Letterkast Fluitekruid 3 r i.p.v. stenen ■n _l Mi PETER ANDRIESSE JI U L IJ k ST IJ k K E N. L 2. HANS ROMBOUTS '■4 tgjksaia WK Rechts boven: mars van Turken. Temidden van slaven en gevangenen komen ze triomfantelijk aan, met standaards en wapens. De zwarte slaven dragen hun trommels, instrumenten en lansen. Gevangenen worden geketend meegevoerd. In de barcarolle vindt men een compleet zeemansdrama terug. De vissers nemen afscheid van hun vrouwen en vriendinnen. Eerst varen de scheepjes rustig voort. Dan worden water en wind woeliger. Wolken bedekken de hemel. Er valt een schepeling over boord. Het anker wordt uitgegooid. Grandville was geen Mozart of Schubert. Hij was wel een speels man, die zich op uitzonderlijke wijze met muziek en dan met name met muzikale notaties bezighield. Hij hield ervan om korte werkjes te componeren en de noten een menselijk trekje te geven. Muzikale beeldverhalen. Hieronder treft men wat voorbeelden van zijn speelse kunst aan. Vier heren in gala vragen hun dames ten dans. Tot grote ontsteltenis van een van de dansers valt zijn partner. De andere paar tjes gaan gewoon door. Iets verderop bezwijkt een bank onder het gewicht van drie personen. Een van hen, een meisje, bezeert zich aan de knie, hetgeen haar vriend met belangstelling vervult. Door het licht van de balzaal wordt een mug (een kruis voor de noot) aangetrokken. Een van de meisjes wil die met een zakdoek verjagen. Buiten adem wil ze uitrusten. Ze krijgt een stoel geoffreerd. De dansers gaan uitgelaten verder. Aan het slot is iedereen moe. Een danser wist zich het voorhoofd af. Zelfs dat wist je met. Bestond je eigenlijk wel? Er was geen enkele mogelijkheid om dat vast-te stellen. Tevergeefs. In wanhoop steken de vissers hun armen omhoog. De storm wordt heviger. Een boot slaat om. Door de vuurtoren geleid komen drie schepen weer thuis. Een wanhopige moeder met een kind op de arm wacht op het strand. Meeuwen zwermen om haar heen. Links onder: een echte ronde, een kring van mannen en vrouwen. Het zijn equilibristen, pantomimespelers enz. Er is een versnelde beweging bij de terugkeer van het refrein. De kruizen worden afgebeeld door spinnen of tarantula’s. Tot slot een galop voor een gemaskerd bal. Een heks verschijnt op een bal. Met haar lantaarn lokt ze de feestvierders mee. Ze jaagt het tempo van de muziek op, totdat de gemaskerde dansers tegen elkaar aan rollen en op de grond vallen. Ze verdwijnen achter de horizon. Het leek of je blind was. En doof. Want geluiden waren er niet te horen, zelfs je eigen hartslag niet. Ook geluiden zijn gebeurtenissen, geluid is een beweging in tijd en ruimte. Kon je nog wel spreken van ruimte als er geen afbakening zichtbaar was van die ruimte ten opzichte van andere ruimten? Kon je nog wel spreken? -w-^e enige die jou kan laten bestaan, die y 1 jou kan bevrijden uit je witte opgeslo- -Ltenheid, ben ik die dit schrijft: Er was een schok, dat voelde je, er was een krijsend geluid als van staal op ijs, dat hoorde je, er viel een gat in je witte opgeslo tenheid, dat zag je. En je zag, hoorde en voelde veel meer, je werd als het ware overspoeld door bewust- zijnsindrukken. Er klonk dansmuziek en het geroezemoes van honderden stemmen, er was het licht van flonkerende kristallen kroonluchters, er was glanzend parket, zachte tapijten, sierlij ke ornamenten, er vloeide champagne Je voelde de zachte huid van een meisje met zwart haar en donkere ogen. Ze droeg een lange rode avondjurk en ze bewoog zich soepel in je armen, terwijl je met haar danste. Nu wist je waar je was en op welk tijdstip. Kort daarop verdween je in het zwarte, ijskoude water van de Atlantische Oceaan. WV7- aar bevond je je? Je wist het niet. Je was in een ruimte