Verzet tegen dolle jacht neemt toe 1W Nieuwe muur De toekomst van onze industrie Shell investeert Werkloosheid in Israel tot blijven laag Carter belooft auto-industrie Prijzen voor varkensvlees Nog geen regeling schuld Turkije 4,5% gestegen assistentie in raffinaderij Saoedi-Arabië J ffl w 6 DONDERDAG 10 JULI 17 1980 ECONOMIE (Door Ronald Frisart) teerd 1 I Wat goud een eeuw geleden was voor Amrika, is uranium voor het hedendaagse Frank rijk. De jacht op deze grond stof voor de atoomindustrie neemt steeds groter vormen aan zo zelfs dat van een ware uraniumkoorts gespro ken kan worden. Wat echter ook toeneemt, is het verzet te gen die dolle jacht. BI ih Fransen in ban uranium 1,® id BE*’- jlaim, tn. De strijd tegen de massale uraniumwin- ning, die voornamelijk door boeren wordt gevoerd, is moeilijk. In de eerste plaats omdat de tegenstander bestaande uit de machtigste kapitaalgroepen in het land zo enorm sterk is. Bovendien omdat de plaatselijke bevolking niet als eenheid aan de strijd deelneemt. Met name oudere boeren zijn vlug ge neigd hun grond aan de mijnbouwmaat schappijen, die driftig met de geldbuidel zwaaien, over te doen. Veel jongeren hou den het op het platteland wel voor gezien, trekken naar de steden en zijn zodoende verloren voor het verzet van de achterblij- trekt die nu iets aan. Veel partijen zijn onverkocht gebleven en hebben hun weg naar het vrieshuis inmiddels gevonden. Het aanbod van varkensvlees is de laat ste weken duidelijk hoger, omdat de grote en de bouwnijverheid uitlichten en dus de industrie in enge zin overhouden, is het nog een vijfde. In de omringende landen is de industrie wèl op peil geble ven. Het is dus een typisch Nederlandse aangelegenheid Een tijd lang hebben we ons met deze ontwikkeling verzoend. We dachten zelfs dat we vóór lagen op de anderen. Wij traden als eerste land in West-Europa het na-industriële tijdperk binnen. We moesten weer, zoals vroeger, in hoofd zaak van dienstverlening gaan leven. Maar de les van de geschiedenis is dat dit op den duur niet kan. Om te kunnen handelen vervoeren, financieren, ops laan en verzekeren zijn er goederen no dig. De indutstrie (en nauutrlijk ook de landbouw) zijn dus de onmisbare basis van de dienstverlening. De grote verdienste van het rapport van de wrr is dat de strategische plaats van de industrie in onze economie weer wordt beklemtoond. Maar is het echt waar dat onze indu strie steeds meer kansen laat liggen en dat er dus belangrijke overheidssteun nodig is om weer op het juiste spoor te komen? Prof. Kolnaar is bang dat bij deze aanpak het paard achter de wagen gespannen wordt. Door industriële in vesteringen te bevorderen kweekt men geen afzet voor industrieprodukten. De Nederlandse industrie is mans genoeg om de kansen die zich voordoen te grij pen. Als men niet investeerd is dat om dat men geen afzetkansen ziet, en men ziet geen afzetkansen omdat men niet meer kan concurreren met andere lan den. Onze lonen, belastingen en sociale lasten zijn het hoogst van de wereld. Als we veel geld tegen de industrie aangooi en moet dat geld toch weer door het Men kan het beste over de hele linie de lasten zo laag mogelijk houden. Er is geen enkele reden waarom de industrie dan niet de verbeterde concurrentiemo gelijkheden zou aangrijpen. Ook op dit zwakke punt in het meerderheidsrap port wijst prof. Kolnaar. Oostduitse soldaten houden de wacht ter wijl de laatste hand wordt gelegd aan de nieuwe Berlijnse muur. De oorspronkelijke muur, die in 1961 werd opgetrokken, is weg gehaald. huishouding in hun omgeving. Keer op keer blijkt dat de waterbronnen in de buurt van de delfplaatsen verdwijnen, wat niet verwonderlijk is bij ondergronds gewroet op grote schaal. Er is echter meer. De grond die uit de mijnen komt bevat slechts 