Gevolgen van gewichtloosheid
1
SPACELAB-PROGRAMMA LIGT HOPELOOS ACHTEROP
rwl
K *1
1
I
door Chriet Titulaer
In 1977 verschenen er advertenties in
de Nederlandse bladen, waarin
bemanningsleden voor het Europese
ruimtelaboratorium Spacelab werden
gevraagd. Maar liefst 177 sollicitaties
kwamen er binnen bij het Nederlands
Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en
Ruimtevaart (NIVR). Na een strenge
voorselectie, een medische keuring op
Soesterberg, een psychologisch
onderzoek en sollicitatiegesprekken,
werd de nationale selectie van vijf
kandidaten aan de pers voorgesteld.
Ook in andere Europese landen was er
een voorselectie geweest en zo kreeg
de Europese Ruimteorganisatie ESA
een legertje van zo’n vijftig man, die
graag de eerste Europese
ruimtevaarder wilden worden.
Niet enthousiast
Rusland
Frankrijk
De bemande ruimtevaart kampt met problemen. Er zit
een beetje de klad in de vluchten naar de maan en de
uitstapjes in de ruimte. De Russen blijven weliswaar
bezig om, met de regelmaat van de klok,
kosmonauten naar ruimtestations te brengen, maar
uit de Verenigde Staten komen alleen maar sombere
berichten over nieuw uitstel van de eerste Space-
Shuttlevlucht. Ook van de drie Europese
ruimtevaarders, onder wie de Nederlander Wubbo
Ockels, hoort men opvallend weinig. Onze
medewerker Chriet Titulaer zet in onderstaand artikel
de moeilijkheden op een rijtje en gaat na wat we
binnenkort op ruimtevaartgebied mogen verwachten.
i
ar
l i
1
F Z’>.'
Bemande ruimtevaart
kampt met problemen
Steil!
Met de Nederlandse „astronaut” Wubbo
Ockels sprak ik onlangs in zijn woning
Een aantal gevolgen, zoals
„ruimteziekte”, blijkt na enige weken te
verdwijnen tijdens het verblijf in de
ruimte. Ook de andere geconstateerde
veranderingen zijn niet blijvend: binnen
enkele weken na de terugkeer op aarde
Uitvoerig medisch onderzoek heeft
uitgewezen dat er in het menselijk
lichaam gedurende langdurige
ruimtevluchten een heleboel
veranderingen optreden, zoals
herverdeling van het bloed, (meer in het
hoofd, minder in de benen), een
inkrimping en verzwakking van spieren,
ook hartspieren (te verhelpen door
conditietraining in de ruimte), verlaging
van het kalkgehalte in de botten,
uitzetting van nekwervels en
gewichtsverlies (vooral door
verandering van de vochtbalans).
Omdat de Spacelabvluchten nog niet snel
worden volgeboekt ten gevolge van dit
'financieringsprobleem, vrezen de drie
Europese astronauten dat ze misschien
niet eens alle drie een ruimtevlucht
kunnen maken. Op de eerste vlucht mag
namelijk maar een van de drie
Europeanen mee, en er is nog geen tweede
Europese vlucht geregeld. Wel boekte
Duitsland, het land dat een
meerderheidsbelang in Spacelab heeft,
een complete vlucht.
Het is mogelijk dat de drie Europese
bemanningsleden (en zeker de Duitser in
het gezelschap) voor die vlucht worden
gevraagd, maar zeker is dat niet. Om toch
(net buiten Keulen in West-Duitsland)
over deze problemen. Ockels bevestigt dat
de reeks vertragingen een gevolg is van
grote problemen met de Amerikaanse
Space Shuttle. Het voortdurende uitstel
betekent voor hemzelf dat het in dienst
treden van ESA geen kortstondig
avontuur is geworden, maar een beroep
dat hij nog vele jaren zal houden.
In Europa is door de regeringen, die
moeten betalen, niet zo geweldig
enthousiast gereageerd op de
mogelijkheden die Spacelab aan
universiteiten en de industrie gaat bieden.
