Invuloefening bij Spanje-Engeland 3 s De terugkeer van een zwaargewicht RT BOKSEN ALS VORM VAN THERAPIE wereldtitel. Fungeert Koopmens als publiekstrekker om de Schiehal van het Ahoy-complex vol te krijgen, veel boksliefhebbers zullen evenveel, zo niet meer aandacht hebben voor een andere Rudi, die In het omlijstingsprogramma uitkomt tegen Terry O’Connor. Een man, die in de eerste helft van het vorige decennium het gezicht van de Nederlandse bokswereld bepaalde: Rudi Lubbers. De Inmiddels 34-jarige Amsterdammer heeft na drieëneenhalf jaar hij bokste voor het laatst in oktober ’76 tegen de Spanjaard Evangelista het stoute plan carrière niet mee wilden maken, heeft Lubbers besloten om weer vanaf het begin te beginnen. De Amsterdammer, die in 1961 in zijn HBS-tijd bij wijze van grap met boksen begon, aan de Olympische Spelen van Tokio (1964) en Mexico (1968) meedeed, in 1971 Nederlands kampioen in het zwaargewicht werd door een zege op Bas van Duivenbode, in 1973 voor 40.000 mensen in Djakarta in de ring stond tegen Mohamed Ali en daarmee 125.000 gulden opstreek, neemt maandagavond genoegen met een bijrol, die hem slechts een paar duizend gulden oplevert. j. door Govert Wisse Wat bezielt Rudi Lubbers om op 34-jarige leeftijd een rentree in de boksring te maken? Om die vraag te beantwoorden moeten we drie jaar teruggaan in de tijd. Toen begon voor hem een periode, die hem, zoals hij zelf zegt, in de diepste ellende stortte. Geestelijk klapte Lubbers volledig in, nadat zijn zaak (een zelfbedieningsgroothandel in Zwanenburg) afbrandde en hij voorde rechtbank in Haarlem moest verschijnen op beschuldiging van onder meer poging tot brandstichting en oplichting. Onder leiding van een psychiater tracht Lubbers nu zichzelf weer te worden. In de therapie, die hem voorgeschreven wordt, past ook zijn rentree. „Óm het geld doe ik het niet. Die paar duizend gulden, die ik maandag verdien in Rotterdam, ben ik al bijna kwijt aan benzine. Nee, mocht ik maandag winnen, dan is dat geen sportieve zege, maar een psychische overwinning op mezelf”. Grootste trekpleister van het op maandag 31 maart in het Ahoy-sportpaleis te houden boksprogramma is ongetwijfeld Rudie Koopmans. De Friese pugilist, kampioen van Europa In het halfzwaargewicht, komt in de ring tegen de 22-jarige onbekende Engelsman Maurice Rice en hoopt één dezer dagen te opgevat zijn rentree te maken. En mocht hij de avond ongeschonden doorkomen, dan is op 28 april de Jaap Edenhal in Amsterdam plaats van handeling, waar de 94 kilogram wegende Lubbers Hennie Thoonen wil onttronen als nationaal kampioen. Terwijl andere coryfeeën uit een ver of nabij 6** illffl R ing S.- >lo- slijk Wat bezielt van I op Rudi Lubbers? ian- and het zijn geen Spanjaarden! k het wenst. voor n i de col- erk- nen )op de En neem de abrupties van Tscheu La Ling, die zie je toch, nergens anders ter wereld? Goed, het moet een beetje mee zitten, hij moet de vorm hebben, maar als dat het geval is dan zit je ook anderhalf uur goed bij Ajax. Dat be dacht ik allemaal terwijl ik naar Span je-Engeland zat te kijken, en blijkbaar dacht de Belgische commentator Jan Wauters iets dergelijks, want hij zei dat de Belgen tevreden mochten zijn over het vertoonde spel van de Engelsen, want weliswaar stonden die, als ik mij goed herinner, al met 0-2 voor toen hij dat zei, maar zo heel erg imponerend had hij ze toch blijkbaar niet gevonden. dan Simon Tahamata in zijn gestaltetje opdoemen, ik zag hem die typische, ta- hamatische beweging rechts over de bal maken om hem toch naar links mee te nemen, net tot aan de zijlijn, en daarna recht door te stoten, zijn tegenstander voorbij, die hij met deze „eigenschijn” op het verkeerde been had gezet. Taha mata zag ik het doen, maar Juanito niet, en ik denk dan: die Juanito kan nu wel heel handig en beroemd en Spaans en international zijn, maar Simon Ta hamata voetbalt beter. steeds, dat ik dingen moet gaan doen, veel in de buitenlucht bezig moet zijn. Daarom heb ik veel gefietst en geskied. Dat laatste vooral vond ik een verademing. Ik heb er zelfs over gedacht om mee te doen aan de Nederlandse kampioenschappen skiën”. „Ook ben ik al een keer of vijf