Jacob Vos stapte uit de Olympische boot u 11 1 r i 'M c llll. Bk WIERSMA IS INTENSIEF MET DAMMEN BEZIG GEEN HOGE PET OP VAN DOORSNEE POLITICUS I 3L Li a i- :N IMuLJ e n Pijn Wending ten goede Zelfde levensvisie Definitief Zekerheid door Piek Heuvelman Afstuderen Speelstijl Politici Voor de goede orde mag niet onvermeld blijven dat Jacob Vos al eens in Moskou heeft geroeid. Dat was in 1973, het jaar waarin hij debuteerde op internationaal niveau. Vos over die trip naar Moskou: „Ik moet eerlijk zeggen dat ik me toen best heb geamuseerd. Zover ik me het nog kan herinneren viel het allemaal best mee. Internationaal was er niet zo’n spanning als nu, terwijl ik er toen ook niet zo bij stilstond, bij de mensenrechten. Maar ik ben er over na gaan denken en heb nu een duidelijke mening”. Harm Wiersma heeft zich de afgelopen jaren in allerlei bochten moeten wringen om het dammen populairder te maken. Geen zee ging de 26-jarige wereldkampioen te hoog wanneer hij dacht zijn favoriete denksport een dienst te kunnen bewijzen. Voor een stuntje was hij daarom altijd wel te vinden. Zo verscheen hij in een tweekamp met Rob Clerc al eens in een goochelaarstenue achter het bord. Onbekommerd kwam hij tot die daad, kommervol denkt hij er aan terug. „Dat was een van de vele fouten die ik in mijn loopbaan heb gemaakt. Ik vond het idee destijds wel leuk. Als een soort schijvengoochelaar hoopte ik de afstand tussen het damwereldje en de grote massa enigzins te doorbreken. Ik tussen het damwereldje en de grote massa enigszins te doorbreken. Ik sfeer te trekken. Maar het enige wat ik bereikte, was dat die actie in het belachelijke werd getrokken”. Losbollig door Bouke Wiersma ■**'*W? ■■I B Het wordt Harm wel eens wat te veel jr 2 2 2 2 2 hun wil aan de betrokken sportlieden wensen op te leggen. 2 2 2 Dat Wiersma een dergelijke beeldvorming pijn doet, is heel begrijpelijk. Vooral wanneer de omstandigheden waaronder hij als wereldkampioen moet fungeren eens onder de loep worden genomen. Om dat nader uit te leggen, moeten we even in de historie duiken. Terug naar 1971, toen Wiersma en Sijbrands weigerden aan het Suikertoernooi deel te nemen omdat de organisatie hun geen startgeld van 500 gulden wenste te geven. Na dit voorval zijn er nog ettelijke andere gebeurtenissen geweest, waarbij dit tweetal ijverde voor betere vergoedingen. Hun eisen werden bijna altijd als onredelijk gezeur uitgelegd, maar dat is niet helemaal eerlijk. Want hoe was en is de situatie waarin een wereldkampioen verkeert? Dat komt er ruw geschetst op neer dat er in alle lagen van de damwereld van die persoon verwacht wordt dat hij zich zo positief mogelijk naar buiten toe presenteert. Dus aardig zijn, geen al Het moet gezegd, de laatste jaren is er in deze situatie een wending ten goede gekomen. Er werd onder meer een Vereniging tot Belangenbehartiging van Betaalde Damspelers (Vebeda) opgericht, maar sinds Willem Jurg zijn bestuurszetel in deze club verruilde voor die van secretaris van de Werelddambond, ligt die vereniging eigenlijk op haar gat. Binnen het bestuur van de nationale dambond heeft Wiersma echter intussen enkele welwillende oren kunnen ontdekken, zodat hij in de toekomst wat meer ruggesteun heeft. Toch moet hierbij aangetekend worden dat het juist Wiersma is die deze belangstelling heeft gewekt. Hij heeft in de afgelopen jaren geen gelegenheid voorbij laten gaan om waar dan ook interesse aan te wakkeren voor de damsport. Ofschoon Vos dus een boycot voor staat uit politieke overwegingen, stuit het hem tegen de borst dat de politici niet waard.” Tot nu toe is de 26-jarige bijna-tandarts tussen zijn Neder- Samen