enz
enz
enz
J
■I
D
Gravin van Culemborg
U
.«•if»’
IBS*
1I
1:^
üfd
i
•o
WOENSDAG 2 1 MEI
19 8 0
19
TOERISME
9
9
■M
X
S* Cwl^MwI -*^4^
Beatrix, koningin der
Nederlanden.prinses
'van Oranje-Nassau
1 1
-
Pi
1
■F
PM
■51
■O
I
Met
een
ommetje naar Culemborg
- - -’■'•■..r^
I
I
I.
I
\1. De Brink in Gothen. Rechts
nog net de schim van de hervorm
de kerk, die steunend op restau
ratie wacht.
IN. DE MIDDAG is er een hoop
paardespul te zien in een hal. Tij
dens dat weekeinde is er ook ker
mis in Beusichem, en daarmee is
het evenement wel geheel ver
schillend van hoe Heuff het opte
kende. „Als in den zomer de dagen
op het langste zijn, stroomen er uit
het geheele land liefhebbers heen,
en talrijke buitenlandsche, vooral
Fransche, kooplieden tonen dat
men in hun land het van ouds
beroemde Betuwsche paardenras
probeert de oude glorie een beetje
te herstellen. Aan de voet van de
kerk is een warenmarkt en er wor
den zo’n honderd paarden op de
keuring verwacht, die al om negen
uur ’s morgens begint.
graafschap. Na Flores I kwam
Flores II, maar ook hij liet geen
kinderen na zodat het via verer
ving naar het geslacht Waldeck
Pyrmont ging. Ook daar waren
weet te waarderen”, schreef hij.
Maar goed, de Stichting doet haar
best en Beusichem heeft zijn paar
den weer.
geen erfgenamen en het graaf
schap kwam in handen van de
familie Saxen Hildburghausen,
die niet bepaald zachtzinnig met
hun nieuwe geslacht omgingen,
3. In de ommuurde tuin van het
zeventiende eeuwse museum de
Fonteyn (het Jan van Riebeeck-
4. Het pontveer over de Lek bij
Culemborg. met op de achter
grond de spoorbrug, die 'n eeuw
geleden uniek in zijn soort was
5. Nog even bloesem, maar
de vergezichtep blijven
6. Het stadhuisje is het pronkstuk
op de rechthoekige markt van
Culemborg. Op de voorgrond een
van de twee pompen, die aan het
begin van de achttiende eeuw al
water schonken".
de zaak leeg plunderden en de
failliete boedel in 1720 verkoch
ten aan de Staten van het kwar
tier van Nijmegen. Voor de prijs
van een miljoen goudflorijnen.
IN 1748 DEDEN die Staten Cu
lemborg cadeau aan de Oranjes.
Om een wit voetje te halen, zoals
het heette, want ze hadden er
toch maar last van. Bovendien
speelde het de Oranjes in de
kaart, omdat ze in het rivieren-
DAN IS DAAR CULEMBORG,
perst zoeken we nog naar Redi-
ichem, maar een gemeentewerk-
man wijst naar de huizen aan de
dijk en zegt dat dat alles is. Hoe
wel de kaart het npg aanwijst,
vinden we de naam niet meer te
rug. Vlakbij strekt de spoorbrug
zich recht uit over het water. Meer
dan ’n eeuw geleden was het - 150
meter zonder tussenpijlers - de
langste overspanning die Europa
kende, ’t weer eronder, voor het
andere verkeer, is maar een nietig
pontje vergeleken bij dat van Beu-
duurt tot 12 juni en bestaat behal
ve uit prenten en curiosa uit een
beeldreportage van de naoorlogse
activiteiten op het gebied van de
walvisangst. U weet nog wel de
Willem Barendsz, waarop ook de
Haarlemse scheepsarts A. Melchi
or meevoer. Een aantal tekenin
gen van zijn hand maakt deel uit
van de expositie, die onze jaren
laat zien aan de hand van de ak-
ties van Green Peace. De volgende
tentoonstelling heeft de Nederlan
ders in Libanon tot onderwerp, de
Unifïlsoldaten dus. Wie weet krij
gen de Jantjes, onze marine, die al
in West-Indië zaten voordat ze bij
de landmacht zelfs maar over Li
banon hadden gehoord, ook nog
eens aandacht in De Fonteyn. In
de ommuurde tuin van het mu
seum is een kruidentuin ingericht.
