km
k
Si
fe 1
1
BIJ DE PREMIÈRE VAN DE OPERA
TONEEL IN EEN VILLA
„THIJL” VAN JAN VAN GILSE
n
F
Mi
1ÏL1
wK
- wi
iwfij
few
£1
I
)r
TS-
door Johan van Kempen
c
I- til
door Joop van Beek
i
„De opera Thijl", ontstaan in de duistere jaren 1938-1940, wordt nu voor de
eerste keer scenisch uitgevoerd en is de kroon op het oeuvre van de sinds enige
tijd herontdekte componist Jan van Gilse (1881-1944). Zijn inmiddels verworven
artistieke vrijheid wordt hier het symbool van de menselijke vrijheid, waarvoor
Van Gilse in de jaren na 1933 met al zijn krachten streed. Thijl" speelt in
Vlaanderen tijdens de Tachtigjarige Oorlog en de figuur van Uilenspiegel is de
incarnatie van de strijd tegen onderwerping en tirannie. In deze met hartebloed
geschreven partituur stijgt op vele plaatsen de inspiratie tot ongekende
intensiteit.
Confrontatie
Langs ambtenaren
Alledaagsheid
Revolver
I-
Met bovenstaande woorden introduceert de leiding van het Holland Festival 1980
de opvoering van een zogenoemde „volks”-opera naar een libretto (gebaseerd
op het boek van Charles de Coster) van Hendrik Lindt, die waarschijnlijk als hèt
meesterwerk kan worden beschouwd van een door omstandigheden, tijdens zijn
leven en ook in de periode erna, ondergewaardeerde componist.
Lid
4
Pijper contra Van Gilse
.Vf'
Villa-bus
Het Rotterdamse Onafhankelijk Toneel gaat in het kader van het
Holland Festival Maxim Gorki’s „Zomergasten” spelen, maar niet
zoals gebruikelijk in een theater. De produktie staat nog in de
kinderschoenen, maar het is al zeker dat het publiek bij een bushalte
wordt opgehaald om vervoerd te worden naar een villa met
onbekende ligging. Eenmaal daar wordt men ontvangen en
T uitgenodigd de villa te betreden om te zien wat de vijftien echte
Zomergasten met Gorki’s werk gaan doen.
- w
i I
R -■ a t
f
i Oi
9
a
Jan van Gilse
Willem Pijper
Gorki’s Zomergasten
wandelen door het huis
al
I*
I
II
Gilses, neemt daarin een belangrijke
plaats in.
Grafmonument Jan van Gilse op het
Kerkhof te Oegstgeest. door Marl An-
driessen
V
..Het leek ons het aantrekkelijkst
om het stuk heel letterlijk te
nemen”, zegt Matthias de Koning,
samen met Mirjam Koen en Rieks
Swarte de initiatiefnemers tot het
Holland Festival-project. „Gorki
liet vijftien mensen jaarlijks
bijeenkomen in een van de
zomermaanden. Wij voegen daar in
de maand juni nog eens 50 gasten
aan toe, niet op een plekje buiten,
zoals Gorki het bedoelde, maar in
een villa bij Den Haag voor twee
weken en in een villa bij Rotterdam
voor een week. In niets zullen die
twee bouwwerken op een theater
lijken. We zullen slechts gebruik
maken van wat extra stoelen. Het
daglicht is ons toneellicht.
Naarmate de voorstelling vordert
doen we gewoon wat
schemerlampjes aan
Al is Zomergasten een kort project
het duurt slechts twee Holland
Festival-weken, de week Rotterdam
wordt in samenwerking met theater
De Lantaren verzorgd hpt geeft
het Onafhankelijk Toneel eindelijk
de mogelijkheid een al lang
gekoesterde wens in vervulling te
laten gaan. Matthias: „Zomergasten
geklaag over en weer. Voor ons lag
de essentie in het feit dat je midden
in een aantal gesprekken valt die al
jarenlang worden gevoerd en die
confrontatie willen we het publiek
geven”.
Matthias: „Er moet een soort
spanning zijn, en die spanning moet
eigenlijk zo ver gaan dat het
publiek zegt: Waarom spelen ze dit
stuk niet in een toneelzaal?”
Dat neemt niet weg dat het wel een
toneelspel is dat wordt gespeeld.
