Vijf woorden
voor een cent
11111.
t r Vhi
I
h
in
NEDERLANDSCHE TAAL
o
s
F* I
J
WOORDENBOEK
I,
9:
l:
X
KANTTEKENINGEN BIJ EEN PIEPKLEIN BOEKJE
8 I
Ijk-
9
91"
U” GENADERD
spelling „schrijf een woord zoals je het uitspreekt’’ die activiteiten gaan
10
door Hans Rombouts
door Kees Tops
1U
Speciale spelling
Eén verhaal
Woordminnaars
Wat wel, wat niet?
Vergelijking
Ruim
Traditioneel
■J
re
aantal woorden uitgave in boekvorm niet meer verantwoord is en deze
benedengrens stelde hij op 7000 woorden.
Voor NRC Handelsblad van 9 februari jl. schreef Maarten t Hart een ironisch
stukje over wat hij de Kooimanconstante noemt. Hij rekende de lezer daarin voor
dat elk nieuw boek van de Revisor-auteurs Kooiman, Matsier, Kellendonk en
Canaponi steeds 45 percent minder woorden bevat dan het vorige, om
vervolgens opgelucht tot de conclusie te komen dat deze „herauten van de jaren
tachtig” (een Vrij Nederland-etiket) spoedig allen zullen zijn uitgetrompetterd, ’t
Hart baseerde deze gevolgtrekking op het gegeven dat beneden een bepaald
K. WOORDENBOEK DER NEDERLANDSCHE TAAL TOT
.„f <4 w'**
Er mogen nogal wat Nederlanders bedrijvig zijn met de vereenvoudiging van de
k spelling „schrijf een woord zoals je het uitspreekt" die activiteiten gaan
voorbij aan de herenhuizelijke panden Plantsoen 41 tot en met 45 te Leiden. Daar
werken lexicologen onverdroten in de oude spelling van De Vries en Te Winkel
I door aan de voltooiing van het Woordenboek der Nederlandsche Taal. Sinds
I 1864 wordt er nijver aan dit woordenboek gearbeid. Men heeft nu zo werd mij
met gepaste trots door dr. P. G. J. van Sterkenburg, directeur van het Instituut
voor Nederlandse Lexicologie meegedeeld zojuist de T met Tzigane
J afgesloten. Het zeventiende deel, bevattend de zevenendertigste aflevering
(zestiende aflevering van het tweede stuk), rust in mijn hand. De delen, die de
r. r
r 'J
r n J
t i
totale T behelzen, zijn naar de boekbinder, hetgeen betekent dat band 26 van het
Wv' WNT binnenkort fonkelnieuw prijkt in de rij van „oudjesHet instituut is er van
X overtuigd, dat het Woordenboek der Nederlandsche Taal voor het eind van deze
K eeuw compleet is. Achttien jaar staan er officieel voor de voleinding van het
geheel, voor het vastleggen nog van de U, V. W, X, IJ en Z. „Dat redden we wel
is de optimistische prognose, „als we de U en V binnen hebben, zijn de W, X, IJ
aj* en Z de grootste letters niet meer.’
II:'
W
ZEVENTIENDE DEEL
R
TWIJFELING TZIGANE
1 I
7 f
Werken met
De Vries en
Te Winkel
re
Dr. P. G. J. Van Sterkenburg
n-
fó.-.-:;,-
Omslagtekening van Peter Vos
m.
Wat nu te denken van Een man uit
De resultaten:
Een geschilderd reclame-bord uit het eind van de 19e eeuw
?e r
5m
Trouwens, Matthias de Vries heeft in 1863
„zijn” spelling speciaal ontworpen voor
het vervaardigen van dit Woordenboek
der Nederlandsche Taal, samen met L. A.
te Winkel, zijn compaan ook bij het WNT.
Een unieke zaak eigenlijk: een spelling,
die ontworpen wordt ten gerieve van een
woordenboek. Een spelling overigens, die
door België wel, maar door Nederland
nooit officieel werd goedgekeurd. De
spelling raakte hier wel ingeburgerd,
vooral nadat het Wetboek van Stafrecht in
1883 werd herschreven in het De Vries en
Te Winkel. Dat gaf toch een officieuze tint
aan de spelling.
