enz
enz
enz
I
>0
i
Bij de foto’s
HK
Vrouwe van
Soest, Baarn
en Ter Eem
>k
(toeristische
17
DONDERDAG 26 JUNI
1980
TOERISME
9
9
IN
Beatrix, koningin der
Nederlanden.prinses
van Oranje-Nassau,
XÉT OP ZIMJA5
O
A
met
op zondag
llM
»rd
i
IMMk - J..IJ. Il 11 .l'lliliammilMl 1 WIlMBWgWIlHWIIBliMMMWIBMMMWMM—
Eemland
een
n te
n te
he
iige
ren,
nen
(dus
geleid
Tony
luziek
jlaats
it door
amen,
n een
siaste
s hun
lechte
iasme
6. De herberg in Soest, waar Ja
cob van Lennep Ferdinand Huyck liet
verpozen.
Cr 7. Het dikke torentje aan de Wak-
kerendijk in Eemnes; waarvan de
klok heeft maar een wijzer heeft.
haft
ie.
jm)
rd)
I
net als vroeger”, rekent ze voor
en legt tussendoor een toerist uit
hoe ie bij de visafslag komt:
„vanaf de VW langs het kaas-
huis, als u in het water loöpt ben
u er”.
5 uur
80 A2
EN DAN LIGT daar plotseling
de Eem, het regenwaterriviertje
dat gevoed wordt door de beken
op de Veluwe en zich vanuit de
grachtengordel van Amersfoort
naar het Ijsselmeer slingert. Na
de inpoldering van Flevoland
kreeg het toen ontstane meer
ook zijn naam: Eemmeer. Aan
de overkant de buurtschap Eem-
dijk. Van het pontje waait een 7-
up vlag, dat is nog eens wat
anders dan de vaandels, van de
bisschoppen van Utrecht, de
graven van Holland en de herto
gen van Gelre, die elkaar het
Eemland betwistten. Rechtdoor
naar de dubbeldorpen Bunscho
ten en Spakenburg. Saaie nieuw
bouw teistert het landschap. Het
schijnt toch niet anders te kun
nen.
WEER EEN DRIESPRONG,
rechts Bunschoten, dat als be
zienswaardigheid eigenlijk al
leen de Hervormde laatgotische
kruiskerk heeft. De landbou
wers woonden aan deze kant, de
vissers aan de andere, in Spa
kenburg met in het centrum nog
de oude scheepswerf. Die is ook
nog in gebruik, hoewel er nog
maar een handvol kotters dage
lijks uitvaart, vooral op zoek
naar paling. Dat was vroeger an
ders, toen leefde Spakenburg
van de vis. Maar na het afsluiten
van de Zuiderzee was dat afgelo-
JANE IS DE DOCHTER van
eeruvissersman, die tot zijn zeve
nenzeventigste op zee voer en
daarna nog aan de wal ging wer
ken, in het magazijn van een
fabriek. Dat was Sylvester, want
zo heette hij, op het lijf geschre
ven, vertelt ze. „M’n moeder
noemdé hem Willem Teil, omdat
hij alles telde, de paling en zo,
een voor een. Het zijn hier harde
werkers, hier in Spakenburg”,
gaat ze in een adem door. „Ze
hebben allemaal ’n tweede huis
en ’n tweede auto, maar ze wer
ken er hard voor. Daar zien ze
niet tegen op, het is een ijverig
volk. Ze kunnen mooi borduren,
mooi haken. Ik ben erg blij dat ik
hier geboren ben en hier mag
wonen”. Het vertrouwen is ge
legd en ze draait gewillig haar
bandje af. Op de vier woensda
gen van straks, 16, 231 en 30 juli
en 6 augustus zal ze dat extra
veel moeten doen, want dan
wordt van 10 tot 6 uur de folklo
ristische markt gehouden. Op
zaterdagmiddag is de gewone
DE TWEE LEUGENBANKEN
zijn ook in de nieuwe opzet van
het Spuiplein, bij het haventje,
bewaard gebleven. Vroeger wis
selden de vissers en hun roddels.
