Schaken Bridge Dammen 1 LIJNTJE TREK >4 Pechvogel Sonja (4) o o o II A I I 1 L 4 in» A Huisvrouw Schilder Wat ik later worden wil Timmerman Juffrouw Politieagente Stewardess O 1 A A O O Q Ik A W Kermis a a>. a> ian m I ten, •17 SUJ e 1 f £3 o I a V I V f/o). €7^) JL Po Vx n n s# x: 31 T 'fc -".SS B N - z 0 8 in !i‘ #13 14 J 4 1. 18 .19 23. BART 21 .20 22. X xj- I PHILIPS GRIVELL (wordt vervolgd) 1 Walter Browne d andere eindspelen met in v ■a Kortsnoi (aan zet) A B 8 5 allen kwetsbaar. I b Browne s s 9 Als ik later groot ben, word ik dokter. Omdat het me wel leuk lijkt. JOHNY HEITINK Wat gebeurde er de vorige afleveringen ook al weer? Sonja kreeg op een „pechdag” een ongeluk waardoor ze voor een paar weken in het ziekenhuis belandde. Toen ze weer thuis was bleek dat haar oog nog niet helemaal genezen was en dat ze een bril moest dragen. Haar vriend Jack had een paar dagen verlof en die dagen deden ze samen allerlei leuke dingen en zo kwam het dat ze op een avond door de stad liepen. Toen ze een paar straten verder waren, kwam er een lange slungel van een jongen op hen af. Sonja schrok, dat figuur kende ze. Het was de grootste pestkop van de hele aarde en omgeving. „Zo”, sarde hij, „met een jongen aan de haal, dat begint vroeg hoor”. „Opa”, schold Sonja, „de keren dat ik jou met een meisje zag lopen, zijn niet meer te tellen”. De „opa” werd rood. „Opa’s hebben geen meisje”, zei hij om zijn figuur te redden. Sonja had de spijker stevig op de kop geslagen. „Blinde kip”. Hij hief zijn hand op om haar te worden gemaakt, anders blijft er in de krant niets van over. Stuur je reacties naar 't Spuigat, Damiate Pers, Postbus 507,2003 PA Haarlem. Ik wil zo graag een juffrouw worden. Want dan kan je aan kinderen lezen, schrijven en sommen leren. En nog veel meer dingen. En als je juffrouw bent dan kan je lekker koffie drinken. Ik zou wel eens koffie willen drinken. En ik zou de kinderen knutselwerk op donderdag en ook op woensdag gever. En ik zou ook de kinderen naar het Mirandabad brengen om te zwemmen. HAMIDA DHOEMAN Het probleem in het spel van deze week is niet zozeer hoe een slag te winnen, dan wel wanneer. 4 Sch werd in een paren wedstrijd een aantal keren geboden, maar in alle gevallen verkeerd afgespeeld. Zuid speelde 4 Sch, waartegen west startte met Ru b. De slag was via de vrouw voor het aas van oost, die heel goed troef terugspeelde. ’t Spuigat is een rubriek die wordt volgeschreven en -getekend door kinderen van ongeveer tien tot vijftien jaar. Iedere week worden één of twee onderwerpen behandeld, maar je kunt natuurlijk ook zómaar eens een verhaaltje, een gedicht of een tekening sturen. Denk er wel aap, dat tekeningen met -zwarte inkt of viltstift moeten Ik wil later dokter professor in de techniek worden. Ik vind het namelijk leuk om dingen te repareren. En ik vind het erg interessant al die technische snufjes. Ik knutsel vaak met afval dan maak ik bijvoorbeeld schakelborden, flikkerlampjes en noem maar op. Ik heb ook Fischertechniek, daar maak ik ook hele leuke dingen van. Dat wil ik later worden. JEROEN SNIJDERS Ik word schilder, want dat vind ik leuk. Want mijn oom is schilder en daar kijk ik wel eens naar. Dus dat vind ik ook leuk. Dan moet je een kwast in je handen nemen en in de verf stoppen en dan maar schilderen. Als je schildert is dat zo leuk dat je schilder wordt. Misschien word jij ook wel schilder. Als je schilder wilt worden dan moet je huizen van buiten schilderen en ook wel eens van binnen. En dan verdien je