zeven reizen Interessante ontmoeting van twee jazztenoristen van niveau Griffin wèl, Dexter net niet naar top groots op NKO-concert Niveau van The Academy daalt Triad oubollig in Sinbads Elisabeth Söderström Grondlegger Otis Rush buit nostalgie uit Annet Nieuwenhuyzen zorgt voor onvergetelijke momenten a 11 MAANDAG 10 MAART 1980 10 Antoni Ros-Marba dirigeert efficiënt Bluesconcert werd langdradige vertoning KUNST na Fierling, die de bijnaam Moe- der Courage draagt. Zij lijkt het vleesgew rden pp rtunisme. Met haar huifkar met drank en andere begerenswaardige handel trekt zij mee met de legers. De oorlog wordt door haar achter volgd en bij de gratie daarvan AMSTERDAM. Bertolt Brechts toneelspel Mutter Coura ge und ihre Kinder, in 1939 in vijf weken tijd geschreven, is een dra matische kroniek die in eerste instantie bedoeld was als waar schuwing tegen de oorlog. Hoofd persoon is de marketentster An- e/ blijft ze in leven. Zelfs als Moeder Courage haar drie kinderen in de oorlog verloren heeft, keert zij de verschrikkingen niet de rug toe. Ze neemt zelf de dissel van haar kar op en de laatste woorden die van haar horen zijn: „Ik moet weer wat handel zien te krijgen, ik moet meef” Meeslepende Moeder Courage voorstelling bewijsvoering wordt genoemd, Annet Nieuwenhuyzen (rechts) en Hans Boswinkel als Moeder Courage en de legerkok in de voorstelling van het Publiekstheater. (Foto Kors van Bennekom). KO VAN LEEUWEN. >1 JOHN OOMKES i De Jom- uter- 1001. gen. ram- Ipro- cert. Cur- ram- naal. iktu- pro- nfor- >llen den i r op sche 3 rond ven- ■ring »oral ssen kin- echt elijk i de men AMSTERDAM. Voor muziekliefheb bers die prijs stellen op keurig afgewogen spel, waarbij de spontaneïteit dan naar het zoveelste plan is verschoven, heeft The Academy of St. Martin in the Fields nog altijd heel wat te bieden. Zelfs binnen het rijke aanbod van de grote jazzfestivals kom je niet goed aan je trekken als het er om gaat twee tenoristen van niveau - en dan nog werkend vanuit een zelfde traditie - te kunnen vergelijken. Zowel Griffin als Gordon hebben veel te danken aan Lester Young en Coleman Hawkins, al ligt er een wereld van verschil in de manier waarop beiden hun invloe den hebben verwerkt. En, in het geval van Gordon, de invloed die van hem uitging op het spel van anderen (Sonny Rollins, Stan Getz, Jimmy Heath), opnieuw oppikte en incorporeerde in zijn spel. Griffin, woonachtig in het Brabantse, maar in ons land niet veelvuldig te beluis teren, heeft eindelijk eens de moeite geno men om met een vast kwartet te gaan werken. Met name de ritmesectie met Kay Drummond als letterlijke zwaargewicht op bas en de vederlichte, maar stevig UTRECHT. Haarlem zal eind deze maand slechts één van de twee jazzcoryfeeën, die dit weekeinde voor een zeer redelijk gevulde grote zaal van het Utrechtse Vredenburg acte de présence gaven, te horen en te zien krijgen. En, het moet me van het hart, het is om twee redenen te betreuren dat in het Concertgebouw aan de Lange Begijnestraat op de 30e dezer alleen Dexter Gordon te aanschouwen zal zijn, en niet ene Johnny Grijfin met hem mee zal komen. gen zoals die in Bachs Vioolconcert in a- klein te horen waren. In het samenspel dat door Iona Brown met een enkel gebaar op gang gebracht en gehouden wordt, verloopt alles nog even soepel en sluitend. De interpretaties zijn daarbij in artistieke zin zelfs nog gladder geworden dan destijds, toen de romigheid nog weleens afgewisseld werd met een zekere natuurlijke ruigheid. Die afgemeten expressiviteit, die zoge noemd frisse tempi, alsmede de prakti sche verwerkelijking van wat doorsnee smaak en gevoeligheid in het musiceren betekenen, kan uiteraard een extra groot publiek bevallen. En dat deed het, getuige de reacties, danook nu weer in Amster dam, waar behalve