Marathonloper Gerard Nijboer Ledental schuttersband verdubbeld sinds Montreal e gewone wedstrijd" „Moskou voor mij I 12 wf A - -VK I I I I I I I 20 DONDERDAG 1 10 JULI 19 8 0 SPORT Mazzel Stampei Wereldrecord DEN HAAG Voor de bond van pistool- en geweerschatters (de KNSA) was de laatste Olym piade er een die elke onderge schoven sportbond zich zou wen sen. Vanuit het niets naar een zilveren medaille. Met één grote klap schoot kleiduivenspecialist (skeet) Eric Swinkels de KNSA via een hoeveelheid aan publici teit in de grote belangstelling. Het Ard-en-Keessie-effect: de Anton Geesink-reactie. De Koninklijke Nederlandse Schutters Associa tie (KNSA) vertrekt met één man minder dan de bedoeling was naar de Olympische Spelen. Toen het NOC op het punt stond zich uit te spreken over de voordracht, bedankte klein kaliber geweer schatter Jack Achilles die voldaan had aan de selectie-eisen „om principiële redenen”. Onder leiding van de Hagenaar A. Geerts reizen nu vier schutters af: Kiek van leperen, Johnny Pierik (kleiduiven), Chris van Velzen (klein kaliber geweer) en Wibaut Jolles (pistool). De kleiduivenschutters haalden Moskou met vlag en wimpel. Waar het NOC het plaatscijfer acht als voorwaarde stelde, brachten Van leperen en Pierik Voor de pistoolschutters „Olympisch snelvuur” zijn twee dagen uitgetrokken: 24 en 25 juli. Op beide dagen worden zes series van vijf schoten verwerkt, gesplitst in tweemaal 8 seconden, twee maal 6 seconden en tweemaal 4 seconden. het tot respectievelijk 3,24 en 4,75. Op de Olympi sche Spelen beslaat hun programma drie dagen (24, 25, 26 juli): de eerste twee voor een ronde van 75 schoten (drie keer 25), de laatste voor 50 schoten (2 keer 25). Op het klein kaliber geweer 50 meter („Olympia Match”) valt de beslissing op één dag: 21 juli. De opdracht: 60 schoten liggend. door Peter Heerkens Lj 1 ff KNSA: last van groeistuipen 1 ontwikkelingen. We zijn overtuigd van een goede afloop" I I Eric Swinkels: niet naar Moskou, maar thuis in het Brabantse Best M i i i Ofschoon er voor de opzienbarende groei van deze schuttersbond ook nog andere verklaringen zijn, staat het vast dat Swinkels’ prestatie van enorme in vloed was op de groei van de KNSA. Ten tijde van de Spelen in Montreal lag het ledenbestand rond de 10.000 en thans schommelt dat cijfer in de buurt van de 20.000. Maar daarmee houdt de lol voor het grootste deel op. „Ik zit hier helemaal alleen om zoveel mogelijk de druk van buitenaf te voorko men. Ik loop twee keer per dag en verder schoffel ik een beetje in het tuintje, pluk bessen en lees wat boeken. Psychisch is het toch erg moeilijk op te brengen. Het valt niet mee jezelf telkens weer de disci pline op te leggen om te gaan trainen, ook al voel je je niet zo prettig. Het wordt nu bijna een moeten, een plicht om je goed voor te bereiden. Je kunt er niet meer onderuit en dat geeft toch wel een mentale druk. Het is echt wel iets meer dan alleen maar ontspanning. Het geeft mijn leven een heel andere dimensie. Daarom wil ik na de Spelen ook een stapje terugdoen, met iets anders bezig zijn en ook aan werk gaan denken”. De voorbereiding kan nog zo perfect zijn, in de wedstrijd kan het allemaal heel anders lopen, weet Gerard Nijboer. „Er komt zoveel bij kijken. Je hebt een tac tisch concept, maar je moet het uiteinde lijk wel zelf doen. Ik zal mij moeten be heersen en dat zal vooral in Rusland vrij moeilijk worden, omdat ik vermoed dat al snel na de .art een grote groep er tussen uit zal gaa Het is een uitdaging om dan mee te gi an, maar ik weet niet of ik dat risico moet nemen of niet. Op dat punt heb ik nog weinig ervaring. Het wordt ook pas mijn vierde marathon. Maar als je twee minuten achterligt, kom je nooit meer bij. Dus ik weet niet zo goed wat ik in zo’n geval moet doen”. Gerard Nijboer: „Ik kom alleen om te lopen". wereldrecord gaat verbeteren, meldt Ge rard Nijboer lachend. Het is duidelijk: de internationale