in Mijn moeders courage
Ingeborg Elzevier prachtig
j
Franse filosoof
Roland Barthes
overleden
Walter Susskind
overleden
H.DE VRIES
N
75 JAAR
WW
WA BW
Onevenwichtige voorstellen voor uitbreiding gebouwen Binnenhof
b
3.75
ft
w
B
v jBH
II
UITGEWASSEN
GRINDTEGELS
Bi lil
tfw
H X
Or
11
J,
MSOlfc’fe
21
DONDERDAG
2 7
1980
MAART
KUNST
door Joost Meuwissen
-4
t
3
Niet opportuun
HAARLEM. Mijn moeders
Courage, zo luidt de titel van Ge
orge Tabori’s jongste toneelstuk.
Het ging woensdag in première
bij toneelgroep Centrum, in de
Toneelschuur. Nog geen drie we
ken, nadat bij het Publieksthea-
ter Moeder Courage van Bertolt
Brecht werd uitgebracht. Omdat
in beide titels de woorden moeder
en courage voorkomen, rijst vlug
het vermoeden dat beide stukken
in een zelfde spoor lopen. Daarbij
zijn we dan op een dwaalspoor
beland, want Tabori’s stuk heeft
niets met dat van Brecht te ma
ken, ook al heeft hij het evenals
deze over een vrouw met een be
paald soort moed.
SCHOEHUIJS B.V.
Tweespalten
h//
Argument
Uliii
s
■u, a
heldin tegen
wil en dank
(ADVERTENTIE)
Pleidooien voor soberheid in die zin,
haar zoon George. En twintig jaar later
maakte hij er een toneelstuk over. Of
eigenlijk meer een novelle in dialoog
vorm, een verhaal waarbij geen zichtbaar
makend toneel nodig is, hoewel de schrij
ver het als toneel heeft bedoeld.
Centrum speelde ook twee vroegere
stukken van Tabori: eerst De Kannibalen
en daarna Het 25ste uur. De Kannibalen
ging over concentratiekampverschrikkin-
gen; in Mijn moeders courage wordt het
concentratiekamp en de jodenvervolging
meer als een nadrukkelijk terzijde opge
voerd. Het gaat Tabori vooral om het
gebeuren zelf die merkwaardige dag in
het leven van zijn moeder. Elsa Tabori
wordt door haar zoon geëerd met het
woord courage, dat Tabori vanzelfspre
kend van Brecht leende, maar in feite is
zij een heldin tegen wil en dank. Onmid
dellijk na haar vrijlating bekruipt Elsa
Tabori een oprecht gevoel van gêne, hoe
wel zij dan haar marteling juist achter
welke nu de resultaten te zien zijn, is ook
al naar jongere, niet zo ervaren ontwer
pers gegaan.
De overweging hierbij zal zijn geweest
dat de wat oudere bouwmeesters nog te
ontvankelijk zouden zijn geweest voor het
oude beeld van een burgerlijk en kritisch
parlement en zijn openbaarheid. Dit geldt
zeker ook voor buitenlandse architecten,
waar in de architectuur aldaar de open
baarheid van stedelijke ruimten juist in
de laatste jaren weer is overdacht en waar
in hun politieke cultuur het idee van het
dualisme over het algemeen wordt hoog
gehouden. Omdat men toch niets uit die
hoek verwachtte dan goede ontwerpen die
men niet zou willen bouwen, is de prijs
vraag nationaal van karakter gebleven, in
tegenstelling tot die van vorig jaar voor
het Australische parlementsgebouw in
Canberra.
Maar, zoals een medisch student bij
toeval wel eens een ingewikkelde hartope
ratie met succes zou kunnen verrichten,
zo is ook de onevenwichtigheid in de aan
pak door jonge ontwerpers niet zonder
risico. De prijsvraag mag zijn uitgeschre
ven opdat de keuze van een ervaren archi
tect en van diens classicerende métier zou
kunnen worden vermeden, maar ondanks
die voorbereiding blijft de keuze eind juni
van een jonge, onervaren ontwerper een
waagstuk. Ze getuigt van weinig respect
voor de beroepsbeoefening van de bouw
meester; ze toont niet veel begrip voor de
ingewikkeldheid van de architectonische
ontwerpvoortgang en haar moeizame be
heersing.
