WV £7 Mi Bridge Schaken Dammen o I K o r Niet gelijk! o o o o o o o o o o o o 10,M... L-U b o o o 11 i I A A A A O i O 21 A i Muzikant De dierenuitvinder Bioloog De ijdele koffiepot De eekhoorn Ik weet het nog niet Politiemeisje Een huisje in het bos - r r Q I -1 - Kit- 1 i N W*J-Ö Z N W-4-O z uter. hoek 0) G. I.. Q> W7 SANDRA ROOS A ren. Evert Bronst ring FRANK TEER Hij vroeg aan Piet muis: „Weet jij waar je verf kan kopen?” „Ja, bij Kees bever, hij maakt het zelf’. „Het is hele goeie verf hoor”. „Ik ga erheen, dag Piet muis en bedankt hoor”. Hij gaat erheen en koopt verf. Hij koopt gele, groene, bruine en blauwe verf. En hij gaat aan de slag, hij schildert met zijn staart. De raampjes worden geel, zijn deur groen, zijn dak blauw en de rest wordt bruin. Mooi wordt het, zo mooi dat alle dieren komen kijken. ’t Spuigat is een rubriek die wordt volgeschreven en -getekend door kinderen van ongeveer tien tot vijftien jaar. Iedere week worden één of twee onderwerpen behandeld, maar je kunt natuurlijk ook zómaar eens een verhaaltje, een gedicht of een tekening sturen. Denk er wel aan, dat tekeningen met zwarte inkt of viltstift moeten worden gemaakt, anders blijft er in de krant niets van over. Stuur je reacties naar t Spuigat, Damiate Pers, Postbus 507,2003 PA Haarlem. In de tweede ronde revancheerde Jan nes zich door een goede overwinning op Hans Jansen. In een zeer scherpe (te scherpe?) variant van de halfklassieke opening na 1. 31-27 19-23, 2. 33-28 17-21, 3. 4 H 10 6 4 V A B 8 4 73 V 9 5 Dg5: 0-0 loopt wit’s aanval dood, b.v. 23. PfBt Tf6: 24. Td7: Td7:. 22Ke8-f8, 23. Dh4xg5 Th8xh5! Om Df7 te kunnen spe len offert zwart wat terug. Na andere zetten wordt Pf4 te gevaarlijk. 24. Dg5xh5 Dd7-f7, 25. Dh5-h8+ Df7-g8, 26. Dh8-h4 Kf8-f7. Beide spelers waren hier in tijd nood. Misschien was Td7 (er dreigde Dd8 mat) nog iets. 27. Dh4-h5+ g7-g6, 28. Dh5- h4 Dg8-g7 (tegen Df6t), 29. Dh4-d8 Lc8-e6, 30. Dd8xb8 Ta7-d7. Het materiële even wicht is vrijwel hersteld, maar nu moet wit oppassen. Zo volgt op 31. Pc3? gevaar lik Lc4t, vandaar dat wit dit veld blok keert. 31. c2-c4! b5xc4, 32. Pd5-c3 Td7xdl+ 33. Pc3xdl Dg7-d4, 34. Pdl-c3 Dd4-d3t 35. Kfl-f2 Dd3-d4+ 36. Kf2-fl Dd4-d3t en remise. Een waarlijk fascinerend duel tussen aanval en verdediging. Dat belooft wat voor de demi-finale tegen Kortsnoi! E. SPANJAARD Twee plaatjes, allebei gelijk? Nee!!! Weet jij, wat niet gelijk is? Kijk goed, er zijn wel vijf verschillen! Omdat mijn vader het ook is, wil ik dat ook worden. Dan kun je mensen een plezier doen en een beetje laten genieten. Dan kun je ook wat geld verdienen met de muziek. Misschien ga ik op de radio en televisie en kan ik boven aan de top komen. Dan word ik beroemd en dat vind ik leuk om beroemd te worden. Dan kan ik in andere landen optreden en op showen enz. Als ik wat geld heb verdiend dan geef ik een miljoen aan de derde wereld. En ik ga reizen en help iedereen die heel erg ziek is en dan probeer ik ze beter te maken. RINUS HOOGKAMER dan moet hij bij de politie komen. En dan moet hij in de gevangenis. GABRIELLE ZAFORANA Er was eens een vos, Die woonde in een bos. Hij vond veel uit, Die kleine guit. Eerst een