G
r 1
I
v ov
1
em
door Kees Tops
4
Terugslaan
Herbezinning
Eigen mening
De Mobiele Eenhpid van Amsterdam kan zich niet verheugen in een
overrompelende populariteit. De bevolking loopt in het algemeen niet
over van sympathie voor de medemens achter het rieten schild.
Integendeel, men beschouwt hem niet zelden als een legaal
opererende maniak, die er een kwaadaardig genoegen in schept, zijn
agressie uit te leven door meedogenloos met de lange lat op hoofden
van onschuldige burgers te meppen. Dit beeld wordt nog versterkt
door denog versterkt door de vrij algemeen heersende
veronderstelling dat leden van de M.E., in afwachting van
ongeregeldheden, ergens in een kazerne hun persoonlijke rancunes
zitten op te zouten en er daardoor, wanneer het zover is, des te wilder
op los kunnen rammen. Ziehier, zij het iets uitvergroot, het portret van
de Mobiele Eenheid, zoals dat in omlooo is.
ÊAKc C.S
Emoties
w
F.
k
kritiek
Leen van der Linden gaf onlangs
doordat ze al te individueel
daar.
'HUloc
1
V
ingesteld zouden zijn, zo zegt men
De afgelopen weken is dit beeld er
niet florissanter op geworden. Met
name de ontruimingsacties in de
Vondelstraat zullen het imago van
de Mobiele Eenheid niet ten goede
zijn gekomen, te meer daar er in dat
geval sprake was van een probleem
dat zeer veel Amsterdammers
aangaat: de woningnood. Wanneer
je er als politieman uitgerekend in
zo’n situatie op uit wordt gestuurd
met helm, „mandje” en wapenstok,
hoef je niet op luide toejuiching van
de burgerij te rekenen.
Aan de andere kant is de
herinnering die de Mobiele Eenheid
sinds recente schermutselingen aan
bepaalde groepen Amsterdammers
bewaart, haar evenmin erg
dierbaar. Sterker: de politie is zich
rotgeschrokken van het geweld
waarmee de Mobiele Eenheid is
geconfronteerd. Zozeer zelfs, dat
onze zegsman, die nauw betrokken
is bij het optreden van de M.E., zijn
naam noch functie in de krant
vermeld wil zien. „In de sfeer die er
nü in Amsterdam tussen politie en
burgerij bestaat moeten we zelfs
gaan denken aan de persoonlijke
veiligheid van ons en ons gezin”,
zegt hij. „Je kunt nu alles
verwachten”.
We praten met hem, omdat in de
enorme publiciteitsgolf rond de
gebeurtenissgaiaAafiHliiMM*i»"
Waarvan is de politie nu zo
geschrokken, in de Vondelstraat?
Van een grotere tegenstand
waarmee de M.E. te maken kreeg?
„Nou, vroeger was het zo dat als de
M.E. verscheen, de straat ook
schoon was. Dat was het effect van
het uitvoeren van charges,
bijvoorbeeld. We hebben dat in de
jaren zestig gezien. In 1975, bij de
ontruimingen in de
Nieuwmarktbuurt. ging de burgerij
voor het eerst terugslaan, met
stenen gooien. Men had zich toen
ook voor het eerst bewapend met
stokken en dergelijke.
Wat we nü hebben gemerkt, is dat
bepaalde mensen er op uit zijn onze
agenten echt opzettelijk letsel toe te
brengen. Dat blijkt ook uit de aard
van de verwondingen: allemaal
gezichtletsel.
„Watje ziet, is dat er trottoirtegels
aan stukken worden geslagen, die
agenten in het gezicht worden
gegooid. En men was gewapend
met honkbalknuppels, ijzeren
staven, kettingen. Laat ik er
overigens meteen bij zeggen dat ik
het in hoofdzaak heb over de lieden
die zich het kraakgebeuren eigen
hebben gemaakt om rotzooi te
trappen. Ik weet zeker dat als er één
van onze mannen was gebleven in
de Vondelstraat, ze hem totaal in
elkaar zouden hebben getrapt en
stem van de Mobiele Eenheid zélf
eigenlijk nauwelijks is gehoord.