U heeft een keuze uit meer dan 50
verschillende soorten en kleuren.
Afm. 60 x 40 cm
reeds v.a
(btw inbegrepen)
Voor aanvraag kleurenfolder prijs
lijst bel 02206-2690.
Showroom opslag verkoop
HOOGDORPERWEG 2 G - HEEMSKERK
Alleen showroom: Herenweg 38, Egmond-
Binnen, tel. overdag 02510-31205, s avonds
02206-2690 (tot 22.00 uur).
Oorspronkelijk heeft het in de bedoe
ling gelegen dat de minister eerst een
keuze zou hebben gemaakt en de drie
plannen zouden pas dan aan de openbaar
heid zijn prijsgegeven. Dat is blijkbaar
niet gelukt. De voortijdige opening van
zaken doet vermoeden dat de minister het
commentaar van deskundigen en leken op
de tentoonstelling bij zijn beslissing mee
wil laten wegen. Het risico is echter dat in
een landelijke discussie alle drie de ont
werpen te licht zullen worden bevonden,
zoals nu al in de verschillende bijdragen
in het themanummer dat het vakblad Wo-
nen-TA/BK (1980) 3 eraan heeft gewijd. En
wat dan? Dan is iedere keuze een slechte
keuze. Men had die net zo goed tien jaar
eerder kunnen maken.
Ruimtegebrek heeft enige kamerleden
al in 1970 tot een initiatief tot uitbreiding
of zelfs verplaatsing uit het Binnenhof
genoopt. Eerdere pogingen, zoals onder
meer de architectuurprijsvragen van 1863
en 1922, hadden vooral een ruimere repre
sentatieve behuizing van het parlement op
het oog gehad. Vergroting van het aantal
kamerleden, hun medewerkers en van de
technische staf had in meer recente tijd
echter tot een duidelijk aanwijsbare ruim
tenood geleid, die om een technische op
lossing vroeg.
die zo uit het stripverhaal Kuifje lijken te
zijn geknipt.
Terug van mineur kom ik direct terecht
bij Ingeborg Elzevier, die eindelijk weer
eens echt gebruik kan maken van het
talent dat zij bezit. Zij laat een aandoenlij
ke Elsa Tabori zien, ongelovige blikken,
onschuldige hartverwarmende naïviteit
en een grote dosis oprechtheid in Elsa’s
karakter worden bij Ingeborg Elzevier op
DEN HAAG. De moeizame voortgang van een architectenkeuze voor de uitbrei
ding van de gebouwen van de Tweede Kamer is in een nieuwe fase terecht gekomen.
Aan de Haagse Kneuterdijk is een tentoonstelling ingericht van de resultaten van de
meervoudige opdracht die minister Beelaerts van Blokland na het voortijdig beëindi
gen van een openbare architectuurprijsvraag heeft gegeven. De schematische ontwer
pen die de drie uitgekozen architecten hebben vervaardigd moeten behulpzaam zijn
bij de keuze eind juni van één van hen als architect van de nieuwe Tweede Kamer.
Daarbij is het geenszins zeker dat dan een van de nu geëxposeerde ontwerpen ook zal
worden uitgevoerd. De architect krijgt de opdracht tot het tekenen van een nieuw
ontwerp. Als alles meezit kan in 1984 met de bouw worden begonnen.
De tweespalten in het programma zijn
voortgekomen uit het nieuwe beeld van
het parlement dat de commissie al in het
programma verankerd heeft willen zien,
nog voordat aan een architect zelfs maar
gedacht werd. In plaats van het liberale
beeld van een parlement waar mensen uit
het land bijzondere belangen in algemene
termen verwoorden (volgens een opvat
ting van dualisme tussen regeringsbeleid
en kritisch parlement, in de WD en in de
kleinere partijen) heeft men een doelmati-
Ook voor: betontegels, bielsen, kei
tjes, oude straatklinkertjes, beton-
schuttingen en schuren, straatklin
kers, patioblokken enz.
Boven 250,- afname, franco gelost
naast de wagen. Betaling aan de
chauffeur.
zich heeft. Een marteling die zij voelde in
de geestelijke vernedering tijdens haar
gang over de binnenplaats naar de Duitse
deportatieofficier, juist omdat het hier
ging om een beslissing die zij in werkelijk
heid niet zelf nam. En hiermee raken we
dan mijns inziens de boeiende kern van
Tabori’s stuk, dat geschreven is in een
relativerende vorm, een verhaaltrant
waarin de toneel-moeder haar schrijven
de zoon steeds behoedt voor overdrijving.
