MINISTER ALBEDA VAN SOCIALE ZAKEN OVER POSITIE VAKBEWEGING: Bewindsman vindt: Stakingen tegen loonwet I I r iW T - *4.?* X^v - over de grens” „ver AF va.. VAKBONDSRECHTENï! I I 4 vl J TOT) !c< ■EO w h 4 MIE 1 A ART e (Van onze redactie economie) A w- w gt V Voor dit jaar zal de koopkracht vermoedelijkworden gehandhaafd tot iets boven het minimumloon. Het ziet er naar uit dat de prijscom pensatie eerst wordt geschoond voor de gestegen prijzen voor energie. Daarna zal die prijscompensatie per 1 juli voor de helft in centen voor iedereen gelijk en voor de andere helft via een verlaging van de loonbelasting kunnen worden uitgekeerd. Deze regeling is overeen komstig de vorig jaar ingediende motie-Engwirda van D’66 en het vorige week door CDA-fractieleider Lubbers gedane voorstel. 1; XW XX - i j (Van onze parlementsredactie) ;rd iA ■1 ■A sen Ki.) 8,00 17,00 '8,00 7,28 Sprekende over de acties van de FNV, wil de minister één ding vaststellen. „Het is alleen aan het parlement voorbehouden wetten te veranderen of in te trekken. De FNV-acties hebben de schijn een door het parlement aanvaarde wet om hals te wil len brengen. Dit gaat te ver en ligt buiten de spelregels van onze democratische sa menleving. Het is echter aan de werkge vers om op de acties te reageren en wij moeten maar afwachten, wat de rechter daarvan vindt”, meent hij. De minister gaat ervan uit - „het zal wel moeten” - dat hij van het kabinet in november voldoende ruimte krijgt om de sociale partners vrije onderhande- lingen te kunnen aanbieden vanaf bij- I i ,50 ,80 ,00 ,50 ,10 ,00 ,10 ,10 ,00 ,60 ,50 .00 ,50 ,00 ,00 ,40 ,50 ,00 ,00 ,50 ,00 ,50 ,00 ,40 ,00 ,00 ,00 ,10 ,,00 .,00 1,40 ,00 .,00 ’,00 1,00 1,00 1,00 1,00 i,20 1,30 !,00 >,90 1,00 I, 501 ),50 !.2O ),30e J. 00 3,50 3,60 9,00 3,60 2,50 5,50 1,30 3,00 5,00 6,00 4,50 5,20 6,00 0,50 9,50 0,40 0,00 3,00 5,80 6,00 3.80 6,50 5,00 0,00 7,00 0,00 O .-tffe A x.. nen zijn er bepaald niet voor de pret van de overheid”, zegt Albeda. Fel veroordeelt hij ook de houding van de werkgevers, die zeggen: Verlaag de sociale uitkeringen dusdanig dat er een flinke ruimte ontstaat tussen de uitkerin gen en de lonen. Als dat gebeurt, zal het arbeidsmarktprobleem minder zijn, met andere woorden dan zullen werklozen eerder aan het werk gaan. „Wij hebben in Nederland gekozen voor een humaan ar beidsmarktbeleid. We hebben gekozen voor redelijke uitkeringen. Daarvoor moet je de prijs van de bureaucratische besturing van de arbeidsmarkt betalen. Daarom zullen we moeten blijven vast houden aan passende arbeid en passende scholing”. „Het voortdurend ter discussie stellen door de ondernemers van een door een meerderheid van het parlement goedge keurd beleid, is zinloos. De keuze is ge daan en daar heeft men rekening mee te houden”, aldus Albeda. Volgens hem zal de vakbeweging over enige tijd merken dat de nu van kracht zijnde loonwet gunstig is voor de vakbe weging, omdat de uit de wet voortvloeien de maatregelen de werkgelegenheid zul len bevorderen. „Alles wat er nu gebeurt, is een uitzonderlijke reactie op een uitzon derlijke situatie. Daarom duurt de loon maatregel niet langer dan een jaar. In een kabinet dat moet werken met uitsluitend loonmaatregelen, zou ik als minister van Sociale Zaken niet kunnen functioneren”. Op de vraag of hij nou de kampioen is van de overlegeconomie of die van de maximale beheersbaarheid van