HELEMAAL ZEKER ervan dat
Jan van Riebeeck ook in het ze-
ventiende-eeuwse huis aan de
Achterstraat, op de hoek met de
Binnenmolenstraat, is geboren, is
men niet. Wel staat vast dat Jans
vader, Anthony, een scheepschi
rurgijn, op de datum van de ge
boorte van zijn zoon, op 21 april
1619 in De Fonteyn, zoals het huis
toen al heette, woonde. Even een
opfrissertje voor degenen aan wie
de naam Jan van Riebeeck is ont
schoten. Met veel roem in zijn
SEDERT 1748 KUNNEN de
Oranjevorsten zich ook graaf
van Culemborg noemen. Ook
die titel gaat verborgen achter
het enz., enz., enz, dat in officië
le stukken (nu ook) door Konin
gin Beatrix wordt gehanteerd.
I
I
huis) is een kruidentuin aange
legd.
2. Het centrum van Beusichem -
ooit een deel van het graafschap
Buren - waar op de derde zater
dag van de maand al eeuwenlang
een paardenmarkt wordt ge
houden.
mars zeilde hij- op 24 december
1651 aan boorf van de Drommeda-
ris vanaf de ree van Tecel zuid
waarts om een „rendeze vous en
sterkte” aan de Kaap op te rich
ten, een bequaem fortresse voor
de gaande en komende schepen
van Indie”. Op 5 april 1652 kwam
de Tafelberg in zicht. De volgende
dag ging men op verkenning en
stichtte opperkoopman in dienst
van de Heren zeventien van de
VOC, Jan van Riebeeck, Kaap de
Goede Hoop, wat later de Unie en
nog later de Republiek van Zuid-
Afrika genoemd zou worden. Zijn
familiewapen, drie gouden ringen
op een rood veld, vinden we nog
terug in het stadswapen van
Kaapstad en in het wapen van de
Universiteit van Zuid-Afrika.
Het komt dan ook nog voor dat
Zuidafrikanen speciaal naar Cu
lemborg reizen om het geboorte
huis van Van Riebeeck te bezoe
ken. Marijke van der Have maak
te zelfs tot tweemaal toe mee dat
zo’n bezoeker de grond in het huis
kust. „Nou dat hoeft voor mij ook
weer niet”l zegt ze afwerend. Veel
herinneringen aan Jan vinden die
reizigers niet in De Fonteyn, hoe
wel de Stichting, die nu ook een
Vereniging van Vrienden heeft
opgericht om te trachten het huis
in stand te houden, alle moeite
doet het geheel zeventiende eeuws
in te richten.
In de gotische kruisbasiliek, de
Grote of St. Barbarakerk, waar
Jan van Riebeeck werd gedoopt is
in 1952 driehonderd jaar nadat hij
de vestiging aan de Kaap de Goe
de Hoop stichtte, door koningin
Juliana gravin van Culemborg en
prins Bernhard een bronzen ge
denkplaat aangebracht, die daar
aan herinnert.
We verlaten Culemborg, waar
de binnenstad een unieke middel
eeuwse opbouw heeft; de straten
zijn verspringend, waardoor je bij
kruispunten niet rechtuit de vol
gende straat kunt inzien, maar al
tijd tegen een gedeelte van een
hoekhuis inkijkt. De stad werd er
beter verdedigbaar door. We koer
sen niet naar het pontveer, maar
houden richting Everdingen aan.
De dijk op, met de Lek als wegwij
zer. Gewoon doorrijden en je
komt vanzelf in Vianen terecht,
waar snelle wegstroken naar het
noorden voeren. Wie daar op dat
moment nog niet aan toe is, kan ik
aanraden, van Culemborg zuid
waarts te gaan, richting Tricht,
waar de Linge wacht. Vooral in de
bloesemtijd is er volop schoons en
altijd liggen er de bewijzen dat
zelfs ons overbevolkte land nog
unieke vergezichten heeft. Ik laat
er u graag mee alleen, daar hebt u
mij niet bij nodig...
gebied al aangrenzende eigen
dommen hadden, -zoals het
graafschap Buren, waarmee ik
verleden week deze serie begon.
