de Oranjes
Boeken over
i
r
iBelgië en Luxemburg
f
JU
EUROPESE
MONARCHIEËN
235
I
en
9
9
9
3
9
9
9
5
8
M
ma
9|
i W
B a
22fiDINSDAG 2 9
1980
APRIL
I
I
I
Betrouwbaarheid
Beperking
Er
z
i
J
a
;w
Luxemburg
-
B
ft
I
I
„De Kroon”
Discussies met de weinige republikeinen in Nederland (volgens enquetes krap
I 10 pet van de bevolking) leiden bijna altijd tot die conclusie. Tal van argumenten
tegen een niet-gekozen koninklijk staatshoofd, maar geen actie om die visie in
i daden om te zetten.
ij?
I
We zijn eigenlijk wel tegen de monarchie, maar we maken er geen punt van.
Juliana deed het toch goed en we hebben niets tegen deze koninklijke familie.
Wanneer je nu de monarchie ter discussie stelt, berokken je jezelf alleen maar
s schade.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I -
De Nederlander
t
R. K.
•■d
Toch wordt ook in andere partijen wel
K. T.
HANS DE BRUIJN
I
moeder, de stralende koningin Astrid,
■tl
Sinds zijn huwelijk met Fabiola, die
tot een Spaanse grafelijke familie be-
- hoort, is koning Boudewijn (49) in België
erg populair. Daarvoor leefde hij nogal
teruggetrokken. Toen hij vijf en een half
De monarchiediscussie kenmerkt zich
door twee dingen: zij duurt altijd uiterst
kort en is zelden of nooit overtuigend. De
ken voor een gekozen staatshoofd, maar
wel met de toevoeging dat de JOVD „niet
van dit Koninklijk Huis af wil”.
Een strijd om het koningschap zal de
aandacht afleiden van de veel belang
rijker, echte problemen in onze samenle
ving. Als de PvdA door die strijd stemmen
verliest, kan zij op die tereinen minder
bereiken. Zo simpel ligt dat.
Toch is de bindende, nationale functie
van de Koning maar beperkt. Zij gold
bijvoorbeeld nauwelijks bij koning Wil
lem I, die niet erg geliefd was, noch bij
Willem II, die maar kort regeerde. En
Willem III leefde evenals trouwens alle
Oranje-vorsten tot Juliana in een sterk
isolement.
Zelfs koningin-moeder Emma en later
koningin Wilhelmina werden niet door het
volk geliefd om hun persoon, maar meer
als gevolg van de verheerlijking van het
magische koningschap, die door hun iso
lement werd bevorderd.
bert in 1934 bij een klimpartij in de
Ardennen dodelijk verongelukte.
In Nederland is daarentegen de gla
mour verdwenen, staat de monarchie
dichter vij de bevolking en is toch niet
onaantrekkelijk geworden. Daarnaast be
lichaamt de koninklijke familie, niet het
systeem dus, voor veel Nederlanders nog
altijd begrippen als fatsoen, familieleven
(veel kinderen, dus vertedering) en be
trouwbaarheid.
Koning Boudewijn en koningin Fabiola van
België.
1-
'OV
sb
■=»H
its
•BV
I
i
*o
-n)
?-ov
stv
drt
,T1O
•on
>03
ÏS
•iIA
"OS
'S3
bH
urt
Victoria. Voor Leopold II had, wegens
diens abominabel gedrag, niemand een
goed woord over.
De ideale Belgische vorst was zijn op
volger, de soldaat-koning Albert I, en
diens populaire, kunstzinnige vrouw, de
Beierse prinses Elizabeth. Zij trachtten,
wel eens een beetje te nadrukkelijk, het
verleden goed te maken. Toch was het
voor de Belgen een zware slag toen Al-
chie onder de Oranjes” de meest aange
wezen staatsvorm.
Maar die zin bergt al een beperking in
zich. Voor veel VVD’ers zou de staats
vorm best ter discussie kunnen komen,
wanneer dat Huis van Oranje eens zou
uitsterven. Ook D’66, de partij die in 1966
(het jaar van „Het Huwelijk”) nog ons
staatsbestel wilde hervormen, zwijgt.
Datzelfde geldt zij het om andere
redenen voor de confessionelen, omdat
voor hen de monarchie geen vraagpunt is.
Zeker niet voor het protestants-christelij-
ke volksdeel, dat nog altijd terugvalt op de
sterke 16e-eeuwse band met de Oranjes.
Het „Voor God, Koningin en Vaderland”
leeft in die kringen sterk.
En katholieken maken zich over de mo
narchie gewoon niet druk, zij accepteren
die, als een symbool van nationale verbon
denheid meer dan uit een diepe innerlijke
overtuiging. Onder KVP’ers zul je ook
weinig echte „Oranjeklanten” aantreffen.
bezit grote belangstelling voor technolo
gie. Bij zijn zilveren jubileum in 1976
bestemde hij het. nationaal geschenk
voor een door hem opgerichte stichting,
die ten doel heeft de mogelijkheid van
betere levensomstandigheden te onder
zoeken. Hij wilde daarmee onderstrepen
dat in een tijd waarin het individu steeds
meer in de verdrukking raakt, de mens
centraal dient te staan.
Aangezien er geen mannelijke opvol
ger is, zal de koning met toestemming
van de Kamers een troonopvolger moe
ten aanwijzen. Als zodanig wordt prins
Philippe (20), de oudste zoon van Boude-
v^jjns broer, prins Albert, beschouwd.
„Luxemburg is niet groot van stuk,
maar ik win het altijd nog!” Dit is een
geestigheidje van de 1.83 meter lange
groothertog Jan. In dit kleine land is de
monarchie uiteraard gemoedelijk, met
een minimum van uiterlijk vertoon. Op
de nationale feestdag verschijnt het
groothertogelijk paar op het versierde
balkon van het bescheiden paleis. Dat is
alles!
Toch heeft Luxemburg een monar
chaal probleem gekend. Want in 1919
wankelde de troon, omdat groothertogin
Marie-Adelheid wegens haar sympathie
ën voor Duitsland tijdens de Eerste
Wereldoorlog moest aftreden.
Haar zuster Charlotte nam toen de
troon over. Zij werd een nationale moe
derfiguur, die uit Londen in 1940-’45 het
verzet in haar land, dat bij nazi-Duits-
land was ingelijfd, aanwakkerde en als
zodanig met koningin Wilhelmina kan
worden vergeleken. Haar man Felix de
Bourbon-Parma en zoon Jan dienden
Het is een van de minst gepeperde
antwoorden van de honderd. Baam is
zeer fel tegen monarchie en Oranje ge
kant en steekt dit niet onder stoelen of
banken. Zijn medestanders zullen bij
het lezen van hun stoel vallen van het
lachen, zijn tegenstanders, misleid door
het oranje-omkaderde kaftje, zullen het
werkje walgend verscheuren.
Dat „De Kroon” spraakmakend zal
blijken te zijn, lijdt geen twijfel.
u monarchie gediscussieerd,
f zouden de liberale jongeren van JOVD
moeten zijn die (goed getimed) op 30 janu
ari een beginselprogramma presenteer-
K den waarin de voorkeur werd uitgespro-
I
sinds de ronduit anti-monarchistische op-
Toen Leopold III in 1941 een burger
lijk huwelijk aanging met Liliane Baels,
de dochter van een oud-minister van
landbouw, rees er sterk verzet daarte
gen. Een tegenslag 'voor het Belgische
koningshuis is ook dat Boudewijns uit
stekende huwelijk kinderloos bleef.
Zeker heeft de koning het als symbool
van de eenheid in een land met twee of
als men de kleine Duitssprekende min
derheid meerekent drie culturen, niet
gemakkelijk. Het zit hem ook dwars dat
het hof de moderne opvatting van het
koningschap niet begrijpt.
Boudewijn is sterk sociaal gericht en
Hoewel de monarchie als systeem in
wezen ondemocratisch en puur rechts is
(het leeft van traditie, hiërarchie en erfe
lijkheid, zonder enige inspraak van het
volk), wordt dat door weinigen ook zo
gevoeld. Als vijfentachtig procent van de
bevolking de monarchie wil, is dat uiterst
democratisch, kun je immers ook zeggen.
De voorkeur voor de monarchie in Ne
derland heeft zowel staatsrechtelijke als
menselijke kanten. Om met het eerste te
beginnen: de Koning, zoals de Grondwet
de vorst(in) noemt, belichaamt de eenheid
van het volk. Onder welk politiek bewind
het land ook zucht, hoe verdeeld het ook
is, welk wanbeleid er ook heerst, die Ko
ning blijft en is daarmee een symbool van
continuïteit.
Dat komt bijvoorbeeld tot uiting bij
kabinetsformaties, waarin de Koning
(tenminste in de recente praktijk) als een
„rustgevend” element in de politieke
strijd is opgetreden. Een, rechtstreeks
door het volk dan wel indirect door het
parlement, gekozen president zou in ons
veel-partijensysteem enorme politieke
strijd geven, zeker als we die president
dan ook nog met enige macht zouden
bekleden.
i
F over de monarchie nagedacht. De „princi-
pe-voorkeur” van de JOVD vind je terug
11 in bredere lagen van de VVD, al noemt het
I r WD-program de „constitutionele monar-
jm.
'achten ne>
len. Als Albert de echtgenoot werd van koningin
•geven.
serland om het leven kwam.
De vernedering, zijn vader aangedaan
tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen de
koning bij zijn volk was gebleven en van
Duitse gezindheid werd beticht, zat Bou
dewijn jarenlang dwars. Zo weigerde hij
een burgemeester die tegen zijn vader
was geweest, de hand te drukken en was
hij niet aanwezig bij de begrafenis van
K de Engelse koning George VI wegens
diens afwijzende houding ten opzichte
van Boudewijns vader.
p. Het Belgische koningshuis, dat bij de
afscheiding van Nederland in 1830 werd
opgericht, heeft in de loop der historie
tirant Iveel moeilijkheden moeten doorstaan.
De eerste Leopold was een Duitse prins,
een echte „Streber”,- die eerst tevergeefs
had getracht op de Engelse en daarna op
ln ,de Griekse troon te klimmen en toen
^niet ia ervoor had gezorgd dat zijn Duitse neef
keurde, schrijft daar nu over: „Het paar
had, in aanwezigheid van burgemeester
Van Hall, een gesprek met Amsterdamse
rabbijnen. Het paar was zeer onder de
indruk en bereid elders te trouwen. De
regering echter meende niet te moeten
terugkomen op een eenmaal genomen
besluit. Het bleef Amsterdam”.
Tot zover deze vier gedenkboeken,
waarin de liefhebber van dit soort uitga
ven over Oranje, zal vinden wat hij
zoekt.
jnmid- -b jaar oud was, verloor hij zijn Zweedse
de rbe- - moeder, de stralende koningin Astrid,
ilaardij ib die in 1935 bij een auto-ongeluk in Zwit-
tpoort-
Daarin kwam pas verandering in en
door de Tweede Wereldoorlog. De Vorstin
die op de vlucht voor de brute vijand het
volk via de radio moed insprak en de
jonge kroonprinses met haar kleine kin
deren, werden voor het volk tot de symbo
len van de nationale eenheid en de hoop
op betere tijden.
In vergelijking met de fabrikanten van
gebruikelijke Oranje-snuisterijen als be
kertjes, lepeltjes, stickertjes én penne
tjes met afbeeldingen van Juliana en
Beatrix, hebben de uitgeverijen van ge
denkboeken een bijzonder fel gevech
met de tijd moeten leveren om hun pro-
dukten vóór 30 april in de winkel te
krijgen. In dit genre (Oranje-gezind, veel
foto’s, relatief weinig tekst) zijn nu vier
boeken verkrijgbaar: „Juliana, een men
senleven”, „Wie ben ik dat ik dat doen
mag”, „Beatrix, onze jonge koningin” en
„Beatrix, portret van onze nieuwe vor
stin”.
„Juliana, een mensenleven” heeft als
reclameslogan „het meest complete
boek over onze vorstin” meegekregen en
deze aanduiding wordt door de inhoud
redelijk gedekt. Het is eigenlijk het enige
boek in de reeks, waarin niet alleen de
zon- maar tevens de schaduwzijden in
het leven van Juliana en haar gezin
enigszins kritisch worden behandeld, zo
als de affaires Hofman en Lockheed,
alsmede het huwelijk van Beatrix en dat
van Irene.
In „Wie ben ik dat ik dit doen mag”
wordt meer tegemoet gekomen aan die
categorie Oranje-gezinden, volgens wel
ke „rellen” rond het koningshuis een
voudig niet bestaan, maar een onderdeel
vormen van een „hetze”. Greet Hofman
komt in dit boek in het geheel niet voor,
terwijl aan de Lockheed-affaire veertien
regeltjes worden gewijd.
Beide boeken over Beatrix getuigen
van een diep respect voor de manier
waarop onze nieuwe vorstin destijds de
moeilijkheden rond haar huwelijk heeft
verwerkt. Het interessantst van de twee
is „Beatrix, onze jonge koningin”, waar,
in Willem Drees onthult, hoe de keuze
van Amsterdam als huwelijksstad tot
stand is gekomen. Zoals bekend werd
die keuze Beatrix zeer kwalijk genomen
en nog heden ten dage wordt dit besluit
Beatrix nagedragen om haar „eigenzin
nigheid” te illustreren. Drees, die als
minister van staat het huwelijk goed-
Van een geheel tegengestelde signa
tuur is het boekje „De Kroon” van Vic
tor Baam, dat de vorige week bij De
Harmonie verscheen. Baam is overtuigd
republikein en in die hoedanigheid ver
gast hij de lezer op een vérhandeling
over de monarchie in de vorm van een
catechismus. In honderd vragen«en ant
woorden geeft hij zijn eigenzinnige visie
op onze staatsvorm, die volgens hem
„van alle tijden” is: „Zolang er mensen
opstaan die zeggen dat hun familie van
Hogerhand gezonden is om tot in de
lengte van dagen het volk te dienen, en
het volk gelooft hen, zal er een monar
chie zijn”, aldus Baam.
bekleedde.
De monarchie in Nederland ontleent
haar bestaansrecht dan ook meer aan de
huidige koninklijke familie dan aan het
systeem zelf. De Nederlander is in de
eerste plaats „Orangist” en pas daarna
monarchist.
Is de koninklijke familie niet geliefd,
dan is ook de monarchie niet populair.
Zoals in Engeland, waar in het parlement
Isolement Pr^nsen en prinsessen voor rotte vis
worden uitgemaakt, of België, waar de
koning niet bemind en zeker niet samen
bindend is.
Nederlander is best tevreden met zijn
j monarchie en er zijn veel belangrijker
problemen waar hij zich druk om maakt
dan verandering van ons staatsbestel,
r Die opvatting vind je zowel bij de „ge-
j blijkt meer
j orangist dan
imonarchist
Dat de monarchiediscussie alleen bij dit
soort incidenten de kop opsteekt, pleit
meer voor een betere regeling van de
(staatsrechtelijke en juridische) verant
woordelijkheid voor de gedragingen van
de leden van de koninklijke familie dan
voor het afschaffen van de monarchie.
Dat de regering dat heeft ingezien blijkt
uit het onlangs ingediende wetsontwerp
dat die aansprakelijkheid (ministeriële
verantwoordelijkheid) beperkt tot een
kring van slechts vijf mensen (vorst,
troonopvolger en hun echtgenoten, re
gent). De kans dat misdragingen van le-
kiest voor een republiek. „Het is niet op-
Ondanks de deuken die deze principes
de afgelopen jaren hebben opgelopen.
Denk maar aan de Greet Hofmans-affai-
re, de huwelijken van Irene en Beatrix,
het Lockheed-schandaal en de „broer van
Juliana”. Maar opmerkelijk is juist dat die
gebeurtenissen de positie van koningin
Juliana alleen maar hebben versterkt.
De monarchie liep er geen schade door
op wellicht door een soort medelijden
voor die arme, lieve vorstin, die dat alle
maal moest doorstaan. Juliana werd door
het volk tot een soort „Moeder des Vader
lands” verheven, met Nederland als dei
meelevende familie.
tijdens de oorlog in het Britse leger, Jan
bij de Ierse gardetroepen.
Hij kwam in 1964 op de troon als
Luxemburgs vijfde eigen monarch. Van
1873 tot 1890 bestond er een personele
unie tussen Nederland en Luxemburg,
waar nog steeds onze driekleur de natio
nale vlag is. Vooral prins Hendrik, „de
zeevaarder”, een broer van koning Wil
lem IH, heeft veel voor Luxemburg ge
daan en wordt daar nog steeds geëerd.
Toen Willem III het groothertogdom aan 31v
Napoleon III wilde verkopen, verhinder-
de Hendrik dat!
Groothertog Jan (59) is getrouwd met
Joséphine-Charlotte, de zuster van ko- '9rn
ning Boudewijn, die even populair is als
haar man. Er zijn vijf kinderen. Prins
Henri (22) is de troonopvolger. De mo
narchie behoort tot een tak van de Nas
sau’s.
De beslissing over Luxemburgs toe
komst werd in 1919 door middel van een A
referendum genomen. Charlotte kreeg
66.811 stemmen, concurrerende dyna
stieën, die ook hadden gesolliciteerd, be
haalden samen niet meer dan 2000 stem
men; maar 16.885 kiezers spraken zich
uit voor een republiek. Over de vraag of
Luxemburg een economische unie met
Frankrijk of met België zou moeten aan
gaan, waren er driemaal zoveel kiezers
voorstanders van het eerste, maar Parijs
trok zich ten gunste van België terug.
De grondwet van 1948 hief Luxem
burgs „permanente neutrale status” op.
Het staatshoofd heeft het recht de rege
ring te organiseren, welke bestaat uit
een premier, die president heet, en min
stens- drie ministers.
Naast het kabinet is er een staatsraad
van 21 leden, die door de groothertog
voor het leven worden benoemd en die
over alle wettelijke maatregelen, welke
door de kamer van afgevaardigden wor
den genomen, beraadslaagt en eventuele
Geen van de partijen durft zich aan de
moharchiekwestie te branden. Ook de
PSP niet, die als enige in haar programma
B ivicöl vuui ccii icpuuiicn.. „nci ia inct up-
portuun daar nu een punt van te maken”,
t zei PSP-kamerlid Van der Spek toen.
- Meer nog dan de PSP, die daar gezien
haar electoraat niet bang voor hoeft tè
zijn, is de monarchiediscussie voor andere
partijen een kwestie van lijfsbehoud, en
stelling van de SDAP in de jaren na Troel-
5 stra, vermijdt de PvdA nadrukkelijk har-
1 de uitspraken over de monarchie. Uit
1 angst voor stemmenverlies ook, dat geven
zij toe.
Juliana heeft die gevoelens na de oorlog
niet genegeerd. Zij trad uit de ivoren
toren, was veel opener en menselijker dan
haar moeder en bleek bereid naar het volk
te luisteren wanneer zij nodig was. Het
koningschap was er niet meer voor een
elite, maar voor iedereen.
PvdA-leider Den Uyl zei dezer dagen
dat „zij (Juliana), en zij alleen, in 30 jaar
het Nederlandse staatshoofd bevrijdde
van het historische stigma dat het koning
schap altijd ten gunste van rechts uit
pakt”. Dat links-Nederland nu schroomt
om de monarchie ter discussie te stellen is
volgens Den Uyl dan ook alleen uit res
pect voor Juliana.
Zij gaf het koningschap een ander ge
zicht. De monarchie heeft eeuwenlang een
wat mystiek karakter gehad. En nog be
treuren sommigen dat het koningschap zo
„gewoontjes” is geworden. De afstand is
verkleind, vooral door de persoon die het den van de familie de glans van het ko
ningschap afhalen wordt daarmee aan
zienlijk verkleind.
Voor de republikeinen onder ons blijft
zo maar weinig speelruimte en aanleiding
over om hun bezwaren tegen de monar
chie met verve naar voren te brengen,
Hun verzet richt zich'in deze dagen dan
ook niet op afschaffing van de monarchie,
maar op de randverschijnselen.
Zoals peperdure restauratie van pa
leis Huis ten Bosch, de meer legendari
sche dan fabelachtige rijkdom van de
Oranjés en de leegstand van het paleis op
de Dam. De woningnood is de katalisator
geworden voor gevoelens van onvrede.
Dat protest is voor de republikeinen van
Nederland-anno-1980 de enige manier om
zich te manifesteren. Maar hun eventuele
acties zullen aan het bestaan van ons
monarchiestelsel niets afdoen. Het Huis
van Oranje zit vast in het zadel. En gezien
de omvang van de koninklijke familie zal
dat ook wel in lengte van jaren het geval
blijven.
Die opvatting vind je zowel bij de „ge
wone” burger, die geen boodschap heeft
-i aan staatkundige verhandelingen over het
koningschap, en voor wie „monarchie” en
„Huis van Oranje” één zijn, als bij de
politici in Den Haag, die geacht worden
S hier diepere gedachten over te hebben.
Nadat koningin Juliana op 31 januari
haar aftreden bekendmaakte is en dan
nog alleen in de media heel even over de
--1.2J. __js--a, maar nauwe
lijks een week later was dat al voorbij en
hielden belangrijker zaken ons bezig.
Ook de politieke partijen zien geen re
den de discussie weer op te rakelen. Of het
Toen het PvdA-congres in oktober 1977
n uitsprak „dat het wenselijk is het parle-
mentaire systeem, met een gekozen staats
ie hoofd, uit te bouwen en te versterken”,
deed het partijbestuur alle moeite om de
opgestoken storm te bezweren. En de Jon-
ge Socialisten die na 31 januari de staats-
I vorm opnieuw ter discussie wilden stellen,
werden door dat partijbestuur met een
„niet opportuun” het bos in gestuurd.
- f