De schrijfwijze en zelfs ook de typografie
van het WNT mogen in al die jaren
onveranderd zijn gebleven, de
achterliggende filosofie bij de
vervaardiging wijzigde zich. Toen prof.
De Vries startte was de opzet van het
WNT een opvoedend boek te maken,
zeker niet een zuiver wetenschappelijk
werk. Men zag het als een belangrijke
bijdrage tot de eigen taalcultuur. De
tweede generatie van de redactie begon er
anders over te denken: „de subjectieve
elementen moeten er uit, want het gaat er
toch niet om alleen vast te leggen, wat wij
als taalgeleerden er van vinden. Het moet
een register zijn, een document." Kortom,
het WNT ontwikkelde zich van eigentijds
woordenboek tot een historische
taalregistratie.
Het Woordenboek der Nederlandsche
Taal is geen druk gelezen en bevingerd
boek, ook al is het in de normale
boekhandel te koop. Maar ja, wie schaft
zich een dergelijk uitgebreid
woordenboek aan, dat nog niet af is, in
een archaïsche taal geschreven en
waarvan de woordenschat niet verder
reikt dan het jaar 1920. En dat terwijl in
In het geval van Rubinstein is men nu
overgegaan tot bundelen, terwijl er niets
te bundelen viel: haar boekje bestaat
immers slechts uit één verhaal, dat
nogmaals al eens was gepubliceerd, in
een heel behoorlijke en betaalbare
uitvoering trouwens (een los nummer van
namelijk van een hoeveelheid leesstof,
hoe banaal dit ook mag klinken.
Welnu, om te beginnen koopt deze klant
een oud verhaal. Een man uit Singapore
werd eerder gepubliceerd in het literaire
tijdschrift Tirade.
Het is bekend dat in de wereld van het
geschreven woord al geruime tijd een
soort vergetelheidsfobie heerst, welke
schrijvers van stukjes in krant en
tijdschrift ertoe noopt hun vluchtige
pennevruchten in boekvorm te doen
vereeuwigen. Soms rechtvaardigt de
inhoud van die stukjes zo’n uitgave, soms
ook heeft die bundelwoede iets wanhopigs
in zich, vooral als er sprake is van de
misvatting dat uitgave in boekvorm het
geschrevene naar een hoger niveau tilt.
diezelfde boekhandel de dikke dan wel de
dunne Van Dale, de Koenen-Endepols, De
Kramer, de Prisma of de Larousse ligt.
Woordenboeken, die wel bijgewerkt zijn,
voorzover dat mogelijk is in een tijdperk,
waarin de woorden in het taalgebied
floreren als grassprieten in een gazon.
Het is niet de brede laag der bevolking,
die het WNT op de boekenplank heeft
staan. Het zijn primair de filologen, de
minnaars van het woord, de historici, de
juristen, de archivarissen, de
wetenschappelijke vorsers en degenen,
die geschiedkundige teksten moeten
interpreteren, die de bruine banden ter
bestudering hebben.
Dr. Van Sterkenburg geeft toe: „Er
hebben niet zoveel particulieren
Tirade kost 8,25 en voor die prijs wordt
heel wat meer geboden dan dat ene
verhaal). Over de beweegredenen die aan
de uitgave van het boekje ten grondslag
liggen, tast ik dus in het duister.
Maar terug naar de consument. Als deze
het boekje één keer leest, hoe lang heeft
hij dan plezier van z’n tientje? Wel, ik
Gerrit Krol - De tv-bh (Querido): 70.220
woorden voor 19.90 35.3 woorden voor
een cent.
ingeschreven op het WNT. Dat is de opzet
ook niet. Het bezit beperkt zich
meestentijds tof de wetenschap. De
woordenaars gebruiken het naslagwerk,
dat je kunt vinden in bibliotheken en
vroeger ook op de rijksscholen voor
middelbaar onderwijs.”
De woordenaars, zoals Van Sterkenburg
zijn collega’s noemt, komen steeds meer
tot de ontdekking, dat een groot deel van
de Nederlandse woorden niet in een
woordenboek terecht komt, veel woorden
zijn geconditioneerd. Ze komen in
vertrouwelijke sfeer voor, niet
daarbuiten. En de overvloed is groot. Dr.