In de voorstelling die Ton Lutz bij Cen
trum regisseerde is de scène tussen Elsa
Tabori en de Duitse officier dan ook een
spannend hoogtepunt geworden. Een
spanning die vooral gelegen is tussen de
gesproken tekst in. Geholpen door het
sobere, maar fantasierijke toneelbeeld
van Paul van den Berg, laat Lutz tussen
deze twee mensen op het toneel ook letter
lijk een bijna on metelijke afstand be
staan, voordat ze tot elkaar komen. Lutz
laat zichzelf in deze voorstelling trouwens
een prachtig beheerste wijze van acteren
ontroerend in beeld gebracht. Daarnaast
staat Jacques Commandeur als George
Tabori, die het verhaal van zijn moeder
vertelt. Een vertellersrol waarvan Com
mandeur zich naar behoren kwijt, maar ik
betwijfel of hij zich er helemaal in thuis
voelt. Zijn mooiste momenten zijn die
waarin hij zijn moeder even teder aan
raakt, waardoor de moeder-zoonrelatie
fijnzinnig voelbaar wordt.
De toneelschrijver George Tabori heeft
met dit stuk bepaalde risico’s genomen.
Telkens wanneer op het toneel een zekere
dramatische spanning dreigt te ontstaan,
volgt er een ontwortelende relativering.
Het is alsof Tabori sentimenten ontman
telt om daardoor nieuwe, eigen gevoels
waarden te ontdekken. In die sfeer heb ik
na een aarzelende start met groeiende
bewondering naar Centrums voorstelling
gekeken. De spelers van het gezelschap
hebben - tot in de kleinste rollen - meege
werkt aan het welslagen van deze toneel-
produktie.
Het stuk wordt in het knappe toneel
beeld van Van den Berg gespeeld tussen
het publiek in. Centraal staat een drie
hoek (een punt van de jodenster?) met een
uitloop tussen het publiek doof. Het is een
toneelopstelling die alleen mogelijk is in
de Toneelschuur (hulde aan de technici
daar) en in Centrums eigen onderkomen
Centrum Bellevue in Amsterdam. Voor
alle andere theaters is er een aangepaste
mise-en-scène. Dat illustreert weer eens
hoe groot de kloof is tussen de gebruiks-
mogelijkheden van het open theater en de
reguliere schouwburg met het lijsttoneel.
KO VAN LEEUWEN.
Mijn moeders courage wordt nog tot en
met zaterdag in de Toneelschuur ge
speeld.
van tijd tot tijd in de Kamer gehouden,
werden door een meerderheid in de wind
geslagen. Zo vonden in 1970 D’66 en PSP
een uitbreiding niet opportuun zolang nij
pende zaken als woningnood nog alle aan
dacht vroegen. Zes leden van de WD-
fractie (Kappeyne van de Copello, Wiegel,
Berkhouwer, Van Aardenne, Rietkerk en
Evenhuis) hebben nog in 1976 een motie
tot uitstel ingediend, die werd verworpen.
Zij vonden dat de Kamer in de beperking
van de overheidsuitgaven zelf het voor
beeld moest geven. Ook het WD-pleidooi
voor dan in ieder geval een zo groot moge
lijke historische continuïteit, zoals de
handhaving van de grote vergaderzaal in
haar huidige functie, heeft geen enkel
gehoor gevonden bij de eenmaal opge
richte bouwbegeleidingscommissie.
Deze commissie heeft een programma
van eisen gestimuleerd, dat met recht als
een blauwdruk voor een geheel nieuw
gebouw zou kunnen worden aangemerkt.
Het neemt alle representatiegedachten uit
'vroeger tijd weer op, in moderne termen
als openheid, verkleining van de afstand
kiezer-gekozene enzovoort. Dat zulke soci-
aal-politieke mogelijkheden nu juist ook
de charme van het oude Binnenhofcom-
plex uitmaken werd niet in overweging
genomen. In het programma werd zelfs
over het eindpunt van demonstraties niet
veel meer gezegd dan dat men petities nog
zou moeten kunnen aanreiken, als was het
aan een achterdeurtje. De „intimiteit” van
de huidige vergaderzaal werd door de
toenmalige kamervoorzitter Anne Vonde
ling wel geprezen, maar ook zij valt buiten
de opzet van het programma. Heel het
gebruik van het oude Kamercomplex, nu
en straks, is in het programma niet rele
vant.
