door Klaas Pieter Rieksen
Confronteren
door Pieter Mul
Verbazing alom en een
asgrauwe grijns om zoveel
domheid van de opstellers van
het persbericht kan nauwelijks
worden onderdrukt. Want hoe
kunnen tv-toestellen hun
wederzijdse belangen nou gaan
bespreken!? We lezen verder:
„Tweehonderd en vijftig
televisietoestellen zijn
uitgenodigd om deel te nemen
aan dit congres. Vijftig
afgevaardigden treden op als
vertegenwoordigers van
televisies van alle soorten
systemen, modellen en vormen.
Als coördinator treedt één toestel
op, dat het openingswoord zal
houden, gevolgd door
toespraken van de drie
belangrijkste delegaties”.
Alle aandacht heeft zich wat de buitenlandse
werknemers In Nederland betreft toegespitst op de
illegalen. Hoe oordeelt een legaal in ons land
verblijvende „gastarbeider” over de Illegaal hier
wonende collega’s? Pieter Mul had een gesprek met
een legale werker, de Joegoslaaf Joca Jordakovic, die
bij de Hoogovens werkt door bemiddeling van een
Joegoslavlsch „koppelbaasbureau”. Als zijn louter
persoonlijke mening geeft Jordakovic weer, dat hij
vindt dat de Illegalen ons land moeten verlaten.
Rehabilitatie
De rust wil niet terugkeren in het korte
pezige lijf van Joca Jordakovic. Tot
drie maal toe springt hij getergd op
vanaf de bank. Maar ook de laatste
maal willen de laden in het kleine
wandmeubel hun geheim niet prijs
geven. De foto’s die Joca’s trots
verbeelden komen niet tevoorschijn.
„Het is echt een mooi huis, dat moet u
geloven.” Jordakovic loopt weer naar
de grote lijst aan de zijkant van de
woonkamer. Tientallen fotootjes,
voornamelijk in kleur, van familie en
vrienden thuis in Joegoslavië achter
een glasplaat. Op een daarvan een
bijna afgewerkte woning, zo te zien
met een boerenerf. Type fraai chalet
met zo'n overhuifd balkon. Kennelijk
niet alleen de specialiteit van het
landelijke Oostenrijk en Zwitserland.
„In 1975 ben ik aan dat huis
begonnen. Helemaal zelf gebouwd. Al
mijn vakantietijd is er in gaan zitten.
Plus een hoeveelheid dinars die in
Nederland ongeveer
vijfenzeventigduizend guldens waard
is.”
Een citaat uit de uitnodiging voor
's werelds eerste tv-congres dat
van maandag 23 juni tot en met
vrijdag 27 juni in Amsterdam
wordt gehouden:
„Gedurende deze periode van
vijf dagen komen afgevaardigde
televisietoestellen uit alle delen
van de wereld tezamen om hun
wederzijdse belangen te
bespreken”.
I
Het bezoeken van con
gressen lijkt een soort in
ternationale hobby. Of
het nu om de kwaliteit
van saucijzebroodjes
gaat of de manier waarop
het beste tuinbonen ge
kweekt kunnen worden,
het maakt allemaal weinig
uit. De deelnemers stro
men toe.
Een uitnodiging voor
„World’s first tv-conven-
tion” wekte dan ook nau
welijks verbazing, hoewel
dat woordje „eerste” wat
pretentieus leek. Maar
hoe anders bleek alles te
zijn na het lezen van de
broodnodige informatie.
Hierbij een verhaal over
een congres waarbij de
menselijke wezens wor
den gedegradeerd tot
toeschouwers en de
techniek de macht volle
dig in handen heeft.
vaak een moeilijk verteerbare zaak.
tv spreekt
Een gastarbeider
in goeden doen
I
I
Een tekening van de opstelling van
World's first tv-convention" zoals die
door Menno Dieperink in opdracht van
Raul Marroquin werd gemaakt.
Zoveel veronderstelde domheid
kan toch niet in een paar regels
bijeengebracht worden. Hier moet
iets merkwaardigs aan de hand zijn
en na het inwinnen van enige
informaties blijkt deze conclusie
gerechtvaardigd
Het betreft hier kunst.
Raul Marroquin is de geestelijke
vader van dit congres. Deze 32-
jarige Colombiaan, die in 1971 naar
Nederland kwam en aan de Jan van
Eyck Academie in Maastricht
studeerde, noemt zich een video
kunstenaar en zijn werk speelt zich
dan ook hoofdzakelijk op
videotapes af. In de afgelopen jaren
experimenteerde hij veel met
fotografie, film en video, maar
besloot zich uiteindelijk te
specialiseren in het werken met het
nog vrij nieuwe medium video.
