enz Barones van Liesveld I enz enz ■KM’ rail "JP. FWL- ‘S Bij de foto’s 9 n r notities i rooistische door udo j. buys 8 VRIJDAG 4 JULI 19 8 0 15 TOERISME 'F t ,-wy r R. 9 9 9 7 jl 1 3 K5 J 4 Beatrix, koningin der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, prinses van Lippe- Biesterfeld, RH- i 1 Ooievaar als kostganger DE BARONIE VAN LIESVELD kwam binnen bereik van Oranje- Nassau doordat Willem Frederik, Vorst van Nassau, graaf van Katzen- elnbogen, Diez en Spiegelberg haar in 1636 kocht van Erich II van Brunswijck-Kallenberg. Die laatste was door een erfenis in het bezit gekomen van de baronie, maar had als katholiek grote problemen met de bevolking, die de leer van Luther en Calvijn aanhing. In de tijd van de koop hoorde tot de baronie de heerlijkheid Liesveld en de ambach ten Gelkenes, Graveland, Achterland, Ottoland, Peulwijk en Peur- sum. Toen Willem Frederik in het bezit kwam van de baronie was het kasteel juist door ongeregelde troepen uit Dordrecht en Schoonhoven in brand gestoken. Hij heeft het laten herbouwen. HET IS IN DE Alblasserwaard niet nodig aan de hand te lopen. Er is maar een stelregel voor het gebied: ga niet racen en geef je ogen de kost, dan is die ene dag om voor je het weet. Maar er zijn plaatsjes die je niet mag verge ten, zoals Nieuwpoort, dat ooit een twistappel was tussen de bis schoppen van Utrecht en de gra ven van Holland. De aarden wal len met de zes bastions herinne ren eraan. Ze zijn gerestaureerd maar dateren oorspronkelijk uit 1673, toen de troepen van Lode- wijk de Veertiende vervaarlijk dicht opdrongen. Van diezelfde periode, anno 1696, stamt het over de Binnenhaven gebouwde stadhuisje. Zoals ook het café er schuin tegenover volgens de ge velsteen uit 1697 moet stammen. „Wacht nog maar een kwartier tje, dan kan je niet meer overste ken”, bromt de oudste terug. Het is dan half vijf op een doorde- DE NASSAUSE VORST Wil lem Frederik zou zijn ogen niet geloven wanneer hij zou zien wat er van zijn eens zo trotse slot Liesveld is overgebleven. Wat er rest is niet meer dan een povere schuur, die, vanaf de weg, door hoog opschietend groen, vrijwel aan het gezicht wordt onttrokken. Het steile weggetje dat er heen voert, draagt nog wel de naam Lies veld en duidt daarmee in ieder geval nog de plaats aan waar ooit spitse torens trots in het landschap domineerden. |z. 1. Liesveld, laatste herinnering aan het eens zo trotse slot. 2. Tientallen ooievaars hebben bij Groot-Ammers hun eigen dorp: Het Liesveld. 3. Het slot Liesveld zoals Willem Fre derik het ooit heeft laten herbouwen en waarvan nu nog slechts een pove re schuur rest. 4 De Lek, royale vergezichten vanaf '4^ VERDEROP, het steile wegge- I tje af, na een kruising, kreeg het I ooievaarsdorp de naam van de I vroegere baronie: Het Liesveld. I Het is een indrukwekkend expe riment van de Vogelbescher ming die het langbenige vrucht- baarheidssymbool voor ons land als broedvogel probeert te be houden. In het dorp zijn de lepe laars bij tientallen te zien, er wonen er nu al ruim 120, die zich aan een naderende wandelaar al van verre luidkeels klepperend aankondigen. Men mag hopen dat het experiment lukt, want van de achthonderd ooievaars die zich veertig jaar geleden nog in ons land nestelden, is nog den in Molenaarsgraaf duikt plotseling het bordje Gijbeland op, waardoor je het zoeken zou kunnen staken, zoals ook wij bij na deden. Maar de fotograaf vol hardde ditmaal, tot inderdaad, weer