Het programma van eisen is daarbij
allengs zo opgeschroefd, in functies, vei
ligheidseisen en vloeroppervlak, dat het,
zelfs door de bouwbegeleidingscommissie
zelf, als architectonisch schier onuitvoer
baar is aangemerkt. In de pers heeft de
nadruk vooral gelegen op de innerlijke
tegenstrijdigheden in het programma, die
er niet om logen. Het gebouw zou zo open
mogelijk moeten zijn naar de burger, „de
burger moet als het ware binnen zijn voor
hij het in de gaten heeft” (aldus Vonde
ling), maar het zou maar één, goed gecon
troleerde ingang mogen hebben (naast dat
loketje aan de achterkant voor de peti
ties). De publieke tribunes in de vergader
zalen en commissiekamers zouden een
grotere omvang en een ruimer zicht moe
ten hebben, maar hun toegangswegen
zouden volstrekt gescheiden moeten blij
ven van de routes van kamerleden en
belanghebbenden, opdat publiek en ka
merleden elkaar niet tegen het lijf zouden
lopen, uit een oogpunt van veiligheid en
efficiëntie. De aldus gescheiden verkeers-
circuits zouden niet alleen de openheid,
maar ook een helder beeld van de open
baarheid van een parlementsgebouw ge
weld aandoen.
Elzevier, Jac-
Commandeur,
Heems-
Mijn moeders courage gaat over Tabo-
ri’s moeder, mevrouw Elsa Tabori, die op
,een mooie zomerdag in 1944 in haar woon
plaats Boedapest wordt opgepakt omdat
ze joodse is en dus rijp voor het concentra
tiekamp. Met bestemming Auschwitz
wordt ze op de deportatietrein gezet, maar
nog dezelfde avond kan ze haar spelletje
bridge, waarvoor ze die ochtend haar wo
ning had verlaten, bij haar zuster en zwa
ger gaan spelen. Krachtig daartoe aange
spoord door een vroegere huisvriend, die
ze tijdens haar arrestatiedag ontmoet,
heeft ze de Duitse bevelvoerende officier
op kinderlijk onbevangen manier utge-
legd dat ze „hier helemaal niet hoort te
zijn”. Na de mededeling gebeurt het onge
looflijke: Elsa Tabori wordt in vrijheid
gesteld.
Tien jaar nadat dit voorval plaatshad,
vertelde mevrouw Tabori het verhaal aan
PARIJS (AFP). De Franse schrijver
en filosoof Roland Barthes is woensdag
'X op 64-jarige leeftijd in een ziekenhuis in
Parijs overleden, zo is uit de Franse
hoofdstad vernomen. Barthes overleed
I aan de gevolgen van een verkeersongeval
1 waarbij hij op 25 februari zwaar gewond
- raakte.
Roland Barthes was een van de belang
rijkste hedendaagse Franse schrijvers en
filosofen. Met name zijn ideeën over de
litarire' semiotiek (Algemene tekenleer)
zijn van grote invloed geweest op het
denken in Frankrijk. Barthes is professor
geweest in Biarritz en sinds 1976 was hij
verbonden aan de universiteit in Parijs als
professor in de literaire semantiek.
Zijn eerste literaire kronieken publi
ceerde Barthes in 1947. Vooral sinds het
verschijnen van zijn essay „Le degré zéro
de 1” écriture” (1953) werd hij beschouwd
als een vernieuwer van de literaire kritiek.
Aanvankelijk hield hij zich voornamelijk
bezig met de onderliggende psychologi
sche structuur van een tekst, later richtte
zijn belangstelling zich meer op het speci
fiek literaire, bijvoorbeeld op verhaal
structuren (introduction a l’analyse struc
turele du récit, 1966).
In 1957 bereikt hij met zijn „Mytholo
gies” een groter publiek. Daarin bestu
deerde hij de mythen van de hedendaagse
westerse maatschappij.
Zijn laatste werk „La chambre claire”,
een essai over fotografie, verscheen deze
'maand.
