Groot-Brittannië i Irliw LK EUROPESE MONARCHIEËN O y| WW h- 19 1980 APRIL DINSDAG 29 Charles (vervolg van vorige pagina) Willem V Koning Willem II Juliana Beatrix Wilhelmina Koning Willem I Koning Willem III Willem IV 4- I MMtU' en Oranje hoop, en Willem III ■MM r i g i. HENK DAM De Britse monarchie heeft grote invloed Koningin Elisabeth II. 5 1 5 5 l Wilhelmus wel-gezegend overschot Dit is het werk van d’aller Gooden God. Swijgt wrokkend Spangien: Wilhelmus leeft, schoon gij hem hebt vermoord”. De Britse koningin is waarschijnlijk de gene die het meest in het gareel zit, vanwe ge het voetstuk waarop zij nu eenmaal staat en het eindeloze officiële program ma, dat zij in eigen land en daarbuiten moet afwerken. de vader van Willem V ging het inmiddels niet zo best. Niet alleen werd steeds duide lijker dat hij niet het formaat van zijn voorvaderen had, bovendien werd hij eni ge maanden na de geboorte van zijn zoon ernstig ziek. Drie jaar later stierf hij op 50- jarige leeftijd. Toen Willem V in 1766 rijp genoeg werd bevonden om het ambt van stadhouder op zich te nemen, bleek al spoedig, dat ook hij niet het ei van Columbus was. Dat wil zeggen: evenmin als zijn vader beschikte deze Willem over het zelfvertrouwen of de kracht om een lastige club als de provin ciën te runnen. Wat hij te kort kwam aan leiderschap, compenseerde Willem V met prachtlievendheid, weelde. Zo hadden hij en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen niet minder dan 165 lijfgardes tot hun beschikking! Toen dan ook in 1772 een zoon werd geboren, Willem Frederik, de latere koning Willem I, zat het er in dat de omringende festiviteiten flink in de papie ren zouden lopen. De stadhouder raadde echter grote feesten af omdat met „de groote duurte der meest benodigde le vensmiddelen” het beter was geld dat men aan geboortefeesten wilde uitgeven, te be steden „tot liefdegaven aan armen en be- hoeftigen”. Gedichten werden er natuurlijk ook ge maakt. Pieter van Schelle, geneesheer te Leiden, schreef de volgende regels: Komt, Nederlanders, komt, wilt frissche bloemen strooijen; Vlecht kransjes om dees wieg, uw Erf prins rust er in, Uw Erfprins, die ’t geluk van Neerland zal voltooijen Het waardig voorwerp van uw trouwe en vorstenmin”. „Vorstenmin” bleek al helemaal niet uit wat er met Willem V gebeurde. De Staten van Holland grepen relletjes in Den Haag aan om zijn macht ernstig in te perken, en hem in feite uit de hofstad weg te jagen. De koning van Pruisen, broer van Wilhelmina, moest er in 1787 aan te pas komen om de voortvarende patriotten af te straffen. Willem terug naar de resi- Het was echt feest. In Den Haag speelde het carillon en van de Hofvijver had men helemaal iets moois gemaakt. Rondom die vijver waren 250 flambouwen geplaatst, terwijl in het midden van de met ijs be dekte waterplas vier piramiden van pek tonnen waren geplaatst, die op het sein van klokgelui werden aangestoken. Met hij geen succes, misstanden aanpakken lag hem ook al niet zo. Begin ’48 Willem IV was net een paar maanden in zijn nieuwe functies had men dat echter nog niet zo goed door, en onverdeeld en groot was de vreugde dan ook, toen op 8 maart een troonopvolger werd geboren. Willem V had zich aangemeld. Daarbij kwam nog dat hij een nerveuze, geremde persoonlijkheid was, hoewel hij op den duur zijn stotteren goeddeels overwon. Het was vooral zijn bewonde- renswaardige vrouw, de tegenwoordige koningin-moeder, die een enorme steun voor hem was. Hij was het ook, die in mei 1940 de doorslag schijnt te hebben gegeven, toen Winston Churchill tot premier werd be noemd in plaats van Lord Halifax, zoals de