„Maar nu zit de jeugd er meer”,
vult Jane rap aan, voordat ze bij
de werf op de kiek gaat. We
maken nog even kwartier in de
Mandemaaker, die een goed ver
zorgd toeristenmenu op tafel zet
te. Officieel vastgestelde prijs
voor het hele land ƒ13,75. Ze
vinden het wel prettig dat u in
MAAR DAAR ZULT U als
doorsnee toerist allemaal niets
van merken. Wel dat de kleder
dracht nog in ere wordt gehou
den. Jane Koelewijn zelf draagt
ze ook nog steeds, met de kleuri
ge bol gesteven „kraplap” om de
schouders. „Nog 1050 vrouwen
dragen klederdracht. Het is nog
MISSCHIEN WEL HONDERD
KEER heb ik het gereden, het
snelle betonnen tapijt, dat van
Amsterdam naar Amersfoort
voert. Zoals altijd gehaast en
nimmer bereid om een eerdere
afslag te nemen dan de hoogno
dige. Daarin fanatiek bijges
taan door de kwaadaardige
ziekte van onze generatie, die
„geen tijd” heet. Maar dit keer
nemen we het en verlaten het
grijze geraas al ter hoogte van
Naarden. Het zou ook al te mak
kelijk zijn geweest om snel even
Baarn en Soest aan te doen, de
beide plaatsen waar het dit
maal, met Ter Eem, om gaat.
Dat Ter Eem is overigens enkel
nog een naam, het enige dat rest
van het versterkte huis met die
naam, dat in 1672 werd ver
woest.
BAARN EN SOEST laten zich
omhelzen door hoog opschietend
natuurschoon, rijke bossen en
landgoederen. Baarn, met vlak
er buiten het prachtige kasteel
De Hooge Vuursche, heeft in de
bebouwde kom nog iets van het
karakter van het oorspronkelijk
brinkdorp weten te bewaren. In
het Cantonpark heeft de Univer-
siteit van Utrecht haar botani
sche tuin. Op weg naar Soest,
aan de Torenlaan, staat de
Naald van Waterloo een hardste
nen gedenknaald, die in 1815
werd opgericht voor de prins
van Oranje, de latere koning Wil
lem II. Op de kolos staat in vier
talen waarom:„Ter eere van Wil
lem Frederik George Lodewijk
prins van Oranje die aan het
hoofd der Nederlandsche leger
benden door zijn moed en beleid
op den 16 Juny 1815 aan den
viersprong boven Brussel het
eerst den aanval der Franschen
wederstond. De overwinning bij
Waterloo behaald voorbereidde
Ruim drie eeuw moeten we
teruggaan om de oorsprong te
ontdekken van de titels Vrou
we van Soest, Baarn en ter
Eem, die, met enkele tiental
len andere, opgaan in het enz.,
enz., enz., dat sinds 1813 door
de Oranjevorsten wordt 'ge
voerd. Op 26 april 1674 kocht
stadhouder Willem III van de
Amsterdamse regentenfamilie
De Graeff „een hofstede met
zijn bepotinge en beplantinge
en alle ’t gene aerd en nagel
vast is, gelegen aan Soest-
dijck”.
het verlaten van het snelverkeer
bij Naarden, waren we eerst
langs de vesting gekoerst, met
het vestingsmuseum in de kaze
matten. Een bezoek waard. Toen
richting Valkenveen, waar al
sinds jaar en dag een pretpark
is. Met een hoop kermisspul en
behalve een midget-golf ook nog
een midget-football, een soort
minivoetbal, waarbij je met een
bal een soort dwergen moet be
dwingen. Potsierlijk om te zien.
ieder geval een hemd draagt,
staat in het gangetje naar de
gelagkamer beschreven: „Als
zonaanbidder moet men weten,
is het beter om gekleed te komen
eten”.