met een come-back in de boksring bezig Ik denk dat Jan Wauters, die me nog een nieuwe voetbalterm leerde („Als ze komen, dan gaan ze ook’’, waarmee be doeld wordt dat als Engelse spelers ten aanval trekken, ze dan ook doorgaan), op dezelfde manier naar de Engelsen heeft zitten kijken als ik naar Juanito, met Tahamata als sjabloon in mijn hoofd. Hij zag ze dingen NIET doen die hij Van der Eist en Roger van Gooi wel had zien doen, en daarom dacht hij dat het allemaal best meeviel met die op permachtige Engelsen. Ja, oppermach tig tegen de Spanjaarden, maar Belgen blijkt in het strafschopgebied een hoge bal te koppen. geweest. Daar heb ik nooit ruchtbaarheid aan gegeven, omdat ik niet zeker van mezelf was of het wel zou lukken. Steeds knapte ik weer af. Liep ik bijvoorbeeld in het Amsterdamse Bos om te oefenen en stapte ik plotseling in mijn auto om naar huis te gaan. Of stond ik voor de deur van een boksschool en maakte ik met de deurknop al in mijn hand rechtsomkeert. Op die Zo ongeveer dacht ik ook, maar om de waarheid te zeggen alleen bij het kijken naar de Spanjaarden, niet naar de En gelsen, want die speelden voortreffe lijk. „Dom voetbal” was er absoluut niet bij, er werd door Keegan, Francis, Coppell en Woodcock snel en met flair gecombineerd, ze gleden voortdurend langs hun tegenstanders zolang ze al thans niet onderuit geschopt werden (vooral Trevor Francis kreeg daardoor menige salto te verduren), alsof ze Ar- nesen en Jensen zelf waren, nee, niks dan lof voor de Engelsen. En wat die Nederlanders betreft, wier acties ik zo grif zat in te vullen bij het kijken naar de Spaanse spelers, die bleken even later in de samenvatting van Frankrijk-Nederland zelfs hun ei gen acties niet meer in te kunnen vul len. Wat een gehannes! Ik heb me maar even vermomd als Spaanse gastarbei der, kijkend naar het Nederlands elftal, en jawel hoor, ik zag allerlei dingen mislukken bij Vermeulen en Balkestein en Kist en Rep en Schoenaker en kon toen met gemak daarvoor in de plaats een hele reeks goeie, gelukkige acties bedenken van Juanito c.s. Twee, mis schien drie aardig opgezette aanvallen, die echter op niets uitliepen, dat was precies het aantal aardig opgezette aanvallen die op niets uitliepen, die de Spanjaarden zich wisten te creëren te gen de Engelsen. Het is allemaal een kwestie van partijdigheid. Als een ma noeuvre van een Spanjaard of Engels- man mislukt, dan vul je als Nederlan der of Belg niet een eveneens mislukte manoeuvre van Tahamata of Van der Eist daarvoor in, maar steeds weer een GELUKTE manoeuvre van je landge noot. En je vergeet dat meer van zijn manoeuvres mislukken dan lukken. STOPPER an- oor ook meteen vergeten”. „Ik ben toen overspannen geraakt. Soms lag ik nachten wakker. Ik vond het heel erg, dat ik de gevangenis in moest, terwijl ik onschuldig was. Ik was nog nooit met de politie in aanraking geweest. In een krant verscheen een bericht met vette kop, dat de bekende profbokser uit Amsterdam, Rudi L„ in de gevangenis zat. Niet te geloven toch, iedereen wist, dat ik dat was, ze hadden net zo goed mijn foto bij dat artikeltje kunnen plaatsen”. „De zaak dient nu nog voor de rechtbank. Maar ik ben inmiddels vrijgesproken, ik word niet vervolgd. Ik ga zelf echter door met procederen, omdat ik ten eerste het geld, dat ik in de zaak heb gestoken, terugwil van de verzekering, en in de tweede plaats volledig gerehabiliteerd wil worden. Ik heb voor niets in de bak gezeten. Mijn advocaat werkt eraan, maar het is wachten, wachten en nog eens wachten. Dat is de grote dooddoener. Op een gegeven moment zal echter de Dag des Oordeels aanbreken, want ik heb recht op mijn geld. Ik loop nu al die tijd in de ziektewet, maar bevrediging geeft dat niet. Ik wil weer zo snel mogelijk een zaak opzetten, als ik dat geld heb. Dat wordt nu keurig in een potje voor mij bewaard”. „Door al die toestanden, raakte ik geestelijk helemaal in de knoop, ik kon het niet verwerken. Via mijn huisarts ben ik in aanraking gekomen met een psychiater- zenuwarts, bij wie ik nu een therapie volg. Dat helpt, ik denk, dat ik er nu voor vijftig percent overheen ben. Mijn psychiater zegt irektie 30 AB sn- de- de K>or 