het genoemde solocon cert, een Concerto grosso (opus 6 nr 7) van Hkndel en Wolfs Italiaanse Serenade voor de pauze het programma bepaalden. Niet alleen liefhebbers kunnen hun waardering voor dit spel motiveren; ken ners eveneens. Juist omdat deze benade- tikkende Kenny Washington (voorheen bij Betty Carter) vormt voor hem een basis waarop hij in elk gewenst tempo te keer kan trekken. Van zijn vroegere agressivi teit heeft - zo blijkt dan - de 52-jarige Griffin nog niets ingeboet. Ook nu blaast hij nog veel noten per kubieke meter bijeen, alsof hij nog bij Blakey of Lockjaw Davis werkt. 18.20 serie, vom edie. tage. st of film, aal. rijke nuancering komt de dramatische uitbeelding feilloos tot haar recht. Het belang van het symfonisch aandeel tot het programma van dit NKO-concert, lag zeker niet in de bleke sarabande Leja- na Villancico van Rodrigo, maar zoveel temeer in de Serenade nr. 2 opus 16, van Brahms. Een nisschien weinig tempera mentvolle maar prachtig fluctuerende en tot in de puntjes verzorgde uitvoering viel dit veel te weinig gespeelde werk ten deel. JOHAN VAN KEMPEN Pie- uit- ge- ver- Dat het spel beschaafd en per traditie haast computerized van dit beroemde en vanouds zo bijzonder gedisciplineerde ensemble ook nog steeds uiterst vakkun dig gebeurt, is wel zeker. Het gaat namelijk ook nu nog om een zelfde soort goed geoliede strjjkersmachi- nerie uit de tijd dat Neville Marriner de leiding had, ook al is de technische gaaf heid in de uitvoering duidelijk gezakt zoals deze zondagavond bleek. Concertmeesteres Iona Brown kan zich wat betreft de zuiverheid van intonatie weliswaar ook al niet meten met haar voorganger die deze Academy tot wereld klasse heeft opgevijzeld. Maar dan spreek ik allereerst over de solistische verrichtin- ring hand in hand gaat met doorgaans bijzonder getrouwe realisatie van het no tenbeeld. Dat de muziek op deze manier met nieu we creatieve impulsen geladen wordt, is echter moeilijk staande te houden. De agressieve aanval op sommige delen van Tsjaikovski’s Souvenir de Florance dient namelijk niet verward te worden met echt temperament en zeker niet met werkelijke affiniteit met deze, door Tsjaikovski ro- mantisch-muzikaal opgetekende reishe rinneringen. Toch was aan dit programma-onderdeel (na de pauze) in zijn geheel nog het meest te beleven. Er was in het algemeen veel klankkleurverschil en mede daardoor een duidelijk profiel. De soms verdoezelende weergave van de finale en het schrille geluid in bepaalde forte-passages, waren daarbij heel wat gemakkelijker voor lief te nemen dan de vrijwel constante braaf heid in het eerder gespeelde werk. JOHAN VAN KEMPEN spireerde begeleidingsband trok hij links en rechts wat vette bluenotes uit zijn kei hard afgestelde gitaar en .verjnaakte zich ondertussen kostelijk om al die rare blan ken die kennelijk hardnekkig bleven doordenken dat dit alles toch heel authen tiek was. Die ellenlange opeenstapelingen van willekeurige, traag getrokken vibratono- ten vormden het hoofdbestanddeel van het programma. Daartussendoor werden af en toe nog enige clichés verwoord over het ongeluk in de liefde. Zelden heb ik ooit zo’n onechte en langdradige vertoning meegemaakt. Met blues had het in ieder geval niets te maken. JOOST NIEMÖLLER taat gebruikt, zoals bij het in puin gescho ten dorp of bij de scène waarin zij een kerk suggereren. De sterke wissel die ik met deze recensie getrokken heb op de mij toegemeten ruimte in deze krant, dwingt mij tot de slotopmerking dat het Publiekstheater onder de gastregie van Oosthoek tot een knappe prestatie is gekomen. Een voor stelling waarbij een zorgvuldig evenwicht tussen acteren, belichting, decor en mu ziek voor een in vrijwel alle opzichten heerlijke toneelbelevenis zorgen. Op 19 maart te zien in de Haarlemse