Als we Spakenburg verlaten
koersen we naar het noorden, de
dijk op, een B-weg. Wie wat meer
van de Eem wil zien neemt het
rechterzijwegje, vlak voor een
kleine nederzetting, die bestaat
uit een boerderij en een paar
huizen. Iets verder, de Maatweg
kan ook. Parkeren aan het eind
van de doodlopende weg en drie
honderd meter verderop, bij het
windmolentje stroomt het rivier
tje, dat vroeger ook wel Amer
werd genoemd (Amerongen,
Emiclaar, en Amersfoort zouden
hun namen er aan te danken
hebben) het Usselmeer in. Soms
tref je het voor het plaatje als
ook net een kleine vrachtboot
het meer op gaat. We dwaalden
verder, boerderijen, af en toe de
Eem en toen Eembrugge, waar
het verkeer plotseling weer in
alle hevigheid aanwezig was.
Wie een goede autokaart bij de
hand heeft, ziet ook daarop dat
het Eemland geheel door auto
wegen wordt begrensd. Gevan
gen wordt gehouden. Een mooie
gevangenis dan wel te verstaan.
Voor een uitstapje aan te raden.
Jammer dat Jacob van Len
nep er niet meer is om ook Ferdi
nand Huyck even die richting
heen te dirigeren. Bij het nade
ren van Soest toonde hij al oog te
hebben voor de natuur. Dus ze
ker ook in Eemland zou hij zeg
gen: „Ik was nimmer een en
thousiast; maar de aanblik der
schone, eenvoudige natuur heeft
altijd een diepe indruk op mij
gemaaktIk val hem daar
graag in bij.
SOEST SLAAT ZICH op de
borst dat het in de oude Kerke-
buurt nog gebouwen heeft, zoals
de herberg „De Drie Ringen”,
waarover Jacob van Lennep
schri ft in zi n boek Ferdinand
Huyck. Klopt, ik heb het er op
nageslagen, het was „de voor
naamste herberg” ter plaatse,
zoals Van Lennep schreef. De
jonge Huyck was trouwens zo
las ik nog eens terug, overwel
digd door de schoonheid van de
natuur die hij ontmoette op zijn
weg naar Soest. „Ik was nimmer
een enthousiast; maar de aan
blik der schone, eenvoudige na
tuur heeft altijd een diepe in
druk op mij gemaakt en thans
ook gevoelde ik mij getroffen,
zonder zelf te weten waarom: ik
geraakte in een stille, eerbiedige
stemming en ik wiste mij een
traan uit het oog, toen ik het
dorp binnentrad”, laat Van Len
nep zijn held beleven.
MIJN WANGEN WAREN ook
vochtig, maar dat kwam enkel
door de gestadig neervallende
regen: want ook in Soest heeft
Huijcks goudgeel koren plaats
gemaakt voor de blokkedoos ar
chitectuur van vandaag die bij
het naderen van steden en dor
pen het meest in het oog springt.
Trouwens, ook de deur van de te
mooi gerestaureerde herberg
blijft voor vermoeide reizigers
gesloten; ze wordt nu particulier
bewoond.
MAAR WE MOETEN Soest
pas op het eind van de dag, toen
donderwolken een te vroege
schemering bestelden. Want na
zonsondergang. We koersen er
op aan, dat geen hordes mensen
hetzelfde doen blijkt uit de weg,
die te smal is voor twee auto’s en
gekleurd is door het gras dat
tussen de stenen eigenwijs op
komt, alsof het ook een glimp
van het omringende weideland
schap wil opvangen. Mooier dan
een strak geasfalteerd pad zo’n
licht groen gekleurd landweg
getje.
DOOR DIE AANKOOP,
voor een bedrag van 18.775,-,
kreeg Willem III zitting in de
ridderschap van Utrecht en bo
den de staten van dit gewest
hem de „hoge, vrije, middelba
re en lage jurisdictiën ende
heerlykheden van Zoest,
Baarn, Ter Eem, Emmenes,
binnen ende buitendijks” aan.
Dus zo werd stadhouder Wil
lem heer van de bovengenoem
de plaatsen. Op één na worden
ze nog steeds door de Oranjes
gevoerd: Emmenes komt in het
rijtje niet meer voor, maar
Soest, Baarn en Ter Eem ble
ven tot op de dag van vandaag
gehandhaafd.
