vooral duel tussen zelfvertrouwen [tour de France FRANSMAN LUKT NIET TE STUITEN Machine” Hinault vertoont nog geen enkele hapering ploegen” tourpuntiq „Tour „Zoetemelk mist so h Knetemann niet blij met nummer dertien I RAAS HOOPT OP GROENE TRUI V. J 27 WOENSDAG 25 JUNI SPORT 19 8 0 >6 ndienst) d. en tot ïrmelden Grote klap es. VLIEGENDE SPURTS VERPLAATSINGEN fie De grootste favoriet is ook nu weer Bernard Hinault die jacht maakt op een hoog aangeschreven dubbel: de ronde van Italië en de Tour in hetzelfde seizoen winnen. Nederland zal het, in theorie, vooral moeten hebben van Jan Raas en Joop Zoetemelk. Met artike len over deze drie coureurs, starten wij vandaag onze Tour de France-reportage. Morgen start in Frankfurt de 67e Tour de France, ’s werelds meest beroemde wielerkoers. Drie weken lang trekt het peloton beroeps coureurs over de Franse wegen om na bijna 3900 kilometer wedstrijd op zondag 20 juli in Parijs te finishen. lager 'wijs? iktionans eft heer. Klasse erkennen w I jment (Van onze sportredactie) (Van onze sportredactie) Jan Raas heeft zijn oog laten vallen op de groene trui. worden Overigens maakt Raas snel duidelijk, )r uw or de intie Bernard Hinault: opnieuw huizenhoog favoriet voor een eindzege in de Tour de France. OP- IDEN lende □ning set u •nen9 ehui-‘. nngen Het leder- Het herstel kwam middels- operatief in grijpen van dokter Derweduwen in Mol erg snel, maar het betekende desondanks niet dat ik meteen weer kon rijden alsof er niets gebeurd was. In andere jaren had ik halverwege april reeds menige wedstrijd gewonnen. Nu kwam ik pas goed op gang toen de etappekoersen begonnen”. Zoetemelks zelfvertrouwen voor het spektakelstuk dat donderdag in Frank furt begint, was groot, toen hij na een dag of acht in de Ronde van Zwitserland het gele leidersshirt om zijn schouders voel de. Groter nog was overigens de klap die hij ’s anderendaags moest incasseren. In de etappe over drie cols van de eerste categorie verspeelde hij immers niet al leen de leidende positie aan de Italiaan Mario Beccia, maar bovendien werd het gevecht op de flanken van de Klausenpas een verpletterende nederlaag vanwege de ruim vier minuten achterstand die de ontluisterde kopman van Raleigh kreeg. ’S-HEERENHOEK Wereldkampioen Jan Raas heeft de naam een realist te zijn. Hij verafschuwt valse heroïek en voelt er niets voor met woorden ver wachtingen te wekken die nauwelijks in daden zijn om te zetten. Onomwonden stelt hij over de kansen van Joop Zoete melk op een Tour-triomf: „In een recht streekse confrontatie tussen Hinault en Zoetemelk wint Hinault. Dat is een dui delijke zaak. Het zou alleen anders kun nen lopen wanneer Van de Velde en Lub- berding enorm sterk draaien. Als Hinault veel achter hen aan moet, heeft Zoete melk misschien een kansje om daar ge bruik van te maken”. De 67e Ronde van Frankrijk gaat dit jaar van donderdag 26 juni tot en met zondag 20 juli over een afstand van bijna 3900 kilometer van start in Frankftirt en aankomst in Parijs. Ter vergelijking: de korste Tour de France was die in 1904 over 2388 kilometer, de langste die in 1926 over 5795 kilometer. Er worden dit jaar 25 etappes (inclusief proloog en twee halve ritten) verreden. Daarvan zijn er vier individuele- en twee ploegentijdritten. Voor een belangrijk deel staan of val len de kansen van Zoetemelk dus bij het marcheren van de Raleigh-equipe. „Of er zou Hinault iets moeten overkomen. Al leen zou dat later toch tegen de eindwin naar worden gebruikt”, meent Raas, en terugkerend naar Zoetemelk: „Joop zegt een beetje te weinig tegen de jongens. Gelukkig zitten er bij ons renners, die het zelf wel een beetje zien en zelfs naar hem toerijden om te vragen of ze een gat dicht moeten rijden of zo”. De ploeg is in ieder geval voor honderd procent bereid voor de kopman te rijden, ondanks het feit dat Zoetemelk na zijn val in de Ronde van de Middellandse Zee nog altijd geen overtuigende indruk heeft kunnen maken. „Maar ik heb in het verle den al vaker meegemaakt, dat hij vlak voor de Tour nog niet enorm sterk pres teerde en tijdens de