de vakbe weging, luidt zijn antwoord: „Ik ben meer 'X; S3 WfofrÉ kunnen we nu richting geven aan de ont wikkeling van de werkgelegenheid”, meent hij. De minister zegt niet van plan te zijn nu al maatregelen te willen treffen om de ontwikkeling van de arbeidsvoor waardenbeleid in 1981 te reguleren. „Als een loonmaatregel loopt tot 1 maart van het volgend jaar, dan stel ik mij voor om dit najaar zo in oktober/no- vember met de sociale partners te overleggen over het arbeidsvoorwaarden beleid van 1981. Dan zal tijdens dat overleg moeten blijken of in 1981 de socia le partners weer in alle vrijheid kunnen gaan onderhandelen”. Minister Albeda steekt niet onder stoelen of banken dat hij de maatregelen die hij nu moet nemen, beslist niet van harte neemt. „Door de omstandigheden zijn we er toe gedwon gen”, zegt hij en merkt op dat met name de houding van de FNV, maar ook de werkgevers, alle verdere overleg zeer heeft bemoeilijkt. Als de minister erop wordt gewezen, dat het CNV de afgelopen week ook niet be reid is gebleken in te gaan op de oproep van de minister voor nader overleg, zegt hij dat hem bij nadere bestudering van de brief van het CNV is gebleken dat deze vakcentrale de deur nog niet definitief had dichtgeslagen. „Zelfs in het antwoord van de FNV zat nog wel wat ruimte, maar in mindere mate. Het CNV heeft namelijk openingen geboden om nader te discussië ren over de cijfers en het zogenaamde flankerend beleid”. Bij de FNV is handha ving van de koopkracht tot en met het modale inkomen nog steeds een harde voorwaarde. „Op dit laatste is de zaak afgesprongen. De houding van de FNV is daarbij doorslaggevend geweest, vindt hij. Overigens speelt de inschatting van de houding van de werkgevers daarbij ook een rol. „De nu beschikbare cijfers dwingen tot ingrijpen. Ieder kabinet van welke signa tuur dan ook, kan daar niet omheen. On der het kabinet-Den Uyl is al gebleken welke problemen de vakbeweging had met de door hem getroffen loonmaatrege len”, aldus Albeda. Volgens hem bestaat er geen enkel economisch model, waaruit niet blijkt, dat meer winst tot meer werk gelegenheid leidt en minder winst tot min der werkgelegenheid. De minister gelooft niet in een investeringsplicht van bedrij ven om werkgelegenheid te bevorderen. Voor hem blijft ook overeind staan dat de arbeidsplaatsenplannen die de overheid de afgelopen tijd heeft aange- kondigd, zullen worden uitgevoerd. Toch erkent hij, dat door de bezuinigingen op de verschillende departementen het aan tal arbeidsplaatsen niet zo snel zal groeien als men zich aanvankelijk vóór de bezui nigingsoperatie had voorgesteld. „Wat de bezuinigingen exact betekenen voor de werkgelegenheid, weet eigenlijk nog nie mand, maar voor ons staat wel vast dat de aangekondigde arbeidsplaatsenplannen van sociale zaken, binnenlandse zaken en onderwijs als zodanig overeind zullen blij ven”. Volgens de minister is het onzin om te stellen dat het kabinetsbeleid op de korte termijn een groot verlies van banen tot gevolg zal hebben. Hij wijst daarbij op de 465 miljoen gulden die het kabinet voor de arbeidsplaatsen beschikbaar heeft gesteld. die niet zoals Den Uyl tot diep in de nacht wil doorvergaderen. „Van Agt zegt om elf uur, „laten we er maar een nachtje over slapen. Is het nou zo erg dat die loonmaatregel een dag later komt?”, aldus Albeda. Nu weer volledig serieus wijst Albeda ten