een hoop centjes. Zoveel dat je er rijk van wordt. En tot ziens tot de volgende keer. MICHEL SWEERS Als ik later groot ben, wil ik graag een stewardess worden. Ik ging wel eens naar Schiphol daar zag ik veel stewardessen rond lopen. En daardoor vond ik het leuk om stewardess te worden. MARIANNE JOOSTEN A V 4 r io 8 B 10 9 8 •f. B 6 4 2 Misschien word ik later wel huisvrouw of misschien ga ik in de bouw. Dat lijkt me nou niet zo geschikt, misschien heb ik het dan wel op iets anders gemikt. Ik word misschien wel kapster of ramenlapster. Misschien zing ik later wel een lied, Nee dat ook niet. Nou, Dan word ik maar huisvrouw. MARLIES VADER Bassirou Ba met zwart een schijnbaar nutteloze grote ruil nemen. Hij heeft ech ter juist getaxeerd dat hij daarna goede doorbraakkansen krijgt tegen de ver zwakte witte rechtervleugel: 2218-23, 23. 29x27 17-21, 24. 26x17 12x32, 25. 37x28 ,25-30, 26. 35x24 20x40, 27 45x34 15-20, 28. 42-38 20-24, 29. 38-33 8-12! (verhindert eerst even 33-28) 30. 41-37 14-20, 31. 27-22 20-25, 32. 31-27 (33-28, om na 24-30 met 39-33 terug te kunnen ruilen is nu verhinderd door 24-29 en 13-18 met directe doorbraak) 24- 30, 33. 37-32 30-35, 34. 36-31 13-18, 35. 22x13 9x18, 36. 32-28 25-30, 37. 34x25 35-40, 38. 31-26 40-45, 39. 25-20 45-50, 40. 20-14 2-8, 41. 26-21 50-45, 42. 48-43 45-40, 43. 43-38 40- 35, 44. 28-22 18-23, 45. 39-34 en nu beslist zwart de partij door een fraaie rondslag: 4-9! 46. 14x3 8-13,47. 3x17 7-11, 48.16x7 13- 18, 49. 22x13 35x30 met winst. Een leuk fragment vinden we in dia gram 3, waarin zwart meent met 24-30 de witte dam toe te kunnen laten, wegens afname met 30-35. Het overblijvende eind spel blijkt echter precies te winnen voor wit. Gueye (Senegal)-Siby (Mali). 4424- 30? 45. 35x24 19x30, 46. 28x19 13x24, 47. 26- 21! 17x26, 48. 37-31 26x28, 49. 33x2 30-35, 50. 2x30 35x24, 51. 27-21 24-30, 52. 21-17 30- 35, 53. 17-11 25-30, 54. 34x25 35-40, 55. 11-7! (teruggooien is remise) 40-45, 56. 7-1 en het eindspel is gewonnen: 3-9 (na 3-8 soortge lijke variant) 57. 1-6 9-13, 58- 39-33 13-18 59. 25- 20! 18-23, 60. 20-15 23-29, 61. 34x23 45-50, 62. 6-39 en wit heeft gewonnen. FRANK TEER d 2 1 «3 5 4 Ik wil timmerman worden, dat vind ik een leuk beroep. Omdat ik dan huizen kan bouwen en kozijnen in huizen zetten. En deuren in huizen, want anders kan je er niet in. En dan ook dakkapellen erop zetten en ik moet ook wel eens het dak op, dat vind ik niet zo leuk. slaan, maar Jack greep zijn arm stevig vast en schudde de opa door elkaar. Hij slaakte een kreet van pijn. „Als je dat nog een keer zegt dan sla ik allebei je ogen dicht. Begrepen?” „Lilllll....lamelos”, piepte opa. De ijzige kalmte in Jacks stem, bracht hem helemaal van zijn stuk. Sonja lachte schamper. „Mooi verhaal voor op school maandag, dat wordt dan je afgang jochie”. „Niet doen Sonja, alsjeblieft”. Jack keek hem minachtend aan, liet hem los en gaf hem een harde trap tegen z’n achterste. „Je merkt vanzelf wel of ze het vertelt en nou weg wezen anders zul je eens zien wat er met vervelende opaatjes gebeurt!” De „opa” maakte dat hij weg kwam en liet zich niet meer zien. Sindsdien was Jack ook Sonja’s beschermengel geworden. Twee weken later moesten ze naar de opticien in Den Haag. De beste van Nederland volgens de professor. Nu was alleen Jack met Sonja mee. Meneer de Vries (degene die hen hielp) had twee uur nodig om de juiste sterkte van de glazen te meten. Daarna moesten ze nog een montuur uitzoeken. Toen ze eindelijk klaar waren, was Sonja duizelig van de hoofdpijn. Jack legde bemoedigend een arm om haar heen. „Het is zo wel over”, troostte hij, „span je ogen maar niet meer in vandaag”. Sonja knikte. Meer strompelend dan lopend bereikten ze het station. Sonja kon niet meer. Het was niet alleen haar hoofd, maar ook haar been. Ze kon er amper op staan. Jack nam haar maar gauw mee de trein in. Hij zag wel dat ze verging van de pijn. F 9 V 3 15 omdat de witte koning een te lange omweg moet maken. Zie 58Dg3+! 