Leesgoed voor kinderen als boek van de maand Wederopbouw Rotterdam Internationaal bekeken R6. Je proeft weer datje rookt 5 L LaXOberOn het vloeibare laxeermiddel met aangename vruchtensmaak. wij ontvingen Acteurs Zwarte Theater vragen asiel in Wenen I Zilveren Harpen uitgereikt NIEUW Rotterdamse Kunststichting organiseert festivals voor architektuur s I Bloemlezing uit kinderboeken vanaf 1945 13 DINSDAG 1980 18 MAART - door Joost Meuwissen - I 1 AMSTERDAM. - Hoe lang is het alweer geleden dat in de herfst de grap circuleerde „de paddestoelen schieten weer als galeries uit de grond”? In de jaren zestig zagen een hoop lieden, toegerust met de spreekwoordelijke Hollandse koopmansgeest, wel brood in de kuns thandel. Als in onze binnensteden weer een brandstoffenhandel of kruidenier het loodje gelegd had, duurde het vaak niet langer dan enkele weken of, met behulp van een paar bussen latex en een lichtrail met spotjes, werd de ruimte omgetoverd tot galerie. Dat het aan de man brengen van kunst toch een wat andere benadering vergt dan de verkoop van tweedehands automobielen, hebben vele galeriehouders van het eerste uur inmiddels aan den lijve ondervonden. Zonder uitgesproken visie, en onblusbaar enthousiasme, is het runnen van een galerie een uitzichtloze onderneming. De wetten van de kunst- jungle mogen dan nog niet nauwkeurig zijn geformuleerd, dat ze streng zijn staat wel vast. KUNST --- Jubileumtentoonstelling veertig kunstenaars in Arti Hangijzer Door verkeerde voeding, verandering van omgeving (denk aan vakantie) of bedlegerigheid ontstaat - vaak verstopping. Een vervelend probleem! Gelukkig is er een plezierige oplossing: vloeibaar Laxoberon een laxeermiddel dat op aangename wijze de natuur een C handje helpt. Aangenaam door zijn exacte doseerbaarheid (dankzij het bijgeleverde niaatschaaltje), waardoor de kans op het ontstaan van krampen minimaal is. Aangenaam door zijn effektieve werking (’s avonds ingenomen, ’s morgens de werking). In Laxoberon zijn geen suikers verwerkt. Het kan dus door diabetici worden gebruikt. Laxoberon is uitsluitend verkrijgbaar bij drogist en apotheker. Laxoberon een prettige oplossing voor een vervelend probleem. 4 bibliotheek Tien jaar lyrisch realisme bij galerie Petit PETRA BARNARD Het oehouden huis, ets van Hans Blanken. (Van onze kunstredactie) (ADVERTENTIE) till (ADVERTENTIE) Het echtpaar Dobs en Ton van Dijk, oprichters en stuwende kracht achter de galérie, heeft nadrukkelijk niet willen kie zen voor een terugblik op de tien achter hen liggende jaren. Niet alleen maakt zoiets bijna onvermijdelijk een enigszins zelfgenoegzame indruk, je moet ook werk gaan lenen van verzamelaars. Werk dat je niet een tweede maal kunt verkopen, en Nederlandse bijdragen zullen vooral uit eigen initiatief moeten komen. De stich ting ziet haar taak hier vooral als coördi- nering. Op eendere wijze zal volgend jaar een prijsvraag jonge ontwerpers gelegen heid geven hun architectonische ideeën ter beschikking te stellen. Teneinde de woorden en begrippen te hebben om deze taken aan te kunnen werd door de Kunst stichting onlangs een besloten symposium gehouden in het Museum Boymans Van Beuningen, met als onderwerp: De relatie van het architectonische ontwerp met de geschiedenis. Dit thema werd niet alleen als pregnant ervaren in een stad waarvan het histo risch centrum in de eerste oorlogsdagen van 1940 is vernietigd. Het is ook een van Lees eerst de gebruiksvoorschriften de winkel