met zijn toeverlaat Willem Jurg heeft hij vooral in de zakenwereld enkele belangrijke bronnen aangeboord. Niet om direct zijn eigen beurs te spekken. Dat zal op indirecte wijze moeten gebeuren, want Wiersma is onderhand de gedachte toegedaan dat er eerst zoveel mogelijk damevenementen moeten komen, waardoor de belangstelling voor deze denksport vanzelf toeneemt en daarmee ook de (financiële) waardering. Tegen deze achtergronden valt het Harm Wiersma nauwelijks kwalijk te nemen dat hij er sommige instanties niet even van langs geeft. Hij heeft vele teleurstellingen moeten verwerken, maar verkeert nu tevens in een stadium dat veel zaken zich voor hem positief beginnen te ontwikkelen. De Fries voelt zich daarom aan handen en voeten gebonden. Als geen ander beseft hij dat negatieve uitspraken van zijn kant een averechtse uitwerking kunnen hebben. En dat is wel het allerlaatste wat hij wil. De simultaanseance die Wiersma in Drachten geeft, vormt een onderdeel van de propaganda- activiteiten die hij onderneemt. Het is zomaar een aardigheidje, want zijn tegenstanders bestaan uit voornamelijk kroegklanten, maar in het ongedwongen sfeertje spant de Fries zich in om het iedereen zoveel mogelijk naar de zin te maken. Dit doet hij door uit te leggen wat voor fouten er zijn gemaakt op het bord, of door zijn tegenstanders enkele anekdotische verhalen voor te schotelen. Bijvoorbeeld over die man, die gedurende een simultaan voortdurend in het toilet verdween. Niet, omdat hij zo nodig moest, maar dit was nu eenmaal de enige onopvallende plaats waar hij zijn damliteratuur kon raadplegen. „Ik vind zoiets erg leuk”, zegt Wiersma oprecht. „De kroegsfeer spreekt mij wel aan en als hiermee bereikt kan worden dat in de toekomst wat vaker de damborden op tafel komen, ben ik al tevreden”. In de loop der jaren heeft Harm Wiersma een opmerkelijke gedaanteverwisseling ondergaan. Qua uiterlijk viel er al nooit peil op hem te trekken, want zijn haardos veranderde met de jaargetijden. Menige sportredactie heeft al eens vertwijfeld gezocht naar het juiste portret bij een verhaal over hem, want het was altijd maar de vraag hoe hij er op dat moment eigenlijk uit zag. „Mijn vrouw is kapster, gediplomeerd ook nog”, legt hij lachend uit. Niet alleen waren zijn uiterlijke veranderingen opvallend, maar ook zijn opvattingen wijzigden zich mettertijd. Van de zich uiterst progressief en maatschappijkritisch presenterende Wiersma uit het begin van de jaren zeventig is niets meer over, zo lijkt het. „Mijn gedachten zijn heus niet veranderd”, zegt Wiersma, „maar ik hanteer ze tegenwoordig wel anders. Kijk, dat rechtlijnige denken van eerder is bij mij weliswaar niet zo sterk meer, omdat ik hiermee steeds tegen een denkbeeldige muur opliep. Ik heb een bepaalde levensvisie, die gelijk is gebleven door de jaren heen. Maar ik heb door ervaring geleerd datje met die visie moet spelen”. „Ik heb situaties meegemaakt dat ik het beste met iedereen voor had, maar toch werd het anders uitgelegd. Om zoiets goed te uiten, dat is de kunst. Wat het dammen bijvoorbeeld betreft, heb ik ook een heel idealistische kijk op het hele gebeuren. In het verleden organiseerde ik daarom allerlei evenementen en meteen kwam ik als een commerciële jongen over. Dat bedoel ik nu. Zoiets is vervelend, maar ik heb onderhand geleerd op dat soort beoordelingen in te spelen”. Later in het gesprek zal Wiersma zeggen: „Ik ben er niet meer zo voor te porren om allerlei gekke dingen uit te halen. Ergens zie ik stuntjes en dergelijke heus wel zitten, maar de mensen willen je klaarblijkelijk in een andere hoedanigheid zien. Ik regering er van afhing. En