zeven reizen
Interessante ontmoeting van twee jazztenoristen van niveau
Griffin wèl, Dexter net niet naar top
groots op NKO-concert
Niveau van
The Academy
daalt
Triad oubollig
in Sinbads
Elisabeth Söderström
Grondlegger Otis Rush
buit nostalgie uit
Annet Nieuwenhuyzen zorgt voor onvergetelijke momenten
a
11
MAANDAG
10 MAART
1980
10
Antoni Ros-Marba dirigeert efficiënt
Bluesconcert werd langdradige vertoning
KUNST
na Fierling, die de bijnaam Moe-
der Courage draagt. Zij lijkt het
vleesgew rden pp rtunisme.
Met haar huifkar met drank en
andere begerenswaardige handel
trekt zij mee met de legers. De
oorlog wordt door haar achter
volgd en bij de gratie daarvan
AMSTERDAM. Bertolt
Brechts toneelspel Mutter Coura
ge und ihre Kinder, in 1939 in vijf
weken tijd geschreven, is een dra
matische kroniek die in eerste
instantie bedoeld was als waar
schuwing tegen de oorlog. Hoofd
persoon is de marketentster An-
e/
blijft ze in leven. Zelfs als Moeder
Courage haar drie kinderen in de
oorlog verloren heeft, keert zij de
verschrikkingen niet de rug toe.
Ze neemt zelf de dissel van haar
kar op en de laatste woorden die
van haar horen zijn: „Ik moet
weer wat handel zien te krijgen,
ik moet meef”
Meeslepende Moeder Courage
voorstelling
bewijsvoering wordt genoemd, Annet Nieuwenhuyzen (rechts) en Hans Boswinkel als Moeder Courage en de legerkok in de voorstelling van het Publiekstheater. (Foto Kors
van Bennekom).
KO VAN LEEUWEN.
>1
JOHN OOMKES
i De
Jom-
uter-
1001.
gen.
ram-
Ipro-
cert.
Cur-
ram-
naal.
iktu-
pro-
nfor-
>llen
den
i
r op
sche
3
rond
ven-
■ring
»oral
ssen
kin-
echt
elijk
i de
men
AMSTERDAM. Voor muziekliefheb
bers die prijs stellen op keurig afgewogen
spel, waarbij de spontaneïteit dan naar
het zoveelste plan is verschoven, heeft
The Academy of St. Martin in the Fields
nog altijd heel wat te bieden.
Zelfs binnen het rijke aanbod van de
grote jazzfestivals kom je niet goed aan je
trekken als het er om gaat twee tenoristen
van niveau - en dan nog werkend vanuit
een zelfde traditie - te kunnen vergelijken.
Zowel Griffin als Gordon hebben veel te
danken aan Lester Young en Coleman
Hawkins, al ligt er een wereld van verschil
in de manier waarop beiden hun invloe
den hebben verwerkt. En, in het geval van
Gordon, de invloed die van hem uitging op
het spel van anderen (Sonny Rollins, Stan
Getz, Jimmy Heath), opnieuw oppikte en
incorporeerde in zijn spel.
Griffin, woonachtig in het Brabantse,
maar in ons land niet veelvuldig te beluis
teren, heeft eindelijk eens de moeite geno
men om met een vast kwartet te gaan
werken. Met name de ritmesectie met Kay
Drummond als letterlijke zwaargewicht
op bas en de vederlichte, maar stevig
UTRECHT. Haarlem zal eind deze maand slechts één van de twee jazzcoryfeeën,
die dit weekeinde voor een zeer redelijk gevulde grote zaal van het Utrechtse
Vredenburg acte de présence gaven, te horen en te zien krijgen. En, het moet me van
het hart, het is om twee redenen te betreuren dat in het Concertgebouw aan de Lange
Begijnestraat op de 30e dezer alleen Dexter Gordon te aanschouwen zal zijn, en niet
ene Johnny Grijfin met hem mee zal komen.
gen zoals die in Bachs Vioolconcert in a-
klein te horen waren.
