IIP flBlH Al E En Evolutie mens versneld door ramp WELLICHT ONTDEKKING VAN WERELDBELANG au EIIBI S lp* BPS w- i fel doordrs. ChrietTitulaer In de sterrenkunde wordt het woord meteoriet gebruikt voor de steentjes, die uit de ruimte komend, de aarde bereiken. Een groot deel van zo’n steen zal eenvoudig verdampen tengevolge van de grote hitte die wordt ontwikkeld als de steen uit de ruimte de atmosfeer van de aarde binnendringt. De steen botst met de deeltjes die in de luchtlaag om de aarde zitten. Door die botsing wordt hij afgeremd. U3 De film Meteor Jan Smit Schokkend Kosmische rampen Evolutie versneld ’.«F 4’ .-r s'1 y ..-WOW L, - - di Een eencellig diertje van 0,7 mm uit het plankton na de meteorietinslag (links). v.a. Een beeld uit de film Meteor. Chaotische toestanden nadat een meteoriet op New York is gevallen Een eencellig diertje van 0,5 mm uit het plankton dat Jan Smit vond in de lagen, gevormd voor de meteorietinslag. Dit soort is, met 50 gndere soorten na de inslag onvindbaar (rechts). zo’n ster aan het einde van haar leven is gekomen en dan, in een laatste krachtsinspanning, de bui tenste lagen afstoot. We weten in tussen dat zo’n supernova-explosie betrekkelijk vaak voorkomt, alleen al in onze eigen melkweg om de 50 jaar. Zo’n supernova-explosie kan ech ter alleen maar grote gevolgen heb- De Amsterdamse geoloog drs. Jan Smit kwam in januari in het nieuws met een verhaal over de inslag van een reuzenmeteoriet in de prehistorie. Bij die inslag zou de dinosaurus zijn uitge storven. Inmiddels is in de Nederland se bioscopen een film in première ge gaan, die zo’n kosmische ramp tot on derwerp heeft: Meteor! Jan Smit be weert dat de evolutie door die inslag een sprong heeft gemaakt, maar intus sen zendt de Evangelische Omroep een tiendelige televisieserie uit onder de titel „Het ontstaan van de aarde waarin wordt afgerekend met de evolu tieleer. Wat valt er uit de hemel op aarde en hoe beïnvloedt dat de evo lutie? ben voor het leven op aarde als de explosie vlakbij de aarde plaats vindt. Er waren een heleboel rede nen om een supernova uit te sluiten en dus bleef een gigantische meteo riet over. Heel grote inslagen komen geluk kig niet zo vaak voor. Als we naar de maan kijken, zien we een opper vlak dat helemaal is gevormd door Het ontstaan van de wereld volgens de Evangelische Omroep: geen evolu tie doch schepping. bardement de maan hebben getrof fen. In de miljard jaar die daarop volgden (3 tot 4 miljard jaar geleden dus), werden de grote vlakke gebie den op de maan, de maria, ge vormd. Daarna werd het rustig. De laatste 3 miljard jaar is er op de maan niet zo heel veel meer veran derd, hoewel er nog wel een enkele flinke krater zoals Copernicus en Tycho, bij kwam. Om die enkele flinke krater gaat het nu. Als de veel kleinere maan nog af en toe door een flinke steen wordt getroffen, zal de veel grotere aarde ook niet onberoerd blijven. Het zal dus een heel enkele keer voorko men dat een gigantische steen uit de ruimte op de aarde afkoerst. Omdat dit het gegeven is uit de spektakel film „Meteor”, maken we hier een kleine zijsprong naar die film. pak- ml! voor !S. Onder in de kleilaag bevond zich een héél dun laagje, niet meer dan een millimeter dik, dat een heel andere samenstelling had dan de lagen erboven of eronder. Het eerste dat opviel, was dat dat dunne laagje abnormaal hoge con centraties van het element iridium bevatte. Toen Jan Smit die afwij kende samenstelling had geconsta teerd, ging hij verder speuren. Ver volgens ontdekte hij dat er ook be paalde elementen in dat dunne laagje ondervertegenwoordigd wa ren. Welke elementen dat precies zijn, wil Smit nu nog niet kwijt, want hij wil in september van dit