atletiekwereld ziet in hem een medaillekandidaat. Dat zou een men tale belasting kunnen zijn, maar: „Het maakt mij niet extra nerveus. Ik zal in Moskou de normale wedstrjjdspanning voelen. Gelukkig heb ik een week om te acclamatiseren en ontspannen naar de marathon toe te leven”. De piscl treal zijn de t Hels tatie c I I c i i j i F I C I I 1 Ol Oos Ingi geëï geb< tijd, wen vooi teen sprc Gezien de krachtsverhoudingen in het verleden, stelt de heer Geerts vast dat de boycot van deze Spelen niet in belangrijke mate doorwerkt bij de schutters. „Bij het kleiduivenschieten is de deelname nauwe lijks beïnvloed. Alle sterke landen zijn er. Oost-Duitsland, Rusland, Italië, Frank rijk. Bij het klein kaliber geweer worden alleen de Amerikanen gemist; dat scheelt dus iedereen twee plaatsen. Rusland en Oost-Duitsland zullen hier de dienst wel gaan uitmaken. Van de belangrijke lan den voor het olympisch vuur ontbreekt alleen West-Duitsland. Alle anderen zijn er”. „Ik ben er namelijk niet van overtuigd dat ik de beste marathonloper van de wereld ben, alleen omdat ik in Amster dam die uitschieter heb gehad, want zo zie ik dat toch. Elke marathon is verschil lend. In Enschede zat ik vorig jaar Anaal kapot en na de marathon vn New York heb ik twee weken zelfs helemaal niet kunne nlopen doordat mijn spieren kei hard waren, terwijl ik na de marathon in Amsterdam nergens last van heb gehad. Dat zijn van die onverklaarbare dingen. Nee, voor mij was Amsterdam een prach tige uitschieter. Misschien herhaalt zich dat wel in Moskou. Als dat zo is, dan zit ik goed”. R I F F F ëx c c s A S K S H d H v C d S II N ft U H R Z G g< A R P F Ji B M L P: Fi SI Si if SI fo F< A Li D df F( V: 1 B, sO El St D; SI F( D< ok W< won 21,7f 22,4f mari vorn mete HAVELTE. Nog geen jaar geleden, na afloop van zijn opmerkelijke debuut in de marathon, wilde Gerard Nijboer er nog niets van weten. „Die limiet van 2.14 haal ik niet”, stelde hij toen nogal pertinent. „Ik moet nog een jaar stage lopen voor mijn studie en die heeft voorrang”. En nu, terugblikkend: „Ach, de limiet was wel haalbaar, mits de voorbereiding maar optimaal zou kunnen zijn. Dat betekent dat je twee keer per dag moet kunnen trainen, dat je goeie voeding moet hebben en geen beslommerin gen aan je hoofd, zoals studie. En dat is allemaal hard meegevallen. Daarnaast moet je ideaal weer hebben en trekkers, mensen die in een marathon werk willen verrichten. Wat dat betreft heb ik in Amsterdam alles meegehad. Daarom heb ik ook tegen het stellen van limieten op de marathon. Stel dat het 28 graden was geweest en ik had een tijd gelopen van 2.17. Dan was ik nu niet naar Moskou gegaan en had niemand ooit van mij gehoord”. Gerard Nijboer liep in Amsterdam de 42.195 meter in 2 uur 9 minuten en 1 seconde: de op een na snelste tijd die ooit op de marathon is gelopen. Hij bleef daar mee ver onder de gewraakte limiet en schaarde zich in één klap bij het rijtje favorieten, dat door de boycot van belang rijke marathonnaties als de Verenigde Staten en Japan aardig is uitgedund. Een spijtige zaak, vindt Gerard Nijboer, want die landen hebben een brede top. „En ik geloof dat Bill Rogers nog steeds de sterk ste marathonloper ter wereld is. Ik denk dat het hem ook heel erg spijt, dat hij er in Moskou niet bij kan zijn. Maar een devalu atie? Er zijn zo veel landen met goede lopers, dat er genoeg concurrentie over zal blijven. Bovendien kan net zo goed een outsider winnen, zoals Cierpinski in Mon treal. Dat is het verrassende van de mara thon”. Wanneer de heer Geerts de kansen van zijn ploeg in Moskou taxeert, stelt hij vast dat er theoretisch in alle gevallen plaatsen bij de eerste tien in zitten. Over de kleidui venschutters Kiek van leperen en Johnny Pierik: „Gezien hun resultaten moet dat haalbaar zijn. De top van Van leperen is 197 punten, die van Pierik 196. Het Euro pees kampioenschap werd behaald met 197”. Over klein kaliber