Overigens waren de Sojoez-32-
kosmonauten erg verzwakt toen ze op
aarde terugkeerden. Hun toestand was
dermate kritiek, dat artsen zelfs
verhinderden dat ze zelf bloemen
droegen, die ze na de landing kregen.
Bovendien bleek Riumin door de schok
van de terugkeer uit de gewichtloosheid
korte tijd zijn spraak kwijt te zijn.
NASA heeft namelijk laten weten dat
Amerika niet zoveel behoefteheeft aan
iemand die alleen instrumenten in
Spacelab kan bedienen, maar wel aan
mensen die het hele wetenschappelijke
deel van een vlucht kunnen regelen. De
mensen die NASA bedoelt, besturen wel
niet zelf de Space Shuttle, maar ze zijn
toch veel meer astronaut dan de payload-
specialisten. Juist omdat ESA driejaar
geleden de strenge NASA-
astronautencriteria hanteerde bij de
selectie van de drie Europeanen, zijn zij in
principe "geschikt voor die functie van
mission-specialist. De hoop van het drietal
is dat, als ESA niet genoeg vluchten gaat
maken, NASA van hun diensten gebruik
gaat maken en daar ziet het wel naar uit,
want NASA kocht intussen in Europa een
Spacelab.
lang genoeg duurt, vérstrekkende
gevolgen hebben. Maar het is nog zeer de
vraag of jaren, tientallen jaren of
eeuwen de termijn zijn, die blijvende
veranderingen oplevert. Valeri Riumin
is in dit opzicht voor medici in de
ruimtevaart een opvallend boeiend
geval. Riumin is al een halfjaar
gewichtloos geweest en hij is juist
begonnen aan een vlucht die misschien
wel langer dan een halfjaar gaat duren.
De Amerikaanse Space Shuttle wordt ver
voerd op de rug van een Boeing 747. Tijdens
de proefvluchten lieten tegels met isolerend
materiaal los. Dit probleem is nog steeds niet
volledig opgelost.
gemaakt. Vooral Frankrijk kon het
moeilijk verkroppen dat er geen enkele
Franse kandidaat was overgebleven in de
eindselectie. De Franse
ruimtevaartdeskundigen zonnen op
mogelijkheden om een landgenoot in een
baan om de aarde te krijgen en ze
kwamen met twee oplossingen.
de aarde moeten kunnen brengen.
Frankrijk heeft die lijn naar de toekomst
van de Ariane nu verder doorgetrokken
en al een vierde- en vijfde-generatie op de
tekentafel te voorschijn getoverd. Voor
die zeer geavanceerde Arianes in Kourou
startklaar zullen staan, zijn er zeker zes
tot acht jaar verlopen, maar dan is er ook
een Europese raket beschikbaar, die voor
bemande vluchten gebruikt kan worden.
Dit ambitieuze Franse plan kreeg de
naam Hermes. Het ziet er nu naar uit dat
Hermes echt gerealiseerd zal worden en
dat de Ariane dus op den duur bemande
vluchten zal maken.
Het patroon van de Russische
ruimtevluchten is thans zo dat de
bemanning die lang in de ruimte blijft,
tweemaal bezoek krijgt van een
tweekoppige bemanning, die slechts
enkele dagen in de ruimte blijft. Bij deze
kortstondige bezoekers is dan meestal een
kosmonaut uit Rusland en een kosmonaut
uit een ander land. Vóór de Sojoez-35-
bemanning bezoek kan krijgen, moet
eerst de Progress-8 worden losgekoppeld.
De Progress-8 is een onbemand
ruimtevaartuig, van het Sojoez-type, dat
gebruikt wordt om voorraden voedsel,
films en instrumenten van de aarde naar
de ruimte te transporteren. Meestal laten
de Russen zo’n Progress, als de opdracht
is uitgevoerd, verbranden boven de
Indische Oceaan. De bemande capsules,
die op bezoek komen, brengen meestal
ook nieuwe voorraden en post mee voor
de in de ruimte wonende kosmonauten.
deTj
moeti
Tot o
de on
heren
vasts
Watt
ten zi
Een e
van d
Friez
apart
de Dr
aan d
van d
Korto
Stelli:
ontbn
de ho<
„piecl
thuis i
verba:
moete
hebbe
vrijhe
Wolv
zijn e
waar
dertii
met r
werk
hand'
Wolv
het v<
is er, medisch gezien, niet meer na te
gaan of er een ruimtevlucht is gemaakt.
De ervaring van de medici beslaat nu
175 dagen, ongeveer een halfjaar. Het is
niet bekend hoe de mens reageert op
ruimtevluchten die nóg langer duren. Er
zijn wel al proeven met apen (in
gesimuleerde ruimtecondities)
genomen, die meer dan een half jaar
beslaan. Deze proeven wijzen erop dat
de algemene conclusie dat
ruimtevluchten geen blijvende
veranderingen veroorzaken, geldig
blijft.
Het is echter zeker dat die conclusie
zijn grenzen heeft, want de mens is in
zijn evolutie bepaald door de condities
van zijn leefmilieu. De zwaartekracht
die op aarde heerst, is een sterk
bepalende factor in dat leefmilieu. Een
situatie van gewichtloosheid zal, als ze
De Saljoet-6 werd op 29 september 1977
gelanceerd. Het 19 ton wegende
ruimtestation is sedert de Sojoez-25-
vlucht voor alle Russische bemande
vluchten gebruikt. Periodiek wordt de
baan van de Saljoet gewijzigd, in feite
wordt het ruimtestation op zo’n moment
wat opgekrikt en naar een iets hogere
baan gebracht. Op het ogenblik draait de
Saljoet-6 (en dus ook de Sojoez-35 en de
Progress-8) in een baan van minimaal 344
km en maximaal 363 km boven de aarde.
De baanhelling ten opzichte van dë
evenaar is 51,"6 graden en een baan wordt
een keer in 91,4 minuten doorlopen.
Het ziet er naar uit dat Rusland de
achterstand, die het had op de Verenigde
Staten, na het Apollo-project, snel aan het
inhalen is. De Space-Shuttleproblemen
geven Rusland gelegenheid om te werken
aan een uitgebalanceerd
ruimtevaartprogramma, dat zeker niet
van militair belang ontbloot is. NASA is
zich dit goed bewust. In het Amerikaanse
Congres is al aangedrongen op een
vergroting van de Amerikaanse ruimte-
inspanning, teneinde een verstoring van
de (militaire) ruimtebalans te voorkomen.
De Amerikaanse problemen spejen de
Europese industrie in de kaart bij de
verkoop van de Spacelab-vlucht en
veroorzaken zelfs een veroudering van de
Spacelab-experimenten nog vóór de
vlucht is begonnen. Alleen een financiële
injectie kan de NASA uit de problemen
helpen. Maar de economische toestand
van de Verenigde Staten maakt zo’n
injectie in de nabije toekomst niet erg
waarschijnlijk.
Met si
lagere
Nijeni
van h<
Het v
het b<
ween
mach
Het w
oprui
die d<
legen
stagn
van d
versh
Dat p
geeft
confli
De sc
Friezi
Heen
Stelli
dat, t
eeuw
aan ji
Stelli
Fries
Maar
van d
hun ti
Verpl
Stelli
In he
Fries
eveni
west
Zuidi
het F
stroo
met r
vrucl
westi
I,
lev<
ma
is i
heb
een
heb
is i
L
die
var
wat
pen
zier
ten
wer
den
den
gen
N
met
heej
niet
Een Europese selectiecommissie ging de
kandidaten aan een nader onderzoek
onderwerpen en een nieuwe medische
keuring wees uit welke kandidaten
voldeden aan de strenge criteria die de
Amerikaanse NASA voor de
ruimtevaarders hanteert. Uiteindelijk
bleven er drie gegadigden over: de
Zwitser Claude Nicollier, de Duitser Ulf
Merbold en de Nederlander Wubbo
Ockels. Deze drie mannen kwamen
vervolgens in dienst van ESA en
begonnen aan hun opleiding tot „payload-
specialist”. Met deze Engelse term duidt
men aan dat ze worden opgeleid om in de
ruimte de instrumenten te bedienen, die
enkele honderden Europese geleerden
hebben ontworpen en gebouwd met het
oog op experimenten in de ruimte.
Toen de drie Europese ruimtevaarders
werden aangenomen, was de verwachting
dat de eerste vlucht van Spacelab in 1980
zou worden uitgevoerd. Het Europese
ruimtelaboratorium Spacelab wordt door
een groot aantal ESA-lidstaten samen
geconstrueerd. Ook Nederland neemt
deel aan dit project, waarin Duitsland een
meerderheidsaandeel heeft. Het
Nederlandse aandeel bestaat uit een
luchtsluis, waarmee instrumenten uit
Spacelab naar het luchtledige van de
ruimte gebracht kunnen worden. Deze
luchtsluis wordt gebouwd door Fokker op
Schiphol. Spacelab kan niet met de
Europese Arianeraket in de ruimte
worden gebracht. Het laboratorium is
ontworpen om van en naar de ruimte te
worden getransporteerd met de
Amerikaanse Space Shuttle.
Helaas zijn er bij die Space Shuttle nogal
wat problemen met de hoofdmotor en met
het isolerend materiaal, dat aan de
onderkant van de Shuttle zit en als
hitteschild moet dienen bij de terugkeer
op aarde en dat bij proefvluchten los
blijkt te laten. De problemen met de
Space Shuttle hebben geleid tot uitstel
van de eerste vlucht, die aanvankelijk al
in 1978 had moeten plaatshebben. We
mogen die eerste Space-Shuttlevlucht nu
op zijn vroegst rond de komende jaar
wisseling (1980-’81) verwachten. Het
uitstellen van de eerste vlucht van de
Space Shuttle leidde tot het opschuiven
van het hele vluchtschema. De eerste
vlucht van Spacelab is de tiende vlucht
van de Space Shuttle. Die vlucht zou dus,
volgens de eerste plannen, drie jaar na de
werving van de Europese astronauten
uitgevoerd worden, maar intussen zijn die
drie jaar verstreken en is de vlucht niet
dichterbij gekomen. Nu wordt de eerste
vlucht van Spacelab niet vóór december
1982 mogelijk geacht, maar het kan ook
best 1983 worden.
De Fransen hebben intussen al heel
voortvarend een nieuwe voorselectie
gehouden. Uit de 413 sollicitanten werden
er vijf gekozen waarvan er twee
binnenkort aan de opleiding in Rusland
zullen beginnen. Frankrijk zou graag als
eerste Franse kosmonaut een vrouw zien.
Rusland heeft daar geen bezwaar tegen,
maar stelt wel de eis dat de twee personen
die in Rusland worden opgeleid hetzelfde
geslacht hebben, en bij de vijf Franse
kandidaten zit nu slechts één vrouw.
Voor het akkoord met Rusland gesloten
werd, was er al een andere oplossing
bedacht. Frankrijk heeft een
meerderheidsbelang in de Europese
Ariane-raket. De eerste Ariane werd op 24
december 1979 met succes gelanceerd. De
tweede proeflancering zal eind mei of
begin juni weer vanaf de basis Kourou in
Frans-Guyana plaatshebben. Begin 1981
wordt de Ariane operationeel verklaard
en zullen de raketten aan de lopende band
worden afgeschoten. De Europese landen
zijn echter niet tevreden met het type, dat
er nu is. Er wordt al gewerkt aan een
tweede- en derde-generatieraket, die
telkens een zwaardere last in een baan om
Een Sojoez capsule in een baan om de aarde,
gefotografeerd vanuit een Amerikaanse Apol
lo capsule tijdens de vlucht in juli 1975,
waarbij Amerikanen en Bussen in de ruimte
koppelden
De bemanning van de Sojoez-32. Links Vladi
mir Liakov en rechts Valeri Biumin.
In Rusland worden intussen met grote
regelmaat bemande ruimtevluchten
uitgevoerd. De laatste lancering had
plaats op 9 april 1980 om 16.38 uur
(Moskou-tijd) en betrof de Sojoez-35. Met
dit bemande ruimtevaartuig vertrokken
de kosmonauten Leonid Popov en Valeri
Riumin naar een baan om de aarde. Op 10
april 1980, om 18.16 uur, koppelde de
Sojoez-35 aan het ruimtestation Saljoet-6.