moet, jubileum of niet, toch doordraaien. Ook dat is een wezenlijk onderdeel van het galeriebedrijf. Er is nu gekozen voor een opzet, die te omschrij ven valt als een moment-opname van de aktiviteiten van kunstenaars uit de Petit- stal. Eigenlijk is dit wel zo interessant. In één klap kunnen we ons op de hoogte stellen van de recente ontwikkeling van een groot aantal schilders, tekenaars, gra fici en keramisten. Wat deze kunstenaars met elkaar verbindt is het feit dat zij allen op verhalende wijze een duidelijk herken bare werkelijkheid weergeven. Daarom is de term „lyrisch realisme” ook nog niet zo gek gekozen. Het moet niet gemakkelijk geweest zijn een zo groot aantal, in wezen vrij uiteenlopende kunstenaars, onder één terminologisch hoedje te vangen. Maar het beestje moet tenslotte een naam heb ben. En lyriek, daar kun je toch nog aardig wat kanten mee op. De miniatuurtjes van Leo van Dam doen, in dit kader geplaatst, misschien wel denken aan de poëtische bondigheid van Daarmee is het vakmanschap van de architect centraal komen te staan. Een zevental kunstenaars heeft, speci aal voor deze tentoonstelling, een prent (afjgeprijsd op honderd gulden. jes in een poëziealbum. Bekende mensen als Peter Vos, Tom Eyzenbach en William D./Dirkje Kuik dragen met hun veelge roemde boekillustraties al jaren bij aan de literatuur. De scheidslijn tussen beeldende en ge schreven kunst wordt door galerie Petit sinds enige tijd weggepoetst in het tijd schrift PETIT. Met kundige grafici als Frans de Jong en Nicolaas Wijnberg, die hun schouders onder dit projekt zetten, is het geen wonder dat dit blad er meer dan voortreffelijk uitziet. De catalogus bij de jubileum-expositie is nummer vier van dit tijdschrift, een soort van Liber Amico- rum, waar tal van kunstenaars een pagina voor geleverd hebben, Gerrit Komrij be reidt momenteel nummer 5 voor. Uit het wel zeer royale aanbod van deze alleszins bezienswaardige tentoonstelling heb ik, bij wijze van illustratie, een prent gekozen van Hans Blanken. Het nog net niet ingestorte pand op deze ets heet, ironisch genoeg, het „behouden huis”. (De expositie Galerie Petit 10 jaar ly risch realisme in Arti et Amicitiae, Ro- kin 112, duurt nog tot 30 maart, di-za 12- 18 uur). De CPNB heeft deze keer gekozen voor een jeugdboek als „boek van de maand”. „Leesgoed” is een bloemlezing uit Nederlandse kinderboeken vanaf 1945 tot heden, samengesteld door Netty Heimeriks en Beccy de Vries. Het boek ziet er indruk wekkend uit, rijkelijk geïllustreerd, met veel kleur, door een grote verscheidenheid aan Nederlandse illustratoren. Toch is het jammer, dat, in tegenstelling tot de vorige bloemlezing die als boek van de maand verscheen, „Duveltjes uit een doosje”, er uitsluitend bestaand werk is opgenomen. In „Duveltjes” staan nog heel wat oorspronkelijke verhalen en de getekende duveltjes van Carl Hollander, die door het hele boek heen dartelen geven een indruk van eenheid. Om dezelfde reden is het jammer dat Leesgoed een twee-kolommenindeling en een kleinere letter heeft. CPNB het initiatief genomen tot een halfjaarlijkse uitgave, getitel „Kleintje Boek”. Het eerste boekje geeft een be schrijving van de 16 titels boeken of prentenboeken voor kinderen van vier tot acht Daarnaast worden ook nog tien titels kort vermeld. Bij twee boeken, Borre en de nachtzwarte kat van J. Wag ner en R. Brooks en Alles voor een pannekoek van Eric Carle worden sug gesties gegeven voor spelletjes en ge sprekken