BMW
J
i
aa
TUN HOTTINGA EERSTE PERSCHEF BISDOM HAARLEM
IK
Solidair, niet solitair
Pieter Mul
door Guillaume
Spiering
De anti-gevoelens in Europa
tegenover de islam en zijn belij
ders nemen toe. Voor de 47-
jarige drs. Jan Slomp in Leusden
moet dat wel een bittere conclu
sie zijn. Als predikant in algeme
ne dienst van de Gereformeerde
Kerken in Nederland is hij voort
durend bezig om de relatie tus
sen christenen en moslims hier
te lande te verbeteren. Hij doet
Een overstapje van Nieuwe Revu naar het bisdom Haarlem. Of zoals het op de
uitnodiging voor het afscheid stond: „van bloot naar het wijwater, ’t Is even wat
anders maar ik zal er niet in verdrinken.” Hoopvolle tekst van Tijn Hottinga, sinds
begin dit jaar perschef van het bisdom Haarlem. En dat na een journalistieke
carrière bij achtereenvolgens de destijds zeer roomse Volkskrant, de katholieke
Illustratie waarvan de naam ook boekdelen spreekt en tenslotte ruim elf jaar
Nieuwe Revu - een blad dat zich in wat andere richting heeft ontwikkeld.
Hottinga, nu 51 jaar: „Tijdens het gesprek met bisschop Zwartkruis in de loop van
de sollicitatieprocedure kwam Nieuwe Revu ook aan de orde. De bisschop
vertelde dat hij jaren aan de Illustratie verbonden is geweest als een soort censor.
Toen het katholieke weekblad samen met de oude Revu opging in Nieuwe Revu
is hem nog gevraagd om die positie te blijven bekleden. Hij heeft het niet gedaan
en daarmee is een hoop geduvel voorkomen. Ja, hij bleek zo’n beetje te weten
wat voor blad Revu nu is. Dat ik er werkte voor ik hier kwam heeft geen enkel
probleem opgeleverd.”
dat in samenwerking met de
rooms-katholieke priester Pieter
Backx in Den Bosch. Voor ds.
Slomp staat het vast dat meer
begrip voor en meer vertrouwen
in elkaar de problemen van nu
aanzienlijk kunnen indammen.
Emeritus-pastoor
Samen leven
In
Te weinig
Veel onbegrip
Opnh
overs
beke
(P-o.’
bijvoi
verze
zette
gevo
-
MS»
Geen spreekbuis
van de bisschop
Ds. Jan Slomp vecht tegen
onbegrip jegens moslims
;-:s
ÜÜKÏ
centrum over de islam voor Europa
en West-Europa. En alsof dat alle
maal nog niet voldoende is zit hij
ook nog in twintig nationale en in
ternationale commissies.
Ayatollah Hottinga, zoals collega’s hem
bestempelden toen de benoeming bekend
was geworden, grijpt naar een
handbeschreven vel papier als naar zijn
taken wordt gevraagd. Daarbij hoort
onder meer het verzorgen van de interne
communicatie in het bisdom Haarlem.
Dat nog niet iedereen doordrongen is van
verantwoording schuldig ben aan het
bestuur van het bisdom, niet aan de
bisschop persoonlijk al heeft hij wel
zitting in dat bestuur. Uiteraard stel ik me
wel loyaal op binnen de beleidslijnen
zoals die zijn uitgestippeld.
Om de gang van zaken binnen het bisdom
goed te leren kennen en om goed op de
hoogte te blijven heb ik gevraagd alle
vergaderingen die van belang zijn te
mogen bijwonen. Dat is ook zo geregeld.
Er is slechts één college waar ik niet
binnen kom, dat is bij de kanunniken. Zij
vormen een instantie die zich bezighoudt
met de opvolging van de bisschop.”
De opleiding van Jan Slomp was
gericht op Indonesië. Maar dit land
had in het begin van de jaren zestig
zijn grenzen voor kerkelijke werk
ers uit Nederland gesloten. Daarom
vertrok hij in maart 1964 naar Pa
kistan. Het voornaamste deel van
zijn werk daar betrof de verbete
ring van de relatie moslims-christe-
nen.