geweerschutter Chris van Velzen: „Met 595 punten hoort hij bij de beste tien mee te komen, maar het zal moeilijk worden voor hem. De concurrentie uit het Oostblok is sterk”. Over pistoolschutter Wibaut Jolles: „Hij miste de limiet voor Montreal op één punt, nu haalde hij die schitterend. Met zijn 593 punten hoort hij internationaal bij de eer ste tien”. na 10 jaar werk zoals dat voorzien was, maar: niet zo vreedzaam. „Ik heb op het eind een hoop stampei gemaakt”, zegt hij. De vracht ervaring en kennis van zaken die hij als hoogste technische gezagsdra ger opdeed, gebruikte hij om kritische geluiden te laten horen toen het daar naar zijn mening tijd voor was. „Maar toen vonden ze me een dram mer”. De sfeer rond zijn afscheid was er derhalve een van gemengde gevoelens. „Er waren er een hoop”, zegt David Zoet mulder, „die me graag zagen vertrekken. Men verweet mij bijvoorbeeld, dat ik te nauwe contacten onderhield met de schut ters. Buiten het bestuur om, bedoelden ze. En dat klopte. Ik was hun chef d’équipe bij de uitzendingen en we zijn steeds als weldenkende volwassenen te werk ge gaan. Dat rekende ik tot mijn taak. Als er wat was, dan belden ze me. Ik wist van iedereen precies hoe het ervoor stond. Wat er de laatste tijd aan negatief nieuws rond de KNSA bekend wordt, vind ik ver schrikkelijk jammer. We zijn bezig om ons onvermogen te etaleren. Dat is triest”. Met de boycotkwestie heeft Gerard Nij boer zich bewust niet al te intensief bezig gehouden. Hij heeft er weliswaar zijn ge dachten over, maar gelooft dat hij er verstandig aan doet zich er als sportman zo veel mogelijk afzijdig van te houden. „Iedereen vraagt zich wel af of je wel of niet moet gaan. Dat brengt een zekere druk met zich mee. Voor mezelf heb ik het besluit genomen het langs me heen te laten gaan, anders kan ik niet met mijn sport bezig zijn, dan gaat het ten koste van mijn motivatie. Een maand geleden heb ik in Guatamala gelopen. Daar had ik dan óók niet naar toe moeten gaan. Waar ligt de grens? Die is verdomd moeilijk te trek ken. Als je hoort dat er in Rusland weer zoveel mensen gevangen zijn genomen of in psychiatrische ziekenhuizen zijn ge stopt, dan doet je dat natuurlijk wel iets. Maar de Spelen gaan door, ook als ik niet zou gaan”. Een reconstructie van die feiten komt in het algemeen uit bij de vaststelling dat de KNSA na de Spelen van Montreal niet ingesteld was op die stormachtige groei. „Ik heb me vaak geërgerd aan het totale gemis aan zakelijkheid”, aldus David Zoetmulder. „Het was een groei tegen de verdrukking in. De beleidszaken verdron gen de technische zaken”. Dat vindt ook de heer Geerts, die bezwe rend de handen heft als hij zegt: „Dat heb je als je snel van klein groot wordt. Dan krijg je groeistuipen. En die hebben we in alle hevigheid gekend. De verrassend snelle ontwikkeling heeft administratief Een van de grootste Amerikaanse atle- tiekbladen heeft hem naar aanleiding van zijn prestatie in Amsterdam zelfs ge vraagd of hij in Moskou en passant het Door alle ontwikkelingen van de laatste maanden hebben de Olympische Spelen voor Gerard Nijboer niettemin veel van hun magische klank verloren. Ik be schouw het gewoon als de grootste inter nationale wedstrijd, al geloof ik dat je wel moet bedenken dat je wordt uitgezonden naar iets dat maar één keer in de vier jaar wordt gehouden. En dat je daar naar toe gaat als een van de sterksten van je land, wat op zichzelf toch wel een eer is. Maar ik heb voor mijzelf het besluit genomen om zo laat mogelijk te vertrekken. Ik ga pas op 26 juli weg, dan zijn de Spelen al bijna een week aan de gang. Dat komt in eerste instantie beter uit met de voorbereiding, maar ik denk dat het ook uitstekend past in het kader van de versobering van de Spelen. Want ik heb geeen zin om aan zo’n openingsceremonie mee te doen. Ik kom alleen om te lopen”. Die ontspanning is op dit moment ver te zoeken. Speciaal voor Moskou heeft Ge rard