ter verwerking van het ver haal. Veel illustraties uit de besproken boeken, vaak in kleur, verluchten het boekje. (Van onze kunstredactie) LAREN. Zes jonge Nederlandse kun stenaars zijn gisteren onderscheiden met de Zilveren Harp. Deze onderscheiding wordt sinds 1969 door de Stichting Cona- mus uitgereikt aan nieuwe, veelbeloven de talenten op het gebied van de lichte muziek. Conamus ijvert voor die lichte muziek in ons land. De Zilveren Harpen voor 1980 kwamen in het bezit van de driemanspopgroep New Adventures, cabarieter Sietze Dol- stra, zijn componist Ad Visser en zange- res-dichteres-componiste Margriet Mar kerink. De uitreiking van de harpjes vond plaats aan het slot van de 25e liedjesbeurs die /dit jaar voor de eerste maal in de Larense Singer Museumconcertzaal werd gehouden. „Zelfmeditatie”, een kritische beschou wing van huismiddelen, door dr. A. J. Laxofceran- ■■"'"'‘‘"Wmk Wie het in deze branche tien jaar vol houdt heeft dan ook alle reden dit feit met enige trots aan de grote klok te hangen. Galerie Petit, gestart in een klein pand in de Binnen Vissersstraat, en later verhuisd naar wat ruimere zalen aan de Nieuwe- zijds Voorburgwal, in Amsterdam, viert zijn 10-jarig jubileum op allerminst petie terige wijze in bovenzalen van sociëteit ARTI ET AMICITIAE. Maar liefst veertig kunstenaars hebben werk ingezonden voor deze mammoet-expositie, die hierna nog op tournee gaat naar Eindhoven en Apeldoorn, onder de titel „Galerie Petit 10 Jaar Lyrisch Realisme”. Omdat ook andere inleiders deze wen ding trachtten te volvoeren, zou men het Rotterdamse symposium wel een mijlpaal in de nederlandse architectuurdiscussie kunnen noemen. De Delftse architect Henk Engel heeft de verandering mis schien het bondigst onder woorden ge bracht, in een repliek op het weinig accu rate stadsbegrip van de Utrechtse kunst- Netty Heimeriks Beccy de Vries: Lees goed. Uitg. CPNB; prijs, tot en met 6 april 19,50 en daarna 34,50. Herman Kakebeeke, Netty Heimeriks en Hannie van Wieringen: Kleintjeboek, uitg. CPNB, prijs: 2,50. de Japanse haiku’s. Terwijl het giganti sche schilderij (vier bij anderhalf meter) „Tocht door de onderwereld” van Ger Boosten weer meer een verbeelding lijkt van een revolutionair schotschrift. De honden en poezen van Aija van den Berg, en de vogeltjes van Jan Jaap Stigter kun nen eventueeel dienst doen als plakplaat- Deze opmerkelijke stelling bevat een aanval op het formalisme van veel tegen woordige architectuur, die men in Neder land best eens ter harte zou kunnen nemen. de voornaamste vraagstellingen in de ont wikkeling van de architectuurtheorie van de laatste tien jaar. Sommige sprekers hebben er nog eens op gewezen dat de bijna ongelimiteerde leegte na het bombardement de stede- bouwkundigen niet onwelkom was, voor het zuiver aantonen van de geldigheid van hun theoretische modellen. Dat is goed voor enig gegniffel onder architecten. Hiertegenover heeft een van de opstellers van het Basisplan uit 1946, S. J. van Emb den, in de discussie benadrukt dat in dit op het eerste gezicht nogal rigoureuze plan de continuïteit met de historisch op gegroeide stadskern wel degelijk een van de beweegredenen is geweest. Dit twist punt - dat overigens de gemoederen na de oorlog steeds was blijven verhitten - werd op het symposium door een van de inlei ders op heldere wijze voor eens en voor altijd terzijde gelegd. Giorgio Grassi die, ofschoon een be langrijk architectuurtheoreticus, hier als architect