59. Dg3: fg3:t 60. Kgl Kc6, 61. Kfl Kb6: 62. Ke2 Kc5 en zwart komt net op tijd. Na 63. Kf3? Kd4, 64. Kg4 Ke3, 65. Kh4: Kf2 zou hij zowaar nog winnen! 57. Dd5-e5+! en zwart gaf het op. Zie b.v. 57Kd7, 58. b7 f3, 59. Db5t! Ke7 (59Ke6, 60. Dc6t Df3:), 60. Db4t! Kd7. Anders valt pion f3 zonder dat de zwarte koning de b-pion kan stoppen. 61. Dg4t Kc7. Anders b8D. 62. Dc8t benevens promotie met schaak. U hebt het gezien; de Amerikaan kan heel wat meer dan klokken onklaar slaan! E. SPANJAARD Vooral de Senegalese spelers Bassirou Ba en Diaw toonden dat er in het aan staande WK-toemooi met de Afrikaanse spelers wel degelijk rekening dient te wor den gehouden. Beide spelers volgen de ontwikkeling van het spel in Europa en zijn niet bang om af en toe ook eens bewust in de omsin geling te gaan. In diagram 1 zien we zo’n voorbeeld uit de partij tussen de Malinees Kansaye en de Senegalees Diaw. Wit aan zet staat verloren door een kleine combinatie waardoor wit zijn centrum aanval niet door kan zetten: na 29-23 volgt nl. 11-17 22x11, 16x7 27x16, 7-11 16x18,13x33 39x28, 30x50. Let ook op de buitenspel staande schijf op 45, waardoor zwart met de drie schijven 25, 30, 25 liefst vijf witte schijven vasthoudt. In het algemeen is het bij het spelen van zo’n omsingeling zaak om de schijven 45 en 50 op tijd eruit te spelen waarna zwart veel meer moeite zal hebben de witte stand in bedwang te houden. In de partij volgde: 29-24 30x19 waarna zwart wist te winnen. In de diagramstand had ook 28-33 niets geholpen, omdat wit na 12-17 geen tempo heeft om na te slaan 29-24 te doen. In de stand van diagram 2 zien we pion ontbreekt), maar Kortsnoi laat enke le steekjes vallen, terwijl Browne zeer listig manoeuvreert, door zijn dame op de voor het eeuwig schaak zo belangrijke diagonaal h2-b8 te posteren. Eerst echter creëert hij een vrijpion. Er volgde 43 h6-h5. Zwart wil tot h4 komen om zo mogelijk te werken met een eeuwig schaak Dg3t Delt, maar misschien was 43Dg5 toch beter, om eventueel ook het mechanisme Dclt-Df4t enz. in de stel ling te brengen. Waarschijnlijk liet hij dit achterwege omdat na 44. De8t 45. De4t 46. Db4:t geen eeuwig schaak te zien is. 44. De2-c4 Kh8-h7, 45. Khl-h2. Pion b4 loopt niet weg. 45Dg6-f5, 46. Dc4xb4 Df5xc2. Wit heeft nu zijn vrijpion (regel 5) en voorkomt allereerst eeuwige schaaks met Dc7t Dclt door voomoemde diago naal te bezetten. 47. Db4-b8! Onthou den deze leerzame zet! 47f6-f5? Hier mede veronachtzaamt zwart regel 10. Veel beter was 47De4! met centrale op stelling der dame. Van der Sterren meent (in het Schaak-Bulletin) dat dan na b.v. 48. b4 f5, 49. b5 f4, 50. b6 De3 eeuwig schaak niet meer te voorkomen is. 48. Db8-e5! Maar onze Walter neemt regel 10 wel in acht! Zijn dame staat nu optimaal (dekt b2, blijft op de diagonaal). 48Dc2-f2, 49. b2-b4 h5-h4, 50. b4-b5 g7-g6. Zwart wil tot f5-f4-f3 komen zonder dat wit met schaakjes op e4, f5 of h5 de pion op f3 verovert. 