„Er is daar een christelijke min
derheid. Dus is het van het grootste
belang dat er tussen deze twee groe
peringen een goede verhouding be
staat en dat zij aan beide kanten
over de nodige informatie beschik
ken. Gebeurt dat niet, dan zijn de
gevolgen voor de minderheid niet te
Het v
autor
dat di
meer
Geef
verze
mach
dan 1
reker
prijst
moge
verst
data,
Onds
incas
rekei
Allee
beha
overs
Al ee
met 1
die zi
rekei
beetj
het g
over:
word
gewe
stilzi
zond
geld
DeG
servi
zo’n
telke
parti
wore
zo re
Aan
acht'
haar
zij d:
toep
kan
inste
geld
Thai
nog
eige
opdi
het i
Dat
verz
ovei
lidn
oms
Acht weken nu heeft Hottinga stoel,
bureau en telefoon in de nok van het
bisschoppelijk onderkomen aan de
Haarlemse Nieuwe Gracht. Over veel
meer beschikt hij niet in het voormalige
logeerkamertje van twee bij drieënhalve
meter. Ja, nog een wasbak in de hoek en
een pas veroverde archiefkast op een
ander plekje. De telex staat beneden op de
kamer bij de secretaris van de bisschop.
Het bisdom heeft bepaald niet als eerste in
Nederland een heuse perschef in dienst
genomen. En dat is even wennen.
Opvallend is het samengaan op de kale
muren in het vertrek van Hottinga’s oude
en nieuwe werkgever. Een klein
kleurenprentje van een zegenende paus
Johannes Paulus II en daar vlakbij een
wat forser uitgevallen exemplaar van een
kalender van drukkerij Smeets, een van
de vele dochters van uitgeverij-gigant
VNU.
’’Moet je doen,” was de reactie van twee
oude vakbroeders toen Hottinga voor zijn
benoeming eens losjesweg informeerde
naar het hoe en wat van het-perschef-in-
een-bisdom-zijn. Henk Kouwenhoven,
voorlichter van de Nederlandse
kerkprovincie, was nog een bekende uit
de jaren dat hij bij Panorame werkte.
Frans Oudejans, al jaren in die functie bij
bisdom Breda, was een collega van de
sportredactie bij de Volkskrant. Tijn
Hottinga duikt in de papieren als hem
gevraagd wordt naar het uitblijven van
een voorlichter in het bisdom Haarlem,
dat de katholieken van Noord-Holland in
zjjn regio heeft.
dering voor Albert Schweitzer en
diens werk. Wat zijn studie betreft
heeft hij lang geaarzeld tussen ge
schiedenis en theologie. Het werd
het laatste, omdat hij voor zen
dingswerk naar het buitenland wil
de. De colleges van professor J. H.
Bavinck hebben zijn belangstelling
voor de islam sterk gestimuleerd.
„Deze man kon sympathiek en zon
der kritiek over de islam vertellen”.
Behalve theologie studeerde Slomp
in Amsterdam ook islamologie en
Arabisch en daarna in Genève oe-
cumenica en islamkunde.
„Daarvoor moet je alle contacten
gebruiken die maar voorhanden
zijn, en je moet de dialoog perma
nent aan de gang houden. Dan ont
staat op een gegeven moment de
situatie dat de minderheid door de
meerderheid om hulp wordt ge
vraagd. De moslims lazen onze pu
blicaties en wij die van hen, voordat
deze werden uitgegeven. Daarmee
de presentie van een publiciteitsman is tot
op heden twee keer gebleken. „Ik heb al
echt een vervelende kwestie gehad.
Daarbij ging het om een emeritus-pastoor
in Egmond Binnen tegen wie een
aktiegroep ageerde. Dat is op een hele
vervelende manier in de krant terecht
gekomen. Van die zaak, die al tijden
sleepte, was ik niet op de hoogte gebracht
en dan zeg ik toch: potverdorie, had me
even ingelicht. Daarbij gaat het er niet om
de zaken toe te dekken. Wel kun je met
kerkbestuur, parochieraad en aktiegroep
overleggen hoe je op de beste manier
volledige informatie kunt geven. Het
andere geval betrof een uitlating van een
priester in een bestuurlijke functie. Die
man heeft zich op een ontactische manier
uitgelaten, dat had best anders gekund.”
Het meest concrete plan dat Hottinga voor
ogen staat is verandering van inhoud en
verspreiding van het bisdomblad Samen
Kerk dat nu een keer per twee maanden
Jan Slomp heeft het druk. Vier tot rijk, Cyprus en Rusland bezig met
vijf keer per week houdt hij ergens de oprichting van een informatie-
in het land een spreekbeurt of een
informatiebijeenkomst. Ook
schrijft hij artikelen, brochures en
boeken. Veel weekeinden verblijft
hij in het buitenland om met colle
ga’s en moslims te praten. Begrip
kweken tussen christenen èn mos
lims is geen zaak voor Nederland
alleen. Daarom is hij samen met
collega’s uit West-Duitsland, Enge
land, Zweden, Zwitserland, Frank-
Tijn Hottinga: van het bloot naar
het wijwater.
uitkomt. Het heeft een oplage van
tachtigduizend terwijl Noord-Holland
officieel tienmaal zoveel katholieken telt.