was aangekondigd, beargumen teerde dat de studie van de oude, verdwe nen, vroeger verbeelde, eens geconcipi eerde maar nimmer gerealiseerde stad niet meer en niet minder is dan een node gebruikte techniek in de architectonische vakbeoefening zelf. Het is dezelfde armoe- de die uit de abstracte modellen van de toenmalige moderne stedebouw en uit de oppervlakkigheid van een toevallig aan knopingspunt bij de stedelijke traditie (bijvoorbeeld een opnieuw getraceerd grachtje) blijkt. In beide gevallen is niet de verdwenen stad maar een verdwenen of niet aanwezige deskundigheid het hangijzer. De architecten en planners hebben er eenvoudig hun huiswerk niet gedaan. Hun gebrekkige werkwijze is daarmee even extreem geweest als bij de verwoeste de len van Oosteuropese steden die steen voor, steen zijn gerestaureerd. Waar het Grassi om gaat is dat men deze extreme benadering zou kunnen zien als graduele afwijkingen van een normale vakbeoefe ning, wellicht veroorzaakt doordat het verlies van zulke steden in feite te groot en onoverkomelijk is geweest. Door „moeilijkheden van technische aard” bent u namelijk vorige week niet geattendeerd op de tentoonstelling van de Vlaardingse fijnschilder Aad Hofman in Galerie Mokum, op een steenworp af stand van Arti gevestigd aan de Oude- zijds Voorburgwal 334. Hofman heeft het stedelijk verval gekozen tot onderwerp van zijn schilderijen. Als u nu morgen of overmorgen toch in Amsterdam bent, kunt u wellicht beide tentoonstellingen, in één moeite door, meepikken. ARTHUR BELMON laatste tien jaar zijn verschenen. Het zou zo’n mooie gelegenheid zijn om oude dingen opnieuw te ontdekken. Waar is Meindert de Jong, Sacha Burger; Dola de Jong? Het zou leuk geweest zijn weer iets terug te vinden uit „Rooie Freeke” of „Een tien voor de tuin” van Wim Hora Adema; uit „De Rode Ponnie” van Mies Bouhuys of uit ’’Jeanne d’Arc” van An- net van Battum. Allemaal boeken die onverdiend in de vergetelheid dreigen te raken. Nu is het meer een soort luxe catalo- kinderen vanaf 4 jaar door Astrid Lind- gus wat natuurlijk niet wegneemt dat er gren, uitgave Ploegsma 14,90). menig uurtje leesplezier aan beleefd kan „Het verhaal van Robinson Crusoë” worden. voor kinderen vanaf 10 jaar door Annie en Om tegemoet te komen aan de toene- Michel Politzer, uitgave Ploegsma mende vraag naar informatie heeft de 13,90; tweede gewijzigde druk). - Annie M. G. Schmidt schreef al in de inleiding van „De Ark” (overigens de mooiste bloemlezing die ik ken) over het bezwaar van fragmenten. Als meisje kreeg ze een boek, getiteld, „Lekkere Kruimels”, een verzameling fragmenten uit allerlei boeken. Daarover schrijft ze het volgende: om zo bij de hand geno men te worden door een volwassene die zegt: Kijk m’n kind, ik zal je eerst in ’t kort vertellen waar het over gaat en dan mag je een stukje zelf lezen, ziet u, dat voelde ik als een hinderlijke belemme ring. Het was alsof de pianolerares mee ging naar het oerwoud en tot je zei: Nu mag je heel even achtervolgd worden door die alligators, maar als ik in mijn handen klap, kom je terug, versta je?” Nu is het wel zo dat de samenstellers van „Leesgoed” zich bij voorbaat vrijge pleit hebben door te stellen dat de frag menten een overzicht van stromingen of genres geeft, maar dat niet bevredigd. Heel veel fragmenten eindigen op een spannend moment, dat vreselijk nieuws gierig maakt naar de rest van het ver haal. Hoe lossen Florien en haar moeder hun problemen op? Leeft