jaar tot doctor in de geologie pro moveren op een proefschrift over dit onderwerp. Ook in de wetenschap zijn pri meurs van belang en Smit is bang dat een voortijdige publikatie van zijn gegevens collega’s tot publika tie van deze zaken kan aanzetten vóór zijn onderzoek is afgerond. In Amsterdam had ik de gelegenheid om samen met Smit alle metingen te bekijken en om alle resultaten op een rijtje te zetten. Eén ding werd me erg duidelijk: de onderste milli meter van de kleilaag gedraagt zich niet erg normaal. Nederlandse archeoloog vond boeiend aardlaagje I Het zelfde zien we bij een ruimte capsule, die terugkomt van een reis naar de maan. De onderkant van de capsule botst met de luchtdeeltjes en gaat daardoor gloeien. De onder kant dient als hitteschild Ook een satelliet of een raket die terugvalt op aarde botst met de luchtdeeltjes en wordt witheet. De val van Skylab op aarde was daarom volledig te vergelijken met de val van een flin ke meteoriet. Als zo’n steentje ’s nachts, uit de ruimte komend, de atmosfeer van de aarde treft, zien we heel mooi de lichte streep die het veroorzaakt. We noemen die lichtstreep meestal „vallende ster”, doch met een ster heeft het in feite niets te maken. De officiële naam voor het lichtver schijnsel is meteoor. De sterrenkun digen hebben nog een derde naam bedacht voor de in de ruimte rond zwevende steen die nog niet in bot sing is gekomen met de aarde: de meteoroïde. Als we het heel precies willen zeggen, veroorzaakt dus een meteoroïde, die botst met dé atmos feer van de aarde, een meteoor (lichtverschij nsel) Vaak zal de hele meteoroïde ver branden voordat de steen het aard oppervlak heeft bereikt. Als dat niet het geval is, worden de buitenste lagen bij het doorklieven van de atmosfeer afgepeld en bereikt het restant als een meteoriet de aarde. Meteor geeft, afgezien van de on juiste titel (die Meteorite zou moe ten luiden), een heel aardig beeld van wat er zou kunnen gebeuren als een grote meteoriet op de aarde afstormt. Het is inderdaad mogelijk dat er kleine stukjes van zo’n grote steen afbreken en eerder de aarde bereiken. Die kleine schilfertjes kunnen alleen maar een soort vuur werk veroorzaken, of, als ze niet helemaal verbranden, de aarde treffen. Als een meteoriet de aarde treft, zal het meestal in een onbe woond gebied gebeuren, domweg omdat de hele aardbevolking in en kele kleine gebiedjes is geconcen treerd. De film Meteor is dan ook on waarschijnlijk in het opzicht, dat alle kleine schilfertjes in grote en bekende woonconcentraties terecht komen. Overigens is het heel goed moge lijk dat een komeet de aarde treft. In principe is er geen verschil tus sen een heel grote meteoroïde of een komeet die met de aarde botst. In beide gevallen praten we over een middellijn van 10 tot 50 kilome ter. Ook de film Meteor gaat uit van een brok van die grootte en Jan Smit denkt dat „zijn” meteoroïde 8 tot 10 kilometer was toen hij botste met de atmosfeer van de aarde. Interessant is de vraag wat er bij zo’n botsing precies gebeurt. In het algemeen zal een grote meteoroïde of komeet zo heet worden, dat hij in stukken valt. Die stukken zullen grotendeels verdampen en wat fragmenten zullen verspreid over een groot gebied worden gevonden. Deze situatie heeft zich bijvoor beeld voorgedaan in Siberië, toen op 30 juni 1908 de Toengoeska-me- teoriet viel. Van deze meteoriet zijn nooit fragmenten, in het moeras achtige gebied waar de inslag plaatsvond, teruggevonden. Expe dities naar de plaats des onheils hebben wel aangetoond dat zich een kosmische ramp van de eerste orde heeft afgespeeld. Bij de beroemde inslagkrater in Arizona (ook onjuist meteorkrater genoemd) denkt men dat een 100.000 ton zware