0,1 tot 0,3 pro cent uranium en daar valt niets mee te beginnen. Door middel van mechanische en chemische processen kan uit de gedol ven grond de zogenaamde yellow cake worden verkregen, die 70 procent urani um bevat en commercieel wel degelijk aantrekkelijk is. Voor die processen zijn geweldige hoe veelheden water nodig. Dat betekent aan de ene kant dat er te weinig water voor de landbouw in de omgeving overblijft en anderzijds, dat het water dat door de uraniumfabrieken wordt geloosd radio actief besmet is. Hoe bevorderlijk dat voor de wijn- en andere landbouw is, laat zich raden. Cogéma heeft weliswaar enige maatre gelen genomen om de hoeveelheid radio activiteit in het afvalwater te verminde ren, maar voldoet daarmee nog lang niet aan de nationale veiligheidsnormen, laat staan aan de internationale die drie maal zo streng zijn als de .Franse. Behalve boeren zullen ook stedelingen niet al te zeer zijn ingenomen met dit feit. Al dertig jaar lang wordt besmet water uit ’s lands eerste uraniummijn geloosd in de bekkens waaruit de stad Limoges haar drinkwater haalt. De veiligheidsnormen worden met voeten getreden, maar de controlerende overheidsinstantie meent desondanks te weten dat deze situatie geen gevaar oplevert voor de volksge zondheid. M 427,W 324, 3,«t 3,01 105, De sterke positie die we door onze lage kosten veroverd hadden, maakte dat een tijdlang alles mogelijk leek. Alle terug houdendheid ging na verloop van tijd verloren. Ons hele levenspeil werd opge schroefd tot een niveau dat niet behou den kon blijven. Maar terugdraaien lukt vrijwel niet. ic he n len. dit euvel an. 3 127,00 70,50 95,70 12,00 43,50 204,50 27,90 47,50 107,00 43,40 62,10 81,00 17,00 108,50 127,60 48,00 103,20 57,10 97,10 46,40 36,00 26,10 287,00 211,50 75,60 41,00 119,00 40,20 5270 51,00 97,70 54,50 58,50 140,00 100,50 145,00 39,50 52,80 114,00 55,80 51,00 48,00 77,50 88,00 41,50 141,00 43,70 44,50 3220 58,50 141,50 97,80 61,00 149,50 40,20 151,50 89,80 72,70 184,00a 32,00 83,50 168,00 23,70 38,20 37,00 46,50 49,00 103,20b 350,00 175,00 160,00 365,00 „Boeren leven van hun grond en niet van uraniumproduktie” dat is de voor naamste drijfveer van hen die de hand schoen hebben opgepakt, welke de mijn bouwondernemingen in hun midden de poneerden. Veelzeggend is een verklaring van het Comitee ter Verdediging van de Bewo ners van Saint-Sylvestre, die op 24 april werd uitgegeven: „Zoals de Maquis zich in 1943 verzette tegen een bezetter, zo stelt nu een nieuwe verzetsbeweging zich te weer tegen een nieuwe bezetter: de Cogé ma. Onze strijd is nog maar pas begonnen. Ze zal zich uitbreiden naar andere groe pen en andere plaatsen”. Dat laatste is ongetwijfeld waar. Overal in de betrok ken gebieden schieten actiecomités uit de grond in een tempo waar paddestoelen jaloers op kunnen zijn. In het verzet tegen vers. Tenslotte is er nog een groep die zwicht voor het feit, dat de mijnbouwon dernemingen banen te bieden hebben die op zijn minst het minimumloon garande ren. En dat is een factor van gewicht in de streken waar de mijnen worden geves tigd. Dat zijn namelijk veelal wijnbouwge- bieden, waar geld en werk schaars zijn. De overblijvende groep bestaat uit men sen die niet van zins zijn zich van hun (geböorte)grond te laten verdrijven, hun traditionele levenswijze willen behouden en bovendien beducht zijn voor de geva ren die aan de uraniumgroeven verbon den zijn. (Van onze redactie economie) PARIJS. De besprekingen tussen Turkije en zijn buitenlandse schuldeisers over de aflossing van een deel van de Turkse buitenlandse schuld zijn voor on bepaalde tijd uitgesteld, zo is van Ameri kaanse zijde in Parijs vernomen. De on- derhandelingen hadden gisteren en van daag in de Franse hoofdstad plaats moe ten vinden. Het internationale