De drie nu gepresenteerde ontwerpers
hebben met de in 1978 gepremieerden
gemeen dat zij het kamerbedrijf als doel
matige organisatie op eenvoudige wijze
weten te verbeelden, als een machinerie
de verbinding van wier onderdelen sym
bolische betekenissen zou kunnen dragen
(Pi de Bruijn) of als een complex levend
geheel waarvan alle onderdelen hun
plaats hebben in een structuur die hen
gelijkelijk bezielt (Arie Hagoort, Luurse-
ma Van der Linden). Mechanisme of
organisme, het gebouw als reeks van rou
tes voor de individuele kamerleden en
burgers of het gebouw als een desoriënte
rende, maar overal alerte bijenkorf, wat
voor verschil maakt het als zulke nauwe
lijks overdachte ideetjes zo onverholen
slecht worden vormgegeven? Het heeft er
misschien mee te maken dat van geen van
de drie een betoog van enig formaat of
wat voor bijdrage dan ook aan de theorie
vorming van hun eigen vakgebied bekend
is. De blinde vlekken van hun vroegere
ontwerpen worden hier simpelweg her
haald, als ging het juist om een brevet van
artisticiteit. Geen van drie laat een be
hoorlijke gevel zien. De Bruijn doet de
ramp van zijn gevel voor een parkeerga
rage aan het Amsterdamse Beursplein
nog eens dunnetjes over, in een quasi-
structurele opstand, een ongearticuleerd
eierdoosmotief van te kleine proporties,
als een tapijt of pakpapier zonder onder
scheid om elk bouwvolumen gewikkeld.
Even verstikkend zijn Hagoorts onver
klaarbare afrondingen van kopse kanten
van gebouwstroken die niet aan de straat
maar op straat staan en haar hele profiel
vullen. Alsof de Hagenaars op een ochtend
wakker worden om te ontdekken dat hun
belangrijke verkeersaders zijn verstopt
met dikke wormen die ook nog het ge
bouwtje van de Hoge Raad aan het Plein
met zijn in ons land zo zeldzame architec
tuur hebben opgeslokt. Naar de gevels
van Luursema en Van der Linden, die
blijkens de datering van de tekeningen in
tijdnood hebben verkeerd, blijft het gis
sen, ofschoon de insnijdingen van hun
plattegrond, de onduidelijke ronde hoek
aan het Buitenhof en hun nadruk op een
„voornaamheid” doen vermoeden dat hun
gevel wel van de maatvoering van hun
structurele plattegrond zal worden afge
leid en zo als tweederangsvorm kraak
noch smaak zal hebben. Alle drie breken
voor hun erupties vertrouwde, stijlvolle
en unieke historische bouwwerken af.
De drie ontwerpen voor de uitbreiding
van de gebouwen van de Tweede Kamer
zijn tot 25 april te zien in het Johan de
Witt Huis, Kneuterdijk 6, Den Haag.
Maandag tot en met vrijdag van 10 tot 17
uur.
BERKELEY (USA) (Reuter). De uit
Tsjechoslowakije afkomstige dirigent
Walter Susskind is dinsdagavond na een
langdurige ziekte te Berkeley in Califor-
nië overleden. Hij was 66 jaar.
Na verscheidene bekende orkesten te
hebben geleid, was Susskind het laatst als
muzikaal adviseur verbonden aan het
symfonie-orkest van Cincinnati. In de
loop van zijn carrière was hij dirigent van
de orkesten van St. Louis, Cincinnati en
Toronto, terwijl hij eveneens optrad in
Melbourne en bij de muziekfestivals van
Aspen en Mississippi.
Walter Susskind was behalve dirigent
ook componist, arrangeur van werken
voor piano en orkest en docent op' het
gebied van directie en hedendaagse mu
ziek. Verder werkte hij mee aan de tot
standkoming van ongeveer tweehonderd
grammofoonplaten.
Voorstelling: Mijn
moeders courage.
(My mothers coura
ge). Auteur George
Tabori. Vertaling
Carel Alphenaar. Re
gie Ton Lutz. Gezel
schap: toneelgroep
Centrum. Toneel
beeld: Paul van den
Berg. Spelers: Inge
borg
gues
Margreet
kerk, Luk van Mello,
Frans Koppers, Elias
van Zanden, Jim
Berghout, Bob Son-
nega, Coby Stunnen-
berg en Egbert van
Paridon. Première 26
maart 1980, Haarlem,
Toneelschuur.