Tour reed dat de stukken eraf vlogen. Hij leeft er helemaal naar toe”. Een voordeel is ook, dat de ploegleden initiatief tonen bij het assiste ren van Zoetemelk en bovendien als col lectief krachtiger zijn dan de vroegere equipe van de „Franse Nederlander”. (1570 meter), de Madeleine (1984 meter) en de Joux Plane (1713 meter) tegen, voordat de finish in Morzine wordt bereikt. Daar na volgen nog de bergetappes Morzine- Prapoutel (met drie cols van de eerste categorie) en Voreppe-St. Etienne. Van groot belang voor het secondenspel zijn de zogenaamde vliegende spurts, die in diverse ritten onderweg worden gehou den. In maar liefst elf etappes komt de karavaan plaatsen tegen waar tijdwinst te boeken is. Dat is tijdens de 2e, 3e, 6e tot en met 10e, 14e, 15e, 20e en 22e etappe. Twee gebeurtenissen uit het begin van de carrière van Bernard Hinault. Die onbekende van toen, over wie destijds vrijwel alleen ploegleider Cyrille Gui mard grootse toekomstplannen durfde te Dit jaar telt alleen de werkelijke tijd van de winnende ploeg en kan er slechts tijd winst worden geboekt via bonificaties. In de vorige aflevering van de Tour boekte de Post-brigade in die ritten 2 minuten en 35 seconden winst op de formatie van Hinault. Het zou niet genoeg zijn geweest om Zoetemelk aan de winst te helpen. Hij eindigde in de eindrangschikking 3,07 mi nuten achter Hinault. Omdat ook de indi viduele tijdritten specialiteit van het huis-Hinault in kilometers korter zijn (127 nu, tegen 169 in 1979) is er wel sprake Hinault won onder erbarmelijke weers omstandigheden na een solo van 90 kilo meter en met een voorsprong van bijna negen minuten de klassier Luik-Bastena- ken-Luik. Begin deze maand sloot hij de Ronde van Italië winnend af en trad daar mee in de voetsporen van Merckx, Anque- til en Gimondi, die net als hij ook de drie grote ronden (Spanje, Italië en Frankrijk) hebben gewonnen. „En de Giro heeft me niet eens zo heel veel kracht gekost”, liet Hinault monter weten. Hij doseerde zijn krachten en sloeg toe in etappes, waarin juist niet op hem gerekend werd, omdat ze niet tot zijn specialisaties behoorden. De organisatoren zelf rekenen erop dat in de 13e rit, een helse etappe tussen Pau en Luchon over de Pyreneeën-cols Oubis- que, Tourmalet, Aspin en Peyresourde, het klassement zal worden gemaakt. Het peloton heeft er dan tien vlakke etappes, waarin het gevecht om de groene trui hoofdzakelijk zal worden uitgevochten, drie individuele en twee ploegentijdrit ten opzitten. Drie dagen na de Pyreneeën duikt de karavaan de Alpen in, met vier bergritten achter elkaar. Toch is het met het spannende papierenschema in de hand niet de vraag wie Hinault in zijn huidige vorm verslaat, maar eerder wan neer de Franse machinerie zal haperen. TIJDRITTEN De Tour telt dit jaar vier individuele tijdritten met een totale afstand van 126,5 kilometer, ruim 42 kilometer minder dan vorig jaar. De individuele ritten tegen dé klok zijn: proloog Frankfurt (7,6 km); cir cuit Francorchamps (33,4 km); Damazan- Laplume (51 km) en St. Etienne (34,5 km). De totale lengte van de ploegentijdritten is ten opzichte van vorig jaar eveneens minder. Toen was het 176 km, nu 110,8 verdeeld over twee ritten: Wiesbaden- Frankfurt (45,8 km) en Compiègne-Beau- vais (65 km). (Van onze sportredactie) FRANKFURT Uitgeblust kwam Jan Raas in 1977 minuten na de kopgroep over de finish van de wielerklassieker Gent-Wevelgem. „Wie wint er?”, kon hij nog net uitbrengen. „Hinault”, klonk het korte antwoord. Raas wees op zijn voor hoofd. Die naam maakte niets los in zijn brein, waarin alleen de klank „Hino” bleef rondzingen. „Idioot”, riep hij ver stoord, „er rijdt helemaal geen Guido mee”. Vooral na de Ronde van Italië weet de concurrentie, dat er geen enkel parcours te verzinnen is dat hem kwetsbaar maakt. Al zouden er vijf ploegentijdrit ten in de 3900 kilometer lange Tour de France worden verreden, dan nog zou hij een manier bedenken om te triomferen. Het gemor over de kortere ploegentijdrit ten (66 kilometer minder dan vorig jaar) binnen de Raleigh-ploeg van Peter