Stads schouwburg. nine oog voor Brechts epische motieven, waar bij hij tegelijk zicht biedt op de menselijk heid en de verhulde tragiek van een aantal personages. Daarmee is het mogelijk ge worden dat Annet Nieuwenhuyzen op een overrompelende wijze een Moeder Coura ge laat zien, waarop tal van menselijke facetten achter een hard en vastberaden masker voelbaar zijn. Annet Nieuwehuy- zen houdt Anna Fierling in stand als een materialiste met haar op d’r tanden, en een gewiekste profiteur, een kerel van een wijf. Maar tussendoor laat zij ruimte voor twijfel aan het zichtbare onmenselijke. Ze zorgt voor enkele onvergetelijke momen ten, zoals bij de identificatiescène, waarin zij aan een minimum aan expressie vol doende heeft om ontroerende zeggings kracht uit te stralen. Bovendien beschikt Nieuwenhuyzen over een prachtige zang stem, zodat ook haar gezongen teksten even effectief als wondermooi klinken. De Theo Mann-Bouwmeesterring heeft zij al en ik zou er op dit moment geen waardi ger bestemming voor weten. Om even bij de spelprestaties -— die over de gehele linie op hoog niveau liggen te blijven: Celia Nufaar levert ook al een intrigerende karakterisering in de zo moeilijke rol van de stomme dochter Ka- trien, die haar angstig makend inzicht in tegenstelling tot haar moeder wèl in dienst van de oprechtheid wil stellen en dat met de dood moet bekopen. Frans Vorstman schittert als de veldprediker die door de omstandigheden gedwongen in UTRECHT. „I’am always at the right place at the wrong time” zong Otis Rush en met een mistroostig gezicht hield hij daarbij een net gebroken gitaarsnaar in de lucht. Het was een van de schaarse leuke momenten in zijn optreden van gisteravond wat verder meer associaties opriep met een museum dan met levende muziek. Dexter Gordon: half-ernstige, half-quasi theatraliteit. (Foto Lex van Rossen) De pracht en praal waarmee het Rothe- ater deze sprookjes op toneel zette houdt Triad verre van zich. De zeven acteurs dragen slechts een maillot. Degene die Sindbad speelt krijgt een turkoise sjaal omgehangen. Het toneel is kaal. Zoiets roept bij mij meteen al associaties op met termen als moderna en artistiek uit de jaren vijftig. Toch kan zo’n afkeer onjuist zijn. De meest overleefde toneelvorm kan, mits goed gebracht, een verrassing bie den. Triad maakt echter alle sombere voorgevoelens waar. Acteurs die in een grillige houding een boom staan uit te beelden. Acteurs die met stokken in de hand en „ho-ha” zingzeggend zowel de zee als het varen voorstellen. Nog erger is een scène waarin iemand smakken mimed dat hij repen vlees van een collega afschijdt en verslindt. Zelfs voor de poppenkast lijkt me dat te oubollig. Naar de grond staren en hopen dat het voorbij gaat vind ik in zo’n geval het enige. Achter de voorstelling steekt het op zich aardige idee om de sprookjeswereld van Sindbad te ontnuchteren Maar dan had den ze het consequent en met enig psycho logisch inzicht moeten doen. De manier waarop nu te hooi en te gras aan koningen en kooplieden menselijke ondeugden wor den opgehangen is voor de hand liggend en lui. Met dezelfde losse pols kregen de zeven avonturen van Sindbad ieder een eigen karakter mee. Het eerste heet vol gens de programmatekst „Heroisch” te zijn, het tweede „pastoraal”, enzovoort. Meestal was het er met de beste wil niet in te zien. Nummer 5 „Cabaret” werd inder daad gezongen, en was door zijn korte en vlotte presentatie het aardigste van de zeven. Hoe kinderlijk ook om „Surrealis me” (de vierde reis, die deels in een graf kelder speelt) te verbeelden door halflicht en mysterieus gezang. Het is onbegrijpe lijk dat volwassenen dit op de planken brengen. De acteerkwaliteiten liepen erg uiteen. De drie acteurs die alternerend Sindbad speelden waren duidelijk beter dan de res