Jacob Vos stapte uit
de Olympische boot
u
11
1
r
i
'M
c
llll.
Bk
WIERSMA IS INTENSIEF MET DAMMEN BEZIG
GEEN HOGE PET OP VAN DOORSNEE POLITICUS
I
3L
Li
a
i-
:N
IMuLJ
e
n
Pijn
Wending ten goede
Zelfde levensvisie
Definitief
Zekerheid
door Piek Heuvelman
Afstuderen
Speelstijl
Politici
Voor de goede orde mag niet onvermeld blijven dat Jacob Vos al eens in
Moskou heeft geroeid. Dat was in 1973, het jaar waarin hij debuteerde op
internationaal niveau. Vos over die trip naar Moskou: „Ik moet eerlijk zeggen
dat ik me toen best heb geamuseerd. Zover ik me het nog kan herinneren viel
het allemaal best mee. Internationaal was er niet zo’n spanning als nu, terwijl
ik er toen ook niet zo bij stilstond, bij de mensenrechten. Maar ik ben er over
na gaan denken en heb nu een duidelijke mening”.
Harm Wiersma heeft zich de afgelopen jaren in allerlei bochten
moeten wringen om het dammen populairder te maken. Geen zee
ging de 26-jarige wereldkampioen te hoog wanneer hij dacht zijn
favoriete denksport een dienst te kunnen bewijzen. Voor een stuntje
was hij daarom altijd wel te vinden.
Zo verscheen hij in een tweekamp met Rob Clerc al eens in een
goochelaarstenue achter het bord. Onbekommerd kwam hij tot die
daad, kommervol denkt hij er aan terug. „Dat was een van de vele
fouten die ik in mijn loopbaan heb gemaakt. Ik vond het idee destijds
wel leuk. Als een soort schijvengoochelaar hoopte ik de afstand
tussen het damwereldje en de grote massa enigzins te doorbreken. Ik
tussen het damwereldje en de grote massa enigszins te doorbreken. Ik
sfeer te trekken. Maar het enige wat ik bereikte, was dat die actie in
het belachelijke werd getrokken”.
Losbollig
door Bouke Wiersma
■**'*W?
■■I B
Het wordt Harm wel eens wat te veel
jr
2
2
2
2
2
hun wil aan de betrokken sportlieden
wensen op te leggen.
2
2
2
Dat Wiersma een dergelijke
beeldvorming pijn doet, is heel
begrijpelijk. Vooral wanneer de
omstandigheden waaronder hij als
wereldkampioen moet fungeren
eens onder de loep worden
genomen. Om dat nader uit te
leggen, moeten we even in de
historie duiken. Terug naar 1971,
toen Wiersma en Sijbrands
weigerden aan het Suikertoernooi
deel te nemen omdat de organisatie
hun geen startgeld van 500 gulden
wenste te geven. Na dit voorval zijn
er nog ettelijke andere
gebeurtenissen geweest, waarbij dit
tweetal ijverde voor betere
vergoedingen. Hun eisen werden
bijna altijd als onredelijk gezeur
uitgelegd, maar dat is niet helemaal
eerlijk.
Want hoe was en is de situatie
waarin een wereldkampioen
verkeert? Dat komt er ruw
geschetst op neer dat er in alle lagen
van de damwereld van die persoon
verwacht wordt dat hij zich zo
positief mogelijk naar buiten toe
presenteert. Dus aardig zijn, geen al
Het moet gezegd, de laatste jaren is
er in deze situatie een wending ten
goede gekomen. Er werd onder
meer een Vereniging tot
Belangenbehartiging van Betaalde
Damspelers (Vebeda) opgericht,
maar sinds Willem Jurg zijn
bestuurszetel in deze club verruilde
voor die van secretaris van de
Werelddambond, ligt die vereniging
eigenlijk op haar gat. Binnen het
bestuur van de nationale dambond
heeft Wiersma echter intussen
enkele welwillende oren kunnen
ontdekken, zodat hij in de toekomst
wat meer ruggesteun heeft.
Toch moet hierbij aangetekend
worden dat het juist Wiersma is die
deze belangstelling heeft gewekt.
Hij heeft in de afgelopen jaren geen
gelegenheid voorbij laten gaan om
waar dan ook interesse aan te
wakkeren voor de damsport.
Ofschoon Vos dus een boycot voor
staat uit politieke overwegingen, stuit
het hem tegen de borst dat de politici
niet waard.”