Nijboer zich voor een periode van veertien dagen afgezonderd van de bui tenwereld. Gewapend met het door Da- ventria-trainer Arend Karenbeld en Bob Boverman (die Nijboer en Cor Vriend op de Olympische marathon zal begeleiden) opgestelde trainingsprogramma heeft hij zich teruggetrokken in een zomerhuisje bij Havelte. David Zoetmulder: „Er waren er een hoop die me graag zagen vertrekken" Terwijl het in schutterskringen toch al betreurd wordt dat indertijd bij de fusies die geleid hebben tot de oprichting van de KNSA (in 1969, toen drie bonden samen gingen) de handboog- en kruisboogschut ters zich buiten schot hielden, ontstond er binnen de KNSA een scheuring onder de groep zwartkruitschutters (antieke wa pens). Uit onvrede werd "Het Nederlands Verbond van Voorlaadschutters” opge richt en daarover is nogal wat te doen. Begin dit jaar bracht Eric Swinkels de KNSA in opspraak door een kort geding aan te spannen. Het draaide om zijn uit sluiting voor het wereldkampioenschap in het Italiaanse Montecatini, in welke plaats hij zich tijdens het Europees kampioen schap van 1979 niet naar bondswensen gedroeg. Zodoende. De rechter wees de eis van Swinkels om alsnog uitgezonden te worden af. En uiteindelijk blijkt dat de Brabantse kleiduivenschutter zelfs de Olympische Spelen in Moskou niet ge haald te hebben. Hij is daar zeer boos (op de KNSA) over. „Ten onrechte”, zegt de heer A. Geerts (roepnaam Stek) die David Zoetmulder opvolgde als technisch com missaris en in Rusland optreedt als chef d’équipe. „Erie Swinkels reageert emotio neel. Vol teleurstelling. Maar de beslissing was zuiver cijfermatig. Bij ons heeft in de beoordeling over Moskou geen persoonlij ke zaak gespeeld. Ik vind het jammer dat we per onderdeel slechts twee man mogen afvaardigen en geen drie. Ik had Swinkels er graag bij gehad”. De schutter in kwes tie is minder mild gestemd. Swinkels: „Al lemaal flauwekul. Ik kan aan de hand van mijn cijferlijsten laten zien dat ik in de limietenstrijd zeker niet de mindere was van Johnny Pierik aan wie ze de voorkeur gaven. We hebben allebei uit onze vier beste wedstrijden 19 punten en een gemid delde van 4,75. Maar ja: ze zagen me liever niet gaan. Die hele zaak is tevoren al beslist. Ik denk er ernstig over om met de skeet te stoppen en over te gaan naar de trap (een andere variant van het kleidui venschieten red.). Dat doe ik dan om een aantal personen te ontwijken”. en organisatorisch problemen gegeven waar wij techneuten vaak op wezen en waar het hoofdbestuur niet doof voor is geweest. De reorganisatie is in volle gang en het loopt goed. Er zijn erg positieve ontwikkelingen. We zijn overtuigd van een goede afloop”. KNSA s technisch commissaris, lid van het Dagelijks Bestuur en chef d équipe bij de Olympische Spelen. A. Geerts ..Er zijn erg positieve -1 De technisch commissaris van de bond, en in die functie lid van het dage lijks bestuur, David Zoetmulder, vertrok In de voorbereiding op de Olympische Spelen stuurden vijf leden van de acht- mansselectie klein kaliber geweer een brief naar het bestuur waarin ze het ver trouwen in coach Ad Smout opzegden. Ed Groothedde ging zo ver, dat hij zich terug trok uit de kerngroep voor Moskou. Het compromis dat het hoofdbestuur met de anderen bereikten, bestond hieruit dat er een centrale training bleef, maar dat men zich daarbij niet behoefte te onderwerpen aan Smout. Jack Achilles, een van de mede-onder- tekenaars van de klacht tegen Smout, trok zich als olympisch kandidaat terug nadat hij de limiet gehaald had en het NOC op het punt stond hem aan te wijzen. „Princi piële redenen”, zegt Achilles over zijn besluit. Kleiduivencoach Leo van Oorschot raakte in onmin met zijn selectiegroep. Er ontstond een verwijdering (Eric Swinkels schakelde over op een eigen trainer/bege- leider) die resulteerde in het vertrek van Leo van Oorschot. In zijn plaats kwam Jo Salet. Wat Gerard Nijboer, en met bem de meeste