Mirjam Koen: „Het is niet zo dat er
een heleboel gesprekken door
elkaar heen lopen. Het toneelmatige
wordt gehandhaafd. We zullen de
personen die niet aan een gesprek
deelnemen een attitude, een alibi
moeten verschaffen om op dat
„En om nu te zorgen dat het een
confrontatie blijft, en niet een soort
vanzelfsprekendheid na verloop
van tijd, willen we juist in een
ruimte, die bij uitstek
betrokkenheid tussen spelers en
publiek kan bewerkstelligen, een
afstand over en weer creëren, door
de omgeving voor beide vreemd te
houden. Zodra men gewend is aan
een bepaalde ruimte, verkassen we
weer, gaan naar de hal, of naar een
andere kamer waar het volgende
bedrijf wordt gespeeld. Dat dit
verwarring veroorzaakt, beseffen
we terdege. Mensen zullen zich
afvragen of ze alles wel hebben
gezien. Ons project is geen film, er
is geen regisseur die bepaalt wat
wel en wat niet moet worden
bekeken, je moet hier zelf bepalen
watje ziet”.
De repetities voor Zomergasten
moeten nog op gang komen. De
aanvragen om de twee villa’s te
mogen bespelen moesten eerst een
grote groep ambtenaren passeren.
Na lang dralen werd toestemming
gegeven om in Den Haag en
Rotterdam te spelen. Het
Onafhankelijk Toneel echter vreest
de resterende korte tijd niet. In zijn
..Favorietenreeks" heeft de groep
geleerd wat het is om twee weken te
zijn geweest, is weliswaar moeilijk vast te
stellen omdat de dirigent-componist wat
dat betreft voornamelijk door Pijpers
toedoen was uitgeschakeld en
teruggetrokken leefde. Waarmee ik
overigens geenszins wil suggereren dat
Van Gilse Mengelbergs ideeën deelde,
want de componist weigerde de hem
aangeboden erebaantjes en nam zelfs de
redactie op zich van een illegaal
kunstenaarsblad. Maar dat Van Gilse,
ondanks zijn inderdaad onbesproken
gedrag tijdens de oorlog, in elk geval in
cultureel opzicht Duits georiënteerd was,
is bekend. En ook de bezetter waardeerde
het door Van Gilse in zijn opera
nagestreefde Volkstümliche in de kunst,
met de Blut und Boden gedachte als
uitgangspunt.
Door die omstandigheid viel immers de op
een stoere, soort boeren-Lage-Landen-
renaissance gebaseerde architectuur van
Kropholler zo bij de nazi’s in de smaak!
Een opera over een volksheld uit
Vlaanderen, zou als nationalistisch
gekleurd werk binnen de grenzen van het
grootduitse rijk in principe ook zeker niet
repeteren en dan een première te
brengen.
Rieks Swarte: „We hebben met
Zomergasten niet de pretentie dat
het af zal zijn. We willen in drie
weken repeteren pogingen tot
oplossingen vinden. Peter Stein
werkte een halfjaar aan zijn versie.
Het lijkt ons interessant om te zien
watje met opportunisme in een
korte tijd wel en niet uitwerkt. Wij
zeggen niet: „Dit wordt de
belangrijkste voorstelling van het
Holland Festival, al wordt die het
natuurlijk wel
Het stuk zal „op locatie" worden
gerepeteerd en wel zo dat het een
verhuizing na twee weken Den
Haag verdraagt. Rieks: „Het zal wel
moeilijk zijn, de Rotterdamse villa
Wie de villa's op eigen houtje vindt,
zal er geen kaarten kunnen kopen.
De „villa-bus” zal voor de Haagse -
voorstellingen vertrekken nabij de
Stadsschouwburg. Ook zal er de
eerste week een automobiel van het J
Festival of Fools-terrein in
Amsterdam vertrekken. In
Rotterdam wacht de bus de derde
week nabij theater De Lantaren.
voor ons alleen moeilijk om het op
het repertoire te zetten omdat we
geen vijftien mensen hebben, en het
stuk verdraagt nu eenmaal geen
rolwisselingen. Nu, met de steun
van het Holland Festival en omdat
het theaterseizoen in juni vrijwel is
afgelopen, hebben we de
gelegenheid gekregen acteurs van
andere gezelschappen te
interesseren voor ons project".
„Ik zeg met opzet interesseren,
want het is niet de bedoeling dat de
acteurs van onder meer Globe en de
Nieuwe Komedie alleen maar
meespelen. W,e verwachten een
bepaalde mentaliteit om in een
bizar gebeuren als dit mee te doen.