overleg over een fi nanciële reddingsoperatie ten behoeve van Turkije is al geruime tijd aan de gang. Deze wordt geleid door de OESO, de Or- ganistatie voor Economische Samenwer king en Ontwikkeling, waarbij 24 rijke industrielanden zijn aangesloten. Struikelblok bij de gesprekken is, dat de Turken voor een nieuwe aflossingsrege- ling een zeer gunstige rente willen bedin gen. Dat stuit bij sommige schuldeisers op bezwaren. De totale buitenlandse schuld waaron der de regering in Ankara gebukt gaat wordt geschat op vijftien miljard dollar. In Parijs zou deze week gesproken moe ten worden over een nieuwe aflossingsre- geling betreffende ongeveer een zesde deel van die schuld. De Turkse inflatie bedraagt honderd procent en liep afgelopen februari zelfs op tot 133 procent. Er zijn vier miljoen werk lozen en per maand bedraagt de nationale olierekening rond de driehonderd miljoen dollar. Desondanks zijn de Amerikanen van mening dat er nog niets verloren is. Het Westen heeft er trouwens alle be lang bij dat Turkije niet in een totale I economische en politieke chaos ten onder gaat. Door de machtswisseling in Iran en de gebeurtenissen in Afghanistan is het strategische belang van Turkije enorm toegenomen. NAVO-commandanten be schouwen de grens tussen de Sovjet-Unie en Turkije als de zwakste schakel in het Atlantisch bondgenootschap. De regering in Ankara heeft de bondgenoten daarom zeer aan zich verplicht door het akkoord betreffende de NAVO-bases in het land met vijf jaar te verlengen. slachterijen in afwachting van de vakan tieperiode meer slachten. Bij de huidige prijzen is dit groter aanbod goed te plaat sen, zo constateerde het PW-bestuur. Door problemen met stakingen van de grensveterinairen in Italië stagneert de biggenexport naar dat land opnieuw. In het algemeen verloopt de export van big gen naar EG-landen echter redelijk. Ook van de andere vleessectoren viel gisteren weinig goeds te melden, zo bleek op de vergadering. Voor gemeste kalveren blijft de markt onveranderd slecht en de prijs van rundvlees handhaaft zich op het lage niveau, evenals die van lammeren. Die omschrijving van de verontruste boeren sluit overigens goed aan bij de landelijke politieke lijn van de Franse Communistische Partij, die nog onlangs haar goedkeuring hechtte aan de bouw van een zesde atoomonderzeeër voor de Franse marine. JERUZALEM. (Reuter). In de eer ste vijf maanden van dit jaar is de werkloosheid in Israel toegenomen tot 4,5 procent van de beroepsbevolking, wat betekent dat eind mei 59.000 men sen zonder werk waren. Het ministerie van Fiananciën in Jeruzalem verwacht dat het er tegen het einde van het jaar 72.000 zullen zijn. Ezra Sadan, hoofd van het economi sche planbureau van het ministerie, verwacht voor de rest van het jaar een verdere economische achteruitgang, waarbij het verbruik per hoofd van de bevolking kleiner zal worden maar de positie van de betalingsbalans een ver betering te zien zal geven. Sadan schat de vermindering van het particuliere verbruik in 1980 op 3,7 procent. Dat zou ertoe kunnen bijdra gen dat de inflatie, nu 130 procent per jaar, afneemt. Er zullen krachtige mo netaire maatregelen worden genomen om de waardevermindering van het geld tegen te gaan. De kredietverlening zal beperkt worden gehouden. De minister wilde 'over de maatreg- leen die hem voor ogen staan geen verdere mededelingen doen maar naar verluidt heeft de Israëlische centrale bank van de regering geëist dat de exportsubsidies worden verlaagd. RIJSWIJK (ANP). De prijzen voor varkensvlees blijven laag. Sinds eind vori ge maand zijn zij nog iets gedaald onder het niveau dat toen al bijzonder laag werd genoemd. Dat is gisteren gebleken op de vergadering van het bestuur van het Pro- duktschap voor Vee en Vlees (PW) in Rijswijk. Voor