sportlieden, hevig heeft gestoord, is dat de politiek ten aanzien van Moskou de sport als speerpunt heeft gebruikt. Dat de Spelen wel zo nodig geboycot moesten worden, maar dat er op het ge bied van de handel en de culturele en diplomatieke betrekkingen nagenoeg niets is ondernomen. Hij zegt zich daar om ook levendig te kunnen voorstellen dat persoonlijke motieven van sporters om toch te gaan zwaarder wegen dan ethische maatstaven. „Er zijn atleten, bij wie één ding in hun loopbaan ontbreekt: de Olympische Spelen. Die leven er in derdaad vier jaar naar toe. Dan is het een bittere pil als zoiets vervalt. Voor mij geldt dat niet. Een jaar geleden wist ik nog nergens van. Ik heb mazzel gehad dat ik er zo in ben gerold”. Over de voorbereiding hoeft Gerard Nijboer weinig reden tot klagen te heb ben. Wat hem desondanks zorgen baart is dat hij vorige maand in Guatemala ver moedelijk een virusinfectie heeft opgelo pen. „Een slechte zaak, ik ben constant aan de diarrhee, waardoor ik mijn trai ningsprogramma minder gemakkelijk kan afwerken dan normaal. Ik heb in Guatemala een halve marathon gelopen. Derde werd ik daar en dan merk je dat sommige mensen daar teleurgesteld over zijn. Die verwachten ineens dat ik na mijn tijd in Amsterdam alle wedstrijden op wereldniveau loop. Maar ik laat de meeste reacties langs me heen gaan, al ga je door al die berichten van buiten ook meer van jezelf verwachten. Mijn eerste opzet was in Moskou bij de eerste 25 te eindigen, maar nu reken ik al min of meer op een plaats bij de eerste tien. Je wordt overmoedig”. De held van de Olympiade 1976 heeft er intussen een verloren kort geding (dit voorjaar) tegen zijn bestuur opzitten en hij werd afgewezen voor de Spelen in Moskou. Eric Swinkels blijft thuis, veron gelijkt en wel. Want: „Ze hebben me niet eerlijk behandeld. Er is net zo lang gema noeuvreerd tot ze een puntje vonden waarop ze me thuis konden laten. Per soonlijke rancune. Dat is het. Ik ben niet op mijn prestaties beoordeeld want dan hadden ze me mee moeten nemen”. Al met al werd de rust binnen de KNSA danig verstoord en verliep de aanloop naar deze Olympische Spelen alles behal ve in de ontspannen sfeer die men gezien het succes van Montreal zou verwachten. De feiten spreken duidelijke taal: Noodzakelijke investeringen voor de modernisering van de administratie, te genvallende CRM-subsidie en een onge lukkig uitgevallen aankoop van 500.000 Tsjechische kogels („Je hoort ze roesten”, zegt een ex-staffunctionaris) brachten de KNSA in liquiditeitsproblemen. Op een buitengewone algemene ledenvergade ring (januari dit jaar) verliepen de discus sies aanvakelijk emotioneel, maar de zaak werd uiteindelijk gesust: een extern bu reau gaat tegen een vergoeding van 25.000 gulden de bondszaken doorlichten. Op 1 april van dit jaar nam Adam Wagemaker als hoofdredacteur van het bondsblad „Schietsport” zijn ontslag. Hij was in vaste dienst en hij omschrijft zelf zjjn werk van vier jaar als „het imago van de KNSA belangrijk ondersteunend”. Be gonnen als hobbyist, later gecontracteerd als fulltimer, verliet Adam Wagemaker via de advocaat het pand. Wagemaker: „Ik werd de verpersoonlijking van de KNSA. Wat er voorhanden kwam, van wapentechnische adviezen tot pistoolkeu- ze, overal begeleidde ik in. De schutters reageerden daar enthousiast op met een stemming van: „Als er wat is, moet je bij die Wagemaker zijn”. Dat zat een aantal bestuursleden niet lekker. Zoals zoveel dingen. Er zjjn nogal wat klappen geval len in het laatste jaar. De Zwarte Pieten vlogen in het rond...”. KNSA-directeur Mar van der Caaij functioneert niet. Hij is sinds een paar maanden met ziekteverlof en het ziet er niet naar uit dat hij op zijn post terug keert. Hangende de afwikkeling van de zaken, acht de heer Van der Caaij het wenselijker om zijn ervaringen met de KNSA niet in de publiciteit te brengen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 20