DE STADHOUDER GAF
zijn nieuwe aanwinst de naam
van de dijk, waaraan ze gele
gen was: Zoestdyk. Nog het
zelfde jaar kreeg architect
Maurits Post de opdracht een
jachtslot te bouwen. In 1816
werd het in opdracht van ko-
ning Willem I verbouwd en uit
gebreid, met de gebogen wit
gepleisterde vleugels met de
galerijen, zoals we het paleis
nu nog kennen.
pen, de vangst van zoetwatervis
was niet langer winstgevend
voor een hele vloot en de man
nen zochten werk aan d^ wal.
Toch klinkt nog drie keer per
week de sirene over het stadje,
ten teken dat er op de visafslag
geveild wordt. Óp maandag,
woensdag en vrijdag, steeds om
vier uur, Toeristen zijn er
welkom.
BLARICUM, LAREN, EEM
NES, Verdeeld in „Binnen en
Buiten”, omdat het ene deel
vroeger binnen de Zuiderzeedijk
lag, het andere er buiten. Zo stil
en verlaten het plaatsje nu is, zo
belangrijk was het vroeger. Het
was strategisch gelegen op de
grens tussen Utrecht en Holland
en kreeg in de veertiende eeuw
van de bisschop van Utrecht
zelfs stadsrechten. Er heeft ook
wapengekletter weerklonken,
maar niets wat daar rond de
stille hoeven nu nog aan herin
nert. BIJ DE DRIESPRONG
waarachter het Eemland zich
weids ontrolt, eerst rechts, de
Wakkerendijk op. Een brinkje
voor de kerk en verderop het
opvallende „dikke torentje” uit
1439, tegenover de boerewoning
die „Ons begin” is gedoopt. On
derweg een bordje met de mel
ding Dagelijks verse eieren,
niet op zondag. Zullen de kippen
die dag des Heren niet leggen, of
worden de eieren dan alleen niet
opgeraapt? Het laatste, want
zondag is in het Eemland nog
werkelijk rustdag. Ook het pon
tje bij Eemdijk vaart dan niet.
Aan het begin van de Wakkeren
dijk wordt dat al uitdrukkelijk
aangekondigd. Maar de overige
zes dagen zijn lang voor de veer
baas, zomers van half zes tot
en Nederlands onafhankelijk
heid behield. Het dankbare va
derland”. Prinses Juliana kan,
door een hoge laan, de spits zien
wanneer ze op de trappen van
het paleis staat.
1. Het pontveer over het riviertje
de Eem bij Eemdijk: niet op zondag.
■Cr 2. Wijds strekt het landschap
zich uit langs de dijkweg van
Eemnes.
•Cr 3. De Naald van Waterloo, een
geschenk aan de prins van Oranje
van het ,,Het dankbare vaderland”.
■Cr 4. VVV-informatrice Jane Koele
wijn voor het haventje met de werf in
het centrum van Spakenburg.
Cr 5. Bedrijvigheid bij de visafslag
in Spakenburg: op maandag, woens
dag en vrijdag.
Dat zijn ze ook elders in het
stadje zo is aan de talrijke eet
huisjes te zien. „We hebben veel
watertoerisme, daardoor heb
ben we veel mensen”, vertelt
VW-informatrice Jane Koele
wijn, die zeer op haar hoede is
wanneer blijkt dat het om een
krant gaat. „Bent u positief of
negatief, als u negatief bent,
krijgt u geen medewerking”,
werpt ze me voor de voeten, „er
wordt zo vaak naar geschreven,
dat doet ons erg verdriet, er zijn
hier veel aardige mensen”. Het
zijn er zeventienduizend, lees ik
in het informatieblaadje dat ze
me toeschuift. Haar naam is
toonaangevend in Spakenburg,
ook de twee wethouders heten
Koelewijn en nog twee andere
raadsleden heten net zo. Eerlijk
verdeeld: twee GPV en twee
CDA. Twaalf kerken, achttien
predikanten. De twee Eemdor-
pen zijn ook rijk aan muziek en
zangverenigingen en een groot
aantal actieve sportvereni
gingen.
- 5
I O