Met enz., enz., enz., wippen we
volgende keer even de grens
over en neem ik u mee naar het
Belgische Diest, waar koningin
Beatrix barones van is en de
Oranjevorsten al eeuwenlang
een hechte band mee hebben. De
foto’s zijn ook ditmaal gemaakt
door Paul Vreeken.
DE BLOESEM LOOPT alweer
op zijn einde. De beste tijd blijft
eind april begin mei. Maar appel
bloesem is op het moment nog te
zien”, aldus de VW Gelders Ri
vierengebied (4000 AD Tiel, Post
bus 155, Stationsstraat 37, 03440-
16441). Bij die VW kunt u een
folder krijgen, waarop een aantal
toeristische routes wordt ge
noemd, die ook buiten het bloe-
semseizoen aantrekkelijk zijn.
Wat meer informatie, zij het be
knopt, over wat er in de verschil
lende plaatsjes te zien is, vindt u in
de brochure Gelders Rivierenge
bied, waarin ook toeristische ac
commodaties worden opgesomd.
De eerste is kosteloos, voor de
tweede vraagt men bij de VW-
informatie kantoren een kleine
vergoeding. Mochten ze daar niet
voorradig zijn dan is een kaartje
of telefoontje naar de VW in Tiel
voldoende. Ook de ANWB heeft
een route uitgezet: De Lek en Lin-
geroute, die de meest interessante
plaatsjes aandoet.
NAAR CULEMBORG KAN JE
OP VELE MANIEREN. Het mak
kelijkst is natuurlijk de snelweg,
richting Den Boch, af te razen.
Dan komt die afslag er vanzelf
aan, na Vianen nog, het nationaal
bekende verkeersknooppunt.
Maar zo’n route zou al te gemak
kelijk zijn; bovendien, de stad
moet het vooral hebben van de
wuivende weiden die het omrin
gen. In Culemborg zelf ben je re
delijk snel uitgekeken, middel
groot met een schitterend plein,
waarop het stadhuis (1534-1539)
dat door de Vlaming Rombout
Keldermans in baksteen met na
tuurstenen banden en sierdelen
werd gebouwd, alle aandacht
opeist. Zoals ook de minder
mooie bordesstoep (1775), die nog
niet lang geleden vernieuwd
werd, met de schildhoudende
leeuwen, en de twee pompen op
het plein, die vanaf het begin van
de achttiende eeuw het water lie
ten stromen.
MAAR WE ZIJN nog niet in
Culemborg. Na Utrecht volgden
we richting Arnhem en verlieten
bij Driebergen het snelbeton. En
dan ben je ook tegelijk in een heel
andere wereld. Groen, met mooie
villa’s, landhuizen en later kaste
len, zogauw je in de buurt komt
van de Kromme Rijn en de Lang-
broeker Weetering. Het witte huis
Sandenburgh bijvoorbeeld, een
ridderhofstede, die zich spiegelt in
de Weetering. Er tegenover ligt
Walenburg, meer een vestingto
ren, met rood-gele luiken, zoals u
die meer zult tegenkomen in dit
gebied, waar de familie Van Lyn
den van Sandenburg, zeer veel in
de melk te brokkelen heeft.
ALS JE OP DE KAART KIJKT
lijkt de Kromme Rijn een dron-
kenman die zich hikkerig en slin
gerend een weg baant van de
Vecht naar de Lek, waar hij ten
slotte voorbij Wijk bij Duurstede
verdrinkt. Of je wilt of niet je kunt
niet om het riviertje heen. We ko
men het weer tegen bij Cothen,
dat slaperig ten westen van de
weg naar Duurstede ligt. Het telt
niet veel meer dan een dikke twee
duizend zielen, waarvan overdag
een deel uitzwermt naar Utrecht,
Zeist en Doorn. Aan de met zerf-
keien gemarkeerde Brink, die er
zowaar huiselijk uitziet, ligt ook
•de toegang tot de Hervormde
kerk, waarvan een zijbeuk duide
lijk moeite heeft met het voort
schrijden der jaren. Volgens do
minee A.H. Knotterus, wiens pas
torie schuilgaat achter een reus
achtige kastanje, is het wachten
op CRM, daarna kan de kerk, ei
genlijk niet meer dan een vleugel
tje van de oorspronkelijk uit 1300
stammende katholieke kerk, in de
steigers.