Vooral de technische
mogelijkheden (onder meer het feit
dat het opgenomen materiaal
onmiddellijk kan worden
teruggezien en dus ook beschikbaai
is) trokken hem aan.
Om zijn projecten in een
overkoepelende stichting onder te
brengen zette Raul Marroquin
„Mad Enterprises” op poten,
waarbinnen Menno Dieperink als
voorzitter fungeert. Deze stichting
werd vooral opgezet qm organen
die de projecten van Marroquin
moeten subsidiëren een officiële
instantie in handen te geven.
Mad Enterprises is nu ook de
officiële organisator van „World’s
first tv-convention”, waarbij Raul
Marroquin als verantwoordelijke
man opereert en Menno Dieperink
als art-director (hij verzorgt onder
meer de opbouw van de
congreszaal waar de ongeveer 180
tv-toestellen hun vijf dagen zullen
slijten). Maar het bleef niet beperkt
tot deze twee, in totaal werken aan
het congres 30 mensen mee.
per dag tv op het scherm gebracht)
en de onderdelen (waarbii de
noodzaak om tot standaardvormen
te komen zal worden besproken).
Het klinkt natuurlijk wel allemaal
heel leuk, om tv-toestellen over
zichzelf te laten praten, maar dat
kan dus niet.
Ondanks het feit dat Raul
Marroquin zichzelf geen socioloog
Joca Jordakovic: „Je kunt niet iedereen
zondermeer naar Nederland laten komen om
hier te blijven".
moeilijk gehad. Na zes weken al lag ik in
Haarlem in het ziekenhuis, operatie aan
de blindedarm. Ik sprak geen woord
Nederlands, zei overal maar „da” op als
reactie. Dat betekent ja maar ik wist niets
anders. In dat ziekenhuis had ik het idee
dat ik zo snel mogelijk terugwilde. De
weken daarna heb ik boekjes gekocht om
Nederlands te leren. Eenmaal weer aan
het werk ging het wel. Van ons loon van
honderdtwintig gulden per week werd
twintig gulden ingehouden voor eten en
onderdak, dat was in Zwanenburg. Dertig
gulden per week ging naar Joegoslavië.
Dat werd verplicht overgemaakt want er
waren ook jongens die alles anders maar
aan drank en zo zouden hebben
opgemaakt. Ik had thuis ook nog een
vrouw en twee zoons. De laatste jaren
worden ze grootgebracht door mijn
ouders. De oudste jongen is nu
eenentwintig, de jongste is veertien en
gaat nog naar school. De oudste is nu in
dienst en zou hier ook willen werken.
Mijn vrouw en ik hebben een paar jaar
twee banen gehad om veel geld te
verdienen voor ons huis. Overdag werkte
ik dan bij een supermarkt en ’s avonds in
een restaurant. Nu doen we dat niet meer
maar het is de enige mogelijkheid om
goed te verdienen. Er zijn buitenlanders
die niet willen werken. Ik zeg niet dat ze
dat allemaal doen maar ik heb lieden
gezien die gewoon na een paar weken
Toch heeft Marroquin wel voor de
tv gewerkt, zij het dat hij toen voor
een kabelmaatschappij in San
Francisco als het ware geheel
zelfstandig zijn eigen ideeën kon
uitwerken en realiseren. Voor zijn
„Natuurlijk, ik weet ook niet zeker
of dat voor werkelijk alle landen
geldt. Ik heb nog nooit de
gelegenheid gehad om in Tibet naar
de tv te kijken, maar ik denk dat
mijn vermoeden wel juist is. Neem
nou „Wie van de drie”, dat is een
Amerikaans programma, zoals dat
daar in de jaren ’50 werd gemaakt.
„Kojak” is bijna over de hele
wereld te zien geweest en de shows
van Lucy Ball zijn in het Arabisch
vertaald”.
of specialist in de
massacommunicatie wil noemen is
zijn kijk op het medium televisie
overduidelijk.
rondjes gingen lopen”. Rondjes lopen?
„Ja, niks doen of heel langzaam werken
zodat ze werden ontslagen. Dan konden ze
toch nog altijd een uitkering krijgen.
Hadden ze toch nog tachtig procent en
hoefden ze niet zo vroeg hun bed uit. Dat
vind ik fout.
Net zo als ik het fout vind dat illegalen
hier in Nederland zouden mogen blijven.
