft de moei lijkheden in Katendrecht te lijf te gaan en de handel in liefde een definitief nieuw onderkomen te geven, zijn de hoertjes op Curasao sinds jaar én dag samengebracht in het buiten de stad, bij Hato, gelegen Campo Alegre, kamp van de pret kortom, waar rond een centraal kantinegebouw huisjes staan gebouwd, waar de juf frouws hun klanten na een drankje aan de bar kunnen ontvangen. Vanuit de lucht lijken de gekleurde daken van Campo veel op een gezellig vakantiepark. Het verschil is dat in Campo niet gefotografeerd mag worden. VLAKBIJ LIGT DE kleine maar moderne Dr. Albert Ples- man-luchthaven. Het is al donker wanneer de DC-9 van de ALM, de eigen Antilliaanse Luchtvaart Maatschappij, me er neerzet. Ik ben via Amerika gereisd, via Mia mi, waarmee de ALM een zeer geregelde verbinding onderhoudt. CURAQAO. DE DOUANE zou voor „landgenoten” wat vriende lijker moeten zijn; de controle ge beurt zonder zelfs een glimlach en zeer nauwgezet. Het toestel was tot de laatste plaats bezet. Wat ook nogal eens gebeurt met cie KLM- machine, die tussen Amsterdam en Curasao vliegt. Op de Antillen wordt nogal eens kritiek geuit op de KLM, waarvan men vindt dat de --^^'s’gemaaKt op bet De ^84 werd gebouw van de gou die in 1734 mot’net meest tnOr.'Z,Depa^n t> oo0 HAITI CUBA >5SS«SS] j 'xL>n<L...- J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 25