Post, dat via die ritten kopman Joop Zoete melk in een riantere uitgangspositie voor de eindzege hoopte te manoeuvreren, is dan ook weinig terecht. „Peter Post heeft me steeds gerustge steld”, vertelde Zoetemelk nog voordat de fatale etappe in de Zwitserse ronde plaatsvond. „Toen ik in de ronde van Romandië nog niet de topvorm had, zei Post dat het geen reden was om nerveus te worden. De Dauphiné Libéré komt ook nog, hield hij me voor. En in de Franse rittenkoers benadrukte hij dat mijn tijd nog moet komen. Zwitserland, daarna de Tour. Kijk, op zo’n manier word je niet in paniek gebracht. Het is een factor die van grote invloed is”. FRANKFURT Dat zijn ploegmakker Jan Raas naar de Tour de France gaat met de intentie minstens één etappe plus de groene trui te winnen, is voor Joop Zoetemelk geen reden om niet op volle steun van de Raleigh-formatie te kunnen rekenen. De aspiraties van de wereld kampioen hoeven de kansen van Zoete melk immers niet te verminderen. De kracht van het team kennende, beseft de Nederlandse Tour-hoop ten volle dat de Raleighs so wie so ruim drie weken de last van het grote doel dragen. Of dat nu alleen voor het geel, alleen voor het groen of zoals nu het geval is voor beide eretricots geldt. Overigens, Joop Zoetemelk zou Joop Zoetemelk niet zijn als hij kort voor zijn tiende Tour de France plotseling ophef makende uitspraken zou bezigen. Zo in de trant van: „Dit keer is mijn grootste kans. Hinault is nog niet van mij af”. Integendeel. Zoetemelk is de eerste om de superklasse van de tweevoudige win naar te benadrukken, maar hij voegt er tevens onmiddellijk aan toe dat het een wedstrijd is die ruim drie weken duurt en die zoveel onvoorziene gebeurtenissen te weeg kan brengen, dat er 20 juli wel eens iemand anders in het geel op de Champs Elyssees kan rijden. „Iedereen heeft het over Hinault en mij, maar er is een spreekwoord dat luidt: twee honden vechten om een been, de derde loopt ermee heen”, lacht hij. „Bovendien, de Tour is niet alleen een gevecht van favo riet tegen favoriet, maar veel meer een strijd van ploeg tegen ploeg”. Joop Zoetemelk: geen opzienbarende uit spraken „Kandidaten voor de groene trui hoeven niet altijd op een minuut achterstand te kijken; het gaat hen om de punten. De renners die op het geel jagen, hebben de klok veel meer in de gaten te houden”, luidt het standpunt van Zoetemelk. Met andere woorden: Jan Raas en Joop Zoete melk hebben zowel een gemeenschappe lijk als ook een persoonlijk doel. „Jan Raas en ik hoeven elkaar niet in de wielen te rijden”, aldus Zoetemelk, die na zijn vroegtijdige beëindiging van het Neder lands kampioenschap optimist blijft dat ook zijn eventuele greep naar de groe ne trui ondergeschikt zal worden gemaakt aan de belangen van Zoetemelk. „Ik moet afwachten hoe de etappes verlopen. Als er __1 bonificatiespurts zijn onderweg, waarin Hinault secondenwinst wil pak ken, zal ik toch mee moeten spurten om dat te verhinderen. Als dat tè vaak ge beurt, houd ik voor de aankomst niet te veel kracht meer over. Verder is het de vraag of er genoeg mensen zijn voor de finale. Met Van Vliet en Priem bij me ben ik trouwens al een eind op de goede weg. van een redelijk evenwicht. Het is zeker geen uitgemaakte zaak dat de Tour uit sluitend in de ritten tegen het horloge zal worden beslist. De verplaatsingen zijn voor de renners en volgers altijd een punt van hevige discussie. Toch moet er dit jaar tussen een aantal aankomst- en vertrekplaatsen weer bijna elfhonderd kilometer worden overbrugd. De belangrijkste verplaatsin gen zijn: Metz-Longwy (60 km); Rouen- Flers (210 km); Nantes-Rochefort (175 km); Luchon-Lezignan (240 km); St. Etien ne-Auxerre (383 km). FRANKFURT. Het zelfvertrou wen van Gerrie Knetemann voor de komende Ronde van Frankrijk hij is favoriet voor de proloogzege is danig geslonken, toen bekend werd dat hij drie en een halve week lang het rugnummer dertien moet dragen. Knetemann is misschien wel de meest bijgelovige wielrenner van Europa. „In de winter was ik er al bang voor dat dit zou gebeuren”, zei Knetemann deze