323- it n Een aanvaller, zo weet de scheids rechter heel zeker, kan immers onmoge lijk een hoge bal koppen, omdat hij eerst een klein zetje in de rug heeft gehad, waardoor hij uit balans is ge raakt, of omdat hij aan zijn shirtje is vastgehouden, of aan zijn arm door zijn bewaker, allemaal dingen die scheids rechters niet geacht worden te zien, maar die het wel hoogst verdacht ma ken als een aanvaller opeens toch in staat blijkt een bal te koppen; hij MOET dan wel gefraudeerd hebben! Rudi Lubbers als overwinnaar na zijn profdebuut, waarbij de Fransman José Guillois werd verslagen. mensen, die me geweldig hebben gesteund, er waren er ook, die me de rug toekeerden. Daar zit ik niet mee. Het is hetzelfde, als het wegspoelen van modder, nadat je je een paar dagen niet gewassen hebt. Dat soort mensen is alleen maar een soort vuil, datje van je lichaam afschudt. Aan de andere kant merk ik, dat ik nog steeds herkend word op straat. Dat mag ook wel, die mensen weten, dat ik ze kostelijke uurtjes voor de tv heb bezorgd”. „Ik ben de afgelopen drie jaar niet naar bokswedstrijden geweest. Dat benauwt me, al die mensen om me heen. Dan moet ik honderd keer hetzelfde vertellen en daar bedank ik voor. Het liefst blijf ik nu in de anonimiteit. Ik wil niet teren op de resultaten, die ik behaald heb. Laat mij maar opgenomen worden in het Guinness Book of Records onder het hoofdstuk „de vergetenen”. Natuurlijk ben ik er trots op, dat ik 15 ronden lang overeind ben gebleven tegen Ali, maar dat laat ik niet tegenover de buitenwereld merken. Ik heb overigens gelezen, dat Ali ook aan een come-back bezig is, misschien kan ik nog een keer tegen hem in de ring. Een soort revanchepartij tussen ouden van dagen”. Bij die laatste opmerking breekt er een lach door bij Rudi Lubbers. Net zoals hij ook kan lachen, als hij het over zijn eerste schreden in de bokswereld heeft. Toen hij als 16- jarige een week nadat hij voor het eerst voorzichtig begonnen was met de training, al de ring in moest, zonder dat hij het zijn ouders durfde te vertellen. Rudi Lubbers zou daarna nog veel in het nieuws komen. Positief en negatief. De Amsterdammer schopte het ver in de ring, maar faalde op beslissende momenten. „Voor de absolute top kwam ik net iets tekort. Kwam vooral, doordat ik iets te klein was. Mensen als Ali en Joe Bugner waren groter en hadden langere armen, waardoor zij het gemakkelijker hadden dan ■ik”. Lubbers was geen gemakkelijke 'jongen. Vooral in financiële kwesties wilde hij zijn mondje nog Eigenlijk stonden ze met 0-3 voor, want de Duitse scheidsrechter keurde een glaszuiver doelpunt af wegens „leunen” bij het doorkoppen van de bal, maar het was niet zo dat hij die Engelsman had ZIEN leunen, want dat deed de brave borst helemaal niet, dat kon je ook in de herhaling nog eens duidelijk zien, maar omdat scheidsrechters bij voorbaat denken dat de aanvaller wel iets misda digs gedaan moet hebben als hij in staat In Spanje komt het publiek nog in drommen naar de competitiewedstrij den, en in Engeland ook. Toch voetbal len Spanjaarden en Engelsen heel an ders, diametraal anders. Ik heb via de Belgische televisie Spanje-Engeland gezien, dus ik kan het weten. Dat er in Engeland Engelsen naar hun Engels voetbal komen kijken kan ik best begrij pen, maar waarom die Spanjaarden nog steeds met zoveel tienduizenden komen, op veel duurdere plaatsen dan in Nederlandse stadions bij een lagere levensstandaard, is mij een raadsel. Die Spanjaarden maakten wel heel erg wei nig klaar. Ze hebben bijvoorbeeld een kleine, handige linksbuiten, Juanito. Lubbers wil er eigenlijk niet veel over kwijt, het liefst zou hij zijn verhaal voor zich houden. „Ik moet wel tien keer per dag vertellen, waarom ik mijn come-back maak. Daardoor komt de hele geschiedenis steeds weer boven en die moet ik juist vergeten. Aan de andere kant vindt mijn psychiater, dat het wel goed voor me is, om over de zaak te praten. Prettig is het niet, maar ik kan er nu niet meer omheen”. Het kost hem niet geheel onbegrijpelijk moeite. Hoewel hij zegt niet te roken om zijn conditie niet al te veel aan te tasten, steekt hij zo nu en dan een sigaret op. Van het geld, dat