met een bord, Molenaars graaf zich opnieuw meldde. LANGS DE LEKDIJK gaan we verder: Langerak, Tienhoven en dan is daar Ameide. Een klein stadje waar het welvaren van .weleer afstraalt. Met hun mili tant op elkaar afgestemde luiken staan de achttiende eeuwse hui zen deftig in het gelid aan de Voorstraat. Op de aangrenzende Dam staat een trots raadhuisje uit 1644. De tekst van de gevel steen wil ik u niet onthouden. Daarin staat gebeiteld dat baron Hendryck van Breedrode Dros- sart „alhier op den sevenden april met syn edle hant den eer sten steen van dit stadthuis sel- ver (heeft) geplant”. Mijmerend over die woorden en voortploe gend over de Lekdijk, met aan weerszijden prachtige verge zichten kan je er niet onderuit om te getuigen dat het eenzelfde „edle hant” moet zijn geweest die de Alblasserwaard in het ri vierenland te vondeling heeft gelegd. Tot plezier van iedereen, iedereen. maar een treurig handjevol over. Het Liesveld is inmiddels ook begonnen met het uitzetten van in het dorp opgegroeide ooie vaars; dat gebeurde in Herwij- nen en in Eemewoude in Fries land. ZELF EEN OOIEVAAR in de kost nemen kan ook, daarin gin gen al tientallen particulieren, scholen en instellingen u voor. En dat is nog eens wat anders dan een hamster onder het buf fet of een vliegende tak in het terrarium. Voor een jaarlijks kostgeld van honderd gulden bent u de man. En dan hoeft u niet eens zelf kikkers, vissen, veldmuizen en mollen te vangen of slakjes, sprinkhanen, regen wormen en rupsen voor bij de borrel, want uw ooievaar blijft gewoon in Het Liesveld wonen. Dus evenmin nerveus gescharrel met vrienden en buren als u on verhoeds een weekje met vakan tie wilt. Op een informatiebord in het dorp las ik over die hapjes en dat een ooievaar per dag zo’n 350 gram voedsel verorbert. En ook telde ik dat een Haarlemse meneer de meeste ooievaars in de kost heeft van ons allemaal: vier in getal. De namen die ze dragen zijn: Cornelia Hendrika, Martin, Ida en Chriètiaan. BEZOEKERS ZIJN van 1 april tot 1 september dagelijks welkom, van 13 tot 17 uur. Alleen op maandag is het dorp gesloten. De beheerder is op de dag van ons bezoek aan de wandel en manifesteert een groot vertrou wen in de bezoekers. Bij de in gang hangt een collectebus met het verzoek daar het entreegeld in te deponeren: voor volwasse nen twee, voor kinderen een gul den. Twee van die volwassenen stappen uit een met witte linten versierde auto. Pas getrouwd, zo te zien. Zouden ze denken dat de ooievaars nog steeds al het werk doen? OOIEVAARSDORP HET LIESVELD is maar een onder deel van het vele moois van de Alblasserwaard die zich mals in het rivierenland uitstrekt, met de Lek in het noorden en de Giessen en de Linge aan de zuid grens. Vanuit het noorden rijden we er via Uithoorn, Alphen en Gouda op aan; al een route vol water, bruggetjes en tedere ver gezichten. Op de Gouwe heerst bedrijvigheid. Wie de tijd met de Alblasserwaard wil delen, zou in Gouda nog even kunnen stop pen. Het gothische stadhuis is een pracht en de stad doorkrui send passeren we de visbank. gelegen boezems maalden, van polderniveau tot op de Lek. Ze keren steeds weer terug in het landschap van de Waard, maar wie er meer tegelijk wil zien, kan vanaf Groot-Ammers het beste westwaarts rijden langs Streef kerk met zijn lage boerderijen. Voorbij Nieuw-Lekkerland doe men ze dan vanzelf voor u op: de negentien molens van Kinder dijk. In de zomer draaien ze elke