meteoriet de kra ter heeft geslagen. Die meteoriet zal niet meer dan 100 meter groot zijn geweest. Zowel Jan Smit als de film Meteor praten over een veel grotere meteoriet. Als een steen 10 kilome ter groot is als hij de dampkring raakt, wordt hij nauwelijks door de atmosfeer afgeremd. Bij het doorklieven van de atmos feer zal er wel wat materiaal van de buitenkant verdampen, maar het grootste deel zal de aarde treffen. Er volgt een ongekend hevige in slag. Net als bij heel grote vulkani sche uitbarstingen het geval is, zal er bij zo’n inslag veel stof en ander fijn materiaal worden uitgeworpen en in de atmosfeer gaan zweven. Er gebeuren dan twee dingen. In de eerste plaats is de hoeveel heid rondzwervende stof zo groot, Jan Smit is van huis uit geoloog. De afgelopen jaren heeft hij veel veldwerk verricht in Spanje. Dat wil zeggen dat hij in Spanje bodem monsters nam, die hij vervolgens in Nederland onderzocht of liet onder zoeken. Smit had een boeiende plaats gevonden om zijn werk te jioen. Een rivier had een stuk bo dem uitgeslepen en zo een aantal Vroeger gevormde lagen blootge legd. E In de rivierdoorsnijding van de Sedimentatie (afzettingslagen) ging Smit zijn bodemmonsters verzame len. Hij bracht bij elkaar zo’n 5000 bodemmonsters in plastic zakken Uit Spanje naar Nederland. Wat Smit vooral interesseerde, was een Kleilaag van ongeveer 10 centimeter dikte. Hij kon makkelijk laten zien dat die kleilaag was gevormd tus sen twee bekende geologische tijd vakken: het Krijt en het Tertiair. r De bodemmonsters werden op twee manieren onderzocht: de sa menstelling werd bekeken en er werd, met een elektronenmicro scoop, gezocht naar allerlei levens vormen (vooral soorten plankton). Voor de bepaling van de samenstel ling werden de bodemmonsters naar de universiteit van Gent ge bracht. Het onderzoek daar leverde een nauwkeurige bepaling op, fraarvan de resultaten zorgden voor een grote schok van verbazing. inslagen van meteorieten. Uit het Apollo-onderzoek hebben we ge leerd dat de meeste maankraters meer dan vier miljard jaar geleden zijn ontstaan. De ouderdom van de maan is 4,6 miljard jaar. De maan kraters zijn dus ontstaan geduren de de eerste 600 miljoen jaar van het bestaan van de maan. In die tijd moet een hevig bom- Op zich zou niemand wakker lig gen van deze afwijkende samenstel ling van zo’n laagje. Maar Smit ging verder. Hij bekeek met een gewone microscoop en met een elektronen microscoop alle fossielen in de la gen boven en onder zijn „eigen” laagje. Daarbij deed hij opnieuw^ een schokkende ontdekking. Het bleek namelijk dat een heleboel soorten levensvormen wel voor kwamen voordat zijn onderzoeks- laagje was gevormd, maar niet erna. Bovendien bleek dat zijn laagje was gevormd in de tijd dat, door tot nu toe onopgehelderde oorzaken, grote levensvormen van de aarde waren verdwenen. De vraag werd nu: wat kan er 65 miljoen jaar gele den zijn gebeurd, waardoor hele levensvormen werden weggevaagd en dat merkwaardige laagje ont stond. Een extra complicatie was dat alles zich in een heel korte tijd moest hebben afgespeeld, dat bleek namelijk uit het feit dat het laagje zo vreselijk dun was. Een geologisch proces kon moei lijk verantwoordelijk worden ge steld, daarvoor was de beschikbare tijd te kort en een „aardse” verkla ring kon het hoge iridiumgehalte niet verklaren. Geoloog Smit ging op bezoek bij zijn astronomische collega’s aan de universiteit van Amsterdam en besprak de moge lijkheden van kosmische rampen: een supernova en een meteorieten inslag. Een supernova is een plotselinge uitbarsting van een ster. De ster wordt dan gedurende korte tijd heel helder. Wat er in feite gebeurt, is dat Een komeet, die botst met de aarde veroorzaakt een kosmische ramp die groot genoeg is om de evolutie ingrij pend te beïnvloeden ..