die, door zijn gelijkmatige witheid en zijn overal gelijke onzichtbare verlichting, oneindig groot leek. Zoals het heelal ons oneindig groot lijkt, omdat we er zelf in zitten en er nooit buiten zullen komen. Zo zat jij in je oneindige, witte heelal. Er waren geen hoeken, geen vloer, geen muren, geen plafond, geen schaduwen. Slechts smetteloze witheid. Een wit dat je nergens mee kon vergelijken, nergens was het wit anders, er was, geen plek in je omgeving waarvan je kon zéggen: het wit is hier witter of grauwer dan elders. Welk tijdstip was het? Je wist het niet. Aan niets kon je zien waar en wanneer je je bevond in je witte ruimte. Ook wist je niet of die ruimte waarin je je bevond, misschien zelf bewoog, want je zat er zelf in. Het enige wat je wist, was dat je hier was, dat jouw lichaam zich in een gelijkmatige witte ruimte bevond. Van wat er zich buiten die ruimte afspeelde wist je niets, terwijl het enige wat er zich in die ruimte bevond, je eigen lichaam was. A IVIaar niets waargenomen wordt, ge- ML' beurt niets. Waar niets gebeurt, kan ook niets be schreven worden. Er was geen begin en geen einde, er veran derde niets en de tijd stond stil voor eeuwig. Een gebeurtenis is als zodanig te onderschei den van de rest van alles wat er is, omdat iets anders is dan die rest. En er is verloop van tijd. Een verandering is een gebeurtenis, waarbij het tijdsverloop een essentieel onderdeel is. Als er niets verandert, gebeurt er ook niets. Het verstrijken van tijd is een voortdurende gebeurtenis en alleen verandering maakt het verstrijken van de tijd waarneembaar. Maar hier gebeurde niets, veranderde niets en stond de tijd stil. Een gebeurtenis kan ook beschreven wor den als een beweging in ruimte en tijd. Een beweging is een verandering van iets (fi guur) ten opzichte van een achtergrond bij het verstrijken van tijd. Er bewoog niets. De enige „figuur” die tegen een achtergrond zou kunnen bewegen, was jijzelf en je be woog niet. Ook al zou je wel bewegen, dan maakte dat nog niet veel uit, alleen je eigen kinestetische receptoren zouden het regi streren, niet je ogen. De achtergrond was gelijk aan de voor grond, boven, onder, links en rechts, voor en achter, alles was gelijkmatig wit. Ie at the Titanic r i a- OOSThRSI.HK KlUJCbMAl'.SCh GECOMPONEERD EN GETEEKENÜ DOOR J. J. GRANDVILLE. t- Speelse kunst BARCAROLLE. ar t iw RONDE TARANTULA GALOP VOOR EEN it; n in k i- d s Er was eens een demonstratie tegen het geweld op aarde. In Nederland. Kort na de stenengooierij in Amsterdam. De ME was opgeroepen om orde op zaken te stellen bij deze nieuwe demonstratie. De manschappen besloten hun lange latten, traangasgranaten en rieten schilden op het bureau te laten liggen. De helmen eveneens. En omdat het mooi weer was, het gras frisgroen en de leeuweriken hoog in de blauwe lucht vrolijk kwinkeleerden vonden de mannen van de ME het lekkerder om hun gevechtsjasjes maar aan de kapstok te laten hangen. Zodoende stapten ze de wei in met een zomers blauw T-shirtje. Aan de andere kant zaten de demonstranten ook in zomertenue. Ze hadden net geluisterd naar een burgemeester, die op zijn hurken had uitgelegd, dat hij best de motieven van de geweldafkerigen begreep, maar dat hij hun toch vriendelijk en beleefd moest verzoeken om nu maar de gitaren en spandoeken in te pakken. Zouden ze dat niet doen zo zei hij, nog met een glimlach om de lippen dan zouden de dames en heren demonstranten weggedragen worden, bij wijze van spreken als baby's door hun moeders. Zachtjes dus. Het zwiepen van de wapenstok zou in de lenteachtige omgeving verderop droomde de bloesem aan een overladen appelboom niet gehoord worden. Zo geschiedde het. De ME kwam slenterend het blauw van de shirtjes