zaterdagmiddag. NOG EVEN WAT MEER over Willem Frederik, hij werd geboren in 1613 als tweede zoon van Ernst Casimir, graaf van Nassau en Sophia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbuttel, gravin van Spiegelberg en trouw de in 1652 Albertina Agnes van Oranje-Nassau, een dochter van Frederik Hendrik, prins van Oranje, graaf van Nassau, Vianden, Buren, Leerdam en Meurs en Amalia van Solms-Braunfels. De grootvaders van Willem Frederik en Albertina Agnes waren broers, Willem I en Jan de Oude, zoons van Willem de Rijke. In het enz., enz., enz. dat in officiële stukken door Koningin Beatrix wordt gebruikt komt Barones van Liesveld ook heden ten dage nog voor. WE DOEN HET NIET, we ken nen ze nog van ons schoolreisje, hoe lang geleden dat ook is, Otto land passeren we eigenlijk zon der het te merken, maar het is het landschap dat het oog van de bezoekers volledig opeist. Aan de Boezem zijn palingrokerijen en bootjes te huur. Dan ineens zijn we in Vuilendam aan de Alblas, de gekanaliseerde Graaf stroom. De oude boerderijen van het type hallehuisgroep dragen soms nog gevelstenen die herin neren aan de watersnoden die het gebied geteisterd hebben. De hoeve Graafdijk West 11 heeft er zelfs drie op de gevel: uit 1740 „en eens stond het water aan desen steen”, 1809 en 1819. Dat is in Molenaarsgraaf, maar laat u daar niet misleiden. Want mid- VOOR DE DEUR pruimen een paar mannen. „Rustig hier”, pro beer ik een voorzichtige opening. Voor „eigen-land-ontdekkers” is bij de Uitgeverij Gottmer een nieuwe geheel herziene- uitgave verschenen van de hand van Noortje de Roy van Zuydewijn. Het heet „Met het oog op onderweg”, kost 45 en is een tocht in woord en beeld langs monumenten in Nederland. Elke provincie heeft zijn eigen hoofd stuk en aan bouwstijlen wordt apart aandacht besteed. Voor leergierige ontdekkers zeer de moeite waard. de door de waard slingerende dijk. 5. In Nieuwpoort is het stadhuisje, uit 1696, over de Binnenhaven gebouwd. x 6. Het polderlandschap van de Al blasserwaard gezien vanaf het kruis punt in Groot-Ammers dat naar Otto land voert. 7. Ameide herinnert nog aan de wel vaart die het heeft gekend. 8. De veerbaas over de Lek bij Schoonhoven in de slag met het wisselgeld. is udii iictii vijl up een uuunie- weekse dag, de op sluipwegen beluste forensen zijn onderweg. RICHTING HAASTRECHT, de Lek- en IJsselroute van de ANWB kruist onze weg. Langs de kringelende Vlist, eindeloze plekjes, het riviertje gaat ten les te onder in de Lek. Daar gaan we overheen bij Schoonhoven, maar niet na ons nog even ver gaapt te hebben aan de forse scheve toren van de Bartholo- meuskerk. Olivier van Noort ligt er onder begraven degene die in 1601 als eerste Nederlander een reis om de wereld maakte. In de toren van het stadhuis han gen enkele klokken die zijn ge smolten uit het geschut waarmee zijn schip was uitgerust. De bor den bij het veer noemen enkel Gorinchem als bestemming, maar we zijn op de goede weg. DE ALBLASSERWAARD strekt zich voor ons uit. Nieuw poort (niet dat van de slag), Groot-Ammers, we gaan eerst die richting uit. Door het dorpje, na het ooievaar kijken, slaan we af richting Ottoland. In het wa pen van dat plaatsje is nog steeds een bos riet te zien dat afkomstig is uit het wapen van de baronnen van Liesveld. Langs de Boezem de watermo lens die vroeger het water van de lage boezems naar steeds hoger 'i .s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 15