In het samenspel dat door Iona Brown
met een enkel gebaar op gang gebracht en
gehouden wordt, verloopt alles nog even
soepel en sluitend. De interpretaties zijn
daarbij in artistieke zin zelfs nog gladder
geworden dan destijds, toen de romigheid
nog weleens afgewisseld werd met een
zekere natuurlijke ruigheid.
Die afgemeten expressiviteit, die zoge
noemd frisse tempi, alsmede de prakti
sche verwerkelijking van wat doorsnee
smaak en gevoeligheid in het musiceren
betekenen, kan uiteraard een extra groot
publiek bevallen. En dat deed het, getuige
de reacties, danook nu weer in Amster
dam, waar behalve het genoemde solocon
cert, een Concerto grosso (opus 6 nr 7) van
Hkndel en Wolfs Italiaanse Serenade voor
de pauze het programma bepaalden.
Niet alleen liefhebbers kunnen hun
waardering voor dit spel motiveren; ken
ners eveneens. Juist omdat deze benade-
tikkende Kenny Washington (voorheen bij
Betty Carter) vormt voor hem een basis
waarop hij in elk gewenst tempo te keer
kan trekken. Van zijn vroegere agressivi
teit heeft - zo blijkt dan - de 52-jarige
Griffin nog niets ingeboet. Ook nu blaast
hij nog veel noten per kubieke meter
bijeen, alsof hij nog bij Blakey of Lockjaw
Davis werkt.
18.20
serie,
vom
edie.
tage.
st of
film,
aal.
rijke nuancering komt de dramatische
uitbeelding feilloos tot haar recht.
Het belang van het symfonisch aandeel
tot het programma van dit NKO-concert,
lag zeker niet in de bleke sarabande Leja-
na Villancico van Rodrigo, maar zoveel
temeer in de Serenade nr. 2 opus 16, van
Brahms. Een nisschien weinig tempera
mentvolle maar prachtig fluctuerende en
tot in de puntjes verzorgde uitvoering viel
dit veel te weinig gespeelde werk ten deel.
JOHAN VAN KEMPEN
Pie-
uit-
ge-
ver-
Dat het spel beschaafd en per traditie
haast computerized van dit beroemde
en vanouds zo bijzonder gedisciplineerde
ensemble ook nog steeds uiterst vakkun
dig gebeurt, is wel zeker.
Het gaat namelijk ook nu nog om een
zelfde soort goed geoliede strjjkersmachi-
nerie uit de tijd dat Neville Marriner de
leiding had, ook al is de technische gaaf
heid in de uitvoering duidelijk gezakt
zoals deze zondagavond bleek.
Concertmeesteres Iona Brown kan zich
wat betreft de zuiverheid van intonatie
weliswaar ook al niet meten met haar
voorganger die deze Academy tot wereld
klasse heeft opgevijzeld. Maar dan spreek
ik allereerst over de solistische verrichtin-
ring hand in hand gaat met doorgaans
bijzonder getrouwe realisatie van het no
tenbeeld.
Dat de muziek op deze manier met nieu
we creatieve impulsen geladen wordt, is
echter moeilijk staande te houden. De
agressieve aanval op sommige delen van
Tsjaikovski’s Souvenir de Florance dient
namelijk niet verward te worden met echt
temperament en zeker niet met werkelijke
affiniteit met deze, door Tsjaikovski ro-
mantisch-muzikaal opgetekende reishe
rinneringen.
Toch was aan dit programma-onderdeel
(na de pauze) in zijn geheel nog het meest
te beleven. Er was in het algemeen veel
klankkleurverschil en mede daardoor een
duidelijk profiel. De soms verdoezelende
weergave van de finale en het schrille
geluid in bepaalde forte-passages, waren
daarbij heel wat gemakkelijker voor lief
te nemen dan de vrijwel constante braaf
heid in het eerder gespeelde werk.