t, vooral Noel Gordon, die s om: werke lijk kans zag een beweging (b.v. waar hij een engel speelt) suggestief te doen zijn, en die bovendien een leuke uitstraling naar de zaal heeft. Triad trekt sinds 1978 rond door Enge land, Duitsland en Nederland. Gaan die mensen nooit toneel van anderen zien? vraag je je af. Volgend seizoen willen ze Macbeth gaan spelen, hopelijk kijken ze voor die tijd eens kritisch om zich heen. ALMA POST. De tweede reden waarom Haarlemmers moeten betreuren dat deze ontmoeting tussen „Dex” en „Griff” niet ook in de Spaarnestad bij te wonen zal zijn, ligt in de omstandigheid dat beiden de krachten hebben gebundeld op Gordons laatste al bum, dat niet voor niets de titel Great Encounters meekreeg. In Utrecht lag het in de bedoeling dat de giganten eikaars krachten na afloop van beider sets in een battle zouden meten, maar of het na zo’n vier uur blazen nog van Sonny Stitts The Blues Up and Down met zijn snelle maat wisselingen is gekomen, weet ik helaas niet, omdat de avond nogal uitliep. Dexter is in een wat mindere vorm dan gebruike lijk, mogelijk ook omdat zijn half-ernsti- ge, half-quasi theatrale podiumgedrag de aandacht van het samenspel nogal eens afleidt. Zijn toon is dieper, ronder en omvangrjjker dan die van Griffin, maar zijn spel is binnen de mogelijkheden vair zijn voortreffelijk congruent musicerende ensemble toch minder avontuurlijk. Met grote sonoriteit wrocht hij zich door Fried Bananas, Randy Weston’s Hi Flying en Jimmy Heath’s The Gingerbread Boy heen. RO. Hil- sver traf, een en aan- nen zaal tun- Fer- ioek ohn raar jrs” Otis Rush staat te boek als een van de grondleggers van de Chicago-blues. Een stijl die zich in de tweede helft van de jaren veertig ontwikkelde als gevolg van een immigratiegolf van aanvankelijke plantageslaven uit het zuidelijke platte land naar de noordelijke steden van de Verenigde Staten. Voor het eerst ging men toen de blues in kleine, elektrisch ver sterkte combo’s spelen. Daarmee werd de grondslag gelegd voor -.de hedendaagse rockmuziek. Rush leek zich van zijn historisch be lang maar al te goed bewust te zijn. Zijn aanwezigheid op zich was al voldoende, een echte prestatie hoefde niet meer gele verd te worden. Heel wat mensen hadden er maar liefst 12,50 voor over gehad om, gewapend met fototoestellen het authen tieke wonder te kunnen bezichtigen. Otis Rush liet zich die situatie met weerzin wekkende gemakzuchtigheid aanleunen en rotzooide tweeënhalf uur maar wat aan. Begeleid door een volkomen ongeïn- och- m 2. ling, r en Am- ■eni- toe- be lten .liet- j d. om leze sver sco- van van ord, rou- i. RO. Hil- on- laat- ge- van indt vor- nu Nog pas drie jaar geleden dus. Verwon derlijk eigenlijk. Want Elisabeth Söder ström, die als sinds 1950 aan de opera van Stokholm verbonden is, heeft al een ruim twintigjarige internationale carrière ach ter de rug, waarbij zij onder meer bij de Metropolitan Opera van New York voor een keur van glansrollen werd geënga geerd. Vorig jaar baarde zij enig opzien door zich op een door haar in de Amsterdamse Sonesta Koepelzaal gegeven recital, (overigens voortreffelijk) te laten begelei den door onze landgenoot Ed Spanjaard de huidige assistent-dirigent van het .Concertgebouworkest in plaats van door een pianist met een onwankelbare reputatie op dit specialistische vak. Concert: Dexter Gordon Kwartet en Johny Griffin Kwartet in Muziekcen trum Vredenburg te Utrecht. Bezetting Dexter Gordon Kwartet: Dexter Gordon (tenorsax), Kirk Light sey (piano), John Herd (bas) en Eddie Gladden (drums). Bezetting Johnny Griffin Kwartet: Johnny Griffin (tenorsax), Ronnie Matthews (piano), Ray Drummond (bas) en Kenny Washington (drums). Utrecht, 8 maart 1980. Ook op haar liederenavond werd toen 'duidelijk da bij Söderström de kracht van