EEN BRUGGETJE over de
Kromme Rijn brengt ons bij Huize
Rhijnestein, particulier bewoond
en dus taboe. We laten Duurstede
liggen, dè flats die zijn grens mar
keren, trekken ons niet aan, al
heeft het dan ook de resten van
een dertiende-eeuwse burcht in
zijn midden. Verderop passeren
we het Amsterdam-Rijn-kanaal,
en is daar ineens de Lek en strekt
de schoonheid van het Gelders
rivierengebied zich royaal voor
ons uit.
DE LEKDIJK voert naar het
veer, dat ons over de rivier moet
tillen. Beusichem heet de helgeel
geschjlderde veerboot; toevallig
het plaatsje waar we het eerst
heen willen koersen. Beusichem
was een van de zes dorpen, die
vroeger deel uitmaakten van het
graafschap Buren. Maar toen
stond het nog op de kaart als Bo-
sinchem. Het heeft ook ooit een
Willem I was de eerste die dit
enz., enz., enz., gebruikte in een
proclamatie, die in november
1813 in Londen werd ge
schreven.
CULEMBORG HEEFT vanaf
1555 een zwervend bestaan ge
leid. Toen in dat jaar Vrouwe
Elisabeth, de weduwe van de
Heer van Culemborg, kinderloos
overleed kwam de heerlijkheid
via een zijtak aan Flores van
Pallandt, baron van Wittum. Hij
werd ook de eerste graaf van
Culemborg, want in datzelfde
jaar, zijn laatste regeringsjaar,
verhief keizer Karel V, de heer
lijkheid Culemborg tot een
BEUSICHEM, DAT in 1145
door een huwelijk aan Buren ver
viel, heeft zijn grootste bekend
heid te danken aan de jaarlijkse
paardenmarkt, die al in 1464 werd
genoemd en traditiegetrouw elke
derde zaterdag in juni wordt ge
houden. Ook dit jaar, op de een
entwintigste dus, en dat is dan
voornamelijk dankzij de Stichting
Paardenmarkt Beusichem, die
sichem. En het veerhuis, bij die
laatste plaats statig en klassiek,
oogt hier als ’n wat slordig buurt
café, waarvan de waard in ieder
geval zo handig was om buiten,
tegen de zijmuur, een automaat te
plaatsen, waar wachtenden op de
oversteek voor drie kwartjes kof
fie en chocolade kunnen
„trekken”.
DAT SLOKKIE NEMEN de
plaatselijke bejaarden in hun so
ciëteit, die in het vijftiende-eeuw-
se Caffaigne, daarmee het oudste
gebouw van de stad, is gevestigd.
Na afspraak is het te bezichtigen.
Maar daar weet de VW meer
over. Tot voor kort had Culem
borg ook het Jan van Riebeeck-
huis binnen haar veste. Nog eigen
lijk, maar het Stichtingsbestuur
heeft in de nieuwe statuten die
naam laten vallen voor „Museum
De Fonteyn”, omdat men Van Rie
beeck vereenzelfdigde met apart
heidspolitiek. „Dat is natuurlijk
de grootste kolder die bestaat”,
vindt ook Marijke van der Have
die met haar man Piet, conserva
tor van het Stedelijk in Amster
dam, een paar kamertjes in het
huis bewoont en zorgt dat er in het
museum steeds weer wat nieuws
te zien is.
OP HET MOMENT is dat een
tentoonstellinmg onder de noemer
„De walvisvaart ten einde”. Ze
slot gehad, nabij de kerk, maar
dat is verdwenen. De kerk staat er
nog wel. Over de geschiedenis
daarvan ga ik weer even in de leer
bij de historicus J. A. Heuff Az-
„die in zijn studie „Het Graaf
schap Buren” over de kerk „Van
de heer Dirk van Beusekom wordt
verrheld dat hij die kerk ver
nieuwde en er ten jaren 954 in
begraven werd. Wij zullen niet be
weren dat de toren, in Romaan-
schen stijl, nog uit zijn tijd dagte
kent, maar dat hij tot de oudsten
van ons land behoort, is uit de
bouworde gemakkelijk op te
maken”.
r’S
X