JOHAN VAN KEMPEN
spireerde begeleidingsband trok hij links
en rechts wat vette bluenotes uit zijn kei
hard afgestelde gitaar en .verjnaakte zich
ondertussen kostelijk om al die rare blan
ken die kennelijk hardnekkig bleven
doordenken dat dit alles toch heel authen
tiek was.
Die ellenlange opeenstapelingen van
willekeurige, traag getrokken vibratono-
ten vormden het hoofdbestanddeel van
het programma. Daartussendoor werden
af en toe nog enige clichés verwoord over
het ongeluk in de liefde. Zelden heb ik ooit
zo’n onechte en langdradige vertoning
meegemaakt. Met blues had het in ieder
geval niets te maken.
JOOST NIEMÖLLER
taat gebruikt, zoals bij het in puin gescho
ten dorp of bij de scène waarin zij een
kerk suggereren.
De sterke wissel die ik met deze recensie
getrokken heb op de mij toegemeten
ruimte in deze krant, dwingt mij tot de
slotopmerking dat het Publiekstheater
onder de gastregie van Oosthoek tot een
knappe prestatie is gekomen. Een voor
stelling waarbij een zorgvuldig evenwicht
tussen acteren, belichting, decor en mu
ziek voor een in vrijwel alle opzichten
heerlijke toneelbelevenis zorgen. Op 19
maart te zien in de Haarlemse Stads
schouwburg.
nine
oog voor Brechts epische motieven, waar
bij hij tegelijk zicht biedt op de menselijk
heid en de verhulde tragiek van een aantal
personages. Daarmee is het mogelijk ge
worden dat Annet Nieuwenhuyzen op een
overrompelende wijze een Moeder Coura
ge laat zien, waarop tal van menselijke
facetten achter een hard en vastberaden
masker voelbaar zijn. Annet Nieuwehuy-
zen houdt Anna Fierling in stand als een
materialiste met haar op d’r tanden, en
een gewiekste profiteur, een kerel van een
wijf. Maar tussendoor laat zij ruimte voor
twijfel aan het zichtbare onmenselijke. Ze
zorgt voor enkele onvergetelijke momen
ten, zoals bij de identificatiescène, waarin
zij aan een minimum aan expressie vol
doende heeft om ontroerende zeggings
kracht uit te stralen. Bovendien beschikt
Nieuwenhuyzen over een prachtige zang
stem, zodat ook haar gezongen teksten
even effectief als wondermooi klinken. De
Theo Mann-Bouwmeesterring heeft zij al
en ik zou er op dit moment geen waardi
ger bestemming voor weten.
Om even bij de spelprestaties -— die
over de gehele linie op hoog niveau liggen
te blijven: Celia Nufaar levert ook al
een intrigerende karakterisering in de zo
moeilijke rol van de stomme dochter Ka-
trien, die haar angstig makend inzicht in
tegenstelling tot haar moeder wèl in
dienst van de oprechtheid wil stellen en
dat met de dood moet bekopen. Frans
Vorstman schittert als de veldprediker die
door de omstandigheden gedwongen in
UTRECHT. „I’am always at the right place at the wrong time” zong Otis Rush en
met een mistroostig gezicht hield hij daarbij een net gebroken gitaarsnaar in de lucht.
Het was een van de schaarse leuke momenten in zijn optreden van gisteravond wat
verder meer associaties opriep met een museum dan met levende muziek.
Dexter Gordon: half-ernstige, half-quasi
theatraliteit.