haar talent en vermogens op het gebied van de dramatiek ligt. Dat merkte je door- dat tijdens haar voordracht in overigens knap, intelligent en mooi gezongen liede ren, de vonk toch pas oversloeg déér waar zij min of meer theater kon maken. Daar kreeg Elisabeth Söderström nu de kans voor in de Scena di Berenice van Haydn, waarin zowel de muziek als de tekst van een spanning werd vervuld, die •de luisteraar dwong zich op haar vertol- 'kingsgolflengte af te stemmen. Die omstandigheid werd mede veroor zaakt door de intensiteit in het begelei dend musiceren van het Nederlands Ka merorkest, dat steeds evenals op de concerten in het verleden uitstekend op de sobere gebaren van Antoni Ros-Marba reageert. Ook in de door Benjamin Brit ten op de grillige poëzie van Rimbaud gecomponeerde cyclus Les Illuminations, werkte de samenwerking tussen soliste, dirigent en orkest op die manier impone rend uit. Al is Söderströms tamelijk donker ge kleurde maar in alle regionen helder en soms zelfs marmerachtig klinkende stem niet overal tot een uitgesproken warme expressie in staat, door middel van een Academy of St. Martin in the Fields, concert in de orkestserie van impre sariaat De Koos. Muzikale leiding: concertmeesteres Iona Brown. Pro gramma: Handel, Wolf, Bach, Tsjai-i kovski. Concertgebouw Amsterdam, 9 maart 1980. AMSTERDAM. Groot enthousiasme wekte deze zaterdagavond Elisabeth Söder ströms solistisch optreden bij het Nederlands Kamerorkest. Al is deze Zweedse sopraan reeds 50 jaar oud, eerst in 1977 liet zij zich voor de eerste maal in ons land horen, en wel in Strauss’ Vier letste Lieder; in een voorname en indringende uitvoering met het Concertgebouworkest. Nederlands Kamerorkest, abonne mentsconcert nr 9. Dirigent: Antoni Ros-Marba. Soliste: Elisabeth Söder ström, sopraan. Programma: Rodrigo, Britten, Haydn, Brahms. Concertge bouw Amsterdam, 8 maart 1980. Concert: Otis Rush in Muziekcen trum Vredenburg, Utrecht. Otis Rush: gitaar, zang, Bob Levis: gitaar, Robert Strokes: basgitaar, Jesse Lewis Green: drums. Utrecht, 9 maart 1980. Voorstelling: Seven faces of Sind bad, geschreven en gerigisseerd door John Strehlow. Groep: The Triad sta ge company. Met: Edmund Dehn, Da vid Clisby, Noel Gordon, James Ha gan, Wayne Condo, Angelo Salaman ca, Nani McMullin. Voorstelling ge zien op 8 maart in de Haarlemse Stadsschouwburg. ,t Moeder Courage speelt tijdens de der tigjarige oorlog in de eerste helft van de zeventiende eeuw. Godsdienstige en eco nomische motieven lagen vooral ten grondslag aan deze vaak bloedige strijd, die over bijna geheel Europa werd uitge smeerd. Om zijn waarschuwing zo sober mogelijk te laten klinken, laat Brecht in zijn stuk gewone mensen aan het woord. Hij kiest daarbij voor wat wel de omge keerde 1 want de personenen die geen moeite heb ben hun principes aan te passen, blijken zichzelf te kunnen handhaven. Juist door te kiezen voor de materialistische Anna Fierling als hoofdpersoon zet Brecht zijn oproep tot verzet kracht bij, tekent hij de gevaarlijke uitwerking van de macht van de oorlog. Brecht was de meester van het epische toneel, waarbij het verstand niet overwoekerd mocht owrden door het ge voel. Voor alles moest zijn toneel verha lend zijn. „Een episch acteur is niet geïnte resseerd in het oproepen van tragische stemmingen”, heeft Brecht zelf eens ge zegd. Maar hij achtte evenwel een tragi sche stemming toelaatbaar „wanneer een voorstelling, die de historische en bruik bare kant van de maatschappelijke Btt grondslag beoogt, zo’n stemming zou op- Ng - roepen”. het kielzog van Moeder Courage mee trekt. De dominee in hem blijft herken baar, maar dat gebeurt zonder enig ge makzuchtig effect. Hans Boswinkel is nuchter en komisch als de legerkok die het ook van de oorlog moet hebben en Henk Reijn en