auto, dan een fiets. En de dieren zeiden: „Hoe vind je zo iets?” De vos verkocht het, In zijn boom-flat. Eens vond hij uit... een fluit! En daarmee blies hij het versje uit! JEROEN KOOPS Op het moment dat deze rubriek ge schreven wordt zijn er in het kampioen schap van Nederland vijf ronden ge speeld, en gaan Clerc en Bronstring aan kop met 7 punten, gevolgd door Wiersma en Van der Wal met 6 punten. Dat de Nederlandse topspelers steeds meer aan elkaar gewaagd zijn, en dat het bijvoor beeld ook Wiersma (vier remises, één overwinning) steeds moeilijker afgaat om veel overwinningen te boeken, kunnen we aan deze tussenstand na 5 ronden duide lijk zien. Nummer één heeft „slechts” 7 puriten uit 5, en nummer laatst al 3 pun ten. Met de toenemende spelkennis onder de topspelers wordt het ook voor Wiersma steeds moeilijker om fel op winst te spelen door risico’s te nemen, omdat hij dan zo een nul heeft. In de eerste ronde bijvoor beeld, tegen Jansen, die voor 20 zetten nog iets meer dan een halve minuut had, pro beerde Wiersma wat zetjes in de stand te vlechten, maar werd toen bijna zelf slachtoffer van een combinatie, en toen de rookwolken omstreeks de 50-ste zet wat waren opgetrokken, stond Jansen veel beter. Het werd nog wel remise. In de tweede ronde werd Hans Jansen, de kam pioen van vorig jaar, verslagen door een op winst beluste Jannes van der Wal. In de eerste ronde had zich over Jannes de zoveelste tragedie voltrokken; tegen Bauke Bies liep hij al na 9 zetten in een combinatie. Het wil Jannes maar niet luk ken dit soort, bijna al traditionele, blun ders te vermijden. Zuid verzuimde in het onderstaande spel de juiste gevolgtrekking te maken uit de uitkomst. Een ernstige misrekening waardoor hij down ging in een contract dat hij met wat meer overleg had kunnen maken. 83 965 A 8 5 2 B 7 4 3 Ik wil later bioloog worden in vogelkunde. En als ik dat niet kan, dan wel iets dat met dieren te maken heeft. Ik ben op het idee gekomen door de vogels in de tuin en door die in een boek met vogels. GUIDO V.D. WIJGERT. 52 H V 10 3 964 4> 10 8 6 2 *97642 10 V 6 5 4 3 2 4. 10 Er was eens een koffiepot, Altijd en altijd had hij met het roomstelletje mot. Het roomstelletje vond de koffiepot een ijdeltuit, En de koffiepot vond de suiker te gekruid. Ze zat de hele tijd in de spiegel te turen, En het roomstelletje stond jaloers te gluren. Het roomstelletje begon zo hard te gillen als hij maar kon. Zodat de koffiepot door de hoofdpijn gebruik maakte van een Saridon. De koffiepot werd zo kwaad en zong van nijd een aria, zodat de blaadjes vielen van de Azalia. De Azalia nam dit niet, En gooide een kiezelsteen en zei: „Nu staan we kiet”. De kiezelsteen maakte een barst in het porselein, En de koffiepot schreide dikke koffietranen van de pijn. Nu was de koffiepot kapot, En hadden de koffiepot en het roomstelletje nooit meer mot. JEROEN v. WAARDE 28x19 14x23, 4.38-33, 21-26 (met Van der Wal zwart) ontstond na de volgende zet ten: 5. 34-30 10-14, 6. 30-25 14-19, 7. 25x14 9x20, 8. 35-30 5-10,9. 39-34 10-14,10. 33-29 4- 9, 11. 30-25 11-17,12. 44-39 6-11,13. 40-35 17- 21, 14. 39-33 11-17,15. 50-44 7-11,16. 44-39 2- 7, 17. 