We willen met z’n allen
verantwoordelijk zijn voor de
produktie. Zie ons als een ad hoc-
collectief”.
De reden om het stuk op locatie te
spelen in villa’s komt niet alleen
voort uit het streven Gorki’s stuk zo
letterlijk mogelijk te nemen. Het
Onafhankelijk Toneel is gewoon in
al zijn produkties decorconstructies
te bouwen waar het publiek
omheen kan. Mirjam Koen: „Bij
Zomergasten zit je helemaal in het
decor. Sterker nog, je bent niet
alleen in een kamer met een aantal
mensen, je bent in een huis waarin
je de aanwezigheid van vijftien
mensen constant voelt. Ze
wandelen om het huis, je hoort ze
op andere verdiepingen lopen en
Zoals het Onafhankelijk Toneel
Zomergasten gaat spelen, zal het
een stuk van „alledaagsheid” zijn.
Gorki schreef het in 1904 met de
intentie duidelijk te maken dat van
de „nouveaux riches”, de
opgeklommen middenstand, niets,
maar dan ook helemaal niets
verwacht hoefde te worden in de
revolutie. Matthias: „Hij deed dat
met dialogen die niet a la Tsjechov
perfect in elkaar staken; wat hij de
figuren liet zeggen was alledaags,
direct, en in niets te relativeren”.
„Met middelen van nu hebben we
de gesprekken uit die tijd gehaald
en wat dan overblijft zijn heel
eenvoudige conversaties tussen
vijftien mensen die elk jaar bij
elkaar komen. Ze praten wat over
hun jeugd, over elkaar, ze
filosoferen wat, vallen soms over
eikaars toon en lopen weg om na
verloop van tijd weer terug te
keren. Dat hebben ze zo jaren
gedaan. Je kunt uit flarden tekst
samenstellen hoe de verhoudingen
onderling liggen, maar echt
belangrijk is dat niet. Er gebeuren
ook geen grote rampen in het stuk,
al escaleert er dit jaar wel het een
en ander, het stuk werkt niet naar
een piek toe. Het is een schets van
de burgerlijke hypocrisie, de
mannen schaken en drinken wijn,
de vrouwen denken na over wat
niet klopt”.
„Peter Stein, regisseur van de
Duitse Schaubühne, legde in zijn
interpretatie de nadruk op het
zich naderhand zou ontpoppen als een
overtuigd fascist, kon door Van Delden
blijkbaar niet worden voorzien, al leveren
bepaalde en inderdaad misschien ook wel
getoonde karaktertrekken in principe
toch meestal wel aanwijzingen in die
richting.
Het was in het begin van de oorlogstijd
dat Lex van Delden zijn vroegere
muzikale partner Hendrik Lindt opnieuw
tegen het lijf liep. De man die destijds
opviel vanwege zijn mooie stem en
gevoelige lieduitbeelding, trok nu
allereerst de aandacht door het dragen
van een zwart uniform, inclusief
omhoogstrevende pet, glimmende laarzen
met hard klikkende hakken en een
geladen revolver aan de broekriem:
Hendrik Lindt, de kunstzinnige journalist
die er zich zo toe aangetrokken voelde om
zijn vriend Jan van Gilse een libretto te
leveren dat over een vrijheidsheld
handelt.
Hoe Van Gilses houding tijdens een
actieve maatschappelijke carrière zou
t
tegen elkaar praten. Al hoeft het
publiek op geen enkele manier mee
te spelen, het raakt wel erg
betrokken bij de voorstelling denk
ik, en niet het minst door het stuk
zelf...”.
r
<i
1
in
I
l is een uniek werk. Waar vind je een
stuk waarin een volledige bezetting
j van vijftien mensen voor de volle
100 percent interessant is? Het was
Het publiek heeft Jan van Gilse - die
vooral als dirigent, onder andere als chef
van het USO, naam heeft gemaakt - in het
verleden als componist allereerst leren
kennen in zijn oratorium Kreis des
Lebens en in zijn Lebensmesse, waarin
Wagner-, Richard Strauss-, Bruckner- en
Mahler-invloeden aanwijsbaar zijn
evenals in de destijds door Mengelberg
uitgevoerde Tweede en Vierde Symfonie,
voorts in de Tagore-liederen die onder
Van Beinums leiding al voor de oorlog -
met Hélène Ludolphe als de
sopraansoliste - bij het
Concertgebouworkest te horen waren en
waarin Van Gilse dan intussen al eigen
wegen is ingeslagen om tot een
persoonlijker stijl te geraken. En tenslotte
dan in zijn muziek uit Thijl, waarvoor
Haitink met het Concertgebouworkest en
i in belangrijker mate Kersjes met het
Amsterdams Philharmonisch zich
beijverden om die bij het publiek ingang
I te doen vinden en welke ook niet naliet
3 indruk te maken.
moment in de kamer of de hal of
waar dan ook aanwezig te zijn.
Maar zoals we het nu overzien zal
dat niet volgens een strakke regie
gaan. De tekst is het enige dat vast
staat, de mise en scène zullen we
voor een groot deel aan de spelers
overlaten, als het maar duidelijk
blijft dat er vijftien mensen in
eikaars nabijheid zijn
onwelkom geweest zijn.
De Van Gilse-historie krijgt daarom
uiteindelijk een gespleten karakter: Jan
van Gilses beide zonen worden als
ondergrondse verzetsmannen door de
Duitsers geliquideerd en de tegendraadse
componist moet met de partituur van zijn
(inmiddels verboden) opera „Thijl”
onderduiken. Maar zelfs vanaf zijn
onderduikadres blijft Van Gilse
onbegrijpelijkerwijze in contact met de
„foute” Hendrik Lindt, die bovendien tot
Ada van Gilses dood, in de zeventiger
jaren, de trouwe huisvriend blijft die hij
altijd geweest is en in wiens handen
uiteindelijk Van Gilses hele artistieke
nalatenschap komt te liggen. Wie zal in
deze hele gang van zaken achteraf nog een
helder inzicht kunnen krijgen?
Waarom dient er overigens na zoveel
jaren nog een poging gedaan te worden
om deze vreemde affaire te belichten?
Omdat de eerlijkheid gebiedt dat thans
nog eens ronduit gezegd moet worden dat
Pijper, ondanks zijn enorme begaafdheid
op artistiek vlak en zijn betekenis voor de
toonkunst, zijn integriteit als mens
verloren heeft in de kwestie met Van
Gilse. Die inhumane houding kwam
misschien zelfs wel voort uit jaloezie ten
opzichte van een collega, die als
componist dan geenzins revolutionair
maar misschien toch zelfs wel groter was
dan Pijper zelf. Ook al plaatste Pijper het
conflict in het teken van vernieuwing
contra een min of meer reactionaire
opstelling en van het in die dagen
heersende culturele kleurcontrast Frans-
Duits.
Maar en nu komt het als die
eerlijkheid dan wordt nagestreefd, moet
niet de fout worden gemaakt om bij het
rechtzetten van verdraaide feiten,
bepaalde en toch wel dubieuze
achtergronden van de partij die van
Pijpers infame journalistenpraktijken het
slachtoffer werd, op hun beurt te gaan
verdoezelen. Het aan alle kanten
belichten van de werkelijkheid in het
kleinmenselijke muziekwereldje heeft,
wat mij aangaat, dan ook alleen maar ten
doel om de partijdigheid uit de wereld
(van de kunst) te helpen, zodat een
eventueel oordeel alleen de muziek-zelf
zal betreffen.
Dat de verlate première (op 5 juni in het
Scheveningse Circustheater) van Van
Gilse opera „Thijl” op zijn plaats is en een
bijzonder grote belofte inhoudt, werd
overigens in het verleden al door
gedeeltelijke uitvoering-in-concertvorm
ervan bewezen. Kennismaking met het
geënsceneerde totaal, het kunstwerk in
zijn bedoelde vorm dus, kan dan ook
terecht met spanning tegemoet worden
gezien.
Alle journalistieke vuilspuiterij ten spijt,
zoals die door Willem Pijper ten aanzien
van de persoon en het werk van Jan van
f Gilse werd beoefend, lijkt er uiteindelijk
I toch recht gedaan te worden aan de
I kwaliteit van Van Gilses partituren en
wordt de via een hetze verguisde
I componist - waarlijk een van de zwartste
bladzijden uit de geschiedenis van de
muziekjournalistiek - posthuum in ere
hersteld.