In Joegoslavië heb ik alles ook volgens de
regels moeten doen. In Nederland moest
ik de eerste jaren ook steeds weer voor
een witte arbeidskaart zorgen. Je kunt
niet iedereen zondermeer naar Nederland
laten komen om hier te blijven. Als ze
morgen tegen mij zouden zeggen dat ik
het land uit moet dan zou ik gaan. Wat
moet ik anders doen, oorlog maken?”
Voor Jordakovic en zijn vrouw Danica
ligt die zaak derhalve vrij simpel Niet
onbegrijpelijk gezien de welvaart die zij
zich via tien jaar hard werken en sparen
hebben weten te vergaren. Jordakovic’
zoveelste werkgever in directe zin is nu
Hoogovens. Het bevalt hem daar goed
maar veel langer dan vermoedelijk nog
een jaar zal hij er niet blijven. Hij wil
terug naar Kucevo, Servië- Net als tien
jaar terug wil hij van vestiging in
Nederland niets horen. „Mijn vader en ik
hebben nu ongeveer dertig hectare land.
Ik denk erover om een stal te kopen en
zo’n honderd koeien. In juli ga ik voor zes
weken vakantie naar huis maar volgend
jaar denk ik dat ik voor de laatste maal
terugreis”.
In het periodiek „Fandangos”, dat
wordt gedrukt op de Jan van Eyck
Academie, stelt Raul Marroquin:
„Televisie is nog steeds een
commercieel en politiek
instrument, dat wordt gebruikt (of
gemanipuleerd) door individuen en
instanties die meer belangstelling
hebben voor hun eigen gewin dan
voor video als nieuw
communicatiemiddel”
In woord en beeld wil Raul
Marroquin met zijn congres het
publiek iets duidelijk maken. Maar
wat overkomt een bezoeker als hij
het congres bezoekt?
Tijdens het gesprek voegt hij daar
aan toe: „Via de televisie vindt een
enorme manipulatie plaats van het
publiek. Men zegt dat een
theaterstuk als „Einstein on the
beach” ik noem maar watniet
op prime time (tussen 20.00 en 22.00
uur - KPR) kan worden
uitgezonden, omdat het de mensen
niet zou interesseren. Maar wie zegt
me dat het de mensen niet
interesseert? Niemand kan me dat
bewijzen, omdat het eenvoudig nog
nooit is geprobeerd”.
4
toont de maarschalk in burger, zijn
linkerwang. De Joegoslaaf blijkt zijn ex-
president al tijdens diens leven netjes uit
programmagidsen voor radio en tv te
hebben geknipt. „Maar ik heb een veel
mooiere foto, gekregen van Tehnomont”,
zegt de gastheer ongevraagd. Bij z’n
terugkeer heeft hij een forsere afdruk van
Tito’s portret bij zich. De president
ditmaal gekleed in een zwart colbert met
daarop een enkele onderscheiding.
Uiteraard weer naar links wegkijkend.
Een fraaie reproduktie in rechthoekige
vorm. Tehnomont is formeel de
werkgever van Jordak, zoals hij zijn
achternaam afkort. De onderneming is in
Joegoslavië een groot metaalbedrijf met
vestigingen in verschillende grote steden.
Daarnaast bemiddelt het al jaren bij de
werving van arbeiders die hun geluk in
West- en Midden-Europa willen proberen.
Zo ook in Nederland. Jordakovic is via
Tehnomont bij Hoogovens gekomen.
Het Nederlands van Jordakovic is voor
vele Friezen en Limburgers om jaloers op
te zijn.
„Bij mij op de fabriek waren vier
mensen die wel naar het buitenland
wilden, bankwerkers net als ik. We
konden naar Oostenrijk, Zwitserland,
West-Duitsland. Ik wilde naar Holland
omdat de chef op het werk zei dat het daar
het rustigst was. In Oostenrijk waren veel
bandieten en zo. Van Holland wist ik
verder niks. Ja, alleen dat Amsterdam de
grootste stad was. Maar dat maakte mij
niet zoveel uit, ik wilde alleen maar meer
geld verdienen dat in Joegoslavië
mogelijk was.
Met de vrouw was dat niet zo eenvoudig.
Die dreigde naar haar ouders terug te
gaan als ik naar het buitenland ging. Toen
heb ik gezegd: je doet maar. Eenmaal in
Nederland hebben we veel met elkaar
geschreven en is het weer goed gekomen.
Na een jaar is zij ook hierheen gekomen.