week in Westkapelle. „Toen be kend werd dat Zoetemelk (tweede in de vorige tour) bij ons kwam, zat het er dik in dat wij dit jaar de nummers elf tot en met twintig zouden krijgen. Nou, dan is het gauw uitgerekend. Zoete melk als kopman krijgt elf, Raas als wereldkampioen twaalf en ik als beste van de slechtsten dertien. Ik voel me er diep ongelukkig door. Ik heb ook on middellijk aan Post gevraagd om op te beien naar Frankrijk of het niet veran derd kan worden. Oosterbosch en Lub- berding willen dat nummer wel van me o vernemen.” Dat zijn de enige twee die in een massas purt goed kunnen manoeuvreren”. Afsluitend zegt de wereldkampioen: „Het is ook best mogelijk, dat ik niet één etappe win. Iedereen denkt maar dat het zo eenvoudig is. Dat kun je wel vergeten. In de eerste veertien dagen vliegt ieder een er in om een ritje te winnen. We moeten vooral oppassen, dat wij van deze Tour niet teveel verwachten. Want als je denkt dat je alles kunt winnen, kan het alleen maar een grote tegenvaller worden”. „Toch moet overschat”, zegt „Joop leeft geweldig serieus voor zijn sport. Hij zal ’s avonds na de koers bij voorbeeld nooit lang bij de ploeg blijven zitten om na te praten. Het liefst laat hij zich meteen na het eten masseren en gaat hij naar bed. En dan nog is hij met wiel rennen bezig, bijvoorbeeld een etappe- schema doornemen. Hij is een maniak”, vertelt Raas. „Het enige waar het hem aan ontbreekt is zelfvertrouwen. Anders zou hij de Tour natuurlijk allang eens gewon nen hebben. Ik zal niet zeggen dat hij Merckx had kunnen kloppen, maar wan neer je zo sterk fietst had hij Van Impe of Thevenet toch een keer moeten kunnen pakken”. De 67ste Ronde van Frankrijk kent vijf bergetappes. De zwaarste bergrit is die van Pau naar Luchon, die over vier Pyre- neeënreuzen voert. Dat zijn de Aubisque (1709 meter), Tourmalet (2115 meter), As pin (1489 meter) en Peyresourde (1569 meter). Na de eerste Alpenrit met aan komst in Pra Loup op een hoogte van 2000 meter volgt op Frankrijks nationale feest dag 14 juli de etappe over de hoogste col van deze Ronde, de Galibier (2556 meter). Verder komt het peloton de Telegraphe Tegen beter weten in en met de stille hoop dat ook de eigenzinnige Breton geen onuitputtelijke krachtbron kan zijn, werd bij de bekendmaking van het etappe- schema van de Ronde van Frankrijk de vraag opgeworpen of het parcours al dan niet op het Ijjf’van Hinault was geschre ven. Halverwege het wielerseizoen is al duidelijk dat het een zinloze vraagstelling is geweest. In hetzelfde jaar. stortte Hinault tijdens een duizelingwekkende afdaling in de Franse etappewedstrijd Dauphiné Libéré in een ravijn. „Op dat moment had het Franse tv-publiek het recht te veronder stellen dat Hinault daar met een gebroken rug lag”, schrijft Tim Krabbé in zijn boek je De Renner. „Toen klom hij er weer uit, hij kreeg een andere fiets, hij won de etappe en hij won de Dauphiné Libéré. Voorgoed een ster. Als renner was Hinault het ravijn ingegaan, als vedette was hij er weer uitgekomen en de behandeling had niet langer geduurd dan vijftien se conden”. ontvouwen, heeft zich ontwikkeld tot de nachtmerrie van het peloton. Als Hinault komt om te winnen, wint hij ook. De moeizaam uitgedokterde strategische plannen kunnen op zo’n moment als waardeloze stukjes papier verfrommeld worden. dat niet Raas. „Wij hebben mis schien twee kfappers meer dan de ploeg van Hinault. Zijn ploeg is een beetje te vergelijken met die van Merckx. Jongens veel als Mintjens, Van Schil, Swerts en Huijs- mans waren ook kanjers waar je toch niet te veel van hoorde. Ook bij Hinault zitten coureurs als Bernaudeau en Chalmel, die niet zo bekend zijn bij het grote publiek maar wel voortreffelijke renners zijn”. „Ik heb”, zegt de vijfvoudige nummer twee van La Grande Bouclé, „meer reser- L ves dan andere jaren. Het feit dat ik in de eerste weken van het seizoen niet kon E koersen vanwege een gebroken sleutel- - been, dat ik opliep in de Ronde van de t Middellandse Zee, was daarvan de reden. o'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 27