P. van Sterkenburg: „We worden
overstelpt met materiaal. De taal is
permanent in ontwikkeling. De techniek
heeft een snelle vlucht genomen. Als je er
deze eigen tijd bij wil opnemen dan moet
je nieuwe bronnen aanboren en
beschrijven. Je wordt overwoekerd door
het materiaal en dat kan niet de bedoeling
zijn. We hebben gewoon een grens moeten
trekken. Waarom 1920? Omdat dat jaartal
een markant punt is in de geschiedenis
van de Nederlandse letterkunde, van de
culturele stromingen. De eerste
wereldoorlog was verleden tijd. De
verworvenheden van de negentiende en
twintigste eeuw raakten elkaar. De
consequentie van zo’n besluit om tot 1920
te gaan en niet verder betekent natuurlijk
dat je je produkt stigmatiseert tot
historisch Nederlands. Er wordt niets
nieuws aan toegevoegd. Er is wel een
follow up: het boek is tegelijk
taalbeschrijving en woordenschat. Maar
je blijft ondanks dat toch met vragen
zitten, zoals bijv, wat doe je met de
uitgebreide medische terminologie in het
woordenboek?”
Samenstellers van woordenboeken zullen
altijd met de vraag blijven zitten: wat
moet je wel opnemen, wat niet? Dr. Van
Sterkenburg: „Een materiaalverzameling
blijft immer zijn waarde behouden. De
manier waarop deze beschreven wordt zal
zich steeds wijzigen. Dat is ook
afhankelijk van het tijdbeeld. Je
kwalificeert nu in 1980 anders dan in 2010.
Woorden, die in 1950 in de Van Dale
beschouw mezelf qua leessnelheid als een
gemiddelde lezer en ik deed er precies IS1/?
minuut over. Een gedenkwaardige
ervaring: het zal me niet gauw weer
overkomen, dat ik een boek binnen een
kwartier uitlees.
Floor Kist - Heimwee en vergrijzing
(Rap): 32.760 woorden voor 12,9() 25,4
woorden voor een cent.
Ter vergelijking heb ik een paar boeken
uit de kast gepakt, van elk het aantal
woorden en de huidige winkelprijs
vastgesteld en zo het aantal woorden per
cent uitgerekend. De selectie was
volkomen willekeurig; ik heb niet speciaal
bundels van stukjesschrijvers gekozen,
maar tevens twee romans en zelfs
verzameld werk.
Omgerekend betaalde ik voor een minuut
lezen dus 74 cent, maar omdat dit gegeven
zich moeilijk laat vergelijken met dat van
andere uitgaven, zullen we uitgaan van
het aantal woorden dat we krijgen voor
een cent. Zoals gezegd bevat Een man uit
Singapore een kleine 5000 woorden, welk
aantal we voor het gemak naar boven
afronden. Vijfduizend woorden vooreen
tientje, oftewel vijf woorden vooreen
cent. Dat klinkt niet erg indrukwekkend.
Oek de Jong - Do waaiende
zomerjurken (Meulenhoff): 110.040
woorden voor 27,50 40 woorden voor
een cent.
Ik zal niet de fout begaan verregaande
conclusies aan dit particulier vergelijkend
warenonderzoek te verbinden. De
afgeleide prijzen van de boeken uit
bovenstaand staatje schommelen nogal,
zoals u ziet. En er is niet veel verstand van
het uitgeversvak voor nodig om te
begrijpen waarom De Bezige Bij Reve’s
Avonden zo voordelig kan uitgeven; het
gaat hier om de 29ste dru k
werden voorzien van de aanduiding
„gemeenzaam”, zijn amper gemeenzaam
meer, zoals bijv, avondjurk. Het
woordenboek van de toekomst zal vooral
geënt zijn op de behoefte van de
gebruiker. De maatschappelijke
verhoudingen zullen sterker naar voren
worden gebracht dan nu. Woordenboeken
zijn vaak elitair. Het is de grote verdienste
van de sociolinguïstiek (sociale
taalkunde), dat zij het verschijnsel taal
vanuit de verschillende klassen van het
volk belicht. Wat vind je bijv, in de Van
Dale over de taal van de vrouw?”
