Groot-Brittannië
i
Irliw
LK
EUROPESE
MONARCHIEËN
O
y|
WW h-
19
1980
APRIL
DINSDAG 29
Charles
(vervolg van vorige pagina)
Willem V
Koning Willem II
Juliana
Beatrix
Wilhelmina
Koning Willem I
Koning Willem III
Willem IV
4-
I
MMtU'
en Oranje
hoop,
en
Willem III
■MM
r
i
g
i.
HENK DAM
De Britse monarchie heeft grote invloed
Koningin Elisabeth II.
5
1
5
5
l
Wilhelmus wel-gezegend overschot
Dit is het werk van d’aller Gooden God.
Swijgt wrokkend Spangien:
Wilhelmus leeft, schoon gij hem hebt
vermoord”.
De Britse koningin is waarschijnlijk de
gene die het meest in het gareel zit, vanwe
ge het voetstuk waarop zij nu eenmaal
staat en het eindeloze officiële program
ma, dat zij in eigen land en daarbuiten
moet afwerken.
de vader van Willem V ging het inmiddels
niet zo best. Niet alleen werd steeds duide
lijker dat hij niet het formaat van zijn
voorvaderen had, bovendien werd hij eni
ge maanden na de geboorte van zijn zoon
ernstig ziek. Drie jaar later stierf hij op 50-
jarige leeftijd.
Toen Willem V in 1766 rijp genoeg werd
bevonden om het ambt van stadhouder op
zich te nemen, bleek al spoedig, dat ook
hij niet het ei van Columbus was. Dat wil
zeggen: evenmin als zijn vader beschikte
deze Willem over het zelfvertrouwen of de
kracht om een lastige club als de provin
ciën te runnen. Wat hij te kort kwam aan
leiderschap, compenseerde Willem V met
prachtlievendheid, weelde. Zo hadden hij
en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen
niet minder dan 165 lijfgardes tot hun
beschikking! Toen dan ook in 1772 een
zoon werd geboren, Willem Frederik, de
latere koning Willem I, zat het er in dat de
omringende festiviteiten flink in de papie
ren zouden lopen. De stadhouder raadde
echter grote feesten af omdat met „de
groote duurte der meest benodigde le
vensmiddelen” het beter was geld dat men
aan geboortefeesten wilde uitgeven, te be
steden „tot liefdegaven aan armen en be-
hoeftigen”.
Gedichten werden er natuurlijk ook ge
maakt. Pieter van Schelle, geneesheer te
Leiden, schreef de volgende regels:
Komt, Nederlanders, komt, wilt frissche
bloemen strooijen;
Vlecht kransjes om dees wieg, uw Erf
prins rust er in,
Uw Erfprins, die ’t geluk van Neerland
zal voltooijen
Het waardig voorwerp van uw trouwe en
vorstenmin”.
„Vorstenmin” bleek al helemaal niet
uit wat er met Willem V gebeurde. De
Staten van Holland grepen relletjes in
Den Haag aan om zijn macht ernstig in te
perken, en hem in feite uit de hofstad weg
te jagen. De koning van Pruisen, broer
van Wilhelmina, moest er in 1787 aan te
pas komen om de voortvarende patriotten
af te straffen. Willem terug naar de resi-
Het was echt feest. In Den Haag speelde
het carillon en van de Hofvijver had men
helemaal iets moois gemaakt. Rondom die
vijver waren 250 flambouwen geplaatst,
terwijl in het midden van de met ijs be
dekte waterplas vier piramiden van pek
tonnen waren geplaatst, die op het sein
van klokgelui werden aangestoken. Met
hij geen succes, misstanden aanpakken
lag hem ook al niet zo. Begin ’48 Willem
IV was net een paar maanden in zijn
nieuwe functies had men dat echter
nog niet zo goed door, en onverdeeld en
groot was de vreugde dan ook, toen op 8
maart een troonopvolger werd geboren.
Willem V had zich aangemeld.
Daarbij kwam nog dat hij een nerveuze,
geremde persoonlijkheid was, hoewel hij
op den duur zijn stotteren goeddeels
overwon. Het was vooral zijn bewonde-
renswaardige vrouw, de tegenwoordige
koningin-moeder, die een enorme steun
voor hem was.
Hij was het ook, die in mei 1940 de
doorslag schijnt te hebben gegeven, toen
Winston Churchill tot premier werd be
noemd in plaats van Lord Halifax, zoals
de Conservatieve Partij had gewild.
Dag en nacht wordt koningin Elizabeth,
waar zij ook staat of gaat, door dozen vol
Koningin Elisabeth, prins Philip en prins
Charles voor Buckingham Palace.
De enige zuiver persoonlijke activiteiten
van de Engelse vorstin vormen haar lun
ches met kunstenaars, schrijvers en ande
re bekende figuren buiten de politiek.
dentie, maar niet voor lang. In 1795
vluchtte hij voor de oprukkende Fransen
naar Engeland. Hij zou zijn land niet meer
terugzien. In de nacht van 8 op 9 april 1806
overleed de laatste stadhouder die onze
gewesten zouden hebben.
De geschiedenis herhaalt zich. Opvolger
koning Willem II had maar één grote
bewind van de Franse koning omver te
gooien, en zelf die troon te bestijgen. Later
(1830) pleegde hij zo ongeveer verraad aan
de Noordnederlandse zaak door zijn po
ging zich aan het hoofd van de Belgische
rebellen te stellen. Nog een geluk voor
hem, dat ze ’m niet wilden. Neen, klein
waren zijn ambities niet. Ook niet, toen hij
in 1840 zijn danig teleurgestelde vader
opvolgde. Hij zou het dus minder autocra
tisch doen. Veel kwam daar niet van te
recht. Al gauw toonde hij zich een net zo
weinig tot luisteren bereid zijnde vorst als
zijn vader. Wat hij wel echt anders deed,
was het hof voeren. Was Willem I een
kruidenier, Willem II en zijn prachtlieven-
de Russische vrouw Anna Paulowna ke
ken niet op een duizendje of wat. Het
koninklijk paar zou vijf miljoen keiharde
19e-eeuwse guldens aan schuld nalaten.
Philip, met zijn vaak geestige al of niet-
ironische uitspraken is de grappenmaker
van de Britse koninklijke familie. Kroon
prins Charles kan er ook weg mee. Prin
ses Margaret leek in haar jonge jaren een
geboren cabaretière
huwelijk van zijn zoon, en de zoon maakte
al evenzeer bezwaar tegen het voorgeno
men huwelijk van zijn vader. Willem III,
in 1877 weduwnaar geworden, wilde in
1879 hij was toen 61 trouwen met de
21-jarige prinses Emma van Waldeck-Pyr-
mont. Dat deed hij ook. Zijn zoon stierf
nog datzelfde jaar in diens vrijgezellenflat
te Parijs. Een tweede zoon, de lichamelijk
zeer zwakke Alexander, stierf kinderloos
in 1884.
Dubbelportret van Juliana en Beatrix, dat
's Rijksmunt ter gelegenheid van de troons
wisseling op 30 miljoen guldens en evenveel
rijksdaalders zal slaan.
„Laat Oost en West de blijmaar horen,
Die Kroon en Volk vervult met vreugd:
Den koning is een kind geboren,
Een dochter die zijn hart verheugt,
Wees welkom, welkom, Koningskind
Voor uw geboorte reeds bemind”.
Over koningin Wilhelmina zij opge
merkt dat zij zonder twijfel het koning
schap een nieuwe inhoud gaf. Nadat zo
wel de koningen Willem I, II en III een op
z’n minst problematische relatie met zeg
maar hun onderdanen hadden, groeide
Wilhelmina uit tot een nationaal vorstin.
Ook zij was niet de gemakkelijkste om
mee om te gaan daar zijn erg aardige
verhalen over te vertellen en terecht is
meer dan eens aan Wilhelmina’s democra
tische gezindheid getwijfeld. Dat neemt
toon van dit soort verzen kennen we in
middels wel:
Als gewone mensen worden de dragers
van de koninklijke macht nu eenmaal
vaak klem gezet. Dat overkwam ook prin
ses Margaret, die hals over kop verliefd
werd op de knappe Peter Townsend, ge
vierd oorlogsvlieger en adjudant van haar
vader, die de prinses in 1948 bij Juliana’s
troonsbestijging had begeleid
Margaret blijft een buitenbeentje. Zij
verliet enkele jaren geleden haar echtge
noot, de fotograaf Tony Armstrong Jones
(die de titel Lord Snowdon kreeg) om haar
lot te delen met een jonge pretmaker,
zonder dat dit haar representatieve func
tie schijnt te schaden. Ook zoiets kan
blijkbaar alleen in het pragmatische, soe
pele Engeland!
uitgeoefend op de onze, en loopt daarmee
in wezen parallel. Maar Engeland bezit
het oudste parlement ter wereld, dat door
het door de monarch benoemde Hoger
huis vol erfelijke en niet-erfelijke adel een
geheel eigen karakter draagt. Ook de
functie van Lord Great Chamberlain, de
‘opperkamerheer’, die het beheer heeft
over het parlementsgebouw, nog steeds
een koninklijk paleis, is erfelijk. Van oor
sprong is hij de man die elke ochtend het
hemd van de koning mocht aanreiken.
Het Britse staatshoofd kan geen minis
ters ontslaan, maar het machtige parle
ment kan wel de soeverein de laan uitstu
ren, zoals met Edward VIII in 1936 is
gebeurd wegens zijn voorgenomen huwe
lijk met de tweemaal gescheiden Ameri
kaanse mevrouw Wally Simpson.
Iedereen is vol verwachting met wie de
Engelse troonsopvolger Charles (31), de
Prins van Wales, zal gaan trouwen. Hij
scheen tot nu toe geen haast te maken.
Over wat er zich rond de geboorte van
Juliana in 1909 afspeelde, kunnen we
maar het beste citeren uit het charmante
boekje „Onze Kroonprinses”, geschreven
door ene „Betsy”. Dit boekje werd in 1927
op de Haagse scholen uitgereikt ter gele
genheid van de 18e veijaardag van de
kroonprinses. Zo beschrijft ze de sfeer op
die geboortedag: „De klokken gingen aan
het luiden. En de mensen op straat,
schoon elkaar geheel vreemd, wensten
elkander opgetogen geluk en deden oran
je aan, waar venters vanwaar ze zo
gauw opdoken wist je niet onder het
geschreeuw van „Oranje! Oranje en natio
naal!” mee te koop liepen. De slepers
tooiden hun paarden met de kleur der
Koningin, de slagersjongens hun fietsen.”
Zo gaat ze maar door. „Pas acht uur wees
de klok, en reeds stond de hele stad in
vlaggen. Haast geen huis of de driekleur
stak er uit. Van alle kanten klonken oran-
jeliedjes. Muziekkorpsen trokken de stra
ten reeds door. Trams, auto’s, fietsen,
paarden, wagens, tot honden toe, waren
getooid met oranje of de nationale drie
kleur.” We schreven het allemaal aan het
begin van dit verhaal: zo ergens iets blijkt
van een band tussen Nederland en de
Oranjes, dan is dat toch wel bij de geboor
te van een troonopvolger. Zeker, ook de
geboorte van degene die dan nu koningin
zal worden, was aanleiding tot grote
feesten.
o
t
s
e
Dubbel zwaar is haar taak omdat zij ook
nog het hoofd is van de Anglicaanse kerk.
„Wij zijn geen gezin, wij zijn een
firma!”, zo verzuchtte eens wijlen George
VI, die vanwege het Gemenebest een
kwart van de wereldbevolking tot ‘klant’
had en zo overbelast was, dat hij eraan te
gronde is gegaan. „Het hoort er eenmaal
bij,” placht hij te zeggen. Vooral in de
oorlog, toen hij troostend door de gebom
bardeerde steden moest rondgaan, was
zijn taak extra zwaar. In het begin van de
oorlog liep hij zelfs met een sub-machine-
geweer rond uit vrees voor Duitse para
chutisten die hem zouden willen uitscha
kelen.
Na Edward VIII, die zijn troon opgaf ter
wille van de vrouw die hij beminde, en die
ook rebelleerde tegen de massale werk
loosheid en andere misstanden, ging er
van George VI een stabiliserende invloed
uit.
fonds vervult, is op vele andere terreinen
actief. Zo moedigt hij jongeren aan om
bijzondere initiatieven te ontplooien,
waarvoor ze dan namens de prins een
schriftelijke erkenning en een geldsom
ontvangen. Dezer dagen gaf hij de stoot
tot een nieuwe internationale actie voor
het behoud van menselijke hulpbronnen
en milieubescherming.
Maar nu zijn er geruchten dat hij zijn oog
heeft laten vallen op prinses Nora Elisa
beth van Liechtenstein. Als ze op waar
heid berusten, zou dit nietige landje van
lieverlee worden opgestoten in de vaart
der volkeren. De grootste monarchie ge
koppeld aan de kleinste! Beide landen
hebben al de melodie van hun volksliede
ren gemeen
Maar er is ook nog een ander, iets ster
ker gerucht, namelijk dat Charles’ uitver
korene de Luxemburgse prinses Marie-
Astrid zou zijn. Probleem: kan Charles als
hoofd van de Engelse kerk, die Rome
destijds heeft afgezworen, met een rooms
katholieke vrouw trouwen, hetgeen in het
Engelse staatsrecht uitdrukkelijk is ver
boden. Maar Engeland wil geen tweede
koningscrisis om een huwelijk. Beweerd
wordt dat de paus geen bezwaren maakt
en dat de zaak zal worden beklonken als
koningin Elizabeth in oktober een staats
bezoek aan Italië brengt. Dertig jaar gele
den werd het als een schandaal be
schouwd toen prinses Margaret een be
zoek aan de paus bracht.
Kranten verschenen die 31e januari
1938 alleen nog maar in hoofdletters en
uitroeptekens, zou men geneigd zijn te
zeggen. Dit bijvoorbeeld schreef de „Resi
dentiebode” over de reacties rond Bea
trix’ geboorte:
„Nauwelijks waren de woorden van den
radio-omroeper in de huiskamers ver
klonken, of als op een machtig, alles be-
heerschend signaal barstte het feest naar
alle kanten los. Zoodra was het bericht op
de telexrol verschenen, of haastig ge
schreven bulletins in de vitrines der dag
bladen trokken onweerstaanbaar alle
voorbijgangers voor zich samen.” „Nu
waren er geen plichten meer en geen
afgesproken tijdstippen die tot doorlopen
dwongen. Ieder onderbrak zijn werk of
zijn wandeling. In menigte verdrongen de
menschen zich voor de krantebureaux en
zij die het voorrecht hadden vooraan te
staan gaven ’t nieuws door naar de achter
ste rijen, en steeds meer nieuwsgierigen
stroomden toe om zich persoonlijk van
het nieuws te overtuigen.”
Zij komt weliswaar overal, maar wordt
volkomen ingesnoerd door de voorge
schreven plichtplegingen, zodat ze, zo
heeft ze meer dan eens geklaagd, niet ziet
wat zij werkelijk wil zien en niet spreekt
met degenen die zij zou willen ontmoeten.
Koning Willem IIzittend in het paleis aan de
Kneuterdijk (illustraties uit Nassau en Oranje)
Zo was er aan het eind van de 19e eeuw
alle reden voor twijfel aan het voortbe
staan van het vorstenhuis. Het nu defini
tief uitsterven van de Hollandse tak van
de Nassaus stond dreigend voor de deur.
De geboorte van prinses Wilhelmina
(1880) maakte althans voor een deel een
eind aan de zorgen. We zullen niet alle
feestelijkheden rond deze geboorte noe
men, maar ons beperken tot enkele regels
uit een gedicht van Nicolaas Beets. De
Mooie woorden, zonder twijfel, maar
daar kocht de jonge Willem niets voor. Op
initiatief van de Staten van Holland wer
den er alvast wat zaken voor hem gere
geld die allemaal zijn komende macht
moesten beknotten. In 1667 schaften de
Hollandse Staten het stadhouderschap
zelfs voor altijd af, bij het „Eeuwig Edict”.
Nou ja, eeuwig. Vijf jaar later moest dat al
weer herroepen worden. De republiek be
vond zich in een staat van oorlog met
Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen.
Angstige tijden waren dat. Het volk, den
kend aan vroeger, riep om een Oranje.
Daar was Willem III die op ontegenzeglijk
bekwame wijze het tij wist te keren.
Nu was er ineens weer van alles moge
lijk. In 1674 werden het stadhouderschap
en het kapitein-generaalschap in manne
lijke lijn erfelijk verklaard. Willem, die in
1677 met zijn nichtje Mary Stuart trouw
de, werd in 1689 bovendien tot koning van
Engeland gekroond. Daarmee had hij een
geweldige macht opgebouwd. Toen Wil
lem III evenwel in 1702 stierf, liet hij geen
opvolger na. In feite was dat het einde van
het huis Oranje-Nassau.
Als erfgenaam werd een ver familielid
aangewezen, Johan Willem Friso van Nassau-
Dietz, stadhouder van Friesland.
Om de familierelatie duidelijk te ma
ken, moeten we een eind terug in de tijd
Johan Willem Friso was de achter-achter-
kleinzoon van Jan, en die zijn we eerder
tegengekomen. Dat was die broer van
Willem de Zwijger, de man met de 25
kinderen. Johan Willem Friso was welis
waar de erfgenaam van Willem III, dat wil
nog niet zeggen dat hij ook al zijn titels
kreeg. Holland en Utrecht piekerden er
niet over hem tot stadhouder te benoe
men. Zo begon in 1702 het Tweede Stad
houderloze Tijdperk.
De laatste, want toen op 30 maart 1814
zijn zoon in de Nieuwe Kerk in Amster
dam werd ingehuldigd, was dat niet als
stadhouder Willem VI, maar als koning
Willem I. Blij zong de dichter Bilderdijk,
toen Willem eind 1813 voet op vaderlandse
bodem zette:
„Het bloed van onze vadren
Is niet in ons verfranscht
Het huppelt door onze aderen
Waar ’t blijd’ Oranje glanst.”
Al eerder, in 1792, had Willem die hu
meurige veelschrijver Bilderdijk een
stroom van inspiratie bezorgd. Toen werd
zijn zoon geboren, de latere koning Willem
II. Bilderdijk schreef ter gelegenheid
daarvan de volgende regels:
staatspapieren achtervolgd. Haar vader
las honderden van de 35.000 jaarlijks bin
nenstromende diplomatieke telegram
men. Winston Churchill was er verbaasd
over hoe goed de koning en later koningin
Elizabeth waren geïnformeerd
■■•Rj
niet weg dat het respect voor deze vorstin
algemeen was, en ze nog steeds (men leze
dr. L. de Jong, deel 9 er maar op na) haar
fanatieke bewonderaars heeft. De zorgen
om de dynastie waren met Wilhelmina
overigens niet opgelost. Vooral niet toen
haar huwelijk met prins Hendrik zo lang
kinderloos bleef. Drie maal kreeg ze een
miskraam, maar na acht jaar huwelijk
werd dan toch de troonopvolgster
geboren.
Prins Philip, die samen met prins Bern-
hard en prins Hendrik van Denemarken
een leidende rol in het Wereld Natuur-
In het licht daarvan wekt het dan ook
geen verbazing dat de festiviteiten rond
de geboorte op 19 februari 1817 van de
troonopvolger, Willem III dus, niet gering
van opzet waren. Willem II en zijn vrouw
Anna gaven een feest, zoals Brussel dat
maar zelden had meegemaakt. Een zaal
met 2000 waskaarsen verlicht, was plaats
van handeling.
De geboorte van Willem III inspireerde
de toen immens populaire Tollens tot de
volgende strofe:
„Velden, vloeden, steden, streken,
Schalt en schatert, juicht en looft’
Spitse torens, heft het hoofd,
Laat de vlaggen hooger steken.'
Wimpels, wappert hemelwaart:
Anna heeft een zoon gebaard!”
Willem III dus, die in 1849 de troon van
zijn vader overnam. Een jaar eerder was
Willem II, bang geworden door revolutio
naire bewegingen in Europa, „in één
nacht van erg conservatief erg liberaal
geworden”, en daar was hij nog trots op
ook. De Liberale Grondwet van 1848 be
perkte de macht van de koning aanzien
lijk. Voortaan waren de ministers verant
woordelijk.
Deze machtsafstand herstelde de in de
loop der jaren behoorlijk aangetaste band
tussen vorstenhuis en volk. Wat dat be
treft had Willem III een aardig krediet
toen het zijn beurt was om te regeren. En
dat, terwijl er redenen te over waren om
vraagtekens te plaatsen achter de persoon
van koning Willem III. Niet alleen was
daar zijn nogal losse levenswandel in de
jaren zijner jeugd, ook stond hij bekend
als een niet al te uitgebalanceerde per
soonlijkheid. Een opvliegend karakter
had deze koning, die een ruzietje meer of
minder dan ook geenszins schuwde.