Bovendien blijkt er een grote
onbekendheid met structuur en
werkwijze van de M.E. te zijn. De
Amsterdamse politie is zelf niet de
eerste om hieromtrent in de
publiciteit te treden. Onze
informant voelt dan ook eigenlijk
niets voor een gesprek. „In de eerste
plaats is er dat veiligheidsaspect;
we voelen er niets voor om
bepaalde mensen op ons spoor te
zetten. Er worden al pogingen
gedaan om ons M.E.-
opleidingscentrum met de grond
gelijk te maken en er is al heel wat
materieel vernield?’
„Verder is dit geen gunstige tijd
voor ons. We zitten nog middenin de
nasleep van de ontruimingen,
volgende week is er weer een
staatsbezoek en we zijn druk bezig
met de voorbereidingen voor 30
april. Inderdaad ja, dat zal me een
feest worden
„Wij zijn ons aan het herbezinnen
op de uitrusting van de M.E.
Daarbij staat de bescherming van
de politieman voorop. Die moet
minder risico lopen: Wij zijn
daarover aan het nadenken. Wij
vinden dat we het niet moeten
zoeken in een verhoogde mate van
aanwending van geweld. Dan ga je
de verkeerde kant op
Maat- dat afschrikwekkende effect
van de M.E. van vroeger is’dus
kennelijk weg. Men vecht gewoon
terug en verwondt de agenten.
„Nou, het gaat niet zozeer óm een
afschrikwekkend effect, het gaat
geslagen. Nou, met een dergelijke
verharding hebben we nu te
maken”.
Aan de andere kant is er ook nogal
wat kritiek op het optreden van de
Mobiele Eenheid, buiten de
barricaden. Bij het Klachtenburo
zijn dertig klachten
binnengekomen.
„Er is daar hard opgetreden. Er is
helaas geschoten. Er zijn gewonden
gevallen. Ik weet het. Er zijn vast
ook mensen bij geweest die er niets
mee te maken hebben, néast die
rellenschoppers. Maar luister, het is
altijd hetzelfde, mensen die er niets
mee te maken hebben, moeten daar
niet gaan lopen als er een Mobiele
Eenheid klaar staat. Ze zijn
gewaarschuwd. Vóór ieder M.E.-
optreden - dat is wettelijk verplicht
- worden de mensen driemaal
gesommeerd weg te gaan, mét de
mededeling dat het daar gevaarlijk
wordt. Ja, als je dan blijft staan
Waar gehakt wordt, vallen
spaanders”.
erom dat de Mobiele Eenheid
respect afdwingt door beheerst
optreden. Kijkje moet uitkijken
dat de M.E. niet in paniek raakt; dat
ze als gehéél blijft optreden. Daar
wordt in de opleiding veel aandacht
aan besteed. Er is een oefening
waarin een harde confrontatie
wordt nagebootst. Een deel van die
jongens zijn dan relschoppers en
die krijgen volop fruit en modder
om de anderen te bekogelen. We
nemen dat helemaal op video op.
Dan zie je achteraf wie er naar
voren stapte. Die haal je er gelijk
uit. Ze moeten juist één lijn blijven
vormen. Die training is nuttig om te
kijken hoe men bp dat soort,gepest
reageert. Want riet valt niet mee
hoor, om tegenover zo’n zuigende
menigte te staan, mensen die op je
tenen gaan staan, je in je gezicht
spugen en zo. Ja, en als dat
beheerste optreden niet helpt, dan
moet je zóveel mensen en materiaal
inzetten dat dót respe'ct afdwingt.”
zekere onthutsing. Maar de club
was vrij gauw gestabiliseerd. De
jongens van vrijdag waren er die
maandag weer bij. Nou ja, je bént
weggelopen, oké. Het was wél een
verstandige beslissing. Een
minimum aan geweld en een
minimum aan risico”.
Hoe wordt die impopulariteit
ervaren?
„Vrijwel geen enkele agent - M.E. of
niet - wordt ooit met gejuich
begroet. Daar is hij aan gewend, dat
maakt hij iedere dag acht.uui lang
mee. Het incasseringsvermogen is
groot. En die jongens van het parate
peloton, die die ervaring niet
hebben, die hebben het mentaal
goed opgepakt. Die zitten er ook
niet mee”.
Men kan zich voorstellen, zeker bij
zo’n affaire-Vondelstraat, dat zich
dat niet wil of kan, dan heb je het
verkeerde vak gekozen. Als je er
moeite mee hebt in je werk pijn of
zelfs letsel te veroorzaken, dan zitje
als politieman op het verkeerde
pad. Het is nu eenmaal verweven
met het vak. Het is een boeiend vak,
maar ook een rotvak.”