slotte op de ernst van de zaak. „Ik vind het ook helemaal geen schande, dat het lang duurt”. „Het gaat om grote belangen. Som mige mensen doen net alsof het een schande is, dat wij lang gediscussieerd hebben over de bezuinigingen van drie miljard, maar ik vind dat grote onzin. Stel je eens voor dat wij dat op een achtermiddag besloten hadden, dat E had ik een schande gevonden. Het is E een serieuze zaak waar we mee bezig zijn”. WïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiii— Voor de komende tijd ziet de minister geen oplossing voor alle problemen via overleg tussen vakbeweging en werkge vers enerzijds en via overleg tussen hen en de regering anderzijds. „Dit knaagt aan iedereen en aan mij in het bijzonder. Het is verrekte jammer dat overleg niet moge lijk is gebleken en regeringsingrijpen noodzakelijk werd”. Albeda zou het ook bijzonder betreuren, als de FNV zou besluiten zich uit overleg organen terug te trekken. „Heel veel be langen van georganiseerden worden juist in deze overlegorganen, zoals de Sociaal- ucn mro Economische Raad enz., behartigd. Het de kampioen van de zelfbeheersing van de zou voor de FNV onverstandig zijn om op vakbeweging. Zij toont de nodige zelfbe- die manier te gaan protesteren tegen de heersing of zij loopt het risico beheerst te loonmaatregel. Let wel, de overlegorga- worden”. „veel te vergaand. Daar viel niet aan te E voldoen”. Hoewel hij niet uit het beraad op het E Catshuis wil klappen, bevestigt de mi- nister dat de grootste geschilpunten met zijn ex-collega niet zozeer gingen E over de hoogte van de ombuigingen. E Over de drie miljard was men het niet E zo oneens. Belangrjjker waren echter de kwesties rond de hardheid van de ombuigingen, de doorwerking van de bezuinigingen in de komende jaren en de opvatting dat de loonmaatregel twee jaar van kracht moet zijn. Op elk van deze punten lag Andries- sen dwars, vindt minister Albeda. „An- driessen heeft, dacht ik, uit zijn opvat- tingen over hardheid en het structurele e karakter, plus onze opstelling in het arbeidsoverleg conclusies getrokken, E dat er te weinig garanties lagen. De E conclusie die hij op grond daarvan E trok, vind ik nog steeds voorbarig”. ^lllllllilllllllillllllllHllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlIililllllllllllllHH'HIIIII^ I ’.Fi', Stakingen tegen de loonwet gaan, wanneer die wet eenmaal van kracht is, volgens minister Albeda (Sociale Zaken) ver over de grens van wat kan in ons land. De bewindsman neemt dan ook scherp stelling S tegen de opvattingen van oppositieleider Den Uyl. In de FNV-Werkkrant E riep de PvdA’er deze week juist op tot dergelijke stakingen. voorbeeld 1 januari. Een dergelijk E voorstel wil hij gebruiken om te voor-' komen dat er allerlei ongewenste in- E haaleffecten optreden, wanneer de loonmaatregel wordt ingetrokken. Binnen het kabinet vormde de duur van de loonmaatregel op het laatst ook een van de grootste geschilpunten met g oud-minister Andriessen van flnan- g ciën. Deze wilde de maatregel het liefst twee jaar laten duren. Volgens Albeda was het echter onmogelijk om dit al zo ver van tevoren vast te leggen. Op dit punt verzette ook de WD zich tegen het standpunt van minister Andries sen, zo is inmiddels gebleken. „Ik denk niet dat enig kabinet uit spraken zou kunnen doen over een loonmaatregel, die langer duurt dan een jaar. Ik wil eerst weten welke