42-38 de stand van diagram 1. Na 17- 22 van zwart speelde Jansen foutief 36-31 om na 1-6 tot de ontdekking te komen dat de „Canadese slag” na 23-28! direct een schijf wint voor zwart bijv, na 19. 49-44 23- 28, 20. 32x23 21x32, 21. 37x17 19x28, 22. 33x22 18x36 en zwart wint ook schijf 17. Een wat onoverzichtelijke slagwending, maar toch wel een bekend, hoewel niet vaak voorkomend, typezetje. Daarom speelde Hans 19. 41-36, en kwam definitief een schijf achter door 23-28, 20. 32x23 21x41, 21. 46x37 19x28, 22. 45-40 22-27, 23. 31x22 (na 33x22 volgt 18-23) 28x17. Jannes van der Wal In de opening: 1. 32-28 19-23, 2. 28x19 14x23, 3. 37-32 10-14, 4. 41-37 14-19, 5. 46-41 5-10, 6. 32-28 23x32, 7. 37x28 16-21, 8. 31-26 18-22 (inleiding van de Groninger variant) speelde Bies 9. 42-37 i.p.v. het gebruikelij ke 41-37. Van der Wal antwoordde met 11- 16? en was na 10. 33-29! een schijfje kwijt: 22x31, 11. 36x27 21x32, 12. 29-24 19x30, 13. 34x5 32-37, 14. 41x32 4-10, 15. 5x11 6x17. Volgende weken meer over dit kampi oenschap van Nederland, waarvan ik ver wacht dat het er de komende week heel spannend zal worden. Met name denk ik dat er een strijd zal losbarsten tussen Wiersma en Van der Wal, die het zwaarste programma achter de rug hebben (tegen elkaar, Jansen, Stokkel, Bies, Van Harten). Wie denkt dat men in een schaakcompu ter alles kan programmeren, vergist zich. Hij vergeet de factor mens. Hoe belangrijk die factor is, leert een vergelijking van de twee kandidatenmat ches Kortsnoi-Petrosian en Tal-Poloega- jevski. Grote gedeelten uit de eerstgenoemde tweekamp kan men gerust verveeld over slaan. Het is dat we weten met twee kop stukken te maken te hebben, maar zicht baar werd dat niet. Slechts één zetten- reeks ter illustratie: in de eerste partij speelde Petrosian met een bord vol stuk ken 15h7-h5, 18Pf6-h7, 22 Ph7-f6, 23Pf6-h7, 26Ph7-f6, 29. Pf6-h7, 39. Ph7-f6. Misschien was dit zinloos en in ieder geval slaapverwekkend heen-en-weer-ge- schuif een mislukte poging om Korts noi hondsdol te maken of in de waan te brengen, dat Petrosian van slag af was. Voor het publiek was dit gedoe soms om genoeg te krijgen van dat grootmeester lijk niets-doen. Hoe anders bij die andere twee! Hier leidde de menselijk inbreng van die twee contrasterende persoonlijkheden tot een aaneenschakeling van verrukkingen ook voor de toeschouwer. Vrijwel iedere stel ling werd een hoogtepunt, waarbij de lief hebber zich ademloos afvraagt wat hij meer moet bewonderen: de durf van Tal om al offerend aan te vallen, dan wel de vindingrijkheid van Poloegajevski bij zijn verdediging tegen dat geweld. Absolute toppers waren de tweede en vierde partij, in welke Poloe zich tegen Tal’s 1. e2-e4 beide malen verweerde met de naar hem genoemde Poloegajevski- variant. Circa twee jaar geleden verscheen bij de BV Andriessen een boek van over deze variant, samengesteld door onze landge noot mr. F. R. van Vliet. Stellig hebben de secondanten van de twee grote kempha nen dit bij hun voorbereidingen geraad pleegd. En het lijkt ons vrijwel zeker dat zij nadien ook kennis namen van een belangrijke correspondentiepartij, welke met die variant zeer snel werd gewonnen met wit door de 30-jarige kampioen cor- respondentieschaken van West-Duitsland Maeder, die vroeger al eens Europees jeugdkampioen „live” te Groningen werd. Wij citeren u nu, wat het Schaak Bulle tin oktober 1979 over die partij zegt. Wit: Maeder. Zwart: Czaya. 