De nieuwe kleren van de Tweede Kamer
sa Tabori,
Zo ziet
smaak eruit
Ingeborg Elzevier als Elsa Tabori in Mi/n moeders courage, met
Elias van Zanden (achtergrond) en Jim Berghout als Duitse officier
(op de rug gezien).
(Foto Kors van Bennekom)
kennen als een regisseur die zichzelf in
toom weet te houden. Met een weloverwo
gen regiestijl blaast hij Tabori’s verhaal
leven in, waarbij de wrange humor-opzet,
waarmee de schrijver de ernst van zijn
betoog ook in dit stuk weer omlijnt, in
beheerste proporties door de spelers van
Centrum kan worden uitgespeeïd. De eni
ge dissonant vormt voor mij de arrestatie
van Elsa Tabori, door twee karikaturen
Kamervoorzitter Dolman (geheel rechts) en minister Beelaerts van Blokland van Volkshuis
vesting (links) bekijken samen met enkele leden van de adviescommissie een van de
maquettes.
ge bedrijfsvoering van de volksvertegen
woordiging zelf voorop willen stellen, als
beeld van een Tweede Kamer die niet
alleen het regeringsbeleid mee vorm
geeft, maar zelfs wel in staat moet worden
geacht in de beleidsvoorbereiding in te
grijpen, op grond van de doeltreffendheid
van haar eigen organisatie. Parlementaire
efficiency, niet vanwege een kostenbespa
ring, maar om kracht bij te zetten aan het
idee van de reële eenheid van kabinet en
Kamer, zoals dat in de beide grootste
partijen heerst.
Als representatie van de Tweede Kamer
als modern bedrijf zullen de tweeslachtig
heden in het programma niet eens zo
onoverkomelijk zijn. Vanaf het ogenblik
dat het voorgestelde gebouw essentieel
niet meer als een openbaar gebouw hoeft
te functioneren is de eis van openheid
tegenover de goedwillende burger in
overeenstemming met de eis van bescher
ming tegen de kwaadwillende burger. On
geveer zoals in de supermarkt de mensen
bij de ingang als koopkrachtig publiek
worden verwelkomd en bij de uitgang als
potentiële dief worden gescreend.
Wellicht is de nieuwheid van het pro
grammatische beeld er de oorzaak van
geweest dat minister Gruyters in 1977 niet
tot de keuze van een architect is overge
gaan, maar een prijsvraag heeft uitge
schreven. Juist in een architectuurprijs
vraag zijn programma van eisen en archi
tectonisch ontwerp uit de aard van de
zaak gescheidener dan zij in een werkelij
ke bouwvoortgang ooit zijn. Zoals het de
gewoonte is dat bij een project van een
dergelijke omvang de architect op grond
van een vaag programma wordt aange
zocht en deze dan behulpzaam is bij de
verdere differentiëring, zo nemen ge
woonlijk prijsvraagjury’s hét programma
van eisen als leidraad en niet, zoals nu
gebeurde, als verplichting.
Het argument voor het uitschrijven van
de prijsvraag is de wens dat de architec
tenkeuze op een democratische wijze tot
stand zou komen. Weinig steekhoudend,
waar ministers, kamerleden en rijks-
bouwmeester ook niet via een prijsvraag
op hun stoel terecht zijn gekomen. Boven
dien is een architectuurprijsvraag niet
eens zo democratisch, als de inzending
van een middelgroot architectenbureau
toen op 35.000 moest worden begroot.
Van de 111 inzendingen is geen enkele
voor een vervolgopdracht in aanmerking
gekomen. Wel werd een aantal inzendin
gen van klaarblijkelijk jonge ontwerpers
met een geldbedragje gehonoreerd. Op
merkelijk is het, dat uitgewogen ontwer
pen van landelijk en internationaal be
kende ervaren architecten, zoals J. B. Ba-
kema, op grond van een monumentaliteit
en via de kleine lettertjes van het pro
gramma categorisch werden afgewezen.
De meervoudige opdracht daarna, van
WW'
•WWW
x
Q
m
o
8
CM
6-’
S
3
S