groeiverwachtingen er zijn voor 1981 en hoe het overleg verloopt, voordat ik die maatregel zou uitvaardigen”. Albe- da noemt de opvatting van Andriessen Minister Albeda noemt het in een interview met deze krant „veel te ver” gaan om een wet om hals te brengen door middel van het stakingswapen. Demonstraties acht de bewindsman daarentegen wel veroorloofd. „Ik denk dat staken tegen een reeds aanvaarde wet niet mag. Ik vind het fout”, aldus Albeda. Hij noemt het „wezenlijk” voor het functioneren van de parlementaire de- E mocratie, dat wetten alleen via het par- E lement veranderd worden. „Dat sluit E natuurlijk demonstraties niet uit”. Al- E beda tekent hierbij overigens aan, dat E hij niet weet of Den Uyl het ook „zo E kwaad” bedoeld als hij het opvat. Opvallend noemt Albeda wel de wij zigingen in de opvattingen van de PvdA inzake de loonmaatregel. Deze partij, die in de vorige periode nog „blijmoedig” met het middel van de loonmaatregel werkte, blijkt zich nu tegen elke ingreep te verzetten. Daar mee ontstond een monsterverbond tus sen FNV, PvdA, en aanvankelijk WD. Deze toenadering verbaasde Albeda echter niets. Al bij zijn eerste Kamer- optreden - in december 1977, nog voor dat premier Van Agt de regeringsver klaring had voorgelezen - sloot de be windsman een elkaar raken van FNV en WD niet uit. „Maar toen ging ik er nog vanuit dat de PvdA anders dacht over loonvorming. Inmiddels weten we dat deze partij op dit punt een evolutie heeft doorgemaakt”. Van den Doel is opzij gezet voor Kok. De reden? „Met enig cynisme kun je zeggen dat de oppositiepartij altijd te gen een looningreep is. Wat dat betreft was het verhaal van Wiegel in 1976 niet zoveel anders dan wat Den Uyl zei in 1980”. Minister Albeda noemt dit as pect, met enige gelatenheid, één kant van het politieke spel. Opmerkelijker vindt hij het echter dat op een en dezelfde dag - vorige week woensdag, de actiedag van het FNV - zowel hij als de financieel expert van de oppositie, de PvdA’er Kom brink, de FNV-acties als „rechts” om schreven. Dit gebeurde in interviews, die onafhankelijk van elkaar tot stand kwamen. Albeda wil hier echter geen harde conclusies aan verbinden, zij het dat je uit zijn woordkeus zou kunnen concluderen dat het met het verschil in opvattingen tussen PvdA en kabinet soms nog wel mee schijnt te vallen. Volgens Albeda zijn in ieder geval de cijfers zodanig, dat welk kabinet ook „tot bepaalde vervelende zaken” ge dwongen zou zijn. Ombuigingen bij de overheid en een uiterst terughoudend loonbeleid, waren in ieder geval nodig geweest. „Inmiddels is wel gebleken onder het kabinet-Den Uyl welke pro blemen de vakbeweging had met diens loonmaatregel. Ik denk ook niet dat een kabinet met de PvdA totaal op rozen zou hebben gezeten”, zegt Albeda. Hij laat er zich niet over uit in hoe verre hij beter zou hebben kunnen werken in een centrum-links kabinet. Wel zou vermoedelijk de verhouding met de vakbeweging wat gemakkelij ker zijn geweest. Ook vindt Albeda het te vroeg voor duidelijke uitspraken over een tweede ambtsperiode. Voor zijn „persoonlijke carrièreplanning” vindt hij één ambtstermijn genoeg. „Ik wil weer gaan studeren en wat schrij ven”, zegt hij. Maar, „in de politiek moet je nooit nooit zeggen”. Zelfbeheersing of beheerst worden” Vandaag hoopt het kabinet de geheel ingevulde loonmaatregel naar het parle ment te zenden. Een