(Foto Lex van Rossen)
De pracht en praal waarmee het Rothe-
ater deze sprookjes op toneel zette houdt
Triad verre van zich. De zeven acteurs
dragen slechts een maillot. Degene die
Sindbad speelt krijgt een turkoise sjaal
omgehangen. Het toneel is kaal. Zoiets
roept bij mij meteen al associaties op met
termen als moderna en artistiek uit de
jaren vijftig. Toch kan zo’n afkeer onjuist
zijn. De meest overleefde toneelvorm kan,
mits goed gebracht, een verrassing bie
den. Triad maakt echter alle sombere
voorgevoelens waar. Acteurs die in een
grillige houding een boom staan uit te
beelden. Acteurs die met stokken in de
hand en „ho-ha” zingzeggend zowel de zee
als het varen voorstellen. Nog erger is een
scène waarin iemand smakken mimed dat
hij repen vlees van een collega afschijdt
en verslindt. Zelfs voor de poppenkast
lijkt me dat te oubollig. Naar de grond
staren en hopen dat het voorbij gaat vind
ik in zo’n geval het enige.
Achter de voorstelling steekt het op zich
aardige idee om de sprookjeswereld van
Sindbad te ontnuchteren Maar dan had
den ze het consequent en met enig psycho
logisch inzicht moeten doen. De manier
waarop nu te hooi en te gras aan koningen
en kooplieden menselijke ondeugden wor
den opgehangen is voor de hand liggend
en lui. Met dezelfde losse pols kregen de
zeven avonturen van Sindbad ieder een
eigen karakter mee. Het eerste heet vol
gens de programmatekst „Heroisch” te
zijn, het tweede „pastoraal”, enzovoort.
Meestal was het er met de beste wil niet in
te zien. Nummer 5 „Cabaret” werd inder
daad gezongen, en was door zijn korte en
vlotte presentatie het aardigste van de
zeven. Hoe kinderlijk ook om „Surrealis
me” (de vierde reis, die deels in een graf
kelder speelt) te verbeelden door halflicht
en mysterieus gezang. Het is onbegrijpe
lijk dat volwassenen dit op de planken
brengen.
De acteerkwaliteiten liepen erg uiteen.
De drie acteurs die alternerend Sindbad
speelden waren duidelijk beter dan de
res t, vooral Noel Gordon, die s om: werke
lijk kans zag een beweging (b.v. waar hij
een engel speelt) suggestief te doen zijn,
en die bovendien een leuke uitstraling
naar de zaal heeft.
Triad trekt sinds 1978 rond door Enge
land, Duitsland en Nederland. Gaan die
mensen nooit toneel van anderen zien?
vraag je je af. Volgend seizoen willen ze
Macbeth gaan spelen, hopelijk kijken ze
voor die tijd eens kritisch om zich heen.
ALMA POST.
De tweede reden waarom Haarlemmers
moeten betreuren dat deze ontmoeting
tussen „Dex” en „Griff” niet ook in de
Spaarnestad bij te wonen zal zijn, ligt in
de omstandigheid dat beiden de krachten
hebben gebundeld op Gordons laatste al
bum, dat niet voor niets de titel Great
Encounters meekreeg. In Utrecht lag het
in de bedoeling dat de giganten eikaars
krachten na afloop van beider sets in een
battle zouden meten, maar of het na zo’n
vier uur blazen nog van Sonny Stitts The
Blues Up and Down met zijn snelle maat
wisselingen is gekomen, weet ik helaas
niet, omdat de avond nogal uitliep. Dexter
is in een wat mindere vorm dan gebruike
lijk, mogelijk ook omdat zijn half-ernsti-
ge, half-quasi theatrale podiumgedrag de
aandacht van het samenspel nogal eens
afleidt. Zijn toon is dieper, ronder en
omvangrjjker dan die van Griffin, maar
zijn spel is binnen de mogelijkheden vair
zijn voortreffelijk congruent musicerende
ensemble toch minder avontuurlijk. Met
grote sonoriteit wrocht hij zich door Fried
Bananas, Randy Weston’s Hi Flying en
Jimmy Heath’s The Gingerbread Boy
heen.
RO.
