NEDERLANDERS STELLEN TELEUR IN PLOEGENTIJDRIT opvallend Grieken geven winst in slotfase uit handen Laat herstel waterpoloteam Moskou Wielart niet naar Eefting en Vervoorn Wereldtijd van Krause Wielerploeg: kritiek op voorbereiding MAANDAG 21 JULI 1980 11 C .<1 sportief Krachtploeg Te laag tempo 3 te etap- id Stan van Belkum: winnende treffer. (Van onze sportredactie) >MZET (Van onze sportredactie) MOSKOU Met de eindstreep in zicht liet zwemmer Kees Vervoorn het afwe ten. Drie banen lang had de lange Hage naar het moordende tempo van Sergei Fesenko kunnen volgen, maar op het mo ment dat de krachten zich moesten sa menballen voor de beslissende eindfase, was de Nederlander leeg en haalde hij met 2.02,52 niet meer binnen dan een zesde plaats. Ook bleef hij boven het Nederlands record, dat hij ’s morgens in de series met 2.02,21 had gevestigd. Post Kimpe iefroot .ion, 3. inet, 7. jas, 10. Rini Wagtmans: „Natuurlijk is dat alle maal een heel verschil met wat er nu gebeurde, maar ik vind het flauwekul om daar dit falen aan op te hangen. Het gaat namelijk niet alleen om de tijd die je neemt en de keren dat je jongens laat samenrijden, maar je hebt bovenal cou reurs nodig die de opdracht aan kunnen. En dat mankeerde er bij ons aan.” naties als Finland en Joegoslavië beteken de dat een vernederende plaats. Op het 50 •kilometer-punt was de schade opgelopen tot 5.11 en een 17e plaats; bij 75 kilometer bedroeg de achterstand 7.02 wat de 16e tijd betekende en in het eindklassement kwam de KNWU-vertegenwoordiging als 15e met bijna 9 minuten achterstand. „En dat”, aldus Jack Hanegraaf, „ter wijl we allemaal dachten dat het goed draaide. We hebben onderweg niet te ho ren gekregen dat het zo beroerd ging. Toen ik de uitslag zag was ik stomver baasd. En wij tevoren maar denken dat er een medaille inzat.Daar waren we alle maal van overtuigd”. Ze zijn alle vier gelijkmatig op een te laag tempo blijven hangen”. DEN HAAG. Ruud Wielart, de Ne derlandse kampioen hoogspringen (2 meter en 28 centimeter), zal niet deelne men aan de Olympische Spelen in Mos kou. Wielart die reeds maanden sukkelt met een knieblessure heeft deze beslis sing na overleg met de coach van de Nederlandse ploeg Bob Boverman, en chef d’équipe John Derks genomen. Gerard Tebroke zal in de Russische hoofdstad de tweede marathon van zijn leven lopen. De Aaltenaar, Nederlands recordhouder op de vijf en tien kilome ter, is door het NOC ook ingeschreven voor de marathon, die op 1 augustus wordt gehouden. Hij zal daarin uitko men met Gerard Nijboer met 2.09.01 aanvoerder van de wereldseizoenrang- lijst en Cor Vriend. De tweede Nederlandse prestatie bij de heren die enig opzien baarde, was de tijd van Fred Eefting in de halve finale, ’s Morgens had de badmeester uit Utrecht met 58,59 als dertiende nog maar net de volgende ronde bereikt, maar ’s avonds herstelde hij zich knap door met 57,91 zijn Nederlandse recordtijd te evenaren en zich als vijfde te plaatsen voor de finale, waarbij het verschil tussen nummer drie en zes slechts enkele honderdsten van een seconden bedraagt. Bondscoach Bert Sitters over Eefting: „Fred had ’s morgens een onfortuinlijke start. Hij gleed weg met zijn voeten en lag al gelijk een meter achter. Gelukkig had dat geen fatale gevolgen voor zijn plaat sing, want zo’n tegenslag kan natuurlijk dodelijk zijn als je je gaat forceren. Dat heeft hij niet gedaan”. Dat zijn teleurstellende prestatie toch op rekening van die mislukte start mag worden geschreven, bewees Eefting in de avonduren toen de halve finales op het programma stonden. Ditmaal was hij op baan 1 wel goed weg, al maakte hij bij het betreden van