dan al die demagogie in dat wereldje, nee dat is niks voor mij. De heren politici halen tegenwoordig steeds meer verantwoor delijkheid uit je handen. Daar heb ik bezwaren tegen”. Behalve op politici, heeft Vos ook gifti ge pijlen gericht op de sportbonzen. Vos: „Die heren beslissen ook maar voor je. Dat is toch waanzin, ik maak zelf uit of ik ergens heen ga. Hun enige taak is het beslissen of iemand op grond van zijn sportieve prestaties wordt uitgezonden naar een of ander evenement. Daarom is het ook noodzaak dat er naast het NOC een democratisch orgaan van topspor ters komt, zodat die heren daar rekening mee moeten houden en niet alleen meer naar eigen goeddunken kunnen han delen”. Jacob Vos, die het afgelopen jaar tij dens de wereldkampioenschappen in heb in het verleden vaak genoeg voor een in mijn ogen ludieke benadering van de damsport gekozen, maar dat sloeg niet aan, dus deed ik het verkeerd”. „Hoe de massa precies tegen een wereldkampioen aankijkt, weet ik niet. Toch zal ik trachten zoveel mogelijk aan dat beeld van die mensen te voldoen, hoewel dat bijna onuitvoerbaar is. Zo probeer ik op 31 mei in Slagharen het wereldrecord simultaan te veroveren, door het op te nemen tegen ongeveer achthonderd dammers. Maar er is altijd een categorie mensen, die zegt: „Kijk, Wiersma moet weer zo nodig”. Daar kan ik dan echt niet mee zitten, want je kunt je niet voorstellen hoeveel propaganda voor de damsport van iets dergelijks uitgaat”. kan al wel verklappen, dat ik in oktober mijn wereldkampioenschap vrijwillig op het spel zet in een match tegen een speler wiens naam ik nog niet mag vertellen. Die tweekamp zal op verschillende plaatsen in het land worden gespeeld, zodat we ook eens bij de basis komen”. Er bestaat een grote kans dat Harm Wiersma op korte termijn binnen de dambond een technische functie krijgt. Dit wordt mogelijk gemaakt via een CRM-subsidie. „Ik houd me met zoveel nevenaspecten van de damsport bezig, waardoor ik weet wat voor wegen er bewandeld moeten worden. Zo loop ik ook bij de omroepen de deur plat om het dammen eens op de televisie te krijgen. Volgens mij is deze sport best visueel te maken en ik ben ervan overtuigd dat het ook gaat gebeuren”. „Al deze zaken vallen nog net te combineren met het dammen, hoewel het me soms wel even te veel wordt. Mijn geluk is dat ik niet zoveel trainingsuren als de andere topdammers nodig heb om mijn niveau vast te houden. Ik studeer erg functioneel. Mijn grote nadeel is dat ik periodes heb dat ik lichamelijk erg lui kan zijn. Maar daar staat tegenover dat ik ook weer bijzonder energiek kan zijn”. Harm Wiersma wil maar al te graag aan de top blijven, al doet zijn studie-intensiteit anders vermoeden. „Ik studeer inderdaad veel minder dan andere topdammers, maar dat heeft ook te maken met al die nevenactiviteiten van mij”, legt hij uit. „Over een aantal zaken wil ik zekerheid hebben, daar werk ik hard aan en pas als dat in orde is, kan ik met een gerust hart verder dammen. Natuurlijk wil ik die wereldtitel zo lang mogelijk behouden, maar aan de andere kant vind ik datje ook iets met die titel moet doen. Er moet bijvoorbeeld vaker om die titel worden gespeeld. Daar ben ik nu druk mee bezig en ik ïl 1- e' 2 kun je toch niet maken. Als individu moet je toch vrij zijn te gaan en te staan waar je zelf wilt. Sport en politiek zijn niet te scheiden, maar politici moeten de wet niet voorschrijven aan topsporters. Ze mogen wel hun mening geven, maar dan houdt het ook wel op. Carter heeft er niets mee te maken of Amerikaanse sportmensen naar Moskou gaan. Dat is toch geen democratie. Dat heb je in Nederland ook, dat een