1 e2-e4 c7-c5, 2. Pgl-f3 d7-d6, 3. d2-d4 c5xd4, 4. Pf3xd4 Pg8-f6, 5. Pbl-c3 a7-a6, 6. Lcl-g5 e7-e6, 7. f2-f4 b7-b5. Dit is de ken merkende zet der Poloe-variant. Er zijn veel risico’s aan verbonden omdat wit een grote ontwikkelingsvoorsprong krijgt voor slechts één pion (E.S.). 8. e4-e5 d6xe5. 9. f4xe5 Dd8-c7,10. e5xf6 In de tweede partij bracht Tal hier de nieuwe zet 10. Lb5:t, welke ook tot schitterende tafere len leidde (E.S.) 10Dc7-e5t, 11. Lfl-e2 De5xg5, 12. Ddl-d3 Dg5xf6, 13. Thl-fl Df6-e5, 14. Tal-dl Beziet u eens wat wit voor dat ene pionnelje heeft; en drei gen b.v. al 15. Pdb5: of 15. Pe6: Dd8 mat (E.S.) 14Ta8-a7! 15 Pd4-f3 De5-c7, 16. Pf3-g5!? (Over deze zet schrijft Er was eens een eekhoorn die in een bos woonde. Hij had er een leuk huisje. Op een dag zei hij: „Ik ga mijn huisje schilderëïi”. Precies weet ik nog niet wat ik wil worden, Ik houd veel van dieren en natuur gebieden zoals: de duinen, het strand of het bos. Leuk lijkt het mij ook wel om op een reisbureau te werken. Waarom? Je kunt de mensen vertellen over een land en helpen. MONIQUE VINK In diagram 2 staat de elementaire com binatie afgebeeld, waardoor Joost Hooy- berg zich tegen Bronstring al kort na de opening liet verrassen. Joost speelde 39- 33? en gaf enkele zetten later op. Ik wil later politiemeisje worden. En dan ga ik in een auto rijden en dan ga ik een bekeuring geven als je auto daar niet mag staan. En als er iemand gaat stelen en dan gaat de winkelier de politie opbellen en Er was eens een jongetje Hansje. Dat woonde in het bos. Hij had een stiefmoeder. Om 12 uur ’s nachts ging het spoken. Hij lag in bed en de torenklok sloeg 12 uur. Er kwam een spook en Hansje ging gillen. Moeder kwam en zei: „Wat is er?” „Er was een spook”, zei Hansje. „Er bestaan geen spoken”, zei moeder. V ft I Zwart aan zet (E.S.): De tekstzet dreigt Lh5t. Wij on derbreken nu even het commentaar van S.B. om u eerst te laten zien hoe snel Czaya ten onder ging. 17Th8-g8. (E.S.): Om op Lh5+ wél g6 te spelen. Er volgt echter een schitterend tegenoffer, vooral bedoeld om veld d5 te bemachtigen voor het paard. 18. Tflxf5! Lf8-e7 (18. ef5: 19. Lh5t, gevolgd door Pd5) 19. Tf5-f7 Dc7-c5, 20. Tf7xe7+ Dc5xe7, 21. Pc3-e4. Nu dreigt er te veel. Zwart geeft het op. (E.S.: zie b.v. 21Td7, 22. Lh5+ enz.). Nu terug naar de diagramstand. Het com mentaar bij 17. Dd4 van S.B. luidde: „De ze zet wordt door Van der Vliet afgedaan met 17h5! zonder verdere analyse, waarop Maeder eveneens 18. Tf5: had willen spelen. Hoe hij zich dat dan verder voorstelt schrijft hij er helaas niet bij. Alleen merkt hij op, dat wit in dat geval het loperschaak op h5 mist. 18ef5: 19. Pd5! Ziet er echter niet aanlokkelijk uit. Hier valt nog wel wat analysewerk te doen, om voor zwart iets speelbaars te vinden lijkt mij”. Aldus Van Perlo in S.B. Welnu, hij werd op zijn wenken bediend door Tal en Poloe in hun vierde partij. Uiteraard zijn daar ontelbare uren huis vlijt aan voorafgegaan. Na 17. Dd4 ver volgde Poloe inderdaad met 17h7-h5, 18. Tflxf5!? e6xf5, 19 Pc3-d5 Zwart staat nu een volle toren vóór, maar zijn situatie is precair. Zie b.v. 19Db7? 