Het is waarschijnlijk dat de Sojoez-35
opnieuw een zeer langdurige
ruimtevlucht gaat maken. Het record voor
het verblijf in de ruimte staat nu, met 175
dagen, op naam van de Sojoez-32-
bemanning. Omdat Valeri Riumin ook
deel uitmaakte van die Sojoez-32-
bemanning is hij de recordhouder voor
het verblijf in de ruimte (Riumin maakte
in 1977 ook al de Sojoez-25-vlucht).
In vele Europese landen was de
teleurstelling groot toen de selectie van de
drie ESA-astronauten bekend werd
Maar
niet, i
Stelli
voor I
cultui
tijd gi
deze c
een ai
plaats
(Algei
Komt
Stelli
voorli
dit gel
Zij in
gesch
er voi
gevri,
invlo
geble
redelijk zeker te zijn van ten minste één
ruimtevlucht per persoon, wil ESA nu de
taakomschrijving veranderen van
„payload-specialist” naar „mission
specialist”.
De eerste oplossing was gelegen in de
goede relaties tussen Frankrijk en
Rusland. In het Sojoez-programma biedt
Rusland aan communistische landen de
mogelijkheid een kosmonaufte leveren.
In de afgelopen jaren kwamen al een
Tsjech, een Pool, een Oostduitser en een
Bulgaar in een baan om de aarde. Op het
ogenblik volgen nog kandidaten uit
Hongarije, Cuba, Mongolië en Roemenië
een kosmonautenopleiding in Rusland.
Inmiddels is er echter ook afgesproken
dat de Fransen een kandidaat mogen
leveren en zelfs dat deze kandidaat al in
1982 om dë aarde zal draaien. Deze
ontwikkeling, gecombineerd met de
Space-Shuttleproblemen, betekent dat -
Frankrijk nog eerder iemand in de ruimte
zal hebben dan enig andere ESA-lidstaat.
Mede met het oog op die problemen
besloot Rusland om de Sojoez-32-
bemanning niet in hun eigen capsule doch
in de onbemand gelanceerde Sojoez-34 op
aarde terug te laten keren. De Sojoez-35-
bemanning heeft in de ruimte reparaties
uitgevoerd en zo de gesignaleerde
problemen met het koppelings-
mechanisme opgelost.
Het ruimtestation Saljoet-6 draait
intussen al meer dan tweeëneenhalf jaar
in een baan om de aarde. De vorige
stations. Saljoet 1 tot en met 5, zijn
intussen in de dampkring teruggekeerd.
(In tegenstelling tot het Amerikaanse
Skylab, dat ongecontroleerd terugviel,
laat Rusland de afgedankte Saljoets op
commando, dus gecontroleerd,
verbranden).
Het zag er even naar uit dat Rusland de
ruimte permanent ging bewonen. De
Sojoez-vluchten gingen elkaar overlappen
en het kwam nauwelijks voor dat een
Saljoet onbewoond om de aarde cirkelde.
Tussen de terugkeer op aarde van de
Sojoez-32-bemanning en de lancering van
de Sojoez-35-bemanning zijn echter acht
maanden verlopen. Waarschijnlijk is deze
„onbewoonde” periode ook een gevolg
geweest van Russische problemen. De
Sojoez-33-bemanning, bestaande uit de
Rus Nikolai Roekowisjnikov en de
Bulgaar Georgi Ivanor, slaagdé er in april
1979 niet in om vast te koppelen aan de
Saljoet-6, waarin toen Riumin en Liakhov
al zeven weken verbleven. De Sojoez-33
keerde al na twee dagen terug op aarde en
hoewel werd meegedeeld dat de vlucht
een groot succes was, denk ik dat de
Sojoez-33 voortijdig op aarde terugkwam.
De problemen hadden te maken met het
koppelingsmechanisme op de Saljoet-6.
De Spacelab bemanningsleden in een model op ware grootte van het ruimtelaboratorium. V.l.n.r.: Wubbo
Ockels (Nederland), Claude Nicollier (Zwitserland) en Ulf Merbold (Duitsland).
s: -
its
WW
olF
hF