Hil-
sver
traf,
een
en
aan-
nen
zaal
tun-
Fer-
ioek
ohn
raar
jrs”
Otis Rush staat te boek als een van de
grondleggers van de Chicago-blues. Een
stijl die zich in de tweede helft van de
jaren veertig ontwikkelde als gevolg van
een immigratiegolf van aanvankelijke
plantageslaven uit het zuidelijke platte
land naar de noordelijke steden van de
Verenigde Staten. Voor het eerst ging men
toen de blues in kleine, elektrisch ver
sterkte combo’s spelen. Daarmee werd de
grondslag gelegd voor -.de hedendaagse
rockmuziek.
Rush leek zich van zijn historisch be
lang maar al te goed bewust te zijn. Zijn
aanwezigheid op zich was al voldoende,
een echte prestatie hoefde niet meer gele
verd te worden. Heel wat mensen hadden
er maar liefst 12,50 voor over gehad om,
gewapend met fototoestellen het authen
tieke wonder te kunnen bezichtigen. Otis
Rush liet zich die situatie met weerzin
wekkende gemakzuchtigheid aanleunen
en rotzooide tweeënhalf uur maar wat
aan. Begeleid door een volkomen ongeïn-
och-
m 2.
ling,
r en
Am-
■eni-
toe-
be
lten
.liet- j
d.
om
leze
sver
sco-
van
van
ord,
rou-
i.
RO.
Hil-
on-
laat-
ge-
van
indt
vor-
nu
Nog pas drie jaar geleden dus. Verwon
derlijk eigenlijk. Want Elisabeth Söder
ström, die als sinds 1950 aan de opera van
Stokholm verbonden is, heeft al een ruim
twintigjarige internationale carrière ach
ter de rug, waarbij zij onder meer bij de
Metropolitan Opera van New York voor
een keur van glansrollen werd geënga
geerd.
Vorig jaar baarde zij enig opzien door
zich op een door haar in de Amsterdamse
Sonesta Koepelzaal gegeven recital,
(overigens voortreffelijk) te laten begelei
den door onze landgenoot Ed Spanjaard
de huidige assistent-dirigent van het
.Concertgebouworkest in plaats van
door een pianist met een onwankelbare
reputatie op dit specialistische vak.
Concert: Dexter Gordon Kwartet en
Johny Griffin Kwartet in Muziekcen
trum Vredenburg te Utrecht.
Bezetting Dexter Gordon Kwartet:
Dexter Gordon (tenorsax), Kirk Light
sey (piano), John Herd (bas) en Eddie
Gladden (drums).
Bezetting Johnny Griffin Kwartet:
Johnny Griffin (tenorsax), Ronnie
Matthews (piano), Ray Drummond
(bas) en Kenny Washington (drums).
Utrecht, 8 maart 1980.
Ook op haar liederenavond werd toen
'duidelijk da bij Söderström de kracht van
haar talent en vermogens op het gebied
van de dramatiek ligt. Dat merkte je door-
dat tijdens haar voordracht in overigens
knap, intelligent en mooi gezongen liede
ren, de vonk toch pas oversloeg déér waar
zij min of meer theater kon maken.
Daar kreeg Elisabeth Söderström nu de
kans voor in de Scena di Berenice van
Haydn, waarin zowel de muziek als de
tekst van een spanning werd vervuld, die
•de luisteraar dwong zich op haar vertol-
'kingsgolflengte af te stemmen.
Die omstandigheid werd mede veroor
zaakt door de intensiteit in het begelei
dend musiceren van het Nederlands Ka
merorkest, dat steeds evenals op de
concerten in het verleden uitstekend op
de sobere gebaren van Antoni Ros-Marba
reageert. Ook in de door Benjamin Brit
ten op de grillige poëzie van Rimbaud
gecomponeerde cyclus Les Illuminations,
werkte de samenwerking tussen soliste,
dirigent en orkest op die manier impone
rend uit.
Al is Söderströms tamelijk donker ge
kleurde maar in alle regionen helder en
soms zelfs marmerachtig klinkende stem
niet overal tot een uitgesproken warme
expressie in staat, door middel van een
Academy of St. Martin in the Fields,
concert in de orkestserie van impre
sariaat De Koos. Muzikale leiding:
concertmeesteres Iona Brown. Pro
gramma: Handel, Wolf, Bach, Tsjai-i
kovski. Concertgebouw Amsterdam,
9 maart 1980.