Ik had toen gewerkt bij meubelfabriek de
Cirkel in Zwanenburg maar daar moesten
Uiteindelijk wordt het duidelijk dat
Marroquin omtrent het medium
televisie zo zijn eigen ideeën heeft
en die middels zijn object „World’s
first tv-convention” wil overdragen
aan het publiek. Ogenschijnlijk zijn
het dus de tv’s, die iets te vertellen
hebben, maar in feite beluistert de
toeschouwer de visies van de
kunstenaar. Voor de tien uur dat
menselijke wezens dit congres
mogen bijwonen (iedere dag twee
uur) maakte hij negen uur
videotape, die als basis dienen voor
het congres. Zegt hij: „Ik gebruik
die toestellen om te vertellen wat ik
van bepaalde dingen denk”.
En om duidelijk te maken dat hij
niet de enige kunstenaar is die dat
doet: „Bertolt Brecht gebruikt zijn
stukken ook om een bepaalde
politieke visie aan het publiek over
te brengen en Picasso vertelt je ook
niet direct wat hij bedoelt, maar
door zijn werk te bekijken komt dat
toch wel over denk ik. Ik gebruik
geen toneelstukken of schilderijen,
ik probeer mijn visie op bepaalde
zaken over te brengen middels
video-opnames”.
„In de eerste plaats wil ik het
publiek confronteren met een
kunstwerk. Ik ben in de eerste
plaats een kunstenaar. En daarbij
komen mijn ideeën omtrent massa
communicatie. Mijn voornaamste
functie vind ik zelf het visualiseren
van sociale situaties. Het publiek
moet er zelf dan wat mee doen. Ik
ben niet de man die de mensheid
moet waarschuwen voor de
gevaren van dit of dat. Ik wil alleen
maar wat weergeven. Meer niet”.
i
„Eigenlijk haat ik de televisie. Het is
zo door en door slecht. Er bestaat
maar één soort televisie: de
Amerikaanse. En daarbij wordt
alleen maar rekening gehouden met
kijkcijfers en
marketingonderzoeken, die
uitwijzen op welke manier je de
mensen zoveel mogelijk kunt laten
kopen. In de rest van de wereld
wordt die televisie gekopieerd. En
als het origineel al zo slecht is, hoe
moet die kopie er dan wel niet
uitzien?”
V
I
mensen weg omdat er minder werk was.
Een dag nadat ik op straat was gekomen
had ik al nieuw werk in Zandvoort. Zelf
voor gezorgd. Ik vind dat iedereen die wil
werken dat hier ook wel kan.”
Joca Jordakovic komt uit Kucevo, een
kleine gemeente op 160 kilometer ten
oosten van Belgrado. Een Serviër die
dichtbij Roemenië woonde. „Over de hoge
berg nog zeven kilometer dan ben je bij de
grens”. Dankzij een verre voorouder
spreekt hij ook de landstaal van de
buurman. Na de lagere school en een
vakopleiding werkte hij een paar jaar op
de boerderij van zijn vader. Na anderhalf
jaar militaire dienst ging hij werken in de
metaalfabriek op vijfenveertig kilometer
afstand van het dorp. „De boerderij
leverde te weinig op voor twee gezinnen.
Mijn vader of ik moest naar de fabriek.
Daar moetje soms werk in looppas doen.
Vader is al wat ouder en het buitenleven
gewend, dus ging ik naar de fabriek”.
Met politiek en het bestuur van de
onderneming wilde Jordak niets te maken
hebben. Rustig zonder problemen kunnen
leven, dat was zijn streven. Hij is Tito er
nog dankbaar voor dat dat in Joegoslavië
mogelijk is geworden. Ook in zijn tien jaar
Nederland heeft Joca Jordak zich niet
met politiek of vakbonden bemoeid. Wel
eens een briefje naar de bond geschreven,
toen nooit meer iets gehoord en het er
maar bij gelaten.
Jordak is nog even vastbesloten als tien
jaar terug niet permanent in Nederland te
blijven.,In het begin heb ik het wel even
„Ik ben niet geïnteresseerd in de
Nederlandse televisie. Dat lijkt wat
pretentieus, maar het geldt
eigenlijk voor alle tv-systemen.
Door de makers van de huidige tv-
programma’s wordt altijd maar
gezegd dat ze zo professioneel zijn. S»
Maar dat is natuurlijk bullshit. Als^J»
je het concept van alle
programma’s bekijkt dan is het
niets. De techniek is professioneel,
maar de professionaliteit van een
programmamaker heeft niets, maar
dan ook niets met techniek te
maken, maar met het idee achter
een programma”
Maar wat gaat er nu precies
gebeuren tijdens dit congres?
De verschillende televisietoestellen
zullen geen beeld vertonen, maar
slechts de welbekende „sneeuw”.