51. De5-e7t Kh7-g8, 52. De7-e8t Kg8-h7, 53. De8-e7t Kh7-g8, 54. De7-d6! Na met schaakjes enkele zetten te hebben gewonnen (tijdnood!), plaatst wit zijn dame weer op de kritieke diagonaal en bereidt hij b5-b6 voor. 54Kg8-h7, 55. b5-b6 f5-f4. Dreigt eeuwig schaak en eventueel f4-f3. 56. Dd6-d5t Kf7-e7! Nog de beste kans; de koning moet naar de b- pion. Zie b.v. 56KffJ, 57. Db3! en zwart kan noch Dg3t, noch f3 spelen. Of 56Kg7, 57. De5t (dekt el) Kh7, 58. b7 f3, 59. Dc7t Kh6, 60. Df4t Df3:. De tekstzet verbergt een valstrik. Van der Sterren toont de volgende verrassende variant: 57. Dg5t Kd7, 58. Dg6:? Houdt g3 Alle hierboven geciteerde regels komen gedekt, doch verspeelt niettemin de winst in ons eindspel aan bod. Dit had vermoe delijk remise kunnen worden (omdat de f- Ik wil een man van de kermis zijn. Dat vind ik leuk. Om naar de vliegtuigjes en naar de draaimolens te kijken. En ’s avonds kan ik lekker van de suikerspinnen smullen en in de vliegtuigjes zitten. Pak een potlood. Zoek de 1 op. Trek een lijn naar 2. Dan van 2 naar 3. Zo ga je telkens een cijfer verder. Als je alle cijfers gehad hebt, heb je zelf een tekening gemaakt! Je kunt hem ook nog uitprikken. Dat doe je langs de lijn die je zelf getrokken hebt. V 3 V 8 4 H 10 9 7 6 2 4. V 10 9 N W---O z •8 1 deel dan stukken. 3. Voor de bestrijding van de oprukkende vrijpion komt o.a. een tegenactie in aan merking met het doel, eeuwig schaak te forceren. 5. Voor het realiseren van de pluspion dient deze vrijgemaakt te worden en een veilig plekje te worden gevonden voor de eigen koning. 7. De koning van de sterkste partij staat het veiligst achter de drie rochadepion- nen, b.v. achter f2-g3-h2 of f2-g3-h3. De belangrijkste van deze beschermende pi onnen is de f-pion; als deze ontbreekt 4s het vaak niet mogelijk aan eeuwig schaak te ontkomen. 10. De beste positie van de dame kan de doorslag geven. i yi I Vorige week heb ik u al een heleboel verteld over de reis van Sijbrands en Jurg Op de omslag van het maartnummer KNSB-tijdschrift prijkt een foto, welke een blijvende plaats verdient in de archie ven over het schaakleven uit de twintigste eeuw. Op het bord ziet u het dame-eindspel, dat in de laatste ronde van het recente Hoogoventoernooi was ontstaan tussen Browne en Kortsnoi. Beider vlaggetjes hingen op vallen, terwijl wedstrijdleider Orbaan een tweede klok in de hand hield, welke hij toonde aan Browne. Wat was er gebeurd? De spelers waren in zodanige tijdnood geraakt, dat zij de klok in puin hadden getimmerd, zodat deze diende te worden vervangen. Dit incident is kenmerkend voor Walter Browne, die tenslotte met de jeugdige Seirawan het toernooi op zijn naam bracht. Want Browne is de zenuwachtig ste man ter wereld! Hij schaakt met zijn hele lichaam, zichtbaar en hoorbaar. Zelfs voor lieden die de spelregels niet eens kennen, moet het een attractië zijn, deze potsenmaker gedurende een partij te ob serveren, omdat hij de spanningen in beeld brengt, welke de meesters onder gaan, doch voor niet-schakers grotendeels verborgen blijven. Browne is van origine een Australiër. In de zestiger jaren probeerde hij reeds zijn geluk in de lagere regionen van de „Hoog ovens”, maar bij de Olympiade te Siegen 1970 was hij eensklaps no. 1 van de Aus tralische ploeg. Thans is hij Amerikaan. De goede man moet het eigenlijk moei lijk hebben met zichzelf. Hij kijkt altijd boos, praat altijd te hard en spreekt altijd over geld. Wat dat betreft zou hij uitste kend passen tussen onze vaderlandse so ciale partners: de regering, de werkgevers en de werknemers! Maar schaken kan hij! In Wijk aan Zee bleef