Tot nu toe is de 26-jarige bijna-tandarts tussen zijn Neder-
Samen met zijn toeverlaat Willem
Jurg heeft hij vooral in de
zakenwereld enkele belangrijke
bronnen aangeboord. Niet om
direct zijn eigen beurs te spekken.
Dat zal op indirecte wijze moeten
gebeuren, want Wiersma is
onderhand de gedachte toegedaan
dat er eerst zoveel mogelijk
damevenementen moeten komen,
waardoor de belangstelling voor
deze denksport vanzelf toeneemt en
daarmee ook de (financiële)
waardering.
Tegen deze achtergronden valt het
Harm Wiersma nauwelijks kwalijk
te nemen dat hij er sommige
instanties niet even van langs geeft.
Hij heeft vele teleurstellingen
moeten verwerken, maar verkeert
nu tevens in een stadium dat veel
zaken zich voor hem positief
beginnen te ontwikkelen. De Fries
voelt zich daarom aan handen en
voeten gebonden. Als geen ander
beseft hij dat negatieve uitspraken
van zijn kant een averechtse
uitwerking kunnen hebben. En dat
is wel het allerlaatste wat hij wil.
De simultaanseance die Wiersma in
Drachten geeft, vormt een
onderdeel van de propaganda-
activiteiten die hij onderneemt. Het
is zomaar een aardigheidje, want
zijn tegenstanders bestaan uit
voornamelijk kroegklanten, maar
in het ongedwongen sfeertje spant
de Fries zich in om het iedereen
zoveel mogelijk naar de zin te
maken. Dit doet hij door uit te
leggen wat voor fouten er zijn
gemaakt op het bord, of door zijn
tegenstanders enkele anekdotische
verhalen voor te schotelen.
Bijvoorbeeld over die man, die
gedurende een simultaan
voortdurend in het toilet verdween.
Niet, omdat hij zo nodig moest,
maar dit was nu eenmaal de enige
onopvallende plaats waar hij zijn
damliteratuur kon raadplegen.
„Ik vind zoiets erg leuk”, zegt
Wiersma oprecht. „De kroegsfeer
spreekt mij wel aan en als hiermee
bereikt kan worden dat in de
toekomst wat vaker de damborden
op tafel komen, ben ik al tevreden”.
In de loop der jaren heeft Harm
Wiersma een opmerkelijke
gedaanteverwisseling ondergaan.
Qua uiterlijk viel er al nooit peil op
hem te trekken, want zijn haardos
veranderde met de jaargetijden.
Menige sportredactie heeft al eens
vertwijfeld gezocht naar het juiste
portret bij een verhaal over hem,
want het was altijd maar de vraag
hoe hij er op dat moment eigenlijk
uit zag. „Mijn vrouw is kapster,
gediplomeerd ook nog”, legt hij
lachend uit.
Niet alleen waren zijn uiterlijke
veranderingen opvallend, maar ook
zijn opvattingen wijzigden zich
mettertijd. Van de zich uiterst
progressief en
maatschappijkritisch
presenterende Wiersma uit het
begin van de jaren zeventig is niets
meer over, zo lijkt het. „Mijn
gedachten zijn heus niet
veranderd”, zegt Wiersma, „maar ik
hanteer ze tegenwoordig wel
anders. Kijk, dat rechtlijnige
denken van eerder is bij mij
weliswaar niet zo sterk meer, omdat
ik hiermee steeds tegen een
denkbeeldige muur opliep. Ik heb
een bepaalde levensvisie, die gelijk
is gebleven door de jaren heen.
Maar ik heb door ervaring geleerd
datje met die visie moet spelen”.
„Ik heb situaties meegemaakt dat ik
het beste met iedereen voor had,
maar toch werd het anders
uitgelegd. Om zoiets goed te uiten,
dat is de kunst. Wat het dammen
bijvoorbeeld betreft, heb ik ook een
heel idealistische kijk op het hele
gebeuren. In het verleden
organiseerde ik daarom allerlei
evenementen en meteen kwam ik
als een commerciële jongen over.
Dat bedoel ik nu. Zoiets is
vervelend, maar ik heb onderhand
geleerd op dat soort beoordelingen
in te spelen”.