Door de eenzijdigheid waarmee „het
geval Van Gilse.’ in navolging van Pijper
ook in later jaren werd bekeken en
becommentarieerd, ontstaat er nu echter
automatisch een tendens om in een
tegenovergestelde kritiek van eenzelfde
eenzijdigheid te vervallen. Nu wordt
Pijper de zondebok en Van Gilse op een
voetstuk getild; wit wordt zwart en zwart
wordt wit. Maar zo eenvoudig liggen de
zaken nu eenmaal nooit. En als bijdrage
tct de noodzakelijke vorming van een
genuanceerder beeld, zou onderstaande
achtergrondinformatie kunnen dienen.
Belichting van een bepaalde
vriendschapsband in de kring van de Van
In 1963 verscheen als zijnde van de hand
van Ada van Gilse-Hooijer, de weduwe
van de componist, een boek getiteld
„Pijper contra Van Gilse”, waarin Van
Gilses schandelijke bejegening door
Pijper en de min of meer catastrofale
gevolgen daarvan uit de doeken worden
gedaan. In het voorwoord brengt
mevrouw Van Gilse dank aan iemand die
haar met raad en daad zou hebben
bijgestaan, maar die iemand (die door
Ada van Gilse als „trouwe vriend” wordt
betiteld en die door insiders als de
werkelijke schrijver van het bedoelde
boek wordt beschouwd) was Hendrik
Lindt - de librettist van Van Gilses opera
Thijl - wiens onvaderlandse houding in de
jaren 1940-1945 de Van Gilses in dit
verband alleen maar zou kunnen
compromitteren.
Voor de duidelijkheid moeten we nog
verder terug in de geschiedenis, naar een
gebeurtenis die plaats had op 26 oktober
1940, toen in het Bloemendaalse
Wildhoefplantsoen een hardstenen bank
onthuld werd, die daar ter ere van de
nagedachtenis aan de zanger Jacques van
Kempen door diens vrienden, leerlingen
en bewonderaars was opgericht. De
initiatiefnemers tot de plaatsing van dit
gedenkteken verzamelden zich bij die
gebeurtenis in twee groepen. Een op het
eerste oog onbegrijpelijke spitsing van het
voor een en hetzelfde doel bijeengekomen
gezelschap. De oorzaak ervan lag evenwel
in het feit dat ene Hendrik Lindt zich
onder de betrokkenen bevond. Deze
redacteur van het dagblad Het Volk had
zangles gehad van Van Kempen en wijdde
niet alleen een groot artikel in zijn krant
naar aanleiding van het verscheiden van
zijn leraar, sprak eveneens roerende
woorden ten afscheid aan diens groeve, in
het bijzonder van vele prominenten uit
het muziekleven van die dagen.
Door Lindts houding, die na het uitbreken
van de Tweede Wereldoorlog steeds
duidelijker profiel zou krijgen, werd
naar dus eerst later zou blijken
eigenlijk een smet geworpen op de naam
van de tenor Jacques van Kempen, die
weliswaar tot in de jaren dertig toe
veelvuldig te Berlijn optrad en voor de
Duitse radio zong, maar die zeker geen
nazisympathieën koesterde, doch zich
eerder in het licht der gebeurtenissen
bezorgd maakte over het toekomstige lot
van zijn joodse vrienden en collega’s.
De componist-journalist Lex van Delden
begeleidde Hendrik Lindt in de
vooroorlogse periode aan de piano en gaf
huisconcerten met hem. „Toen Jacques
van Kempen overleed, ebde plotseling alle
zekerheid van interpretatie uit Lindt
zangkunst weg”, weet Van Delden zich
nog goed te herinneren. „Hij had
kennelijk een sterk iemand achter zich
nodig om op te steunen.” Maar dat Lindt
A
is de helft kleiner dan onze Haagse
behuizing. Er zal echter wel een
mouw aan te passen zijn, per slot
van rekening zijn we gewend in
gebouwen te spelen, in het kader
van het Amsterdams Elektrisch
Circus hebben we zelfs jaren buiten’;
gespeeld. Eén van onze kenmerken i
is altijd geweest dat we het publiek
inzicht geven in onze manier van i
het maken van schijnvertoningen.
Want schijn is elke vorm van
theater. A L'
Mysterieuze vriendschap tussen
een componist en zijn librettist
Onafhankelijk toneer ..We willen Gor
ki's zomergasten zo letterlijk mogelijk
nemen"
A
p
■-