--U, -:S dat de zon wordt verduisterd. Vol gens Jan Smit is er een zonsverduis tering van twee jaar nodig om het verdwijnen van plantenleven, zoals hij dat in zijn bodemmonsters heeft geconstateerd, te kunnen verkla ren. De metingen die er intussen zijn gedaan aan vulkanische uitbar stingen laten zien, dat het best mo gelijk is dat zo’n inslag voldoende stof produceert om de zon twee jaar of langer te verduisteren. Het tweede dat er gebeurt, is dat het stof langzaam terug „regent” op aarde. Dat stof vormt dan een dun afzettingslaagje en het is juist dat laagje dat geoloog Smit heeft ge vonden. Het opmerkelijke is nu dat de samenstelling van dat laagje wel heel sterk afwijkt van de geologi sche lagen die erboven en eronder zitten, maar dat diezelfde samen stelling heel sterk overeenkomt met de samenstelling van een soort me teorieten, de zogenaamde chon- drieten. Jan Smit gaat nog wat verder bij het trekken van conclusies. Volgens hem kan deze inslag de verdwijning van de dinosaurus verklaren. De kosmische ramp heeft in zekere zin de evolutie versneld. Door de ramp stierf een aantal soorten leven in enkele jaren uit. Alleen de sterkste soorten konden zich handhaven en werd op die manier de evolutie wat versneld. De grote meteorieten, die overi gens hoogstens een keer in de tien tallen miljoenen jaren de aarde treffen, kunnen derhalve een schoksgewijze versnelde evolutie tot gevolg hebben. Jan Smit zegt dat wij als mens er zonder die versnel ling in de evolutie nog niet zouden zijn. Wij hebben, als deze theorie juist is, dus ons ontstaan als mens te danken aan die kosmische ramp. De Evangelische Omroep zal niet zo heel gelukkig zijn met al deze uitspraken. In de thans lopende tiendelige televisieserie „Het ont staan van de wereld” kauwt de EO ons voor de zoveelste keer voor dat de aarde in zevèn dagen is gescha pen. Geen evolutie, doch creatie. Op een geraffineerde manier Wordt het feit dat de wetenschap per definitie altijd vragen stelt uitgebuit om twij fels te zaaien. Ik zal niet uitgebreid ingaan op de serie, doch volstaan met de opmerking dat de serie mooi gemaakt, maar wetenschappelijk volstrekt waardeloos is. Kenmerkend is dat de EO in Ne derland geen enkele wetenschapper kon vinden die het extreme en uit zonderlijke EO-standpunt wilde verkondigen en daarom weer uit week naar de bekende buitenlandse EO-coryfeeën. Toen ik het verhaal van drs. Jan Smit hoorde, was ik vrij sceptisch, mede omdat ikzelf vele jaren bezig ben geweest met wetenschappelijk onderzoek op het gebied van insla gen op aarde. Een kennismaking met zijn onderzoeksmateriaal heeft me niet alleen overtuigd van het feit dat hij echt een heel afwijkend laag je heeft ontdekt, maar ook dat zijn verklaring, hoe fantastisch ook, best juist zou kunnen zijn. Inmiddels werken meerdere geo logen op het instituut aan de Nieu we Prinsengracht in Amsterdam aan dit project. De geologen willen samen nagaan of er meer van deze inslagen zijn te traceren. De meteo riet van Jan Smit zal ergens in de oceaan zijn terechtgekomen, maar er is ook nog nooit een fragment gevonden van bijvoorbeeld de me teoriet, die de inslag van de Duitse Rieskrater heeft veroorzaakt. Smit en zijn collega’s willen gaan zoeken naar meer dunne laagjes om sprongen in de evolutie te verkla- ren. Ze hebben daarbij de financië le steun van de Stichting ZWO (Zui ver Wetenschappelijk Onderzoek) gevraagd. De krater Copernicus op de maan is waarschijnlijk (geolo gisch gezien) vrij recent gevormd tengevolge van de inslag van een meteoriet. Bi’ 2

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 29