Later in het gesprek zal Wiersma
zeggen: „Ik ben er niet meer zo voor
te porren om allerlei gekke dingen
uit te halen. Ergens zie ik stuntjes
en dergelijke heus wel zitten, maar
de mensen willen je klaarblijkelijk
in een andere hoedanigheid zien. Ik
regering er van afhing. En dan al die
demagogie in dat wereldje, nee dat is
niks voor mij. De heren politici halen
tegenwoordig steeds meer verantwoor
delijkheid uit je handen. Daar heb ik
bezwaren tegen”.
Behalve op politici, heeft Vos ook gifti
ge pijlen gericht op de sportbonzen. Vos:
„Die heren beslissen ook maar voor je.
Dat is toch waanzin, ik maak zelf uit of
ik ergens heen ga. Hun enige taak is het
beslissen of iemand op grond van zijn
sportieve prestaties wordt uitgezonden
naar een of ander evenement. Daarom is
het ook noodzaak dat er naast het NOC
een democratisch orgaan van topspor
ters komt, zodat die heren daar rekening
mee moeten houden en niet alleen meer
naar eigen goeddunken kunnen han
delen”.
Jacob Vos, die het afgelopen jaar tij
dens de wereldkampioenschappen in
heb in het verleden vaak genoeg
voor een in mijn ogen ludieke
benadering van de damsport
gekozen, maar dat sloeg niet aan,
dus deed ik het verkeerd”.
„Hoe de massa precies tegen een
wereldkampioen aankijkt, weet ik
niet. Toch zal ik trachten zoveel
mogelijk aan dat beeld van die
mensen te voldoen, hoewel dat
bijna onuitvoerbaar is. Zo probeer
ik op 31 mei in Slagharen het
wereldrecord simultaan te
veroveren, door het op te nemen
tegen ongeveer achthonderd
dammers. Maar er is altijd een
categorie mensen, die zegt: „Kijk,
Wiersma moet weer zo nodig”. Daar
kan ik dan echt niet mee zitten,
want je kunt je niet voorstellen
hoeveel propaganda voor de
damsport van iets dergelijks
uitgaat”.
kan al wel verklappen, dat ik in
oktober mijn
wereldkampioenschap vrijwillig op
het spel zet in een match tegen een
speler wiens naam ik nog niet mag
vertellen. Die tweekamp zal op
verschillende plaatsen in het land
worden gespeeld, zodat we ook eens
bij de basis komen”.
Er bestaat een grote kans dat Harm
Wiersma op korte termijn binnen
de dambond een technische functie
krijgt. Dit wordt mogelijk gemaakt
via een CRM-subsidie. „Ik houd me
met zoveel nevenaspecten van de
damsport bezig, waardoor ik weet
wat voor wegen er bewandeld
moeten worden. Zo loop ik ook bij
de omroepen de deur plat om het
dammen eens op de televisie te
krijgen. Volgens mij is deze sport
best visueel te maken en ik ben
ervan overtuigd dat het ook gaat
gebeuren”.
„Al deze zaken vallen nog net te
combineren met het dammen,
hoewel het me soms wel even te veel
wordt. Mijn geluk is dat ik niet
zoveel trainingsuren als de andere
topdammers nodig heb om mijn
niveau vast te houden. Ik studeer
erg functioneel. Mijn grote nadeel is
dat ik periodes heb dat ik
lichamelijk erg lui kan zijn. Maar
daar staat tegenover dat ik ook
weer bijzonder energiek kan zijn”.
Harm Wiersma wil maar al te graag
aan de top blijven, al doet zijn
studie-intensiteit anders
vermoeden. „Ik studeer inderdaad
veel minder dan andere
topdammers, maar dat heeft ook te
maken met al die nevenactiviteiten
van mij”, legt hij uit.
„Over een aantal zaken wil ik
zekerheid hebben, daar werk ik
hard aan en pas als dat in orde is,
kan ik met een gerust hart verder
dammen. Natuurlijk wil ik die
wereldtitel zo lang mogelijk
behouden, maar aan de andere kant
vind ik datje ook iets met die titel
moet doen. Er moet bijvoorbeeld
vaker om die titel worden gespeeld.
Daar ben ik nu druk mee bezig en ik
ïl
1-
e'
2
kun je toch niet maken. Als individu
moet je toch vrij zijn te gaan en te staan
waar je zelf wilt. Sport en politiek zijn
niet te scheiden, maar politici moeten de
wet niet voorschrijven aan topsporters.