AMSTERDAM. Groot enthousiasme wekte deze zaterdagavond Elisabeth Söder
ströms solistisch optreden bij het Nederlands Kamerorkest. Al is deze Zweedse
sopraan reeds 50 jaar oud, eerst in 1977 liet zij zich voor de eerste maal in ons land
horen, en wel in Strauss’ Vier letste Lieder; in een voorname en indringende
uitvoering met het Concertgebouworkest.
Nederlands Kamerorkest, abonne
mentsconcert nr 9. Dirigent: Antoni
Ros-Marba. Soliste: Elisabeth Söder
ström, sopraan. Programma: Rodrigo,
Britten, Haydn, Brahms. Concertge
bouw Amsterdam, 8 maart 1980.
Concert: Otis Rush in Muziekcen
trum Vredenburg, Utrecht. Otis Rush:
gitaar, zang, Bob Levis: gitaar, Robert
Strokes: basgitaar, Jesse Lewis
Green: drums.
Utrecht, 9 maart 1980.
Voorstelling: Seven faces of Sind
bad, geschreven en gerigisseerd door
John Strehlow. Groep: The Triad sta
ge company. Met: Edmund Dehn, Da
vid Clisby, Noel Gordon, James Ha
gan, Wayne Condo, Angelo Salaman
ca, Nani McMullin. Voorstelling ge
zien op 8 maart in de Haarlemse
Stadsschouwburg.
,t Moeder Courage speelt tijdens de der
tigjarige oorlog in de eerste helft van de
zeventiende eeuw. Godsdienstige en eco
nomische motieven lagen vooral ten
grondslag aan deze vaak bloedige strijd,
die over bijna geheel Europa werd uitge
smeerd. Om zijn waarschuwing zo sober
mogelijk te laten klinken, laat Brecht in
zijn stuk gewone mensen aan het woord.
Hij kiest daarbij voor wat wel de omge
keerde 1
want de personenen die geen moeite heb
ben hun principes aan te passen, blijken
zichzelf te kunnen handhaven. Juist door
te kiezen voor de materialistische Anna
Fierling als hoofdpersoon zet Brecht zijn
oproep tot verzet kracht bij, tekent hij de
gevaarlijke uitwerking van de macht van
de oorlog. Brecht was de meester van het
epische toneel, waarbij het verstand niet
overwoekerd mocht owrden door het ge
voel. Voor alles moest zijn toneel verha
lend zijn. „Een episch acteur is niet geïnte
resseerd in het oproepen van tragische
stemmingen”, heeft Brecht zelf eens ge
zegd. Maar hij achtte evenwel een tragi
sche stemming toelaatbaar „wanneer een
voorstelling, die de historische en bruik
bare kant van de maatschappelijke
Btt grondslag beoogt, zo’n stemming zou op-
Ng - roepen”.
het kielzog van Moeder Courage mee
trekt. De dominee in hem blijft herken
baar, maar dat gebeurt zonder enig ge
makzuchtig effect. Hans Boswinkel is
nuchter en komisch als de legerkok die
het ook van de oorlog moet hebben en
Henk Reijn en Alexander van Heteren
maken van de toch wel schaars uitge
werkte rollen van Courage’s zoons ook
weer aparte belevenissen. Grotesk, maar
knap uitgespeeld, laat Petra Laseur de
revenues zien welke de legerprostitutie
kan opleveren en haar Lied van het Fra-
temiseren presenteert zij als een regel
recht variété-artieste.
Peter Oosthoek heeft zijn ruimtelijke
regieopvatting knap kunnen realiseren
binnen de beperkte mogelijkheden die
ook het toneel van de Amsterdamse
Stadsschouwburg hem daarvoor bieden.