leek op dat van het zwerk boven hen aangelopen. Ze werden ontvangen met bosjes boterbloemen en fluitekruid. Alvorens de demonstranten op de blote nek te nemen staken ze de boeketjes zorgvuldig tussen de koppelriem. Fluitend en zingend oppassend geen verlaat kievitsbroedsel te vertrappen sukkelden ze met hun lachende last naar de arrestantenwagens. De auto's stopten een paar kilometer verder en de demonstranten werden vrij gelaten. Niemand werd gearresteerd of geverbaliseerd. Een sprookje? Nee. Het gebeurde zo in werkelijkheid op dinsdag 27 mei in het Betuwse Dodewaard, bij de kerncentrale. Op die manier is het een plezier om bij de ME te zitten. Een dagje uit. Kwam het omdat de ME er zelf vredig uitzag? Omdat het geen wapentuig in de hand had en geen dreigend uiterlijk (ook de ijshockeyspullen, bodyprotectors en toks waren kennelijk in de kleedkamers achtergelaten)? Kwam het omdat er geen stenen in de buurt waren (wel klonten klei: zoals men weet stenen in pre-nataal-stadium)? In Borssele werd dit jaar wél geweld gebruikt bij het verwijderen van demonstranten. Daar vielen rake klappen. Daar werden mensen gearresteerd. Terwijl er ook vreedzaam werd gedemonstreerd. Protestanten tegen kernenergie zijn over het algemeen vredelievende lieden. Het zou natuurlijk onzin zijn om te zeggen: gooi al die helmen, latten en knuppels maar op de afvalhoop ze hebben geen giftige nawerking tenminsteEn: geef die ijshockeyspullen maar aan juniortjes. En: gebruik die schilden voor het opmaken van fruitmanden. Elke situatie is natuurlijk weer anders. En je kunt niet altijd in je T-shirtje lopen, al was het alleen maar omdat de zon hier niet altijd schijnt. En aan verkouden en niezende (beslaan van kunststof- gezichtsbeschermer) ME-ers heb je ook niks. Het lijkt me trouwens voor politiemensen een erg moeilijke zaak: ingezet te worden in de ME. Je kunt midden in de gewetensproblemen terecht komen. Ik kan me voorstellen dat er toch ook politiemensen zijn tegen het gebruik van kernenergie of tegen het speculeren van huizenbezitters. (Tussen haakjes: krijgen politiemannen automatisch huisvesting als ze gesolliciteerd hebben of moeten ze bij aanvaarding van hun functie ook een huis kraken?) Er wordt ook van een politieman verwacht, dat hij in het openbaar zijn mond houdt over precaire of discutabele zaken. In de schoot van het gezin mag hij zeggen, dat hij die demonstranten bij Dodewaard eigenlijk best aardige mensen vindt en dat hij het in principe best met ze eens is zijn vrouw schikt de fluitekruid en de boterbloemen even in de vaas. Maar buiten de muren van zijn huis moet hij net doen alsof die demonstranten hetzelfde zijn als criminele wetsovertreders. En wat moet een vader, wiens brood op het politiebureau ligt, thuis zeggen tegen zijn dochtertje, die een project moet maken over het schandalige van dumpen van gevaarlijk afval in zee en de actie van Green Peace tegen die dumpers? Dat lijkt me geen simpele zaak. Gelukkig hoefde in het geval van die actie in Rotterdam de politie, de ME, niet tegen de Groene Vrede-aanhangers op te treden. In het andere geval zou ik die vader niet benijden. De opleiding van de ME-ers is er op gericht geweld te voorkomen ofte breken. Daar wordt fiks in geoefend. Het schijnt zelfs zo te zijn, dat bij die oefeningen de als demonstranten verklede politiemannen (en -vrouwen) er zo hard tegen aan gaan, dat voor de „echte" ME-ers gevaar voor lijf en leden ontstaat. Misschien gaan de toekomstige ME-ers nu ook oefenen in het plukken van fluitekruid en boterbloemen (dat zijn geen beschermde plantensoorten). De renaissance van de flower-powertijd? HANSROMBOUTS Last quickstep1? GEMASKERD BAL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 31