Klassieke waarden van de kunst op de helling
Jos van der Kooy concourswinnaar
ondanks verbrokkelde improvisatie
Workshop Nationale
Ballet met acht
nieuwe choreografieën
3
Poëtische expositie in Letterkundig Museum
Hoe Hans Andreus Roland Holst
met een kwatrijn verbaasde
Haarlem naar Passau
exposities
„Kammerorchester” uit
L
Romeo en Julia met diverse bezettingen in reprise
Humor
Ad hoc-ensemble vervangt Tsjechisch orkest
II
19 8 0
KUNST
VRIJDAG 4
k
JULI
MMMM
de
UTRECHT. De 29-jarige or
ganist Jos van derKooy, leerling
van Piet Kee, is winnaar gewor
den van de Internationale Impro-
visatiewedstrijd. Na een korter
dan ooit durend beraad van de
jury - bestaande uit Marie-Claire
Schrijversleven
Verbazing
Corrector
B.
Klaverjas
IR.
Alain, Franz Lehrndorfer en Al
bert de Klerk - werd deze uitslag
(zonder nadere motivatie) be
kendgemaakt.
i F
Ml
en
.tus
JOHAN VAN KEMPEN
\O
JAN BAART
HANS ANDREUS.
1
ie
s naar
e wéte
an uw
□wlinj
at
aar
el-
Hans Andreus is alweer drie jaar dood.
Hij stierf 9 juni 1977 aan kanker, na een
afschuwelijke lijdensweg. In die tussen
liggende 26 jaren heeft zich zijn schrij
versleven afgespeeld. Men kan daarover
het nodige vinden op de tentoonstelling
die aan hem is gewijd en die tot en met 27
augustus in het Letterkundig Museum in
Den Haag (Juffrouw Idastraat 11) te zien
is.
Hoewel ook de overige deelnemers met
hun bijdragen (van rond het kwartier) in
tijdsduur gemeten aan de korte kant wa
ren, verbaasde Joost Langeveld (als vier
de en laatste in de rij) met een slechts tien
minuten in beslag nemende voordracht,
die in zijn beknoptheid van uitwerking
welhaast tot diskwalificatie door de jury
moest leiden. In die korte tijd trok deze 36-
jarige Nijmegenaar de aandacht, door,
zowel aan het begin als aan het eind, het
thema tegen staccato-akkoorden ten tona
le te voeren. Tussentijds sneed hij het
thematisch materiaal dan in mootjes -
zoals op deze avond kenmerkend was
geworden - waarbij alles breedsprakig
geponeerd werd en dikwijls wèl de vin
gers, maar nauwelijks de fantasie gaande
werd gehouden. Een hoogst bevreemden
de uitkomst, gezien tegen de achtergrond
Hij werkte enkele maanden als correc
tor bij De Volkskrant, de enige baan die
hij ooit heeft gehad en werd toen „schrij
ver” in dubbele zin: schrijver voor zichzelf
(in de eerste plaats van gedichten) en
schrijver om den brode, van hoorspelen,
reclameteksten, kinderboeken, gedenk
boeken, vertalingen van toneelstukken en
wie weet wat nog meer.
Hij woonde in een soort artiestenpensi
on bij Jo Melgers en hij schreef voor haar
een wandtekst:
Hier wonen geen drinkers of zwelgers.
hier wonen geen wereldverdelgers,
hier woont het talent,
dat nog onbekend
groot wordt door het hart van Jo Melgers.
Enkele maanden nadat wij kennis had
den gemaakt, kwam hij mij opzoeken op
mijn krantebureau, met het verzoek om
een perskaart. Daarover kon ik niet be
schikken, maar ik tikte op papier van het
Algemeen Handelsblad een Franse tekst
waaruit bleek dat Hans Andreus als me
dewerker van deze krant was aangesteld.
Of hij ooit iets aan dit papier heeft
gehad, weet ik niet, in elk geval reisde hij
ermee naar Parijs, waar Simon Vinken
oog (toen nog werkzaam bij de Unesco)
hem had uitgenodigd en waar hij het
meisje Odile zou ontmoeten, dat enkele
jaren met hem is opgetrokken.
In 1953 verbleven zij op Elba en vandaar
schreef Hans aan zijn vriend Simon: „Wij
De grootste verrassing leverde evenwel
de 34-jarige Fransman Jacques Taddei,
die weliswaar aan het slot van zijn zeven
tien minuten durende muzikale referaat
toch nog in gemeenplaatsen verviel, maar
van Langevelds opmerkelijke prestaties
op het concours van vorig jaar.
Daarop volgden Luisteren met het li
chaam, Groen land, Aarde, Klein boek om
het licht heen, Syntropisch, Vehikel, Om
de mond van het licht, De witte netten van
zon en maan... Als in 1975 zijn verzamelde
gedichten worden uitgegeven, tellen die
ruim 500 verzen.
Gisteren zijn wij door een woeste zee op
de rotsen geslingerd, precies als schip
breukelingen, en dat heeft ons schram
men en builen en ademloosheid gegeven.
En zo leven wij”.
Hans Andreus is een zeer produktief
dichter geweest. Zijn bundels zijn elkaar
in snel tempo opgevolgd: Muziek voor
kijkdieren, Italië, De taal der dieren,
Schilderkunst, Het explosieve vuur, De
sonnetten van de kleine waanzin...deze
bundel uit 1957 markeert ongetwijfeld een
hoogtepunt in zijn oeuvre, terecht spreekt
Paul Beers van „de neerslag van een be
staanscrisis die niet heviger kon zijn.”
Dat hij behalve een gedreven dichter
ook een virtuoos kon zijn, leert een kwa
trijn dat hij schreef bij de 75e veijaardag
van A. Roland Holst:
David Salle exposeert een installatie
en werk onder de titel The Desert Wind of
Destruction has not touched an Hair on
my friend Julian’s Head, in Arti et Amici-
tae (Rokin 112 in Amsterdam) van 2 tot en
met 13 juli.
In Galerie Tholen aan de Breelaan
in Bergen (N.H.) exposeren Rien Wensma
(keramiek) en Joke Klaase (weefsels) van
3 juli tot en met 3 augustus. Geopend:
dinsdag tot en met zaterdag van 11 tot
17 uur, zondag van 14 tot 17 uur.
Improvisatiecon-
Deelnemers:
Doll,
Rob van Woerkom, een „oudgediende onder de dansers van Het Nationale Ballet, leidt een
repetitie van zijn programma-aandeel voor de Choreografie Workshop.
(Foto Sonja Geerlings)
(Van onze kunstredactie)
HAARLEM. Omdat een Tsjechisch
orkest op een laat moment geen uitreis
vergunning kreeg, zal een ad hoc-ensem
ble onder de naam Kammerorchester
Haarlem - waarvan circa 25 NPO-leden
deel uit zullen maken - maandag 7 en
dinsdag 8 juli twee concerten geven in
het kader van de Europaïschen Festwo-
chen in het Duitse Passau. De invitatie
loopt via het Nederlands ImpresSariaat.
Choreografie Workshop, di. 15/do. 16
juli: nieuw choreografisch werk ge
maakt door acht dansers van Het Na
tionale Ballet.
atie)
een
Hof
er
jn
id tot
?maal
)fu
rt” het
gen-
ves
/es.
van
>t
De 34-jarige Westduitser Egidius Doll
had bij de loting de tweede plaats in de
volgorde van speelbeurten toegewezen ge
kregen en had aanvankelijk in zijn har
monisatie a la César Franck gemakkelijk
voor een Fransman versleten kunnen
worden. Doll exposeerde het eerste thema
in de bas, bracht het tweede geharmoni
seerd, speelde met syncopische verschij
ningsvormen ervan, lardeerde het geheel
met uiterst vingervlug en toccata-achtig
passagewerk, voorzag het zowel van ver
stilde intermezzi als van ongemotiveerd
gebrul met verminderde septiemakkoor
den en loze chromatiek, verwerkte ook
nog even het koraal O, Haupt voll Blut
und Wunden en waagde tot slot een gooi
Rudi van Dantzig, door de lengte, door de
gecompliceerdheid van de structuur, door
de moeilijkheidsgraad van bewegingen en
danstaal, maar zeker ook door het totaal
effect. Het boeiende werk is niet met één
keer kijken te overzien, maar wint aan
bekoring bij herhaald waarnemen.
Het sluitwerk van het Ballet Festival
wordt gevormd door de tweedaagse cho-
reografie-workshop. Acht dansers van
Het Nationale Ballet willen daarbij in
twee programma’s van elk zes choreogra
fieën laten zien, dat zij naast uitvoerend
kunstenaar ook op het creatieve vlak iets
te zeggen hebben.
Jaap van Zweden: solist in Mozartpro-
gramma.
gegeven. Deze avond is in zijn geheel aan
Mozart gewijd en zal voorts diens Diverti
mento voor strijkers in D (KV 136) en de
Symfonie no.29 in A (KV 201) omvatten.
Het Kammerorchester Haarlem reist za
terdagmorgen vroeg per bus af naar Pas
sau en wordt woensdag 9 juli terugver
wacht.
Op dit 26ste improvisatieconcours van
de Haarlemse Orgelmaand - voor de eer
ste maal niet in de Haarlemse Grote of St-
Bavokerk, doch in de Utrechtse Domkerk
gehouden - raakten de klassieke waarden
van de kunst van het improviseren weer
eens op de helling, doordat in de opgave
geen speciale eisen aan de vorm werden
gesteld en de deelnemers zo de kans kre
gen om zich in onduidelijke kettingstruc-
turen uit te drukken.
Er waren twee, met elkaar contrasteren
de thema’s geleverd door Cor Kee); het
eerste grillig en springerig en het tweede
rustig en breed van strekking, beide geno
teerd in 6/8 maat. Het eerste thema was
door z’n tamelijk gecompliceerde ritmi
sche indeling eigenlijk al even onbruik
baar voor contrapuntische verwerking,
als ongeschikt ter stimulering van het
spontaan opwellen van de fantasie - waar
de improvisatie het tenslotte toch in de
eerste plaats van hebben moet.
Wij spelen ’s avonds klaverjas. In Ca-
mogli waren wij avond aan avond dron
ken, maar hier is de wijn zoet of wit, goede
wijn, ik zeg er niets tegen, maar geen wijn
waarmee ik dronken wil worden.
Gesloopt door weldaden want vijfenze
ventig,
zijn je kwatrijnen toch bijzonder le
vendig,
waarschijnlijk ook omdat je 't leven
boven
de dood houdt in een zot en goddelijk
evenwicht.
Het vers ligt op de tentoonstelling, en
daar ligt ook de briefkaart met het ant
woord van Holst: „Het rijm „zo levendig”
heb ik voeger al eens benut, maar ik zocht
steeds tevergeefs naar een tweede rijm op
zeventig. „Evenwicht” is meesterlijk - en
dat ik dat moet leren van een experimen
teel!”
Het is een van de aardigste en merk
waardigste documenten op deze zeer poë
tische, soms ontroerende expositie.
HANS VAN STRATEN
AMSTERDAM. Het Ballet Festival laat iedere zomer de traditionele herhalingen
uit het voorafgaande balletseizoen zien. Het Nationale Ballet heeft echter, net als
vorig jaar, ook een tweedaagse choreografie-workshop in het vooruitzicht gesteld.
Acht nieuwe werken, gemaakt door dansers van Het Nationale Ballet, zijn daartoe in
voorbereiding. De negen overige dagen worden gevuld met bestaand repertoire, zeven
danswerken verdeeld over drie programma’s.
Tweede programma, do. 10/vr. 11 ju
li: Adagio Hammerklavier (Van Ma-
nen/Beethoven), Antwoord Gevend
(Van Dantzig/Webern), The Four Tem
peraments (Balanchine/Hindemith).
Derde programma, za. 12/ma. 14 juli:
Agon (Balanchine/Strawinsky), Pyr-
rihische Dansen III (Van Schaykl
Berg), Etudes (Lander/Czerny).
DEN HAAG. Op een middag in Amsterdam, in het vroege voorjaar van 1951, zei
Gerrit Borgers mij: „Laten we even bij Hans Andreus langs gaan”. We liepen naar een
huis aan de Stadhouderskade, daalden af in een donker souterrain en troffen de
dichter nog slapend aan. Hij werd echter onmiddellijk wakker, kwam naakt onder de
dekens vandaan en schudde ons hartelijk de hand.
mij eerlijk gezegd een beetje doet twijfe
len: hoe is dat in vredesnaam mogelijk
geweest in een periode dat niemand meer
een hap eten voor een ander beschikbaar
had, toen er alom razzia’s werden gehou
den op werkkrachten voor Duitsland en
niemand meer na acht uur de straat op
mocht? Kan dit alibi voor een verloren
schooljaar wel juist zijn?
Na de bevrijding kwam hij in elk geval
op de Amsterdamse Toneelschool met on
der andere Luc Lutz en Anita Menist. De
actrice Yda Andrea is degene geweest die
met haar naam het voorbeeld werd voor
het pseudoniem Andreus (hij heeft er
meer gehad!). Maar ook deze opleiding
heeft hij niet afgemaakt.
Want juist daarvoor had hij dan via zijn
sterk ontwikkeld gevoel voor contrastrij
ke afwisseling, het hier bespeelde Batz-
orgel van zijn meest komische kant laten
kennen door bepaalde (en kennelijk ook
enigszins van slag zijnde) tongwerken in
combinatie met de tremulant te laten
spreken. Muzikale humor, weliswaar een
tikkeltje aan de goedkope kant misschien,
maar die dan toch zijn uitwerking op het
publiek in elk geval niet miste en die een
kleurrijk tegenwicht vormde ten aanzien
van de grijze saaiheid of gekunsteldheid
waarin andere deelnemers soms ver
vielen.
tussen stelde hij een aantal vrije variaties
op de thema’s, waarbij deze een enkele
maal ook gecombineerd werden. Meestal
werd echter een toevlucht genomen tot
flarden van die thema’s, waarbij het in dit
basismateriaal voorkomende gedeelte
van een heletoonstoonladder een geliefd
motief bleek. Aangezien Jos van der Kooy
zijn inventies in de vorm van duidelijk
gescheiden onderdelen goot, kreeg de im
provisatie als totaal, helaas een nogal sta
tisch en verbrokkeld karakter.
Het Haarlemse orkest kan de podium-
beurten vervullen doordat de NPO-leden
een deel van hun vakantie opofferen voor
deze korte buitenlandse concertreis. Zo
zullen onder meer de gehele eerste violen-
groep, vier strijkers uit de tweede violen-
groep en op Paul Csonka na alle eerste
blazers uit het NPO deel uitmaken van dit
Kammerorchester Haarlem.
Het eerste gedeelte van het concert op
maandagavond in de Stiftskirche te Rei-
chersberg zal onder leiding staan van
Zsolt Deaky, chef van het Frysk Orkest.
Hij dirigeert Haydns Symfonie no. 94 in G
„Mit dem Paukenschlag”. Vervolgens
wordt in samenwerking met het Volks-
chor Passau en onder leiding van Marthl
Prennel-Tomischka de Mis no. 8 „Missa
St.Bernardi von Offida” van eveneens
Haydn uitgevoerd. Voor dit werk, dat niet
eerder door het NPO werd gespeeld,
wachten slechts twee repetities.
Jaap van Zweden is de solist in Mozarts
Vioolconcert in G (KV 216) tijdens het
concert op dinsdagavond dat te Alders
bach onder leiding van Zsolt Deaky wordt
naar een fugato-afsluiting. Kortom; de in
zijn spel overigens van een oerdegelijke
ondergrond getuigende Egidius Doll was
hier zonder meer in de stemming voor een
zo uitgebreid mogelijk variëren, waarbij
sfeerwisseling troef was.
leven naakt op de rotsen en naakt in het
water, met een lichte angst voor boten die
om het hoekje komen, want men is hier
een weinig preuts.
Ik denk veel, bijna professioneel, en
word dus een filosoof zonder filosofie. Wij
geven veel geld uit. Ik ben bruin van huid,
behalve mijn billen want ik hg zelden op
mijn buik, zo ook Odile. Niets meer te
lezen. Plato, Valéry en Homerus ken ik nu
van buiten... Hoe langer hoe minder be
valt mij de literatuur, ja die van anderen,
om te lezen, maar niet de literatuur om
mee te leven. Die bestaat voor mij niet.
Als het ware dansend over de klavieren,
toonde Taddei zich degene in het gezel
schap die zich het meest vrij in zijn uit
drukkingsmogelijkheden voelde. Het was
jammer dat deze deelnemer zijn steeds
van redelijk boeiende dialogen voorziene
improvisatie tenslotte na een contrapun-
tisch opgezette passage de weg naar „Af’
niet meer wist en alles toch nog even in
moeilijk gezoek verzandde.
Het is een tentoonstelling, volgens de
bekende formule wederom met bekwame
hand ingericht door Gerrit Jan Slijkhuis,
maar het is een formule die toch altijd
weer een verrassing oplevert: foto’s, boe
ken, manuscripten, typogrammen, brie
ven, tekeningen, heel die reconstructie-in-
papier van wat eens toch een zeer levend
mens is geweest.
We zien er de jonge Johan van der Zant
in plusfour als lachende leerling van de
HBS aan de Keizersgracht in Amsterdam
(waarop ook Jacques Perk en Willem
Kloos hun jaren hebben gesleten!) met de
vriend die zijn gedichten overschreef en
die hem dus eerder dan wie ook in de
gaten heeft gehad.
Die school heeft hij niet afgemaakt, het
laatste oorlogsjaar heeft hij als straatzan
ger, „zonder vaste woon- en verblijf
plaats” doorgebracht, een mededeling die
die verder vanaf het begin af aan het
publiek duidelijk had gemaakt, dat het
hier te doen had met een hoogst interes
sante en excentrieke persoonlijkheid.De
thema’s werden door hem op grillige wijze
tegen elkaar geplaatst en soms van om-
spellingen voorzien die aan Messiaen de
den denken, waarbij vooral zwierigheid
en durf het karakter van de voordracht
bepaalden.
Het avondvullende ballet Romeo en Ju
lia krijgt in Rudi van Dantzigs choreogra
fie, die in 1967 haar eerste voorstelling
kreeg, een evenwichtige en ontroerende
variant op de Russische versie van Leonid
Lavrovsky. De tragische geschiedenis van
een ontluikende liefde, als contrast tegen
over de omringende familievetes, maar
die uiteindelijk met de onontkoombare
dood van het jonge paar eindigt, is in een
fraai aangeklede en boeiende voorstelling
te zien.
De interpretaties zijn bij Van Dantzig
veel logischer, dan over het algemeen ver
wacht kan worden bij het grote klassieke
en romantische repertoire. Naast de ge
routineerde hoofdrolvertolkers, zoals Ma
ria Aradi, Alexandra Radius, Henny Jur-
riëns en Han Ebbelaar, moet vooral de
nieuwste bezetting genoemd worden met
Karin Schnabel als een zeer natuurlijke
Julia en een ontstuimige Romeo van Clint
Farha.
In de gemengde programma’s vinden
we twee fraaie werken in academische
stijl van Balanchine, The Four Tempera
ments en Agon. Een minder boeiend, pom
peuzer equivalent komt naar voren in
Etudes van de Deense Harald Lander, als
een langdurige opgepoetste ballettrai
ning.
Paradepaardjes van Het Nationale Bal
let vormen natuurlijk de bijdragen van de
drie huischoreografen. Toer van Schayk
brengt zijn visie op de oorlogsvoering,
geconcentreerd op de periode rond de
eerste wereldoorlog in Pyrrhische Dansen
III een met beelden overladen werk met
boeiende gedeeltes.
Adagio Hammerklavier staat inmiddels
al als een klassieker te boek binnen het
enorme oeuvre van Hans van Manen. Zeer
indrukwekkend is Antwoord Gevend van
Zelf heb ik een zwak voor de proza-
Andreus, behalve aan Bezoek denk ik aan
zijn romans Valentijn en Denise. Het
meeste succes heeft hij waarschijnlijk ge
had met zijn kinderboeken, waarvan De
Kikako de Bijenkorfprijs kreeg en De
Rommeltuin een Zilveren Griffel. En
waar zijn die uiterst curieuze mini-ver-
haaltjes gebleven, die hij mij in 1951 liet
lezen, getikt op zijn prehistorische schrijf
machine?
Internationaal
cours Haarlem. Deelnemers: Joost
Langeveld, Egidius Doll, Jacques
Taddei, Jos van der Kooy. Juryleden:
Marie-Claire Alain, Albert de Klerk,
Franz Lehrndorfer.
Domkerk Utrecht, 3 juli 1980.
Ballet Festival 1980. Vier program
ma’s van Het Nationale Ballet op elf
achtereenvolgende dagen in de Stads
schouwburg te Amsterdam.
Eerste programma, zo. 6 tot en met
wo. 9 juli: Romeo en Julia (Van Dant
zig/Prokofiev). Hoofdrollen, zo. 6:
Schnabel en Farha, ma. 7 en wo. 9:
Aradi en Ebbelaar, di. 8: Radius en
Jurriëns.
r Winnaar Jos van derKooy, die in de
aanvankelijk uiteraard geheime volgorde
van optreden de eerste bleek te zijn, toon
de zich in zijn weinig originele verwer-
king, een op harmonisch gebied nogal
traditioneel denkend musicus. Het aflei
dende gebruik van cluster-akkoorden dat
zijn spel soms een modern tintje gaf, deed
daar niets aan af maar gaf door de inner-
lijke tegenspraak eerder iets inconse
quents aan het, in ritmisch opzicht boven
dien bijzonder brave, geheel.
De enigzins monumentale en tegelijk
wat wilde opzet die Van der Kooy aan zijn
improvisatie gaf, het hij terecht ook weer
als besluitende episode terugkeren. Daar-
De harmonische structuur van beide
thema’s was bovendien ook weer net iets
te dwingend in de richting van een toon
soort (e), om op het gebied van de samen
klank diezelfde, onontbeerlijke fantasie te
prikkelen. Een stijgende en dalende, chro
matische toonreeks zoals Anton Heiler die
drie jaar geleden voor het concours sa
menstelde, zou hier in al z’n neutraliteit
als opgave voor een vrije ontplooing van
de fantasie waarschijnlijk beter op zijn
plaats geweest zijn.
Hans Andreus, ware naam Johan Wil
helm van der Zant, was toen in de literaire
wereld nog vrijwel onbekend. Hij had nog
pas enkele gedichten in tijdschriften ge
publiceerd. Zijn eerste bundel „Muziek
voor kijkdieren” moest nog verschijnen,
de bloemlezing „Atonaal” van Simon Vin
kenoog, waarin ook werk van Andreus
was opgenomen, was nog evenmin uit.
Maar voor ons was Andreus toen al
iemand. Behalve die verzen was er van
hem in Podium ook al een grote novelle
verschenen, „Bezoek”: een kostelijk ver
haal dat later afzonderlijk is uitgegeven.
Het speelt zich af in datzelfde souterrain
aan de Stadhouderskade en het aardige
was, dat allerlei bekende figuren uit het
Amsterdamse kunstleven in dat verhaal
herkenbaar voorkwamen. Ze kwamen al
lemaal bij de schrijver op „bezoek”.
Jos van der Kooy, winnaar van het improvisatieconcours, in gesprek met Els Hendrikse,
bestuurslid van de Stichting Internationaal Improvisatieconcours.