Ze mogen wel hun mening geven, maar
dan houdt het ook wel op. Carter heeft
er niets mee te maken of Amerikaanse
sportmensen naar Moskou gaan. Dat is
toch geen democratie. Dat heb je in
Nederland ook, dat een meerderheid be
slist over een minderheid, terwijl die
meerderheid er helemaal niets mee te
maken heeft. In dit geval pleit ik voor
een Vereniging van Topsporters, die bij
stemming zou moeten uitmaken of er
wel of niet naar Moskou wordt gegaan”.
„Die boycot is juist, maar de agressie
die ten opzichte van Rusland wordt
geuit, keur ik volstrekt af. En de Neder
landse regering draait maar met de
Amerikaanse wind mee. Dan krijg je
toch ook een afkeer van politiek. Zo’n
Van Agt doet alles om zijn kabinet in
stand te houden. Volgens mij zou-ie nog
wel met Den Uyl naar bed willen als zijn
Niet de Russische inval in Afghanistan
deed voor Vos de deur dicht aangaande
een eventuele Olympische uitzending,
maar het gesol met de dissidenten in het
land van Bre^jnev. Vos: „Dat militaire
optreden in Afghanistan kan ik me nog
wel voorstellen gezien de oliebelangen in
het Midden-Oosten. Dat is gewoon een
spelletje in mijn ogen en daar zijn de
Amerikanen ook niet vies van, dat heeft
het verleden wel bewezen. Die zijn ook
niet wars van een staaltje machtspoli
tiek.
Ik heb me na die inval wel afgevraagd:
Nu Moskou voor hem van de baan is,
kan hij zich de komende maanden volop
richten op het afstuderen als tandarts,
een beroep dat hij als alles goed gaat
over drie maanden mag uitoefenen.
Vos: „Wat de studie betreft kan ik moei
lijk op gang komen, maar binnenkort
moet ik er nog even hard tegenaan”. Na
het beëindigen van zijn studie wacht
hem de militaire dienstplicht en lijkt zijn
roeicarrière definitief beëindigd.
Dat houdt overigens niet in dat hij het
roeien abrupt de rug toekeert. Voor zijn
plezier blijft hij aan de riemen trekken
en hij sluit zelfs een terugkeer in de
wedstrijdsfeer niet uit. Vos: „Ik heb al
eens eerder gezegd dat het welletjes was,
maar ben later toch weer begonnen. Ik
heb er altijd veel lol in gehad, al kostte
het handenvol geld. Toch ben ik blij die
topsport te hebben meegemaakt, het is
een facet van het leven dat ik niet graag
had willen missen”.
Waar zijn ze mee bezig die Russen, maar
wat voor mij de doorslag heeft gegeven
is de behandeling van de dissidenten. Ik
zie het niet zitten daar heen te gaan als
die mensen uit Moskou worden verwij
derd als wij komen. Dan is er voor mij
geen bal meer aan. Ik mag graag spor
ten, maar wel in een omgeving die me
aanstaat en waar iemands leven een
beetje zeker is. Ik zou daarom op dit
moment ook niet naar een land als Ar
gentinië gaan”.
het Joegoslavische Bied als beman
ningslid van de vier zonder stuurman
een voorlopig Olympisch ticket af
dwong, zal niet meer zijn te paaien door
roeibondfunctionarissen. Zijn besluit is
definitief. Hij en zijn nieuwe partner
Frits Bock (eveneens Aegir) zijn intus
sen uit training gegaan. Bock heeft dus
zijn Olympische ambities noodgedwon
gen moeten opgeven. Vos: „Ik geloof niet
dat Frits dat erg vindt. Ik had de indruk
dat hij toch niet zo was gemotiveerd. Na
afloop van vorig seizoen had ik hem al
gevraagd en toen wilde hij niet, maar in
januari stemde hij na tussenkomst van
Roëll (van de Technische Advies Com
missie van de Roeibond - D. H.) toe.
Volgens mij was hij plichtmatig in de
boot gestapt. Ik heb nog voorgesteld met
hem te blijven trainen tot de selectie
wedstrijden om hem zo van dienst te
zijn, maar dat wilde hij niet”.
Voorlopig heeft Vos de status van fuif-
roeier aangenomen en gaat hij zich toe
leggen op andere vormen van vermaak,
zoals zeilvliegen en kanoën. „Ach, je
moet toch wat doen”, zegt Vos, die
opeens over een zee van vrije tijd be
schikt. Vos: „Dat is wel fijn, dan kom je
ook aan andere dingen toe. Ik kom ei
genlijk gewoon om in mijn vrije tijd”.