Lubbers in de ring verdiende (onder meer 125.000 tegen Mohamed Ali en 34.500 tegen de Italiaan Adinolfi) kocht hij zich vier jaar geleden in in een BV te Zwanenburg. Een groothandel. „In mei ’77 vloog dat ding in de brand. Tot aan de grond toe verwoest. Twee maanden later werd ik opgepakt. Ik wist dat de politie op me loerde, want mijn telefoon werd afgetapt. In Alkmaar werd ik zo van de straat opgepikt en moest ik mee in een Volkswagentje van de politie. In totaal heb ik twaalf dagen vastgezeten. Zes dagen in de Koepelgevangenis in Haarlem en nog een tijdje op het politiebureau in Hoofddorp. Ik werd beschuldigd van alles en nóg wat. Brandstichting, poging tot brandstichting, oplichting, noem maar op. Ik was in die tijd net in training, want ik zou in augustus ’77 in Thailand boksen. Dat kon ik toen ogenblikken lukte het me niet om voldoende concentratie op te brengen. Nu ben ik sinds een kleine drie maanden intensief in training bij Wil Schagen. Het zou een geweldige opkikker voor me betekenen, als mijn rentree slaagt. Wordt het een mislukking, dan krijg ik opnieuw een dreun”. „In zo’n ellendige tijd leer je wel je echte vrienden kennen. Er zijn Een paar keer zag ik hem in situaties verzeild raken (bal aan voet, metertje van zijlijn, tegenstander voor zich), waarin hij wel wat handig voetenwerk liet zien, maar voorbijkomen was er nauwelijks bij. En elke keer weer zag ik wel eens danig roeren. „Ik weet, dat ik af en toe lastig was. Vooral in de week voor een gevecht was ik vaak moeilijk hanteerbaar. Dan was ik haast niet aanspreekbaar”. De media moesten hem nog wel eens hebben. Daarover: „Als er een verhaal over mij verscheen, stond er meteen in, dat ik een souteneur en oplichter was, en nauwe betrekkingen onderhield met de onderwereld. Dat heeft alles te maken met het aureool, dat de bokssport met zich meedraagt. Boksen ontstaat nu eenmaal aan de onderkant van de maatschappij, in een situatie van armoede en ellende. Nooit echter stond in die verhalen, dat ik ook omging met ministers en leden van het Koninklijk Huis. Ik werd alleen in verband gebracht met onderwereldfiguren. Dat is gewoon een leugen, ik had contact met die mensen, omdat zij op het boksen afkwamen. Als een inbreker na een partij wat tegen me zegt, moet ik dan mijn mond houden? Het is de hele tendens in de sportjournalistiek van de laatste vijfjaar om een sporter nadelig in de publiciteit te brengen. Er wordt geen achtergrondverhaal meer gegeven van iemand, maar alleen zijn negatieve aspecten. Daarom kan ik me best voorstellen, dat sommige sportlieden de schurft krijgen aan journalisten en weigeren om nog langer geïnterviewd te worden. Ik heb daar ook over gedacht. De goeden moeten echter niet onder de kwaden lijden. Daarom zeg ik niet in het algemeen, dat ik geen interviews meer toesta. Het is in het verleden wel gebeurd, dat een verslaggever dingen over mij schreef, die verzonnen waren. Ik ben toen naar hem toegegaan en heb hem een draai om zijn oren gegeven”, aldus Rudi Lubbers, die van zichzelf zegt één foutje te hebben gemaakt. Bij de aanschaf van zijn zaak, samen met een compagnon, heeft hij onvoorzichtig gehandeld. De BV, die hij had overgenomen, bleek voortgekomen uit andere BV-tjes. „Ik heb dat nooit geweten. De justitie is nü aan het uitzoeken hoe die keten van BV’s in elkaar heeft gezeten. Ik weet echter van niets. Ik heb altijd gedacht dat de zaak in orde was”. Een actie van Dick Schoenaker in de wedstrijd Frankrijk-Nederland. Naast hem de Fransen Specht en Dropsy Ik ga wel eens naar Ajax kijken en dan zie ik toch vaak leuke dingen voor de mensen. Maar die mensen blijven in nogal groten getale weg. Wat willen ze dan? Wachten tot er betere voetballers komen dan Krol, Ling, Jensen, Amesen en Tahamata? Wachten tot een ere- tribuneplaats weer 3 gulden kost? Wachten tot Ajax een nog grotere voor sprong op de concurrentie heeft? Wach ten tot er een betere sport dan voetbal is uitgevonden? Of wachten tot ze niet meer in het gedrang van de vandalen terecht hoeven te komen? Of wachten tot er weer hoge ballen voor de pot komen die rakelings worden overge kopt? ■r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 35