Er zal wel uitvoerig worden
gesproken, zoals over de
rehabilitatie van het tv-toestel (dat
binnenkort niet alleen meer wordt
gebruikt om programma’s te
bekijken, maar ook als
beeldscherm voor onder andere
Teletekst, Viewdata en Databank),
de werktijden (in sommige
gedeeltes van de VS wordt al 24 uur
Alleen de menselijke geest kan een
tv-toestel van teksten voorzien (of je
dat nou leuk vindt of niet) en dan
wordt het dus erg moeilijk om er
werkelijk achter te komen waar tv’s
over zouden praten (en hoe).
Om toch enig inzicht te krijgen in de
gedachtenwereld van Raul
Marroquin, moetje als toeschouwer
enig gevoel voor science fiction
hebben en de moderne kunsten van
vandaag de dag een warm hart
toedragen.
Raul Marroquin heeft zich
gedurende een jaar of twee
geprobeerd in te leven in de situatie
van een tv-toestel. (Een citaat uit het
persbericht: „Het gaat hier om
zaken waar de kijker zelden aan
denkt, aangezien hij/zij zich
voornamelijk bezighoudt met wat
de tv aan programma’s te bieden
heeft en niet met wat voor soort
„ding” een tv is. Behalve natuurlijk
als er iets defect raakt”).
Een gastarbeider in goeden doen.
Buitenlandse werknemer zijn we al die
duizenden gaan noemen na de beginjaren.
Marokkanen, Turken, Spanjaarden,
Joegoslaven -noem ze allemaal maar op,
de mensen die werk overnamen dat tal
van Nederlanders links lieten liggen.
Vreemdelingen die beloond werden met
leefomstandigheden die niet
correspondeerden met het woord „gast”.
Buitenlandse werknemers derhalve.
Nederland heeft ze nog altijd keihard
Het congres kan iedere avond worden
bijgewoond door publiek van 20.00 tot 22.00
uur in het gebouw „The Bank",
Haarlemmerstraat 118 in Amsterdam. Het
tijdschrift „Fandangos" zal in die periode
tweemaal verschijnen om het publiek op de
hoogte te houden. De voornaamste
medewerkers zijn Raul Marroquin, Nenee
Herrera, Theo van der Aa, Menno Dieperink
en Alexander Koppenol. De technische
faciliteiten voor het congres worden
verzorgd door de stichting „Videoheads'
nodig. Ondanks de ongeveer
zeventigduizend openstaande banen.
Ondanks de dik tweehonderdduizend
ingeschreven werklozen. Onder hen
ongeveer zestienduizend buitenlanders
mét een verblijfsvergunning. Ingewijden
schatten het getal van vreemdelingen in
Nederland zonder zo’n papier op zeker
vijftienduizend. Illegalen dus van wie er
enkele honderden de plaats hebben
ingenomen van gelovigen die de kerken
hebben verlaten. In godshuizen, wijk- en
schoolgebouwen zochten zij een laatste
dak boven het hoofd.
Hoe kijkt een willekeurige buitenlander
tegen hun situatie aan? Een man die
startte als „gastarbeider” en inmiddels
een kleine zelfstandige in de dop blijkt te
zijn geworden. Een man die al tien jaar in
Nederland is, voornamelijk werkt maar in
de schaarse vrije tijd met zijn echtgenote
Nederlandse kennissen en landgenoten
opzoekt. Heeft hij begrip voor de eis van
de illegalen? Is de overheid te hardvochtig
of juist veel te zachtzinnig?
Reacties komen van Joca Jordakovic,
37 jaar, met zijn vrouw Danica wonend in
een gemeentelijk pand in Zandvoort.
Sinds een half jaar bedieningsman bij
cokesoven I. Inderdaad, van het
welbekende staalconcern Hoogovens, dat
al maanden op zoek is naar
produktiekrachten. Nederlanders willen
niet, Joegoslaven mogen niet. Ondanks
het voornemen van minister Albeda. De
Kamer eiste in meerderheid dat
Hoogovens de Nederlandse markt nog
maar eens wat serieuzer afstroopte.
Bescheiden maar opvallend heeft Josip
broz Tito een ereplaatsje midden boven
de bank in de huiskamer van Jordakovic.
De nu overleden president in een
hemelsblauw militair uniform. De
voormalige partizanenleider blikt voor de
toeschouwer naar links. Later blijkt Tito
ook op een ander portret boven de lijst
met familiekiekjes te tronen. Opnieuw
congres is van de kant van de
Nederlandse televisie geen enkele
interesse getoond, maar dat is niet
verwonderlijk, aangezien het
medium bij „World’s first tv-
convention” aardig zal worden