20. Pf6t en 21. Dd8 mat. Zijn dame moet Ta7 blijven dekken. Dus 19Dc7-d7, 20. Dd4-h4! Blijft veld d8 observeren, dreigt Lh5:t en brengt aftrekzetjes met Pd5 (vooral naar f4) in de stelling. 20 Lf8-e7. Bedenkt u nu eens rustig, wat u hier met wit zoudt spelen. Wie een toren achter staat heeft haast; daarom zoudt u vermoedelijk opteren voor 21. Lh5+ Kf8, 22. Pf4 (dreigt Td7: èn Pg6t). Maar het valt tegen. Zie 22Lg5:t en nu volgt op 23. Td7:? Lh4t met schaak of op 23. Dg5: De7t met dameruil en winst voor zwart. Deze overwegingen verklaren de volgen de stille zet, welke slechts door een speler van wereldklasse kan worden gevonden. 21. Kel-fl! Le7xg5, 22. Le2xh5t Na 22. Hans Jansen O, o, o, o, wat mooi kan die eekhoorn schilderen. Toen hij klaar was ging hij zijn staart wassen. Toen hij klaar was, ging hij naar huis toe en ging in een gemakkelijke stoel zitten. Als je een keer in het bos loopt, kijk dan goed of je zijn huisje ziet. ERWIN MEIER iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiH Maeder, dat hij hem zelf gevonden heeft en dat ze in geen enkel boek voorkomt. Wij Nederlanders hebben echter onze Van der Vliet en in zijn boek over deze variant vinden we op bladzijde 33, dat de zet van Geiler afkomstig is en zo wordt het dus interessant de analyses te vergelijken! Maeder en v. d. Vliet zijn het er over ééns dat Czaya’s antwoord het beste is) 16 f7-f5! 17. Dd3-d4 A H 5 653 H 8 4, A 8 7 6 4 V B 8 B 9 4 B 9 4. H V 5 3 2 A V B 9 7 7 2 H V B 10 A H Zuid speelt 4 Sch, O-W starten met drie ronden harten. Hoe moet zuid spelen om 10 slagen te maken? T. SCHIPPERHEYN 10 3 A H V 8 7 2 A 10 7 4* B 9 Zuid, allen. Zuid opende 1 Ha en bood na 2 KI van noord 4 Ha, waarna het eindcontract 6 Ha werd. Zuid had in de tweede biedronde misschien beter 3 Ha kunnen bieden, maar dat zou niet tot een ander eindcontract hebben geleid. West startte met KI 10, genomen op tafel. Twee ronden troef werden gevolgd door drie ronden ruiten, de derde getroefd en overgetroefd. Oost maakte nog een kla- verslag en dat betekende één down. Pech natuurlijk dat oost drie troeven had en ook maar twee ruiten, maar toch heeft zuid het verkeerd gedaan. Uit de uitkomst had hij kunnen concluderen dat west ten hoogste één of twee klaveren heeft. Hij kan daar als volgt van profiteren: KI A, drie ronden troef en KI B voor de vrouw. KI H kan er nu worden uitgetroefd, waar na op een hoge klaveren van tafel de verliezende ruiten kan worden gepar keerd. Aan de andere tafel kwam west neutraal uit met Ru 2 en hier had zuid geen enkele indicatie. Hij trachtte ook de derde ruiten te troeven, zodat het spel uiteindelijk geen score opleverde. Tot besluit een „tricky” spel, dat de Amerikaan Rapee in de praktijk vlot tot een goed einde bracht. Maar misschien wil de lezer hierop eerst zelf eens stude- In de rubriek van de volgende week zal hij vervolgens kunnen lezen welk speelplan Rapee volgde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 35