meerderheid be slist over een minderheid, terwijl die meerderheid er helemaal niets mee te maken heeft. In dit geval pleit ik voor een Vereniging van Topsporters, die bij stemming zou moeten uitmaken of er wel of niet naar Moskou wordt gegaan”. „Die boycot is juist, maar de agressie die ten opzichte van Rusland wordt geuit, keur ik volstrekt af. En de Neder landse regering draait maar met de Amerikaanse wind mee. Dan krijg je toch ook een afkeer van politiek. Zo’n Van Agt doet alles om zijn kabinet in stand te houden. Volgens mij zou-ie nog wel met Den Uyl naar bed willen als zijn Niet de Russische inval in Afghanistan deed voor Vos de deur dicht aangaande een eventuele Olympische uitzending, maar het gesol met de dissidenten in het land van Bre^jnev. Vos: „Dat militaire optreden in Afghanistan kan ik me nog wel voorstellen gezien de oliebelangen in het Midden-Oosten. Dat is gewoon een spelletje in mijn ogen en daar zijn de Amerikanen ook niet vies van, dat heeft het verleden wel bewezen. Die zijn ook niet wars van een staaltje machtspoli tiek. Ik heb me na die inval wel afgevraagd: Nu Moskou voor hem van de baan is, kan hij zich de komende maanden volop richten op het afstuderen als tandarts, een beroep dat hij als alles goed gaat over drie maanden mag uitoefenen. Vos: „Wat de studie betreft kan ik moei lijk op gang komen, maar binnenkort moet ik er nog even hard tegenaan”. Na het beëindigen van zijn studie wacht hem de militaire dienstplicht en lijkt zijn roeicarrière definitief beëindigd. Dat houdt overigens niet in dat hij het roeien abrupt de rug toekeert. Voor zijn plezier blijft hij aan de riemen trekken en hij sluit zelfs een terugkeer in de wedstrijdsfeer niet uit. Vos: „Ik heb al eens eerder gezegd dat het welletjes was, maar ben later toch weer begonnen. Ik heb er altijd veel lol in gehad, al kostte het handenvol geld. Toch ben ik blij die topsport te hebben meegemaakt, het is een facet van het leven dat ik niet graag had willen missen”. Waar zijn ze mee bezig die Russen, maar wat voor mij de doorslag heeft gegeven is de behandeling van de dissidenten. Ik zie het niet zitten daar heen te gaan als die mensen uit Moskou worden verwij derd als wij komen. Dan is er voor mij geen bal meer aan. Ik mag graag spor ten, maar wel in een omgeving die me aanstaat en waar iemands leven een beetje zeker is. Ik zou daarom op dit moment ook niet naar een land als Ar gentinië gaan”. het Joegoslavische Bied als beman ningslid van de vier zonder stuurman een voorlopig Olympisch ticket af dwong, zal niet meer zijn te paaien door roeibondfunctionarissen. Zijn besluit is definitief. Hij en zijn nieuwe partner Frits Bock (eveneens Aegir) zijn intus sen uit training gegaan. Bock heeft dus zijn Olympische ambities noodgedwon gen moeten opgeven. Vos: „Ik geloof niet dat Frits dat erg vindt. Ik had de indruk dat hij toch niet zo was gemotiveerd. Na afloop van vorig seizoen had ik hem al gevraagd en toen wilde hij niet, maar in januari stemde hij na tussenkomst van Roëll (van de Technische Advies Com missie van de Roeibond - D. H.) toe. Volgens mij was hij plichtmatig in de boot gestapt. Ik heb nog voorgesteld met hem te blijven trainen tot de selectie wedstrijden om hem zo van dienst te zijn, maar dat wilde hij niet”. Voorlopig heeft Vos de status van fuif- roeier aangenomen en gaat hij zich toe leggen op andere vormen van vermaak, zoals zeilvliegen en kanoën. „Ach, je moet toch wat doen”, zegt Vos, die opeens over een zee van vrije tijd be schikt. Vos: „Dat is wel fijn, dan kom je ook aan andere dingen toe. Ik kom ei genlijk gewoon om in mijn vrije tijd”. De praktische toepassing van zijn levensvisie is aan wijzigingen onderhevig geweest, zo wil Harm Wiersma dus wel toegeven. Dat dit een gevolg is of kan zijn van juist een veranderde levensvisie, laten we maar even in het midden. Aardig is het desondanks te weten in hoeverre alles van invloed is geweest op zijn speelstijl „Dat is moeilijk te zeggen, zegt de Fries. „Dammen is een karakterspel. Je kunt er enigszins aan afzien hoe iemand in elkaar zit. Hoe mijn stijl precies is, kan ik zelf moeilijk beoordelen, maar volgens mij is hierin toch heel weinig veranderd. Je zou kunnen zeggen dat ik moeite heb met het nemen van beslissingen, omdat ik vaak in tijdnood kom, maar dat is ook niet waar. Ik heb de neiging om alle, maar dan ook echt alle, mogelijkheden te berekenen. Mijn speelstijl is erg gericht op de concrete situatie. Ik ben in staat mijn plan op een bepaald moment te wijzigen. Maar om nu te zeggen dat ik mijn eigen speelstijl precies ken, nee. Was dat maar zo, dan kon ik daar op inspelen. Toch wil ik dat nog wel eens bestuderen, want als ik me op lange termijn in de wereldtop wil handhaven, is het belangrijk om vooral jezelf goed te kennen”. {MM Dat Vos geen hoge pet van de door snee politicus heeft, blijkt als hij zegt: „De politiek is een zootje dat zichzelf in stand houdt. Ik weet niet hoe dat komt en ik vraag me af waaraan politici de macht ontlenen de baas te spelen over anderen. En dan moet je eens zien wat voor figuren het zijn. Die Carter is toch een hele rare. Die hitst zijn volk op tot een bijna-oorlogssituatie. Dat is toch be lachelijk. En niet te vergeten heel ge vaarlijk, want die vreselijke atoombom hangt als een zwaard van Damocles bo ven ons hoofd”. Vos kan het niet volgen dat een presi dent van een zich democratisch noe mend land sportlieden kan verbieden ergens heen te gaan om aan een wed strijd mee te doen. Vos: „Dat is nou precies wat ze in Rusland ook doen, het niet verstrekken van uitreisvisa. Dat lil Harm Wiersma verschilt zonder meer van de overige topdammers. Hij is eigenlijk de bon-vivant in dit wereldje, want zijn levensstijl is veel frivoler en losbolliger. „Ik vind mezelf ook wel anders dan de rest”, geeft hij toe. „De anderen vinden alleen maar een pot dammen belangrijk, maar voor mijn gevoel zou ik een hoop missen als ik me daar alleen mee bezighield. Ik heb een aanvulling nodig. Bij een toernooi heb ik ook een lekker sfeertje nodig. Ik merk graag dat er waardering is voor hetgeen we met z’n allen doen. Toen ik die revanchematch tegen Gantwarg speelde, zat de demonstratieruimte altijd vol met publiek. Zoiets doet me goed, want niet alleen een overwinning geeft me voldoening”. De Friese wereldkampioen komt dan bij een stokpaardje van hem terecht: de onderwaardering voor de denksporten in het algemeen en dan speciaal het dammen. „In de schaakwereld krijgt men iets veel eerder van de grond om de doodeenvoudige reden dat veel mensen uit het zakenleven in dat wereldje vertoeven. Men vindt schaken nu eenmaal moeilijker. In dit verband haal ik altijd maar een uitspraak van Edgar Allan Poe aan, die eens zei: „Ingewikkeldheid wordt vaak verward met iets dat er moeilijk uit ziet”. Wel, schaken ziet er moeilijker uit dan dammen, dus is het ingewikkelder. Je kunt hierop voortborduren door te stellen dat dammen simpel oogt, waardoor het dus eenvoudig is. Dat is natuurlijk allemaal flauwekul. Maar goed, op schaken wil ik niet zitten af te geven, want ook die sport wordt ondergewaardeerd”. I i I te grote bek opzetten en vooral goede prestaties leveren. Zoiets is natuurlijk allemaal leuk en aardig, maar een wereldkampioen en dit geldt net zo goed voor de andere topdammers