De praktische toepassing van zijn
levensvisie is aan wijzigingen
onderhevig geweest, zo wil Harm
Wiersma dus wel toegeven. Dat dit
een gevolg is of kan zijn van juist
een veranderde levensvisie, laten
we maar even in het midden.
Aardig is het desondanks te weten
in hoeverre alles van invloed is
geweest op zijn speelstijl
„Dat is moeilijk te zeggen, zegt de
Fries. „Dammen is een
karakterspel. Je kunt er enigszins
aan afzien hoe iemand in elkaar zit.
Hoe mijn stijl precies is, kan ik zelf
moeilijk beoordelen, maar volgens
mij is hierin toch heel weinig
veranderd. Je zou kunnen zeggen
dat ik moeite heb met het nemen
van beslissingen, omdat ik vaak in
tijdnood kom, maar dat is ook niet
waar. Ik heb de neiging om alle,
maar dan ook echt alle,
mogelijkheden te berekenen. Mijn
speelstijl is erg gericht op de
concrete situatie. Ik ben in staat
mijn plan op een bepaald moment
te wijzigen. Maar om nu te zeggen
dat ik mijn eigen speelstijl precies
ken, nee. Was dat maar zo, dan kon
ik daar op inspelen. Toch wil ik dat
nog wel eens bestuderen, want als
ik me op lange termijn in de
wereldtop wil handhaven, is het
belangrijk om vooral jezelf goed te
kennen”.
{MM
Dat Vos geen hoge pet van de door
snee politicus heeft, blijkt als hij zegt:
„De politiek is een zootje dat zichzelf in
stand houdt. Ik weet niet hoe dat komt
en ik vraag me af waaraan politici de
macht ontlenen de baas te spelen over
anderen. En dan moet je eens zien wat
voor figuren het zijn. Die Carter is toch
een hele rare. Die hitst zijn volk op tot
een bijna-oorlogssituatie. Dat is toch be
lachelijk. En niet te vergeten heel ge
vaarlijk, want die vreselijke atoombom
hangt als een zwaard van Damocles bo
ven ons hoofd”.
Vos kan het niet volgen dat een presi
dent van een zich democratisch noe
mend land sportlieden kan verbieden
ergens heen te gaan om aan een wed
strijd mee te doen. Vos: „Dat is nou
precies wat ze in Rusland ook doen, het
niet verstrekken van uitreisvisa. Dat
lil
Harm Wiersma verschilt zonder
meer van de overige topdammers.
Hij is eigenlijk de bon-vivant in dit
wereldje, want zijn levensstijl is
veel frivoler en losbolliger. „Ik vind
mezelf ook wel anders dan de rest”,
geeft hij toe. „De anderen vinden
alleen maar een pot dammen
belangrijk, maar voor mijn gevoel
zou ik een hoop missen als ik me
daar alleen mee bezighield. Ik heb
een aanvulling nodig. Bij een
toernooi heb ik ook een lekker
sfeertje nodig. Ik merk graag dat er
waardering is voor hetgeen we met
z’n allen doen. Toen ik die
revanchematch tegen Gantwarg
speelde, zat de demonstratieruimte
altijd vol met publiek. Zoiets doet
me goed, want niet alleen een
overwinning geeft me voldoening”.
De Friese wereldkampioen komt
dan bij een stokpaardje van hem
terecht: de onderwaardering voor
de denksporten in het algemeen en
dan speciaal het dammen. „In de
schaakwereld krijgt men iets veel
eerder van de grond om de
doodeenvoudige reden dat veel
mensen uit het zakenleven in dat
wereldje vertoeven. Men vindt
schaken nu eenmaal moeilijker. In
dit verband haal ik altijd maar een
uitspraak van Edgar Allan Poe aan,
die eens zei: „Ingewikkeldheid
wordt vaak verward met iets dat er
moeilijk uit ziet”. Wel, schaken ziet
er moeilijker uit dan dammen, dus
is het ingewikkelder. Je kunt hierop
voortborduren door te stellen dat
dammen simpel oogt, waardoor het
dus eenvoudig is. Dat is natuurlijk
allemaal flauwekul. Maar goed, op
schaken wil ik niet zitten af te
geven, want ook die sport wordt
ondergewaardeerd”.