„Ik ben ervan overtuigd dat veel
gelovigen in de kerk geïnteresseerd zijn al
komen ze niet zo vaak meer in de kerk.
Maar ook buiten de katholieke kring
bestaat die belangstelling. In het eerste
nummer dat ik heb gemaakt is meer
geschreven over wat in de maatschappij
gebeurt. Samen Kerk is altijd wat meer
naar binnen gericht geweest, daar wil ik
verandering in brengen.
Ik wil het ook laten verspreiden in
instellingen als ziekenhuizen van allerlei
richting, militaire tehuizen, bibliotheken
etcetera. Dat kost natuurlijk geld dat ik
bijeen wil krijgen via advertenties. En die
hoeven beslist geen reclame te maken
voor priesterhemden en dat soort
artikelen. Bij Motorrevu heb ik genoeg
ervaring gekregen in het produceren van
een blad om het niet te willen proberen
met Samen Kerk.” Hottinga wijst echter
de de suggestie van de hand dat het de
bedoeling zou zijn de Katholieke
Illustratie te laten herleven.”
wordt voorkomen dat er fouten of
kwetsende onjuistheden in staan”.
„Uiteindelijk gaat het erom dat er
mogelijkheden worden geschapen
om samen té leven. Beide groepe
ringen willen dat. Die noodzaak
wordt nog niet altijd erkend. De
Nederlandse regering bestaat het
zelfs een wetenschappelijk rapport
over etnische minderheden te laten
verschijnen zonder dat die daarin
worden gekend”.
In het algemeen is er in ons land
nog veel te weinig aan voorlichting
gebeurd, meent ds. Slomp. De
brandpunten die nu veel aandacht
vragen zijn de situaties op scholen
met een groot aantal moslim-kinde-
ren en de samenlevingsproblemen.
Daarbij werkt ds. Slomp zoveel mo
gelijk samen met moslims.
„Óns werken en leven met mos
lims is een uitdaging met een reli
gieuze ondergrond. De samenleving
moet de zaak maatschappelijk be
naderen. Daarbij mag echter de re
ligie niet uit het oog worden verlo
ren. Het valt niet te ontkennen dat
er onoplosbare godsdienstige brok
ken zijn. Maar daarom kunnen
christenen en moslims maatschap
pelijk nog wel samen werken en
samen leven”.
overzien. ineen-
schrompeling en een uitholling van
de minderheid. Die wordt geïslami
seerd, waardoor de eigen identiteit
verloren gaat. Er wordt geen reke
ning gehouden met de cultuur van
de minderheid. En dat is uitermate
inhumaan. Concreet: minderheid
en meerderheid moeten elkaar goed
leren kennen”.
„Er is een hoop onbegrip en er
zijn veel vragen”, zegt ds. Slomp.
„Veel te veel om het alleen te kun
nen doen. Ik moet nogal wat werk
laten liggen, en dat is jammer, want
in Europa steekt de anti-islamstem-
ming steeds meer de kop op. Vooral
in West-Duitsland waar men nota
bene een verbinding legt naar de
jaren dertig toen daar het anti-semi-
tisme in alle hevigheid losbarstte.
Wij zitten in een negatieve periode.
Ik kan dat wel begrijpen, maar het
is maar ten dele terecht”.
Ds. Slomp ergert zich aan de schijn
heilige zelfrechtvaardiging in het
Westen. „Wij vinden dat we heel wat
rotte dingen over de islam kunnen
vertellen, maar men schijnt te ver
geten dat dit voor de moslims ten
opzichte van ons in grotere mate
geldt. De moslims zijn tegenover de
christenen veel toleranter geweest
dan andersom. Je mag het christen
dom niet beoordelen naar dominee
Paisley in Ierland, maar de islam
niet naar Khomeini. Dat laatste ge
beurt wèl, en dan is het voor mij
roeien tegen de stroom op”.
Ds. Slomp schroomt niet in mos-
lim-kringen te verklaren dat chris
tenen andere godsdiensten hebben
vervolgd op een manier die in fla
grante strijd was met het recht.
„Maar dat alles wil nog niet zeg
gen dat ik een propagandist van de
islam ben. Ik ben wel een pleitbe
zorger voor de moslims. Dat ik zelf
geen moslim ben, is een zaak van
geloofsovertuiging. Hun geloof is
op sommige punten strijdig met
mijn opvattingen. Zij zeggen dingen
over Jezus die ik niet kan aan
vaarden”.