Conservatieve Partij had gewild. Dag en nacht wordt koningin Elizabeth, waar zij ook staat of gaat, door dozen vol Koningin Elisabeth, prins Philip en prins Charles voor Buckingham Palace. De enige zuiver persoonlijke activiteiten van de Engelse vorstin vormen haar lun ches met kunstenaars, schrijvers en ande re bekende figuren buiten de politiek. dentie, maar niet voor lang. In 1795 vluchtte hij voor de oprukkende Fransen naar Engeland. Hij zou zijn land niet meer terugzien. In de nacht van 8 op 9 april 1806 overleed de laatste stadhouder die onze gewesten zouden hebben. De geschiedenis herhaalt zich. Opvolger koning Willem II had maar één grote bewind van de Franse koning omver te gooien, en zelf die troon te bestijgen. Later (1830) pleegde hij zo ongeveer verraad aan de Noordnederlandse zaak door zijn po ging zich aan het hoofd van de Belgische rebellen te stellen. Nog een geluk voor hem, dat ze ’m niet wilden. Neen, klein waren zijn ambities niet. Ook niet, toen hij in 1840 zijn danig teleurgestelde vader opvolgde. Hij zou het dus minder autocra tisch doen. Veel kwam daar niet van te recht. Al gauw toonde hij zich een net zo weinig tot luisteren bereid zijnde vorst als zijn vader. Wat hij wel echt anders deed, was het hof voeren. Was Willem I een kruidenier, Willem II en zijn prachtlieven- de Russische vrouw Anna Paulowna ke ken niet op een duizendje of wat. Het koninklijk paar zou vijf miljoen keiharde 19e-eeuwse guldens aan schuld nalaten. Philip, met zijn vaak geestige al of niet- ironische uitspraken is de grappenmaker van de Britse koninklijke familie. Kroon prins Charles kan er ook weg mee. Prin ses Margaret leek in haar jonge jaren een geboren cabaretière huwelijk van zijn zoon, en de zoon maakte al evenzeer bezwaar tegen het voorgeno men huwelijk van zijn vader. Willem III, in 1877 weduwnaar geworden, wilde in 1879 hij was toen 61 trouwen met de 21-jarige prinses Emma van Waldeck-Pyr- mont. Dat deed hij ook. Zijn zoon stierf nog datzelfde jaar in diens vrijgezellenflat te Parijs. Een tweede zoon, de lichamelijk zeer zwakke Alexander, stierf kinderloos in 1884. Dubbelportret van Juliana en Beatrix, dat 's Rijksmunt ter gelegenheid van de troons wisseling op 30 miljoen guldens en evenveel rijksdaalders zal slaan. „Laat Oost en West de blijmaar horen, Die Kroon en Volk vervult met vreugd: Den koning is een kind geboren, Een dochter die zijn hart verheugt, Wees welkom, welkom, Koningskind Voor uw geboorte reeds bemind”. Over koningin Wilhelmina zij opge merkt dat zij zonder twijfel het koning schap een nieuwe inhoud gaf. Nadat zo wel de koningen Willem I, II en III een op z’n minst problematische relatie met zeg maar hun onderdanen hadden, groeide Wilhelmina uit tot een nationaal vorstin. Ook zij was niet de gemakkelijkste om mee om te gaan daar zijn erg aardige verhalen over te vertellen en terecht is meer dan eens aan Wilhelmina’s democra tische gezindheid getwijfeld. Dat neemt toon van dit soort verzen kennen we in middels wel: Als gewone mensen worden de dragers van de koninklijke macht nu eenmaal vaak klem gezet. Dat overkwam ook prin ses Margaret, die hals over kop verliefd werd op de knappe Peter Townsend, ge vierd oorlogsvlieger en adjudant van haar vader, die de prinses in 1948 bij Juliana’s troonsbestijging had begeleid Margaret blijft een buitenbeentje. Zij verliet enkele jaren geleden haar echtge noot, de fotograaf Tony Armstrong Jones (die de titel Lord Snowdon kreeg) om haar lot te delen met een jonge pretmaker, zonder dat dit haar representatieve func tie schijnt te schaden. Ook zoiets kan blijkbaar alleen in het pragmatische, soe pele Engeland! uitgeoefend op de onze, en loopt daarmee in wezen parallel. Maar Engeland bezit het oudste parlement ter wereld, dat door het door de monarch benoemde Hoger huis vol erfelijke en niet-erfelijke adel een geheel eigen karakter draagt. Ook de functie van Lord Great Chamberlain, de ‘opperkamerheer’, die het beheer heeft over het parlementsgebouw, nog steeds een koninklijk paleis, is erfelijk. Van oor sprong is hij de man die elke ochtend het hemd van de koning mocht aanreiken. Het Britse staatshoofd kan geen minis ters ontslaan, maar het machtige parle ment kan wel de soeverein de laan uitstu ren, zoals met Edward VIII in 1936 is gebeurd wegens zijn voorgenomen huwe lijk met de tweemaal gescheiden Ameri kaanse mevrouw Wally Simpson. Iedereen is vol verwachting met wie de Engelse troonsopvolger Charles (31), de Prins van Wales, zal gaan trouwen. Hij scheen tot nu toe geen haast te maken. Over wat er zich rond de geboorte van Juliana in 1909 afspeelde, kunnen we maar het beste citeren uit het charmante boekje „Onze Kroonprinses”, geschreven door ene „Betsy”. Dit boekje werd in 1927 op de Haagse scholen uitgereikt ter gele genheid van de 18e veijaardag van de kroonprinses. Zo beschrijft ze de sfeer op die geboortedag: „De klokken gingen aan het luiden. En de mensen op straat, schoon elkaar geheel vreemd, wensten elkander opgetogen geluk en deden oran je aan, waar venters vanwaar ze zo gauw opdoken wist je niet onder het geschreeuw van „Oranje! Oranje en natio naal!” mee te koop liepen. De slepers tooiden hun paarden met de kleur der Koningin, de slagersjongens hun fietsen.” Zo gaat ze maar door. „Pas acht uur wees de klok, en reeds stond de hele stad in vlaggen. Haast geen huis of de driekleur stak er uit. Van alle kanten klonken oran- jeliedjes. Muziekkorpsen trokken de stra ten reeds door. Trams, auto’s, fietsen, paarden, wagens, tot honden toe, waren getooid met oranje of de nationale drie kleur.” We schreven het allemaal aan het begin van dit verhaal: zo ergens iets blijkt van een band tussen Nederland en de Oranjes, dan is dat toch wel bij de geboor te van een troonopvolger. Zeker, ook de geboorte van degene die dan nu koningin zal worden, was aanleiding tot grote feesten. o t s e Dubbel zwaar is haar taak omdat zij ook nog het hoofd is van de Anglicaanse kerk. „Wij zijn geen gezin, wij zijn een firma!”, zo verzuchtte eens wijlen George VI, die vanwege het Gemenebest een kwart van de wereldbevolking tot ‘klant’ had en zo overbelast was, dat hij eraan te gronde is gegaan. „Het hoort er eenmaal bij,” placht hij te zeggen. Vooral in de oorlog, toen hij troostend door de gebom bardeerde steden moest rondgaan, was zijn taak extra zwaar. In het begin van de oorlog liep hij zelfs met een sub-machine- geweer rond uit vrees voor Duitse para chutisten die hem zouden willen uitscha kelen. Na Edward VIII, die zijn troon opgaf ter wille van de vrouw die hij beminde, en die ook rebelleerde tegen de massale werk loosheid en andere misstanden, ging er van George VI een stabiliserende invloed uit. fonds vervult, is op vele andere terreinen actief. Zo moedigt hij jongeren aan om bijzondere initiatieven te ontplooien, waarvoor ze dan namens de prins een schriftelijke erkenning en een geldsom ontvangen. Dezer dagen gaf hij de stoot tot een nieuwe internationale actie voor het behoud van menselijke hulpbronnen en milieubescherming. Maar nu zijn er geruchten dat hij zijn oog heeft laten vallen op prinses Nora Elisa beth van Liechtenstein. Als ze op waar heid berusten, zou dit nietige landje van lieverlee worden opgestoten in de vaart der volkeren. De grootste monarchie ge koppeld aan de kleinste! Beide landen hebben al de melodie van hun volksliede ren gemeen Maar er is ook nog een ander, iets ster ker gerucht, namelijk dat Charles’ uitver korene de Luxemburgse prinses Marie- Astrid zou zijn. Probleem: kan Charles als hoofd van de Engelse kerk, die Rome destijds heeft afgezworen, met een rooms katholieke vrouw trouwen, hetgeen in het Engelse staatsrecht uitdrukkelijk is ver boden. Maar Engeland wil geen tweede koningscrisis om een huwelijk. Beweerd wordt dat de paus geen bezwaren maakt en dat de zaak zal worden beklonken als koningin Elizabeth in oktober een staats bezoek aan Italië brengt. Dertig jaar gele den werd het als een schandaal be schouwd toen prinses Margaret een be zoek aan de paus bracht. Kranten verschenen die 31e januari 1938 alleen nog maar in hoofdletters en uitroeptekens, zou men geneigd zijn te zeggen. Dit bijvoorbeeld schreef de „Resi dentiebode” over de reacties rond Bea trix’ geboorte: „Nauwelijks waren de woorden van den radio-omroeper in de huiskamers ver klonken, of als op een machtig, alles be- heerschend signaal barstte het feest naar alle kanten los. Zoodra was het bericht op de telexrol verschenen, of haastig ge schreven bulletins in de vitrines der dag bladen trokken onweerstaanbaar alle voorbijgangers voor zich samen.” „Nu waren er geen plichten meer en geen afgesproken tijdstippen die tot doorlopen dwongen. Ieder onderbrak zijn werk of zijn wandeling. In menigte verdrongen de menschen zich voor de krantebureaux en zij die het voorrecht hadden vooraan te staan gaven ’t nieuws door naar de achter ste rijen, en steeds meer nieuwsgierigen stroomden toe om zich persoonlijk van het nieuws te overtuigen.” Zij komt weliswaar overal, maar wordt volkomen ingesnoerd door de voorge schreven plichtplegingen, zodat ze, zo heeft ze meer dan eens geklaagd, niet ziet wat zij werkelijk wil zien en niet spreekt met degenen die zij zou willen ontmoeten. Koning Willem IIzittend in het paleis aan de Kneuterdijk (illustraties uit Nassau en Oranje) Zo was er aan het eind van de 19e eeuw alle reden voor twijfel aan het voortbe staan van het vorstenhuis. Het nu defini tief uitsterven van de Hollandse tak van de Nassaus stond dreigend voor de deur. De geboorte van prinses Wilhelmina (1880) maakte althans voor een deel een eind aan de zorgen. We zullen niet alle feestelijkheden rond deze geboorte noe men, maar ons beperken tot enkele regels uit een gedicht van Nicolaas Beets. De Mooie woorden, zonder twijfel, maar daar kocht de jonge Willem niets voor. Op initiatief van de Staten van Holland wer den er alvast wat zaken voor hem gere geld die allemaal zijn komende macht moesten beknotten. In 1667 schaften de Hollandse Staten het stadhouderschap zelfs voor altijd af, bij het „Eeuwig Edict”. Nou ja, eeuwig. Vijf jaar later moest dat al weer herroepen worden. De republiek be vond zich in een staat van oorlog met Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen. Angstige tijden waren dat. Het volk, den kend aan vroeger, riep om een Oranje. Daar was Willem III die op ontegenzeglijk bekwame wijze het tij wist te keren. Nu was er ineens weer van alles moge lijk. In 1674 werden het stadhouderschap en het kapitein-generaalschap in manne lijke lijn erfelijk verklaard. Willem, die in 1677 met zijn nichtje Mary Stuart trouw de, werd in 1689 bovendien tot koning van Engeland gekroond. Daarmee had hij een geweldige macht opgebouwd. Toen Wil lem III evenwel in 1702 stierf, liet hij geen opvolger na. In feite was dat het einde van het huis Oranje-Nassau. Als erfgenaam werd een ver familielid aangewezen, Johan Willem Friso van Nassau- Dietz, stadhouder van Friesland. Om de familierelatie duidelijk te ma ken, moeten we een eind terug in de tijd Johan Willem Friso was de achter-achter- kleinzoon van Jan, en die zijn we eerder tegengekomen. Dat was die broer van Willem de Zwijger, de man met de 25 kinderen. Johan Willem Friso was welis waar de erfgenaam van Willem III, dat wil nog niet zeggen dat hij ook al zijn titels kreeg. Holland en Utrecht piekerden er niet over hem tot stadhouder te benoe men. Zo begon in 1702 het Tweede Stad houderloze Tijdperk. De laatste, want toen op 30 maart 1814 zijn zoon in de Nieuwe Kerk in Amster dam werd ingehuldigd, was dat niet als stadhouder Willem VI, maar als koning Willem I. Blij zong de dichter Bilderdijk, toen Willem eind 1813 voet op vaderlandse bodem zette: „Het bloed van onze vadren Is niet in ons verfranscht Het huppelt door onze aderen Waar ’t blijd’ Oranje glanst.” Al eerder, in 1792, had Willem die hu meurige veelschrijver Bilderdijk een stroom van inspiratie bezorgd. Toen werd zijn zoon geboren, de latere koning Willem II. Bilderdijk schreef ter gelegenheid daarvan de volgende regels: staatspapieren achtervolgd. Haar vader las honderden van de 35.000 jaarlijks bin nenstromende diplomatieke telegram men. Winston Churchill was er verbaasd over hoe goed de koning en later koningin Elizabeth waren geïnformeerd ■■•Rj niet weg dat het respect voor deze vorstin algemeen was, en ze nog steeds (men leze dr. L. de Jong, deel 9 er maar op na) haar fanatieke bewonderaars heeft. De zorgen om de dynastie waren met Wilhelmina overigens niet opgelost. Vooral niet toen haar huwelijk met prins Hendrik zo lang kinderloos bleef. Drie maal kreeg ze een miskraam, maar na acht jaar huwelijk werd dan toch de troonopvolgster geboren. Prins Philip, die samen met prins Bern- hard en prins Hendrik van Denemarken een leidende rol in het Wereld Natuur- In het licht daarvan wekt het dan ook geen verbazing dat de festiviteiten rond de geboorte op 19 februari 1817 van de troonopvolger, Willem III dus, niet gering van opzet waren. Willem II en zijn vrouw Anna gaven een feest, zoals Brussel dat maar zelden had meegemaakt. Een zaal met 2000 waskaarsen verlicht, was plaats van handeling. De geboorte van Willem III inspireerde de toen immens populaire Tollens tot de volgende strofe: „Velden, vloeden, steden, streken, Schalt en schatert, juicht en looft’ Spitse torens, heft het hoofd, Laat de vlaggen hooger steken.' Wimpels, wappert hemelwaart: Anna heeft een zoon gebaard!” Willem III dus, die in 1849 de troon van zijn vader overnam. Een jaar eerder was Willem II, bang geworden door revolutio naire bewegingen in Europa, „in één nacht van erg conservatief erg liberaal geworden”, en daar was hij nog trots op ook. De Liberale Grondwet van 1848 be perkte de macht van de koning aanzien lijk. Voortaan waren de ministers verant woordelijk. Deze machtsafstand herstelde de in de loop der jaren behoorlijk aangetaste band tussen vorstenhuis en volk. Wat dat be treft had Willem III een aardig krediet toen het zijn beurt was om te regeren. En dat, terwijl er redenen te over waren om vraagtekens te plaatsen achter de persoon van koning Willem III. Niet alleen was daar zijn nogal losse levenswandel in de jaren zijner jeugd, ook stond hij bekend als een niet al te uitgebalanceerde per soonlijkheid. Een opvliegend karakter had deze koning, die een ruzietje meer of minder dan ook geenszins schuwde. Een wel heel slechte relatie en daarin volgde de koning een traditie die met stadhouder Willem V was begonnen had Willem III met zijn potentiële opvol ger, kroonprins Willem. In 1879 was dat conflict helemaal aardig: Willem III maakte bezwaar tegen een voorgenomen F De geboorte van het jongetje dat zich later Willem IV zou mogen noemen, leek wel wat op de geboorte van Willem III. Ook bij zijn geboorte was de vader al overleden. Johan Willem Friso verdronk in 1711 bij de Moerdijk, anderhalve maand later werd zijn zoon Willem Carel Hendrik Friso geboren. In deze tijd was het schrijven van gedichten zo ongeveer uitgegroeid tot vrije-tijdsbesteding num mer 1, en er werd dan ook wat afgerijmd, toen deze Willem geboren werd. „Een zoon, een zoon den Hemel geeft, waar door den Stamboom van Nassau her leeft”, schreef dichter-toneelspeler Frede rik Duim. Willem IV, een aardige, zachtmoedige, nogal aan zichzelf twijfelende man, zó komt hij uit de geschiedschrijving naar voren. Veel had hij aanvankelijk niet te vertellen. Geen provincie buiten Fries land maakte hem stadhouder, en daarom verbleef hij meestentijds in zijn hof te Leeuwarden. Daar had hij het nog best naar zijn zin ook. Hij trouwde een aardige en vooral invloedrijke vrouw, de Engelse koningsdochter Anna van Hannover, en verwierf zich, doordat links en rechts Nas- sau-takken uitstierven, aanzienlijke bezit tingen in Duitsland. Jaren van betrekkelijke rust waren dit, welke in 1747 ruw doorbroken werd. De Fransen deden dat jaar een inval in Staats-Vlaanderen, en het oude patroon werd weer gevolgd. Het volk gaf de regen ten de schuld, en meende dat slechts een Oranje de zaak kon redden. Zo werd de brave Willem stadhouder in alle gewesten, en kreeg hij de hoogste functies in het leger. Maar krachtig optreden was iets dat hem nu eenmaal niet lag. Als veldheer was „Lief Spruitjen, Neerlands bloed van zoo veel helden’ Wel hem, wiens Heldentoon uw deugden eens zal melden! Uw deugden door God zelv’ uw stamhuid ingeplant en voorverordend tot het heil van ’t Va derland!” We blijven evenwel eerst nog even bij koning Willem I, de koopman-koning zo als hij al spoedig werd genoemd. Deze even energieke als autocratische vorst maakt het voor zichzelf en zijn omge ving bepaald niet gemakkelijk. Dat be gon al met grote ruzies met zijn vader, die hij geheel ten onrechte een slap optreden vgrweet. „De koning beslist alleen” was zijn uitgangspunt, en daar hield hij zich strak aan. Gezegd moet worden, dat hij ook de consequenties van zijn mono-be- wind op zich nam: hij werkte dat het een aard had. Op Eerste Kerstdag 1821 bij voorbeeld werkte hij 137 stukken af, Eer ste Kerstdag het jaar daarop zelfs 212. De onwaarschijnlijk starre houding van de koning in de Belgische kwestie de zuiderlingen wilden onafhankelijkheid en daar kon eigenlijk iedereen zich wel mee verenigen behalve de koning kostte hem veel populariteit. Eind 1830 erkenden de grote mogendheden al een zelfstandig België, maar Willem I accepteerde maar liefst negen jaar pas dat de scheiding van Noord en Zuid een feit was. Toen hij bovendien een jaar later een grondwets herziening moest goedkeuren die de macht van de koning wat beperkte, werd het deze solist te veel en trad hij af. De zo energieke en dadenrijke koning had het contact met het volk geheel verloren. Koningin Wilhelmina wens: beter regeren dan zijn vader had gedaan. Daar had ook hij forse ruzies met zijn vader over gehad. De tweede koning stelde zich voor, in de eerste plaats minder autocratisch te regeren, maar naar de volksvertegenwoordiging te luisteren, minder snel adviezen in de wind te slaan. Willem II was een uitgesproken impul sief man. In de beginjaren ’20 smeedde hij met Franse uitgewekenen plannen om het W ■s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 19