I
i
I
te grote bek opzetten en vooral
goede prestaties leveren. Zoiets is
natuurlijk allemaal leuk en aardig,
maar een wereldkampioen en dit
geldt net zo goed voor de andere
topdammers wil ook brood op de
plank. Als hij het moet hebben van
het handjevol toernooien en
wedstrijden dat jaarlijks wordt
georganiseerd, kan hij beter een
ander beroep kiezen, want een
vetpot is het allerminst.
Een toemooiwinnaar mag zijn
handen stijf dichtknijpen wanneer
hij eens vijfduizend gulden beurt en
dan praten we nog niet eens over de
verdiensten van de lager
geklasseerden. Voor dit bedrag
moet gemiddeld twee weken
achtereen gedamd worden, terwijl
er ook nog eens een fikse
voorbereidingsperiode aan
voorafgaat.
Nu zou er nog geen man overboord
zijn wanneer de dambond de
handen uit de mouwen had
gestoken en zich had ingespannen
voor betere
„arbeidsomstandigheden” voor de
nationale damkeur, maar juist
hieraan schortte het. Daarom moest
Wiersma altijd zijn eigen boontjes
doppen. Hij moest zelf opkomen
voor betere vergoedingen, terwijl
het veel logischer was geweest als
de bond die bufferfunctie voor zijn
rekening had genomen. Bovendien
bleef de Fries een grote financiële
teleurstelling niet bespaard, toen de
match om het
wereldkampioenschap tegen de in
Rusland in ongenade gevallen
Koeperman werd geschrapt.
Harm Wiersma kijkt bedrukt, als
hij dit zegt. Hij is niet bereid
gedurende het urenlange gesprek,
dat moet worden onderbroken voor
een simultaan tegen veertien
kroegdammers in het Drachtster
café Onder de Balken, het achterste
van zijn tong te laten zien. Af en toe
heeft hij even de neiging precies uit
de doeken te doen wat hem al
jarenlang frustreert in het
damwereldje, maar dergelijke
aanvechtingen onderdrukt hij
steeds snel.
Deze houding van de Leeuwarder
heeft een oorzaak en die laat zich
makkelijk raden, vooral wanneer
Harm Wiersma tegen het eind van
het gesprek indringend vraagt:
„Schilder me asjeblieft niet als een
commerciële jongen af’. Met dit
verzoek speelt Wiersma
1 overduidelijk in op het beeld dat in
de loop der jaren over hem is
ontstaan. Hij geeft er nog een
enigszins beminnelijk tintje aan
door te praten over „een
commerciële jongen”, maar in de
ogen van de grote massa is hij
ongetwijfeld grof gezegd een
geldwolf. In het verleden is het
immers maar al te vaak gebeurd,
dat Wiersma en geld in de
damwereld in één adem konden
worden genoemd.
Moskou heet het oord waarop de Olympisch georiënteerde ven en niet als natie. Vos: „Als de regering zich er mee bemoeit
topsporter zijn blik in dit schrikkeljaar richtte. Een uitzonde- wordt het een politiek spel met alle problemen van dien, zoals
ring, in Nederland althans, vormt de Groningse roeier Jacob het in gevaar komen van de Oost-West dialoog. De zwakke
Vos. Hij weigert met oogkleppen op te lopen en wil beslist niet band die er tussen beide machtsblokken is moet volgens mij
in de boot stappen in een land waar het in zijn ogen lang niet niet worden verbroken. Dat zijn de Olympische Spelen zeker
pluis is. De international van Aegir zit daarmee op dezelfde
lijn als Carter en van Agt, ofschoon Vos van het verkoopargu
ment van beide heren walgt. Hij verwijt Carter nodeloze landse collega-topsporters een roepende in de woestijn. Res-
stemmingmakerij en verkiezingspropaganda en ziet Van Agt pons op zijn besluit heeft hij in die kringen nog niet gehad,
c.s. ais een meeloper van de Amerikaanse president. terwijl er ook op bestuurlijk niveau (Roeibond en NOC) niet op
zijn brief is gereageerd. Vos laat weten daar niet mee te zitten,
Volgens Jacob Vos is de enige goede boycot een boycot die al vindt hij het jammer dat er niet meer Olympische kandida-
uitgaat van de betrokken sportmensen. Individueel wegblij- ten zijn die zijn standpunt delen.
I
at
dg
- -
o x: