Nieuwe films van Jean-Luc Godard en Maurice Pialat uitgefloten Sterke voorbeelden van kleine kunstobjecten Amsterdams straattheater op de wip Fleurige expositie in Vishal en Frans Halsmuseum Joegoslavische kunst sterk op het westen georiënteerd Actrices richten groep voor vrouwentoneel op I Alka kan keukens kookklaar leveren! r I ENORME PINKSTER ANTIEKBEURS JkPOLLOHAL HEEMSTEDE H a c ».7? tb 8 VRIJDAG 23 M E I 1980 Edition Hundertmark in Schiedams museum Meirevolutie open: 24 mei 14.00 - 22.00 uur 25-26 mei 10.00 - 18.00 uur Nabootsing sl 9 KUNST door Pieter van Lierop O CANNES. De momentopna me van het wereldcinema - dat is het belang van het festival van Cannes - heeft in 1980 een uiterst deprimerend plaatje opgeleverd. Van echte verrassingen is er geen sprake geweest. Er hebben zich geen veelbelovende, nieuwe ta lenten aangediend. De paar films met echte grandeur werden ge maakt door oude rotten (Kurosa wa, Resnais en desnoods Fuller), maar andere legendarische vete ranen (Fellini, Scola) maakten een teleurstellende beurt. r Cannes ’80 deprimerend festival overigens zeer be- Isabelle Huppert en Gerard Depardieu in Loulou. de nieuwe film van Maurice Pialat. (ADVERTENTIES) JAN ZUMBRINK (Van onze kunstredactie) De film is met zo veel haast gemaakt, dat de kopie op het nippertje op tijd in Cannes was aangekomen, niet eens met Engelse ondertitels, zoals met Franse competitiefilms anders wel het geval is. Er Als Cannes 1980 in historisch opzicht toch nog enig belang zal krijgen, dan zal dat zijn veroorzaakt door de levende le gende van Jean-Luc Godard die woens dag met een echte speelfilm terugkeert in de grote filmzalen, na een afwezigheid van twaalf jaar. Hartelijk welkom in onze showroom, openingstijden: 9-5 uur. AMSTERDAM ANP. Het Zomerstraat- theater, een Amsterdams collectief dat het stadsbeeld ’s zomers pleegt te verle vendigen met allerlei vormen van vertier in de open lucht, dreigt te verdwijnen. Als wethouder Wim Polak van kunstza ken zijn zin krijgt, zal het collectief het dit seizoen met een kwart van de gebrui kelijke subsidie moeten stellen Want na het zien van een slordige 50 films in twee weken tijd, raakt een mens wat aangeslagen en zie je niet alle facetten en mogelijke verdiensten meer even scherp. Zeker niet als het gaat om een zo naar binnengekeerde en dubbelzinnige film als Sauve qui peut. In elk geval leuker dan de film, was het om te volgen hoe Godard hier college’s in cinema weggaf op persconferenties en in De tentoonstelling Moderne Kunst uit Joego-Slavië trekt door al deze publiciteit wellicht wat meer de aandacht dan normaal het geval zou zijn geweest. Zo ziet men maar weer. De tijden kunnen zo slecht niet zijn, of de Kunst vaart er wel bij. Bij Joegoslavische Kunst zal iedereen in de eerste plaats denken aan de naïeve schilderijen, die de laatste decennia ook in Nederland een grote populariteit hebben veroverd. De tentoon stelling, die momenteel in de Vishal te zien is, is vooral van belang omdat hij toont dat er in Joegoslavië nog andere kunst gemaakt wordt. Kunst van een heel wat moderner snit dan het decoratieve, naïeve werk, dat iedereen kent. Overigens bleek de expositie bij aankomst in Haarlem zo omvangrijk, dat ook de nieuwe vleugel van het Frans Halsmuseum nodig was om alles te laten zien Het onttrekt zich aan mijn beoordeling of het hier geboden overzicht een representatieve doorsnee is van wat er de laatste jaren in Joego-Slavië aan moderne kunst gemaakt is. Wel kan ik zeggen dat er een hoop interessante dingen te zien zijn. Vooral de hoofdmoot in de Vishal maakt al direct bij binnenkomst een fleurige en gevariëerde indruk, terwijl in het Frans Hals, waar hoofzakelijk beeldhouwwerken staan opgesteld, iets doorklinkt van de zware industrie uit het paradijs van het arbeiderszelfbes- tuur; in hout, brons en ijzer uitgevoerde sculpturen en massief aandoende textiele objecten. Het meest opvallende op deze tentoonstelling is wel dat de meeste kunstenaars zo op het Westen georiënteerd zijn. De houtdrukken van Mersad Berber hebben nog wel enige wortels HAARLEM. Nog nooit heeft Joegoslavië zo in de belang stelling gestaan als juist in deze weken. Het overlijden van president Tito heeft een ware stortvloed van beschouwingen losgemaakt over de toekomst van de Federatie van de zes Balkan-republieken. Daar komt nog bij dat de gespannen internationale politieke situatie tal van commentatoren ertoe verleidt een vergelijking te maken met de toestand in 1914. Hoewel het niet erg waarschijnlijk is dat ook voor de Derde Wereldoorlog het startschot door een Bosnishe student gelost zal worden, staan de namen Sarajewo en Princip toch weer dagelijks naast elkaar in de krant. de festivalbulletins. Nu hij genezen blijkt van zijn obsessie voor geëxperimenteer met video (hij heeft tien jaar in Grenoble in een werkgroep geknutseld) is het een genot om er getuige van te zijn hoe Go dard zijn spiritueel licht laat schijnen over de echte film en in de wereld. Naar de colleges die hij straks in Rotterdam zal komen geven, kan met plezier worden uitgekeken. in de iconentraditie, maar de Gynaecologische stoel van Meta- Krasovec kon voor hetzelfde geld ook door iemand in Stockholm geschilderd zijn. Het werk van Janez Bernik is duidelijk geïspi- reerd door de monochromen van Yvers Klein, zij het dan dat het maanlandschappelijke reliëf hier teruggebracht is tot een plat vlak. En de beelden van Kosta Radovani lijken juist weer drie- dimesionaal geworden vrouwenfiguren uit sommige schilderijen van Picasso mee bezig ben ge- dit als simpelweg Op de markt werden edities uitge bracht, die bijeengesprokkeld zijn door een enthousiast man, die wég is van het kleine kunstwerk, het bescheiden object dat zijn eigen leven leidt, de kleine, maar fijne vondst: een tekening, een apparaat, een voorwerp. AMSTERDAM. Spiegeltheater is de naam van een nieuwe groep die zich gaat toeleggen op vrouwentoneel. Hij bestaat uit de actrices Marijke Frijlink en Wen- dela de Vos (beiden de laatste jaren te zien geweest bij Poëzie Hardop), Jeanine Veeren en Celia van den Boogert, die dit jaar van de Arnhemse toneelschool komt. Natasja van Praag gaat regisseren. Burgwal 76, 2011 BG Haarlem, Tel. 023 - 32 07 43 Van deze Pialat werd donderdag Lou lou gedraaid, als de vierde Franse compe titiefilm en de derde met een hoofdrol voor Isabelle Huppert. Toch was het de zoveelste teleurstelling in dit festival. Pia lat is best een bijzondere en vooral intege re regisseur, omdat hij weigert om zich aan te stellen. Hetgeen voor de „Minor Poets” van juist de Franse cinema een zeldzame karaktertrek is, Loulou heeft in zijn titelrol Gerard Depardieu als een werkschuwe poteling, die met zijn seksue le potentie Isabelle (als meisje van burger lijke komaf) weet weg te weken bij Guy Marchand. Maar de kloof tussen de klas sen blijkt onoverbrugbaar. Pialat is geen handelaar in illusies, de alledaagse werkelijkheid vormt zijn werk materiaal. Het mooiste wat voor hem met film bereikbaar is, dat is bijvoorbeeld een scène van een kwartier lang ontbijtende Fransen, waarbij via hele kleine gebaar tjes en blikken zichtbaar wordt gemaakt dat iemands stemming omslaat. Achteraf blijkt daar Isabelle dan dingen te hebben gezien en gevoeld, die haar deden beslui ten om haar zwangerschap vroegtijdig te laten beëindigen. Dat is een echt wel knappe methode van filmen. Maar telkens als Pialat met zo’n scène de aandacht strak heeft getrokken, dan gaat hij daarna de mogelijkheden uit de weg om er ’dra ma’ van te maken. Loulou geeft nooit onverwachte visies bloot, maar blijft ha ken in virtuoze nabootsingen van de wer kelijkheid. Het onbevredigde publiek rea geerde, net als op Godard, met een fluit concert. XILKk Keuxens Uit het grafische werk van iemand als Dzevad Hozo blijkt wel dat de popart van Jim Dine en Robert Rauschenberg ook in Joegoslavië niet onopgemerkt is gebleven. Vjenceslav Richter maakt objecten van vierkante alluminium staafjes die een licht spel veroorzaken dat herinneringen oproept aan de spijkerre- liëfs van Unecker, terwijl zijn grafiek volgens de losbladige catalogus qua stijl nauw verwant aan de sculpturen) in al zijn abstractie doet denken aan de hyperrealistische schilderijen van Domenico Gnoli’ Als u dit zo leest moet u wel de indruk krijgen dat de hele tentoonstelling opgezet is als een soort van kunsthistorisch Pim- Pam-Pet. Het is ook mij een raadsel, dat, als je dan zo’n tentoonstelling in huis kan halen, er niet wat meer moeite gedaan wordt om het publiek wegwijs te maken. Een enkel landkaartje hier of daar en een stencil met wat geografische en cultuurhisto rische achtergronden zou al wonderen doen. Maar het enige, dat het Frans Halsmuseum aan de expositie, die is samengesteld door het Museum voor Morderne Kunst in Ljubljana, weet toe te voegen is de zin: „De tentoonstelling Morderne Kunst uit Joegos lavië laat veel verschillende kunst zien. De grote verschillen worden veroorzaakt doordat de kunstenaars, in de onderling zo van elkaar verschillende republieken, zo verschillend werk ma ken.” Vier keer het woord verschillend, maar waaruit die ver schillen bestaan, en waardoor ze veroorzaakt worden, dat moet de bezoeker zelf maar uitvissen. Ja, zo kan iedereen een tentoon stelling inleiden. Maar misschien moet ik wel niet zo zeuren. Laat u in ieder geval niet weerhouden even een kijkje te gaan nemen. Tussen de nachtvorst door is het inmiddels ook hier lente geworden. ARTHUR BELMON Van Fluxus-kunstenaars als Gosewitz, Beuys, Ben Vautier, Robert Filliou, To mas Schmit, van de Weense „Aktivisten” als Muehl, Nitsch, de naar Berlijn uitge weken Gunter Brus, Arnulf Rainer, van Tsjechen als Knizak (nu in de B.R.D.), Novék, Valoch, van Amerikanen als J. Jones, Alison Knowles, Maciunas en van de Japanners Saito en limura zijn er ette lijke objecten en tekeningen te zien. ling voor de horoskopie en de astrologie (planentenleer). Talloze malen hebben op de Fluxus- bijeenkomsten en andere manifestaties de Japanners, de Amerikanen, Ben en Giu seppe Chiari (niet bij Hundertmark) muzi kale „events” opgevoerd: deels destruktie- ve (Ben), deels sakrale stilte-performan- ces, deels de lachlust opwekkende verto ningen met vreemde muzikale apparaten (Paik, Joe Jones e.a.). Van deze laatste hangt er in Schiedam een „muzikale ma chine”, die bestaat uit een hangende xylo foon; daarop speelt een dansend en ve rend hamertje, aangedreven door een mi ni-motor, een grappige melodie; understa tement en relativering zijn altijd sterk aanwezig (geweest) in de produkten van de Fluxus-mensen. Opvallend is hier de tekenkunst van de Westduitsers en de Oostenrijkers: Tomas Schmit bijvoorbeeld (in 1975 in ’t Hoogt te Utrecht) en Claus Böhmler, wiens teke ningen „Analyse van elke dag” door het museum worden uitgegeven voor slechts ƒ4,50. Zijn schetsbladen vertonen lineaire me tamorfosen of ruimtelijke veranderingen; transformaties noemt hij ze; het zijn ver schuivingen, voortzettingen, overlappin gen, verlengingen in het twee- of driedi mensionale perspectief. Het is kortom een zeer vindingrijke vorm van tekenkunst, waarvan we in Haarlem een voorbeeld kennen in de persoon van ouwe Jan Bak ker. De stijlen van Böhmler en Bakker hebben trouwens een opvallende stilisti sche gelijkenis. In oktober zal Spiegeltheater zich voor het eerst presenteren. Er komt een avond vullend stuk met als werktitel „In levende lijve”, dat over lijfelijkheid zal gaan. Van dit stuk wordt ook een verkorte versie gemaakt. Voor scholen komt er een voor stelling die de geschiedenis van de vrou wenbeweging laat zien: „Openbare verga dering met DAMES". De groep heeft nog geen subsidietoezeg gingen, maar er is goede hoop op steun uit de pot emancipatiezaken. De rest van het bedrag moet, zo meent de wethouder, worden gereserveerd voor andere groepen die de straat als werkter rein hebben. De gemeente stelt jaarlijks ongeveer 3 ton beschikbaar voor deze vorm van cultuurspreiding. Volgens de medewerkers betekent de beslissing van Polak de doodsteek voor het Zomerstraat- theater, dat sinds negen jaar aan de weg timmert. Bovendien wordt hiermee een positief advies van de Amsterdamse Kunstraad terzijde geschoven. Het Zomertheater heeft tien buurtto- neelgroepen onder haar hoede, die nu ernstig in de problemen komen. Het voor stel van wethouder Polak wordt op 5 juni besproken in de Raadscommissie voor de kunst. SCHIEDAM. Nog deze week (tot 26 mei) is er in het Schiedamse museum aan de Hoogstraat een expositie te zien die bestaat uit doos- en boekedities van beeldende kunstenaars. Het betreft een overzicht van tien jaar aktiviteit van de Edition (Armin) Hundertmark uit Berlijn. In verzameldozen heeft hij „origineel werk” bijeengebracht „dat de kunstenaars zelf vermenigvuldigen”. De verpakking, het karton, was het enige machinaal vervaardigde deel van deze multiple-uitgaven. zaten veel dorre stukken in Sauve qui peut, maar ook wel een paar gedenkwaar dige scènes, zoals die met Isabelle Hup pert en haar klanten. De film is zeker geen meesterwerk, maar of het nou zo terecht was dat Godards film zo onbarmhartig werd uitgefloten, dat moeten we straks in Nederland nog maar eens rustig bekijken. Van Godard was nooit eerder een film in het officiële programma van Cannes terechtgekomen. De enige keer dat hij zelf op het podium van het festivalpaleis te recht kwam, was in 1968, toen hij er onge vraagd was opgeklommen om tijdens de meirevolutie de gordijnen dicht te trek ken, tijdens een vertoning van Saura’s Peppermint Frappe. Een reusachtige Amerikaan had de rebellerende cineast toen vervolgens in een bak met geraniums gesmeten. Het is dus wel cureieus dat Godard anno 1980 bereid blijkt om mee te doen aan zoiets discutabels als een compe titie. Zelf zei hij daar het volgende over: „Ik weet best dat er iets tegenstrijdigs lijkt te zitten in onze actie van 1968 en mijn terugkeer nu in Cannes. Maar het leven zit nu eenmaal vol tegenstrijdighe den. Ik weet niet zeker of het festival is veranderd, of dat ik zelf ben veranderd. Wel is zeker dat het festival van Cannes B Belangrijk is meer die daad op zichzelf, dan de film waarmee het is gebeurd: Sau ve qui peut (La Vie). Want eigenlijk had Godard zijn come back willen vieren met een heel andere en grotere film (Bugsy Siegel) die hij met Amerikaans geld en met Amerikaanse sterren (Diane Keaton onder andere) had willen maken. Maar het plan kwam niet van de grond. Met als voornaamste reden, dat hij zich dit jaar toch graag in Cannes wilde manifesteren, werd daarna nogal gehaast Sauve qui peut vervaardigd. Niet eens op basis van een eigen scénario, maar op script van Jean-Claude Carriere en Anne-Marie Mie- ville. Overduidelijk gaat het dus wel over Godard zelf, in dit verhaal waarin Jac ques Dutronc als ene Paul Godard op gespannen voet verkeert met zijn terug naar de natuur willende vriendin (Natha lie Baye), niet in staat is om de nog rond slingerende relatie met de vroegere echt genote (Paule Muret) nieuwe zin te geven, maar een samenzijn bij gebrek aan beter met een prostituee (Isabelle Huppert) tot een voor het moment bevredigend einde weet te brengen. Als je voor prostitutie, de ’commerciële cinema’ leest, dan laten die andere twee dames zich ook wel invullen. De film eindigt met een zelfmoordpoging, die uit draait op een nieuwe geboorte. Na door een auto te zijn aangereden, zegt Dutronc in de finale van de film: „Ik ben niet dood, ik voel geen pijn, ik voel niets!” Er zijn meer sterke voorbeelden te vinden in deze edities van betekende bladen, die dan deel zijn van de inhoud van de dozen. Zie daartoe Blume, Steiger, Tomas Schmit, Stefan Wewerka en Wiegand. We- werka is de timmerman-kunstenaar-teke- naar, die al zijn objekten scheef of per spectivisch vertekend uitbeeldt, een hoogst eigenzinnige ingreep over soms reeksen van objecten zoals schoolbanken, klassieke zuilen of stoelen vooral. Zijn tekeningen beelden dezelfde obsessie uit. Het wordt tijd voor de gespecialiseerde prentenkabinetten in Nederland om de Westduitse kunstmarkt op te gaan, want daar zijn deze curieuze, wonderlijke en fraaie bladen nu nog betrekkelijk goed koop. Genoemde Gosewitz (geb. 1935) uit Ber lijn is sinds 1970 opgenomen in de edities: in verzameldozen of met aparte „Erinne- rungen”. Zijn astrologische ontwerpen waren in december 1976 nog te zien in de Haarlemse ex-galerie Lóa. Hij is het uitge sproken voorbeeld van een Fluxus-kun- stenaar, een bescheiden individualist, die uit allerlei belevenissen en technieken zijn voordeel haalt en meerdere voorwerpen kan benutten als materiaal voor het kunstwerk. Hij maakte objecten, tekenin gen en aquarellen, die er enerzijds uitzien als stillevens, anderzijds staan voor ver warrende ervaringen en projecties: een gevoelsmatig opgezette reeks van tekenin gen, die voortkomen uit zijn belangstel- I met een ding is. maar bestaat uit facetten, waarvan sommige negatief en andere po sitief zijn. En zo zit ik zelf ook in elkaar. Maar ik vond dit wel een goede gelegen heid om te markeren dat ik als filmer opnieuw wil beginnen. Als ik terugdenk aan alle films die ik heb gemaakt, dan voel ik niet meer hetzelfde als destijds. En evenmin kan ik Sauve qui peut zien als een continuering van de dingen waar ik al die tijd in Grenoble weest. Ik beschouw mijn eerste film”. Godard sprak zich zorgd uit over het gebrek aan enthousias me, waarmee er vandaag de dag in de wereld films worden gemaakt: „Zo iemand als Hal Ashby’s Being there, dat is toch helemaal geen goede film. Nou heeft Hal Ashby weliswaar nog nooit een goede film gemaakt, maar Being There is zelfs geen film van Hal Ashby, maar de film van produktiemaatschappij Lorimar. Zoiets is tekenend voor de filmindustrie van tegenwoordig. Als tandartsen en pilo ten hun werk deden met de inzet van de regisseurs van de laatste tijd, dan vergin gen we allemaal van de kiespijn en vielen er dagelijks overal vliegtuigen naar bene den. Ik denk dat zelfs de koningin en prinsessen van weleer harder voor hun brood hebben gewerkt dan de filmers van tegenwoordig”. Weinig complimenteus was Godard ver der over zijn vroegere collega’s van de Nouvelle Vaque: „Het schrijven van kri tieken in de Cahiers du Cinema en het zelf maken van films, dat was voor ons vroe ger even belangrijk en werd met hetzelfde enthousiasme gedaan. Maar mijn genera tiegenoten zijn uit hun eigen gezichtsveld verdwenen. Francois Truffaut maakt al weer jaren films, die hij vroeger als kriti- cus zou hebben neergesabeld. Alleen Ri- vette is zichzelf trouw gebleven en iemand als Maurice Pialat”. Affiche van de Schiedamse expositie van doos- en boek edities van beeldende kunstenaars ’X

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 9