De muzikanten, onder voortreffelijk lei
ding van Bob Zimmerman, zitten op een
steiger-achtige stellage midden op het
speelplan. Daar omheen en tussendoor
bewegen de spelers zich en trekt ook de
wagen van Moeder Courage voort. Ver
naar achteren suggereert een geraffineer
de belichting de verschillende stemmin
gen. Het bloedige van de oorlog blijft
slechts beperkt tot een fel rood oplichten
van die opgeving; de momenten van bitte
re werkelijkheid (die waarin Courage oog
in oog staat met haar zwakheden) worden
in schril wit licht geaccentueerd. Reusach
tige verplaatsbare bunkerachtige zetstuk
ken worden vaak met verbluffend resul-
Zowel in de up-tempostukken, waarin
Griffin de gevarieerde akkoordensche
ma’s nimmer als excuus gebruikt om min
der aan toonvorming te doen, als in een
schitterende ballade als Ellingtons Sphis-
ticated Lady, steekt Griffin Gordon de
loef af, hoewel zjjn kwartet minder een
geheel vormt dan Dexters ploeg. De soli
van Washington weten wel de aandacht
vast te houden, maar zijn nog te weinig
gecomprimeerd, terwijl de as van'Griffing
en Drummond alleen in de langzame de
len van Soft and Furry - en dan opeens
subliem - werkt.
Zijn karakteristieke, erotisch geladen
spel met afwisselend versnellingen en
lang aangehouden tonen werkt nog altijd
koortsachtig uit; niet het minst op zijn
kwartet, dat in het parafraseren van de
thematiek nauw bij de gedachtenwereld
van Dexter aansluit. Gordon bouwt zo
doende, ondanks de „loaded” indruk die
hij maakt, toch in muzikale zin spanning
op om van een goed concert te kunnen
spreken. Maar zijn werkelijke top ligt
hoger.
Voorstelling: Moeder Courage (Mut
ter Courage und ihre Kinder) van Ber
tolt Brecht. Gezelschap: Publieksthe
ater. Regie: Peter Oosthoek. Decor en
kostuums: Herman van Elteren. Mu
ziek: Paul Dessau, Hanns Eisler, Bob
Zimmerman (bewerkt door Zimmer
man). Belangrijkste spelers: Annet
Nieuwenhuyzen, Celia Nufaar, Petra
Laseur, Frans Vorstman, Hans Bos
winkel, Henk Reijn en Alexander van
Heteren. Uitvoerende musici: Hans
Braber (slagwerk), Hans Meijdam (so-
praansax), Rob Zeelenberg (bas) en
Bob Zimmerman (toetsinstrumenten).
De (ingekorte) vertaling van Gerrit
Kouwenaar werd gebruikt. Première:
8 maart, Stadsschouwburg Am
sterdam.
HAARLEM. Het peil van Austra
lisch toneel in het algemeen ken ik niet,
maar het optreden van The Triad stage
company, zaterdag in de Haarlemse
schouwburg, doet het ergste vermoeden.
De door Triad als ongekend progressief
aangekondigde voorstelling behandelt
de zeven reizen van Sindbad de zeeman,
uit 1001 nacht.
De voorstelling die het Publiekstheater
nu onder regie van Peter Oosthoek heeft
uitgebracht, raakt zulke uitspraken van
de auteur direct. Het opportunisme en het
materialisme dat door de verschillende
personages met Anne Fierling voorop
wordt uitgedragen, krijgt in deze even
indrukwekkende als evenwichtige ensce-
nering de volle aandacht. De wens tot
zelfbehoud maakt elke menselijke (èn on
menselijke) karakterwending mogelijk en
geloofwaardig. Een hoogtepunt daarbij
vormt de scène waarin Moeder Courage
weigert haar gefusilleerde zoon bij de
gedwongen indentificatie als de hare te
herkennen.
In een meeslepende voorstelling houdt
Oosthoek als regisseur voortdurend open