„Vroeger ging men uit van taal en
dialectiek. Er was een homogeen Beeld
van regio’s. Nu heeft men meer oog voor
de heterogene samenstelling van de
bevolking. Wat is de invloed van de
buitenlanders op onze taal? Hoe is het
gesteld met het taalgebruik per sociale
klasse (MAVO-niveau, werkenden,
HAVO-niveau, universitair niveau). Dat is
ook Nederlands. Dat moet ook
beschreven worden: gewoon folders,
brochures, bouwbestekken, noem maar
op."
De invloed van de techniek is gigantisch.
Daarbij zal er toch een woordenbasis
moeten zijn. Moet je alle technische
uitdrukkingen, alle jargonwoorden
opnemen? Welke vaktaal? Van
Sterkenburg: „Moet je bijv, de vaktaal
van de doodgraver vastleggen? Moetje
iemand een jaar bij de TV zetten zoals
in Duitsland gebeurt om woorden te
turven? Welk evenwicht moet er zijn? Dat
is onze eeuwige doem: dat mensen, die een
woordenboek jakken zeggen: dat woord
dat ik zoek staat er niet in; wat is dat voor
een woordenboek..."
Franz Kafka - Verzameld werk
(Querido): 565.390 woorden voor 49,00
115,4 woorden voor een cent.
Hoewel er duidelijk dus ook
vooruitgedacht wordt aan nieuwe
formules, nieuwe opzetten (als het WNT
klaar is, gaat men aan een nieuw
woordenboek, dat van na 1920, werken),
werpt men zich bij het Instituut voor
Nederlandse Lexicologie nog vol ijver op
het „oude” WNT. Dat wordt nog volledig
op de traditionele wijze gedaan. De
computers, die de afdeling „Thesaurus”
(woordenschat) heeft staan voor
W. F. Herrrtans - Houten leeuwen en
leeuwen van goud (De Bezige Bij): 131.040
woorden voor 32,50 40,3 woorden voor
een cent.
Gerard Reve - De Avonden (De Bezige
Bij): 98.040 woorden voor 17,50 56
woorden voor een cent.
Allerlei factoren waarmee de uitgeverij te
maken heeft, heb ik bewust genegeerd; we
gingen immers van de klant uit en hoe de
uitgever zijn zaakjes rondbreit, is zijn
zaak. Het ging me er uitsluitend om, aan te
tonen dat Rubinsteins Zuidoostaziatische
kameraad wel wat érg ruim in zijn jasje
steekt.
Maar ik denk tegelijk dat tante „Dank
je kind, dat had je nou niet moeten doen!”
zich bij lezing een ongeluk schrikt.
Want die meneer uit Singapore is gewoon
een gladde vogel, die even rap een
nummertje met Renate heeft gemaakt.
Daarover, en over niets anders, gaat het
namelijk, dit verhaal van vijf woorden
voor een cent.
Ik denk dat Rap heeft gedacht: „Ach, leuk
boekje voor op de toonbank, mooi
omslagje, beetje knap gedrukt, dat neemt
lekker mee; de mensen weten niet meer
wat ze cadeau moeten geven en
Rubinstein dat is literair, dat heeft niveau;
tante leest Tirade tóch niet: leuk
cadeautje voor tante!”
Die dichterlijke wijsheidboekjes, van
vergelijkbaar formaat en uitvoering,
liepen tenslotte óók als een trein.
Woord voor woord, steentje voor steentje
wordt het monument van de Nederlandse
taal tot 1920 opgebouwd. Het heeft iets
van de totstandkoming van een
middeleeuwse kathedraal. Dat duurde
vaak ook meer dan een eeuw, als die
kerkgebouwen al voltooid werden. De
bouwmeesters van het WNT werken stug
door. De Vries en Te Winkel heersen
achter de fa<?aden van het Plantsoen,
waar uiteindelijk ook de Dikke Van Dale
zijn grondstoffen moet komen weghalen.
Want, om met jhr. mr. C. J. A. de Ranitz,
oud-voorzitter van het bestuur van de
Stichting Instituut voor Nederlandse
Lexicologie, te spreken: „Wij mogen de
betekenis van het Woordenboek der
Nederlansche Taal voor de Nederlandse
taalcultuur niet onderschatten. Het is en
blijft de grondslag voor alle Nederlandse
woordenboeken.”
te
>je
or
en
L
S
die
ge
ïn
n-
A-
Men moet intussen niet menen, dat de
voltooiing van het WNT hetzelfde
betekent als de volledige vastlegging van
onze woordenschat. Want dit
Woordenboek der Nederlandsche Taal
gaat tot 1920. Alle woorden, die daarna in
onze levende taal zijn geschapen, vindt
men er tevergeefs. Dié officieel te boek
stellen is een volgende klus. Maar dat
komt later wel. Eerst moet de staart van
het alfabet opgeborgen zijn in de veilige
verpakking van het De Vries en Te
Winkel. Want dat is een eerste vereiste:
iedereen, die aan het WNT werkt, moet de
oude spelling beheersen; zal er indien
nodig een cursus in moeten volgen.
Matthias de Vries (dezelfde van de
befaamde spelling) is het woordenboek
begonnen in zijn taalnotering en daar
moet men natuurlijk mee doorgaan. De
staart van het WNT kan men niet aan de
hand van het „groene boekje” inbinden.
Dus: bloote beenen blijven bloote beenen
en versch vleesch versch vleesch. Dat
moet ook wel, wil je gewoon kunnen
blijven verwijzen binnen het kader van
hei WNT.
i
experimenten, draaien niet voor het WNT.
De directeur van het Instituut: „We
hebben hier een enthousiaste club
mensen, vrij jong nog, twintigers en
dertigers. Ze willen graag de ruggen
krommen om dit woordénboek af te
maken. Het project is voor ons een
erezaak. We moeten en zullen het WNT
voor het einde van deze eeuw voltooid
hebben. De meerjarenplanning geeft aan,
dat we nog maximaal achttien jaar werk
hebben voor ons team van twaalf
redacteuren. Dank zij de Belgische
regering, die voor éénderde de kosten
subsidieert (Nederland betaalt
tweederde), kunnen we gedurende drie
jaar gebruik maken van een extra bijlage,
waarmee we een soort inhaalprogramma
kunnen financieren.”
Dr. Van Sterkenburg is zelf ook razend
enthousiast. „Vorig jaar haalden we een
record door zes afleveringen op de markt
te brengen. Dit jaar zijn de vooruitzichten
nog beter: waarschijnlijk acht
afleveringen. We zitten nog met een paar
moeilijke onderdelen. Het ver-traject is
kolossaal. Bijna elk Nederlands woord
kent immers, een samenstelling of
afleiding met ver. Trouwens ook het uit-
traject mag er zijn. Als we die twee
trajecten hebben beëindigd, schieten we
aardig op. De staartletters zijn de grootste
letters niet.”
I
Singapore van Renate Rubinstein?
Gemeten naar de maatstaf van ’t Hart
.en van menige uitgeveris dit een niet
verantwoorde uitgave van Thomas Rap.
want het werkje telt nog geen 5000
Woorden. Maar interessanter is de vraag,
of de aankoop verantwoord is, want voor
dit werkelijk piepkleine boekje (formaat
9.5 bij 13,5 centimeter, 20 bladzijden tekst)
mag men in de winkel de lieve prijs van
tien gulden neertellen.
Twee opmerkingen vooraf, om
misverstanden te voorkomen: 1. de koper,
krijgt voor zijn tientje een luxueuze
uitgave in zijn bezit (grafische
vormgeving, druk, afwerking en
omslagtekening zijn bijzonder fraai), en 2.
de literaire kwaliteit van het verhaal blijft
hier buiten beschouwing. Dit stuk is dus
niet bedoeld als een recensie of kritiek.
maar als een vorm van
„warenonderzoek”, waarbinnen de lezer
wordt gezien als consument; als koper
x-:-
Zelfportret van Renate Rubinstein uit .schrij
vers tekenen zichzelf
DER
BEWERKT DOOR
MET MEDEWERKING VAN
DRS. D. SIMONS en DRS. J. A. P. M. WESTERDIJK
ZEVEN EN DERTIGSTE AFLEVERING
(zestiende aflevering van het tweede stuk)
c
s
c
s
tn
s>
5
DR. N. BAKKER, LIC. W. DE CLERCK, LIC. D. GEERAERTS,
DR. J. L. A. HEESTERMANS, LIC. G. JANSSENS en
DRS. H. A. C. LAMBERMONT
MET BIJVOEGSELS EN VERBETERINGEN EN EEN VOORBERICHT
i