afschrift gaat naar de Stichting van de Arbeid. „Het kabinet heeft volgens de vorige week aanvaarde loonwet nu tien dagen de tijd om over de inhoud van de maatregelen opmerkingen te maken. Ook de Stichting van de Arbeid kan dit doen en alsnog verzoeken om een gesprek, maar dat zie ik op dit moment niet meer zo zitten”, aldus minister dr. W. Albeda van Sociale Zaken in een vraagge sprek met deze krant. Hij stelt zich voor om tegen het eind van de volgende week de loonmaatregel officieel af te kondigen. Daarvoor had hij eerst een verlenging van de loonpauze nodig. „Die heb ik juist 1 vanmorgen getekend”, zo zei hij maan dagmiddag. Zijns inziens zal de invulling van de loonmaatregel en het bezuinigingspakket door de verschillende ministeries ter grootte van drie miljard dit jaar enige problemen opleveren voor het aantal ar beidsplaatsen. „Op de wat langere termijn zullen de bezuinigingen echter zo’n 30.000 nieuwe arbeidsplaatsen in de particuliere sector opleveren, omdat de bezuinigingen f met name gevolgen zullen hebben voor de versterking van de concurrentiepositie van ons bedrijfsleven”, zei hij. Om de werkloosheid door de bezuini gingen op te vangen, en als begeleiding J van de loonmaatregel wordt het volgende gedaan: j maatregelen waardoor 6000 jongeren een stageplaats met behoud van uitkering in het bedrijfsleven kunnen krijgen; j een verdubbeling van 3500 tot 7000 van het aantal opleidingsplaatsen in de 26 •centra voor vakopleding, wat ook weer met zich brengt een stijging van het aantal opleiders met 350; bevordering van arbeidsplaatsenover eenkomsten. Over dit laatste zegt de minister: „De vakbeweging loopt mijns inziens al te ge makkelijk langs de kansen die de arbeids plaatsenovereenkomsten hebben tijdens de loonmaatregel. Toch meen ik, dat in het kader van de loonmaatregel hiermee te werken is. Zo zullen de sociale partners i vakbonden en werkgevers afspraken kunnen maken over de verhoging van de produktiviteit en de daarmee te financie- ren verdeling van het beschikbare werk. Dit op zich zal al bevorderend werken ten aanzien van de werkgelegenheid”, zo meent Albeda. s Voor Albeda is naast de ontwikkeling i>van het financieringstekort de ontwikke- ling van de werkgelegenheid van wezen- slijk belang. „Niemand kan echter voor- spellen hoe in 1980 het financieringstekort zich precies zal ontwikkelen, maar wel Wel geeft Albeda toe, dat het aftre- E den van Andriessen hem ten goede kwam. Het maakte in ieder geval de E opstelling in het arbeidsoverleg wat E eenvoudiger. Voor Albeda stond altijd E centraal de vraag of het kabinet het E eens kon worden over een „goeie” brief E aan de stichting van de Arbeid. Dat hij E gelijk met Andriessen het onaanvaard- E baar uitsprak over een compromis- E voorstel van premier Van Agt, noemt E hij in dit verband „meer dan tactiek” E om zijn zin door te drukken. E Dat neemt overigens niet weg, dat E Albeda weet waar hij heen wil. Met een E zweem van zelfspot en half serieus E wijst hij op de lange duur van sommige E kabinetsvergaderingen. Dit komt, zegt hij „omdat sommige mensen mij niet onmiddellijk mijn zin geven. Dan duurt het wat langer”. Maar hij gaat ervan uit, dat de invulling van de loon- maatregel vrij snel gereed k^n zijn. Een voorbehoud maakt hij daarbij vanwege de opvattingen van Van Agt, W’ W’: :ïi.. ff

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 19