Lambert nou nog of niet? Wat is er aan de hand met Dikke Dollie en hoe loopt het af met Aagje? Wordt de Duitse soldaat doodge schoten of niet? En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Bovendien is meer dan de helft van de Porsius, uitgave Wetenschappelijke Uit- stukjes afkomstig uit boeken die in de geverij Bunge 25). „Zelf haar knippen”, door Harold Leighton. Uitg. Becht 19,90). Stekendic- tionaire (borduursteken en borduurtech nieken), door Nel Rol, Uitg. Becht (ƒ22,50). „Flankademhaling”, conditieverbete- ring volgens de Del Ferromethode. Uitg. Teleboek 12,90). „Belastinggids 1980” door mr. A. G. F. Lindeijer, uitgave Het Spectrum in de Prisma-reeks. „Lente in Bolderburen”, verhaal voor ROTTERDAM Naast de jaarlijkse festivals voor film en dichtkunst heeft Rotterdam sinds enige tijd ook een orga nisatie voor architectuurfestivals. In het voorjaar van 1981 en 1982 zullen twee architectuurfeesten worden gehouden. Het initiatief voor deze Architecture In ternationals ligt evenals bij Film Inter national en Poetry International, bij de Rotterdamse Kunststichting. Door de re latief kleine geldstroom die de Stichting in het geval van de bouwkunst weet te laten vloeien zal het grootste deel van het beschikbare budget wel worden be steed aan het internationale aspect van het gebeuren, waarvan de stad Rotter dam in zijn wederopbouw na de oorlog het onderwerp is. Buitenlandse architec tuurcritici en architecten worden uitge nodigd tot het leveren van een waarde ring of aanvullend ontwerp van delen van de stad. historicus Rob Dettingmeier. Het gaat niet om het beeld van de stad, het gaat om de vorm van de stad. Een critische en curieuze uitspraak die de Rotterdamse Kunststichting zich ter harte zou moeten nemen, omdat zij juist Dettingmeiers „stadsbeeld” als centrale categorie van haar architectuurfestival heeft voorge steld. Men moet het echter niet opvatten alsof een stad één vorm zou hebben. Juist in het laatste geval nog zou men kunnen spreken over het beeld dat zo’n stadsvorm bij de gewone mensen zou oproepen. Veeleer zou men, volgens Grassi, de hele stad moeten opvatten als een oeuvre in de franse betekenis van het woord: als een werk, dat een rijkdom van esthetische keuzen biedt in zijn alledaagse leven, maar waarvan de opbouw ook een norma tieve vraagstelling forceert. Ieder plan of ieder ontwerp zou in die opvatting een specifiek gegeven zijn „dat uit de stad zelf op natuurlijke wijze voortvloeit”. Het ontwerp is „reëel en concreet deel van de stad zelf”. Als handeling, voor het beter en mooier maken van de stad, voegt het slechts toe, een stuk, een steen. Zo is de stad niet in de eerste plaats een culturele, historische of zelfs waarneembare wezen lijke eenheid, maar een „plaats waar de architectuur haar fundamentele karak ter kan laten zien”. De stad bewerkstel ligt een voortgang van plannen en ontwer pen waarvan de vormen een „eigen zin hebben in de tijd”, waarvan de stad, door zijn menselijke en collectieve leven, de voortbrenging verzekert. WENEN. Twee vooraanstaande leden van het wereldberoemde Praag se toneelgezelschap Zwarte Theater, Peter en Milada Kratochvil hebben maandag op de laatste dag van een buitenlandse tournee van een half jaar, politiek asiel in Oostenrijk ge vraagd. Het Zwarte Theater zou maandag de tournee hebben afgeslo ten met een voorstelling in Linz en dinsdag zijn teruggereisd naar Tsjechoslovakije.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 13