vers varkensvlees zijn de prijzen stabiel. Hammen en schouders zijn iets in prijs gedaald, omdat de inslag in vrieshui zen met premies van de overheid is beëin digd. Het bestuur vond het verwonderlijk dat in deze tijd van het jaar de prijs van karbonades zo laag blijft. Gewoonlijk de gezamenlijke tegenstander blijkt het zelfs mogelijk dat Franse boeren samen werken met Baskische collega’s. De wijnboeren uit het Zuidfranse dorp je Saint-Jean-de-la Blaquière hebben sinds 1976 eenvoudig geweigerd technici van Cogéma in hun gemeente toe te laten. Aan de rand van het dorp stelden ze borden op met de tekst „Voor Cogéma Verboden”. Die werden echter verwij derd, maar er kwamen nieuwe voor in de plaats. „En als ze nu weer worden wegge haald verankeren we ze in beton”, aldus een strijdlustig lid van het plaatselijke actiecomité. Die grimmige houding lijkt merkwaar dig wanneer men weet, dat Cogéma deze boer wijngaarden heeft aangeboden die tweemaal zo groot zijn als zijn huidige bezit. Maar de boeren in deze omgeving hebben zich zoveel inspanningen moeten getroosten om hun .wijngaarden op het huidige peil te brengen, dat geen van hen er over piekert ze af te staan. Dankzij de vele aangebrachte verbeteringen produ ceert de streek nu een wijn van prima kwaliteit. Voor de plaatselijke boeren staat het net als voor hun collega’s elders in het land als een paal boven water, dat er van de kwaliteit van hun produkt niet of nauwelijks iets overblijft, wanneer in de buurt naar uranium gedol ven gaat worden. De uraniummijnen hebben namelijk een vernietigende uitwerking op de water- Deze opstelling is overigens geheel in overeenstemming met het optreden van de Franse overheid tegen degenen die zich verzetten tegen de doldrieste uranium- jacht. De nationale oproerpolitie CRS, een soort superuitgave van de Nederlandse Mobiele Eenheden, is al talloze malen op getreden tegen anti-uraniumactievoer- ders. Ook de plaatselijke autoriteiten stel len zich in de meeste gevallen vierkant op tegen de activisten. We hebben er nog drie oorlogen met Engeland over uitgevochten, maar ook dat hielp niet. Tot diep in de negentiende eeuw duur de onze industriële achterstand. Het was de Jan Salietijd. Dankzij inkomsten uit overzeese gebieden konden wij nog net het hoofd boven water houden. De economische opleving vanaf het laatste kwart van de negentiende eeuw was weer in hoofdzaak gebaseerd op de Duitse industrie. Na de Tweede wereld oorlog was er aan Duitsland aanvanke lijk niet veel te verdienen. Bovendien gingen de economische betrekkingen met Indonesië vrijwel geheel verloren. Voor het eerst in onze geschiedenis moesten we toen in hoofdzaak van indu strie gaan leven. Dat ging niet zomaar. Er was natuurlijk geen lege plaats in de wereld. We moesten er ons invechten. Dat kon alleen door steeds iets goedko per te zijn dan de gevestigde indu strielanden. Zo bouwden we een indu strie op basis van loonmatiging. Voor de vakbeweging was het van belang, daar aan mee te werken uit werkgelegenheid- soogpunt. Tot in de jaren ’60 leek het alsof wij echt een industrieland waren geworden. In de jaren ’70 ging het echter weer mis. Jaar op jaar liep de werkgelegenheid in de industrie terug. Op het ogenblik werkt nog maar een derde van de werk zame beroepsbevolking in de industrie. Als we daar de openbare nutsbedrijven We kunnen daarom het beste het meerderheidsrapport gebruiken als doorlichting van de huidige situatie en het minderheidsrapport als een aanzet voor wat er moet worden gedaan. DETROIT (Reuter). President Carter probeert een regeling te treffen voor le ningen aan kleine bedrijven in de automo bielindustrie die er moeite mee hebben om uit de kosten te komen. Hij deelde dit gisteren mee in Detroit op doorreis naar Japan, waar hij