Een wel heel slechte relatie en daarin
volgde de koning een traditie die met
stadhouder Willem V was begonnen
had Willem III met zijn potentiële opvol
ger, kroonprins Willem. In 1879 was dat
conflict helemaal aardig: Willem III
maakte bezwaar tegen een voorgenomen
F
De geboorte van het jongetje dat zich
later Willem IV zou mogen noemen, leek
wel wat op de geboorte van Willem III.
Ook bij zijn geboorte was de vader al
overleden. Johan Willem Friso verdronk
in 1711 bij de Moerdijk, anderhalve
maand later werd zijn zoon Willem Carel
Hendrik Friso geboren. In deze tijd was
het schrijven van gedichten zo ongeveer
uitgegroeid tot vrije-tijdsbesteding num
mer 1, en er werd dan ook wat afgerijmd,
toen deze Willem geboren werd. „Een
zoon, een zoon den Hemel geeft, waar
door den Stamboom van Nassau her
leeft”, schreef dichter-toneelspeler Frede
rik Duim.
Willem IV, een aardige, zachtmoedige,
nogal aan zichzelf twijfelende man, zó
komt hij uit de geschiedschrijving naar
voren. Veel had hij aanvankelijk niet te
vertellen. Geen provincie buiten Fries
land maakte hem stadhouder, en daarom
verbleef hij meestentijds in zijn hof te
Leeuwarden. Daar had hij het nog best
naar zijn zin ook. Hij trouwde een aardige
en vooral invloedrijke vrouw, de Engelse
koningsdochter Anna van Hannover, en
verwierf zich, doordat links en rechts Nas-
sau-takken uitstierven, aanzienlijke bezit
tingen in Duitsland.
Jaren van betrekkelijke rust waren dit,
welke in 1747 ruw doorbroken werd. De
Fransen deden dat jaar een inval in
Staats-Vlaanderen, en het oude patroon
werd weer gevolgd. Het volk gaf de regen
ten de schuld, en meende dat slechts een
Oranje de zaak kon redden. Zo werd de
brave Willem stadhouder in alle gewesten,
en kreeg hij de hoogste functies in het
leger. Maar krachtig optreden was iets dat
hem nu eenmaal niet lag. Als veldheer was
„Lief Spruitjen, Neerlands
bloed van zoo veel helden’
Wel hem, wiens Heldentoon uw deugden
eens zal melden!
Uw deugden door God zelv’ uw stamhuid
ingeplant
en voorverordend tot het heil van ’t Va
derland!”
We blijven evenwel eerst nog even bij
koning Willem I, de koopman-koning zo
als hij al spoedig werd genoemd. Deze
even energieke als autocratische vorst
maakt het voor zichzelf en zijn omge
ving bepaald niet gemakkelijk. Dat be
gon al met grote ruzies met zijn vader, die
hij geheel ten onrechte een slap optreden
vgrweet. „De koning beslist alleen” was
zijn uitgangspunt, en daar hield hij zich
strak aan. Gezegd moet worden, dat hij
ook de consequenties van zijn mono-be-
wind op zich nam: hij werkte dat het een
aard had. Op Eerste Kerstdag 1821 bij
voorbeeld werkte hij 137 stukken af, Eer
ste Kerstdag het jaar daarop zelfs 212.
De onwaarschijnlijk starre houding van
de koning in de Belgische kwestie de
zuiderlingen wilden onafhankelijkheid en
daar kon eigenlijk iedereen zich wel mee
verenigen behalve de koning kostte
hem veel populariteit. Eind 1830 erkenden
de grote mogendheden al een zelfstandig
België, maar Willem I accepteerde maar
liefst negen jaar pas dat de scheiding van
Noord en Zuid een feit was. Toen hij
bovendien een jaar later een grondwets
herziening moest goedkeuren die de
macht van de koning wat beperkte, werd
het deze solist te veel en trad hij af. De zo
energieke en dadenrijke koning had het
contact met het volk geheel verloren.
Koningin Wilhelmina
wens: beter regeren dan zijn vader had
gedaan. Daar had ook hij forse ruzies met
zijn vader over gehad. De tweede koning
stelde zich voor, in de eerste plaats minder
autocratisch te regeren, maar naar de
volksvertegenwoordiging te luisteren,
minder snel adviezen in de wind te slaan.
Willem II was een uitgesproken impul
sief man. In de beginjaren ’20 smeedde hij
met Franse uitgewekenen plannen om het
W
■s