wil ook brood op de plank. Als hij het moet hebben van het handjevol toernooien en wedstrijden dat jaarlijks wordt georganiseerd, kan hij beter een ander beroep kiezen, want een vetpot is het allerminst. Een toemooiwinnaar mag zijn handen stijf dichtknijpen wanneer hij eens vijfduizend gulden beurt en dan praten we nog niet eens over de verdiensten van de lager geklasseerden. Voor dit bedrag moet gemiddeld twee weken achtereen gedamd worden, terwijl er ook nog eens een fikse voorbereidingsperiode aan voorafgaat. Nu zou er nog geen man overboord zijn wanneer de dambond de handen uit de mouwen had gestoken en zich had ingespannen voor betere „arbeidsomstandigheden” voor de nationale damkeur, maar juist hieraan schortte het. Daarom moest Wiersma altijd zijn eigen boontjes doppen. Hij moest zelf opkomen voor betere vergoedingen, terwijl het veel logischer was geweest als de bond die bufferfunctie voor zijn rekening had genomen. Bovendien bleef de Fries een grote financiële teleurstelling niet bespaard, toen de match om het wereldkampioenschap tegen de in Rusland in ongenade gevallen Koeperman werd geschrapt. Harm Wiersma kijkt bedrukt, als hij dit zegt. Hij is niet bereid gedurende het urenlange gesprek, dat moet worden onderbroken voor een simultaan tegen veertien kroegdammers in het Drachtster café Onder de Balken, het achterste van zijn tong te laten zien. Af en toe heeft hij even de neiging precies uit de doeken te doen wat hem al jarenlang frustreert in het damwereldje, maar dergelijke aanvechtingen onderdrukt hij steeds snel. Deze houding van de Leeuwarder heeft een oorzaak en die laat zich makkelijk raden, vooral wanneer Harm Wiersma tegen het eind van het gesprek indringend vraagt: „Schilder me asjeblieft niet als een commerciële jongen af’. Met dit verzoek speelt Wiersma 1 overduidelijk in op het beeld dat in de loop der jaren over hem is ontstaan. Hij geeft er nog een enigszins beminnelijk tintje aan door te praten over „een commerciële jongen”, maar in de ogen van de grote massa is hij ongetwijfeld grof gezegd een geldwolf. In het verleden is het immers maar al te vaak gebeurd, dat Wiersma en geld in de damwereld in één adem konden worden genoemd. Moskou heet het oord waarop de Olympisch georiënteerde ven en niet als natie. Vos: „Als de regering zich er mee bemoeit topsporter zijn blik in dit schrikkeljaar richtte. Een uitzonde- wordt het een politiek spel met alle problemen van dien, zoals ring, in Nederland althans, vormt de Groningse roeier Jacob het in gevaar komen van de Oost-West dialoog. De zwakke Vos. Hij weigert met oogkleppen op te lopen en wil beslist niet band die er tussen beide machtsblokken is moet volgens mij in de boot stappen in een land waar het in zijn ogen lang niet niet worden verbroken. Dat zijn de Olympische Spelen zeker pluis is. De international van Aegir zit daarmee op dezelfde lijn als Carter en van Agt, ofschoon Vos van het verkoopargu ment van beide heren walgt. Hij verwijt Carter nodeloze landse collega-topsporters een roepende in de woestijn. Res- stemmingmakerij en verkiezingspropaganda en ziet Van Agt pons op zijn besluit heeft hij in die kringen nog niet gehad, c.s. ais een meeloper van de Amerikaanse president. terwijl er ook op bestuurlijk niveau (Roeibond en NOC) niet op zijn brief is gereageerd. Vos laat weten daar niet mee te zitten, Volgens Jacob Vos is de enige goede boycot een boycot die al vindt hij het jammer dat er niet meer Olympische kandida- uitgaat van de betrokken sportmensen. Individueel wegblij- ten zijn die zijn standpunt delen. I at dg - - o x:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 33