een herdenkingsplechtig heid voor de onlangs overleden premier Masajosji Ohira bijwoont. Hij zei ook plannen te hebben voor de afschaffing van bepaalde voorschriften die de automobielindustrie nu nog belem meren in haar activiteiten. Een en ander beteknt voor de fabrieken en de dealers een lastenverlichting van naar schatting 900 miljoen dollar. Carter is onder meer van plan een hoor zitting van het Congres over de moeilijk heden van de Amerikaanse automobielin dustrie te bespoedigen. Hij zei niets over de invoercontingenten voor kleine auto’s uit Japan waarom de Amerikaanse auto- fabrieken en de vakbonden gevraagd heb ben. Volgens ingewijden zou het onder zoek van het Congres kunnen leiden tot vrijwillige exportbeperkingen van de Ja panse autofabrieken. De Amerikaanse vakbonden wijten de werkloosheid van 250.000 man in de auto fabrieken aan de invoer van goedkope en zuinige personenauto’s uit Japan waar voor de belangstelling de laatste tijd aan zienlijk is toegenomen. De president wil dat de Amerikaanse commissie voor inter nationale handel hierover binnenkort een hoorzitting houdt. Daaruit zou dan moge lijk al in september een regeling met Ja pan voor een „ordelijke afzet” van auto’s in de VS kunnen voortvloeien. LONDEN (Reuter). een dochtermaat schappij van Shell Oil Company (de Ame rikaanse tak van de Koninklijke Shell Groep) steekt 400 miljoen dollar (800 mil joen gulden) in een petrochemisch com plex in Saoedi-Arabië dat in totaal drie miljard dollar gaat kosten. Het is Pecten Arabian Ltd, die dezer dagen over het plan overeenstemming heeft bereikt met SABIC (Saudi Basic Industries Corporation), die eveneens 400 miljoen dollar bijdraagt. De rest van het bedrag komt van het fonds voor overheidsinvesteringen van de Saoedi- sche regering en van banken. Het petrochemische complex komt te staan in Jubail. De plannen voorzien in de produktie van 656.000 ton ethyleen, 333.000 ton chloor, 377.000 ton natriumhy- droxyde en 454.000 ton ethyleendichloride per jaar. Verder zullen installaties worden gebouwd die 327.000 ton ethylbenzeen, 295.000 ton styreen en 281.000 ton ethanol per jaar kunnen maken. Onderdeel van de plannen vormen de bouw van schepen en terminals en voorzieningen voor de infra structuur. De eerste installaties zullen ver moedelijk in 1984 worden afgebouwd. Tussen nu en 1985 zal de Franse urani- umbehoefte verdubbelen tot 7500 ton per jaar. Bijna de helft daarvan moet in Frankrijk zelf gedolven worden. De aan vragen voor onderzoek naar en winning van uranium hebben volgens de officiële cijfers betrekking op een grondgebied van 15 duizend vierkante kilometer. Deze reusachtige uraniumrace heeft twee oorzaken: enerzijds de uitbreiding van het nationale atoomprogramma, an derzijds de enorme kapitalen die zijn geïn vesteerd in het opsporen van de nucleaire grondstof. Vijf maatschappijen, waarvan de staatsonderneming Cogéma de belang rijkste is, zijn bij de jacht betrokken. De particuliere deelnemers zijn de Compag nie Minière Dong-Trieu (onderdeel van de groep Empain-Schneider), de Compagnie Industrielle et Minière van de multinatio nale gigant Rhöne-Poulenc, en Minatome (waarin onder andere Pechiney deel neemt). De vijfde betrokken maatschap pij tenslotte is Elf-Aquitaine, waarin de Franse staat een belang van 67 procent heeft. Uranium winning is voor de Fransen niet nieuw. Al in 1947 werd de eerste mijn geopend in de porseleinstreek Limousin in het centrum van het land. Dertig jaar lang zijn de bewoners van het dorp Saint- Sylvestre trots geweest op de vlakbij gele gen groeve, die zich hulde in een wolk van geheimzinnigheid. Sinds enkele jaren neemt de uraniumwinning echter steeds grotere vormen aan en het verzet daarte gen van de plaatselijke bevolking groeide in een vergelijkbaar