Alexander van Heteren maken van de toch wel schaars uitge werkte rollen van Courage’s zoons ook weer aparte belevenissen. Grotesk, maar knap uitgespeeld, laat Petra Laseur de revenues zien welke de legerprostitutie kan opleveren en haar Lied van het Fra- temiseren presenteert zij als een regel recht variété-artieste. Peter Oosthoek heeft zijn ruimtelijke regieopvatting knap kunnen realiseren binnen de beperkte mogelijkheden die ook het toneel van de Amsterdamse Stadsschouwburg hem daarvoor bieden. De muzikanten, onder voortreffelijk lei ding van Bob Zimmerman, zitten op een steiger-achtige stellage midden op het speelplan. Daar omheen en tussendoor bewegen de spelers zich en trekt ook de wagen van Moeder Courage voort. Ver naar achteren suggereert een geraffineer de belichting de verschillende stemmin gen. Het bloedige van de oorlog blijft slechts beperkt tot een fel rood oplichten van die opgeving; de momenten van bitte re werkelijkheid (die waarin Courage oog in oog staat met haar zwakheden) worden in schril wit licht geaccentueerd. Reusach tige verplaatsbare bunkerachtige zetstuk ken worden vaak met verbluffend resul- Zowel in de up-tempostukken, waarin Griffin de gevarieerde akkoordensche ma’s nimmer als excuus gebruikt om min der aan toonvorming te doen, als in een schitterende ballade als Ellingtons Sphis- ticated Lady, steekt Griffin Gordon de loef af, hoewel zjjn kwartet minder een geheel vormt dan Dexters ploeg. De soli van Washington weten wel de aandacht vast te houden, maar zijn nog te weinig gecomprimeerd, terwijl de as van'Griffing en Drummond alleen in de langzame de len van Soft and Furry - en dan opeens subliem - werkt. Zijn karakteristieke, erotisch geladen spel met afwisselend versnellingen en lang aangehouden tonen werkt nog altijd koortsachtig uit; niet het minst op zijn kwartet, dat in het parafraseren van de thematiek nauw bij de gedachtenwereld van Dexter aansluit. Gordon bouwt zo doende, ondanks de „loaded” indruk die hij maakt, toch in muzikale zin spanning op om van een goed concert te kunnen spreken. Maar zijn werkelijke top ligt hoger. Voorstelling: Moeder Courage (Mut ter Courage und ihre Kinder) van Ber tolt Brecht. Gezelschap: Publieksthe ater. Regie: Peter Oosthoek. Decor en kostuums: Herman van Elteren. Mu ziek: Paul Dessau, Hanns Eisler, Bob Zimmerman (bewerkt door Zimmer man). Belangrijkste spelers: Annet Nieuwenhuyzen, Celia Nufaar, Petra Laseur, Frans Vorstman, Hans Bos winkel, Henk Reijn en Alexander van Heteren. Uitvoerende musici: Hans Braber (slagwerk), Hans Meijdam (so- praansax), Rob Zeelenberg (bas) en Bob Zimmerman (toetsinstrumenten). De (ingekorte) vertaling van Gerrit Kouwenaar werd gebruikt. Première: 8 maart, Stadsschouwburg Am sterdam. HAARLEM. Het peil van Austra lisch toneel in het algemeen ken ik niet, maar het optreden van The Triad stage company, zaterdag in de Haarlemse schouwburg, doet het ergste vermoeden. De door Triad als ongekend progressief aangekondigde voorstelling behandelt de zeven reizen van Sindbad de zeeman, uit 1001 nacht. De voorstelling die het Publiekstheater nu onder regie van Peter Oosthoek heeft uitgebracht, raakt zulke uitspraken van de auteur direct. Het opportunisme en het materialisme dat door de verschillende personages met Anne Fierling voorop wordt uitgedragen, krijgt in deze even indrukwekkende als evenwichtige ensce- nering de volle aandacht. De wens tot zelfbehoud maakt elke menselijke (èn on menselijke) karakterwending mogelijk en geloofwaardig. Een hoogtepunt daarbij vormt de scène waarin Moeder Courage weigert haar gefusilleerde zoon bij de gedwongen indentificatie als de hare te herkennen. In een meeslepende voorstelling houdt Oosthoek als regisseur voortdurend open

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 11