hij ongeslagen en toonde hij naast een enorme inzet en strijdlust ook een groot vakmanschap. Wij gaan u dit demonstreren aan de hand van zijn dame-eindspel tegen Korts noi, waarvan wij u wederom het diagram geven van de stelling, ontstaan na wits 43e zet De4xe2. Ogenschijnlijk is er niet meer zoveel aan de hand; ieder 4 pionnen. Vele gewone clubspelers zouden hier tot remi se hebben besloten, doch de vakman ziet, dat wit beter staat. Wie van het verdere verloop werkelijk iets wil leren, dient eerst kennis te nemen van de voornaam ste kenmerken van dit soort eindspelen. Daarom citeren wij u enkele van de richt lijnen welke onze grootste docent, dr. Euwe, reeds in 1940 voor ons uitstippelde in zijn handboek „Het eindspel”, deel 10. 1. De koningen spelen veelal een passieve rol, anders dan b.v. in toreneindspelen. 2: Het is niet mogelijk een door de vijan delijke dame ondersteunde vrijpion met de dame alleen tegen te houden. Daarom ‘-betekent een vrijpion hier een groter voor- B 10 8 V A H 6 2 H V 3 2 4. A 5 6 V V B 9 5 A 7 5 4 4. V 10 9 7 H 9 7 5 3 2 V 7 4 3 6 4. H8 3 West incasseerde Ha AH, gooide op Ru H een harten af en troefde een harten. Dat evenwel maakte de 4e harten van tafel niet hoog en zuid eindigde roemloos één down. Een beetje vooruitdenken had dit kun nen voorkomen. Zuid moet in de eerste ruitenronde niet de vrouw leggen. Oost kan niet overne men en Ru B wint dus de slag. Als west nu ruiten vervolgt wordt opnieuw Ru H hoog, maar wel met dit verschil dat zuid troeft en dus aan slag komt. Hij kan rustig een klaveren troeven en troef trekken, waar na hij op simpele wijze 10 slagen maakt. Het spel vereist geen bepaalde vorm van techniek; het illustreert alleen de nood zaak van een speelplan alvorens in de eerste slag wordt bijgespeeld. Het spel werd ontleend aan „When to duck, when to win” van Terence Reese en Roger Trezel. Van eigen bodem een leuk spel, dat mij werd toegestuurd door de heer H. J. Mey er uit Kruiningen. Het werd gespeeld tij dens de jubileumdrive van de „Vlissingse Fles”, die op 29 februari, ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan werd gespeeld. A V 8 5 4 3 4. H 6 2 B 10 9 6 5 4 2 A B -n 3** Later wil ik graag politieagente worden of filmster. Later moet ik dan tussen twee dingen kiezen en dat zal voor mij een moeilijke keus worden, want ik vind het allebei zo leuk. Ik wil graag agente worden, want dan kan ik mensen helpen als ze in nood zitten. En ik wil graag filmster worden omdat ik graag zing en dans en toneel speel. Wat zou jij tussen deze twee dingen kiezen? MARIELLETOME iiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim ‘S rV>'» naar Mali, zoveel zelfs dat er voor de damtechnische prestaties nauwelijks meer plaats was. Daarom gaan we daar vandaag nu mar meteen mee door. Noord gever, allen kwetsbaar. Oost opende veelal 1 Ru, waarna NZ heftig schoppen boden, alvorens OW 5 Ru be reikten. Enkele zuidspelers namen dit (te recht) uit met 5 Sch en als zuid er nu maar voor zorgt twee kleine troefjes te bewaren om te kunnen oversteken naar noords Sch 8 7 heeft hij precies voldoende entrees om zijn al dan niet gedubbelde contract nog te maken ook. Zuid nl. geeft een harten af én troeft de harten vrij, hetgeen hem in staat stelt twee verliezende klavers op te ruimen. De enige start die dat verhindert is KI 9, maar welke west zal dat in de praktijk vinden? T. SCHIPPERHEYN A H 8 7 9 7 6 5 3 4-743 W-.‘-O H V 10 2 A V 8 5 - 10 24

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 39