tempo. Dat is ook het geval in de andere gebie den waar, nu of in de toekomst, uranium gedolven wordt: de Vogezen in het noord oosten, het Centraal Massief, de Langue doc, de Provence en Aquitaine in het midden en zuiden van het land. In die streken verrijzen steeds meer borden langs de weg met opschriften als „Verbo den voor Cogéma”, „Minatome Nee” en „Nee tegen de kolonisatie”. Het is een degelijk rapport. De zaak wordt van alle kanten bekeken. Het heeft ook meteen al goed gewerkt. De verlamming die er heerst over onze industriële toekomst is doorbroken. Het kan blijkbaar nog. Toch is het de vraag of de weg die het rapport wijst de juiste weg is. In een minderheidsstandpunt van prof. Kol naar wordt ernstige twijfel uitgesproken over de zin van het overheidsoptreden dat door de meerderheid bepleit wordt. In dit verband kan het zin hebben, de historische achtergrond nader te belich ten. Nederland is maar gedurende korte tijd industrieland gweest. Gedurende onze gouden eeuw (ruwweg van 1600 tot 1700) leefden wij van het verhandelen en vervoeren van goederen die door ande ren waren geproduceerd. Dat ging zo goed dat wij niet aan eigen industrie toe kwamen. Door onze ligging waren wij voorbestemd, een uitgesproken handels- en vervoersland te worden. Maar zulk een economische structuur is erg kwets baar. Toen de buurlanden hun goederen zelf gingen vervoeren zaten wij er naast. Daar komt nog iets bij. De overheid moet volgens het rapport van de WRR aangeven welke sectoren wel en welke sectoren niet tot de kanshebbers beho ren. Zoiets is nog nooit gelukt. Deze zienswijze gaat er van uit dat de overheid dat beter kan beoordelen dan de betrokkenen zelf. Alle ervaringen in alle landen waar zoiets geprobeerd is wijzen in tegengestelde richting. De overheid tast altijd verder mis dan de industrie zelf. Er is al enorm veel geld in bodemloze putten gegooid. bedrijfsleven worden opgebracht. Matiging van lonen, belastingen en so ciale lasten kan ons de concurrentieposi tie weer teruggeven die we in de jaren ’70 hebben verspeeld. We hebben in de na-oorlogse periode twee tegengestelde ontwikkelingen doorgemaakt. Eerste hebben we ons in de wereldmarkt ge prijsd door terughoudendheid op het gebied van de lonen. Daarna hebben we er ons weer uitgeprijsd door naar de andere kant door te slaan. Zulk een ontwikkeling is niet toevallig. In het eco nomische proces vinden we veel slinger bewegingen. mdsen ■v. ed.) e 12JU' S (Door prof. F. Hartog) De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft een rapport gepubliceerd onder de titel: Plaats en toekomst van de Nederland se industrie. Daarin wordt gepleit voor een bezield regeringsbeleid, be doeld om aan onze wegzakkende industrie nieuwe impulsen te geven. Men wil het zoeken in bevordering van de investeringen voor kanshebbers. Daartoe moet worden nagegaan waar de beste mogelijkheden liggen. Een en an der moet worden gestuurd door een in te stellen regeringscommissie, bestaande uit deskundigen. Dit om af te komen van het eindeloze touwtrekken met vakbe weging en ondernemingsorganisaties. Op die regel was de communistische burgemeester van het dorpje Grandmont een uitzondering. Lange tijd steunde hij de verontruste boeren uit zijn gemeente. Toen die op 24 maart van dit jaar, uit protest tegen de komst van een uranium mijn in de omgeving, een weg blokkeer den, schaarde de burgervader zich echter aan de zijde van de CRS, die de blokkade met boeren en al aan de kant veegde. Grandmonts eerste burger werd bijgeval len door zijn partij, die in haar regionale krant L’Echo du Centre melding maakte van „enkele personen die iedere vorm van waardigheid hebben verloren en de gren zen van het wettelijke hebben overschreden”. 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 17