De politie wordt mondiger. Dat
blijkt al uit het feit dat de
politiebonden hun meningen over
het politiewerk naar buiten
brengen.
„Zoals ik zei, de politie heeft
natuurlijk een eigen mening. Ik heb
een heel duidelijke mening over het
huisvestingsbeleid. Het is heel
eenvoudig: in Amsterdam zijn meer
dan 5000 woningzoekenden; dan is
er dus iets met dat beleid. Nou,
vanuit die overweging vind-ik dat
de politie zich soms wat
afstandelijker moet opstellen. Je
moet niet direct op gekraakte
panden afhollen, die al jarenlang
als speculatieobject leeg staan. Laat
ze hun gang maar gaan. Laat die
gemeente eerst maar eens met een
beleid komen. Men kén niet meer
over de ruggen van onze mensen
blijven klungelen.”
„Iets anders is het als bijvoorbeeld -
wat ik heb gezien - oude mensen
van hun spaarcentjes een pandje
aan de gracht hebben gekocht, daar
een jaar een aannemer in hebben
gehad om het helemaal op te
knappen en als er dan krakers
intrekken die de boel op zijn kop
zetten. Dat is heel schrijnend”.
Onze zegsman is niet erg
optimistisch over de toekomst in
zijn vak.
„Nogmaals, ik ben erg
geschrokken, van mensen die
agenten kennelijk levensgevaarlijk
willen verwonden. Ik vraag me af
waar dit heengaat en, wat dit werk
betreft, waar begint het en waar
houdt het op? Hoe ver kün je als
M.E. gaan? Kijk, een militair ruimt
zijn tank op en is weg. Die agent van
de Mobiele Eenheid staat de
volgende dag weer op straat. Als die
verharding nog toeneemt, dan weet
ik het echt niet meer. Als de M.E.
het ooit niet meer aan kan, hoe moet
dat dan straks? Er blijft niet veel
over hé? Ik ben daar erg op tegen”.
De „maximum toegestane
sterkte” van de M.E. bedraagt 700
man. Dit aantal is vastgesteld op
financiële gronden: werken in de
M.E. levert de agenten een extra
vergoeding op. De totale sterkte
zal evenwel nooit worden ingezet,
omdat dan een groot deel van het
gehele politiekorps lam zou
worden gelegd.
De M.E.-opleiding duurt vier
maanden. De basisopleiding heeft
plaats gedurende de eerste
maand. Er worden onderwerpen
behandeld als organisatie, het
gebruik van geweld (met de
nadruk op de daaraan verbonden
ethische aspecten), en
maatschappelijke ontwikkelingen
(gastsprekers komen
bijvoorbeeld spreken over
minderheidsgroepen in de
samenleving). Verder worden er
tijdens de opleiding allerlei
praktische oefeningen gehouden.
De laatste drie maanden kan men
worden ingezet in het paraat
peloton.
Voor ieder M.E.-optreden komt er
een zogeheten staf openbare orde
bijeen, bestaande uit
verantwoordelijke functionarissen
van verschillende betrokken
politieonderdelen. De M.E. kan
gebruik maken van begeleidende
eenheden als hondegeleiders,
ruiters, motorrijders,
waterwerkers en de „Bratra”
(brand- en traangasexperts). Ook
kunnen, wanneer de
omstandigheden dat vragen,
scherpschutters achter de hand
worden gehouden, zoals in de
affaire-Vondelstraat ook is
gebeurd. Zij kunnen, onder een
eigen commando, worden ingezet
wanneer er vuurwapens tegen de
politie worden gebruikt en in
bepaalde gevallen wanneer er
molotov-cocktails in de strijd
worden geworpen,.
Wat gaat er in zo’n M.E.-man om, als
hij daar op straat staat?
„Ja, er komen emoties los, maar
gelukkig is de saamhorigheid erg
groot. Zo’n groep hangt als een klit
aan elkaar. Ze komen natuurlijk
opgelucht van de straat, als zo’n
karwei geklaard is zonder geweld”.
Maar na zo’n nederlaag als op die
vrijdagavond in de Vondelstraat?
„Nou, néderlaag.niemand heeft
gezegd: dit was een onjuiste
beslissing van de commandant.
Maar ja, het is natuurlijk wel zo, dat
zoiets eigenlijk nog nooit gebeurd
was. Dit was nieuw en de eerste
reactie van de jongens was een
'S,