Jan Slomp werd in 1932 in Heem-
se geboren, waar zijn vader predi
kant was. Hij had éd vroeg bewon-
Dat was het begin van een loopbaan in de
journalistiek. Sportverslaggever!] voor
Illustratie en later Nieuwe Revu, in totaal
24 jaar bij het VNU-concern. „Kort na het
begin van Nieuwe Revu hebben we veel
reacties gehad van abonnees van
Illustratie die waren meegegaan naar het
nieuwe blad. Nee, dat was toch niet wat ze
ervan verwacht hadden.” Vijfjaar later
legde ook het laatste katholieke weekblad
het loodje. De Tijd begon een onzekere
toekomst als weekblad.
Hottinga: „Ik wilde toch wel weg bij Revu.
Op een ontactische manier is men tekeer
gegaan tegen een aantal zaken en nu praat
ik heus niet alleen over het bloot. Naar
buiten uit heb ik me nooit solitair (als
eenling-red.) opgesteld, wel solidair. Zoals
je weet zijn er de nodige conflicten
geweest. Binnen de redactie was ik niet de
enige die het oneens was met de manier
waarop het blad zich ontwikkelde. Maar
in eerdere jaren heb ik toch dingen
kunnen doen waar ik met veel plezier aan
terugdenk. Het dagboek met Johan
Cruyff tijdens de WK voetbal van 1974,
voor verhalen heb ik nog de prijs
gekregen van de Stichting voor Draf- en
Rensport en in later jaren heb ik veel over
motorrennen geschreven. Op het laatst
besteedde ik veel tijd aan die jaarlijkse
uitgave Motorrevue.
Eind verleden jaar ben ik nog op een
afscheid geweest van een der VNU-
directeuren. Een man die bij wijze van
spreken liever gisteren dan vandaag
Nieuwe Revu had dichtgegooid. Hij
fleurde helemaal op toen ik zei dat het
misschien een troost voor hem was dat
een van de schrijvers in het blad perschef
bij het bisdom zou worden.”
Inmiddels zijn de eerste twee maanden
om voor de „intermediar”, zoals hij zich
noemt, de tussenpersoon tussen bisdom
en buitenwereld. Hottinga heeft gezegd
met journalistieke uitgangspunten te
willen werken. Eerlijkheid en openheid
zijn de eerste begrippen die hij noemt. „Ik
ben beslist geen bisschoppelijke
spreekbuis, niet His Masters Voice.
Allereerst niet omdat het mijn aard niet is.
Maar daarnaast is het zo dat ik
„Al in 1971 heeft een pauselijke commissie
een advies uitgebracht over de manier
waarop de kerk met de media zou moeten
omgaan. Toen al werd erop gewezen dat
communicatiemiddelen technische
hulpstukken zijn die je goed kunt
aanwenden. In de jaren daarna heeft er
wel een discussie plaatsgevonden binnen
het bisdom. Van het zoeken naar een
perschef was het nooit gekomen. De
secretaris deed dat werk er allemaal bij.
Maar vergeet ook niet dat het verschijnsel
van een publiciteitsman iets is dat pas de
laatste tien, vijftien jaar op gang is
gekomen. Ieder zichzelf respecterend
bedrijf heeft nu een dergelijke
functionaris. Van de bisdommen die nog
niet genoemd zijn weet ik bijvoorbeeld
zeker dat Roermond er een heeft terwijl
de collega in Rotterdam op het punt staat
te vertrekken.”
Tijn Hottinga zelf was meteen in de baan
geïnteresseerd toen de advertentie hem
onder ogen kwam. Enerzijds wilde hij wel
weg bij Revu, aan de andere kant heeft hij
zich altijd betrokken gevoeld bij het reilen
en zeilen van de katholieke kerk. Wellicht
niet zo vreemd voor iemand die opgroeide
in een katholiek gezin in Heerenveen. „Ik
geloof dat ze daar nog nooit een priester
uit eigen stad in de parochie hadden
gekend. Nou ja, er woonden ook maar
zeven- of achthonderd katholieken. Veel
middenstanders, die keken meer naar het
geld dan naar God.”
Jeugdige Tijn ging op twaalfjarige leeftijd
naar een kosthuis in het Brabantse, met
les op een gymnasium van de paters
Franciscanen. Na de middelbare school
studeerde hij zelfs nog twee jaar theologie
en een jaar filosofie. Op het moment van
geloften afleggen haakte hij af. De
roeping die hem vroeger had bezield had
plaatsgemaakt voor de zekerheid dat het
priesterschap niets voor hem was. „De
gebondenheid, de gehoorzaamheid zoals
ik die toen zag - dat was niets voor mij.”
i
J.
ï’y
i
st'” ®-'!-
Ar
II
/.-11 UivK