de zaal een uiterst nerveuze indruk. Hij keerde na 50 meter als tweede in 27,78 om vervolgens op de laatste me ters wat terrein te verspelen. Maar van de zestien halve finalisten bereikte hij toch een derde plaats met zijn tijd van 57,91, terwijl nummer drie op de finalelijst 57,89 liet noteren en nummer acht 58,05. De verschillen voor de finale, die van daag wordt gezwommen, zijn dus uiterst gering en de kans op een bronzen plak is even groot als die op de laatste plaats. De rapste was de Rus Viktor Kuznetsov, die dit jaar overigens niet de beste tijd maak te, want die eer kwam toe aan de afwezige Amerikanen Peter Rocca (56,66) en Bob Jackson (56,72). Wat dat betreft zal hij dus in de finale harder moeten gaan om zich werkelijk olympisch kampioen te kunnen noemen. De tweede verrassing in het Nederland se kamp kwam op naam van Kees Ver voorn op de hem niet welgevallige 200 meter vlinderslag, ’s Morgens tijdens de series moest hij het opnemen tegen de DDR-troef Roger Pyttel en het was na tuurlijk geen schande dat hij deze sterke Oostduitser voor moest laten gaan, al was het verschil dan ook uiterst gering. Zijn tijd van 2.02,21 was een verbetering van zijn eigen toptijd (2.02,63) in Rotterdam tijdens de selectiewedstrijden. En dat na een valse start. In de avonduren koos Kees Vervoorn voor het avontuur. „Kijk”, zo analyseerde de vlinderslagspecialist zijn race, „ik kan natuurlijk wel dezelfde verdelihg maken als ’s morgens, maar dan weet ik zeker dat ik niet in de prijzen val. Er moest toch een tijd van zo rond de twee minuten uitrollen. Dus heb ik maar gegokt en ben ik wat sneller afgegaan. Vandaar dat ik aan het eind van de rit iets tekort kwam. Maar ik ben toch wel voor de Zweed Per Arvidson gefinished en omdat ik hem ken vanuit Amerika en hij vreselijk snel is, vind ik dat toch wel leuk”. Helaas was het niet de Zweed Arvidson die in de beslissende slag de toon aangaf, maar de Rus Sergei Fesenko, die ook in de series al de snelste tijd had genoteerd. Desondanks hield Vervoorn de blik ook goed gericht op de binnenbanen, met als gevolg dat hij na 100 meter de derde plaats bezette en die vasthield tot het volgende keerpunt. Daar ging er even iets fout doordat hij slecht uitkwam en vanaf dat moment moest hij terrein prijsgeven aan mannen als de Engelsman Philip Hubble en de Oostduitser Roger Pyttel, die respectievelijk zilver en brons grepen. Vervoorn: „Ik zag ze wel komen, maar ik had geen kracht meer. Daarom heb ik ook zo’n hekel aan die 200 meter, dan is die afstand zo lang". ederlan- ers), 20. Genie Kuiper erbosch ïruyne), allen in 80. Jos Kelly 5. Van :r 89,8. temelk 1133,3. 5. De tos Per- f Marei- 70 kopp Ralph nto Avo dent, 3. 10 kopp IEDER- .22.0,2. ,30 2,40 ,ern (B. J. Parel p 56,70 1- Sean turen 48 froot), 3, 4. Leo evenage et (Fra- 1-Godef- Johan ;r Vano- ck The- >so (Fra- Janguil- broucke pra-Dan. froot) 5 2. Sean bs (Bel- Post), 5, Klaus- udy Pe- Óvion oroucke ibache: '1-Gode- me), 13. erschel- r (Ned- luwers), ik Lub- erbosch (Ned- d-Post), i z.t. als 19.19.14, i 6.55,3. me) op Kimpe) a-Altig) ra-Dan- Nilsson Ludo Pierre Henk Alban - Velde n (Bel- i (Noo- -tig) op p 32.55. .59, 18. Maas a (Spa- a-Altig) oot) op 52.37, .05, 25, 17, 26. 32, 27. 46, 28. Kelly is (Bel- rrbosch emann t (Ned- >d-Lau- efevre) 162, 3. emelk J. Van r 81. Ricky .23.2, 2. pl 5.50 Allan- Joxber- .70 2.30 jsse (3- 3. Top- .00 trio (Van onze sportredactie) MOSKOU Barbara Krause is weer terug in de voorste linie. En hoe! Kennelijk had zij geen geduld om de finale af te wachten om alle geroddel over haar persoon de kop in te druk ken, want de eerste de beste keer dat zij in Moskou aan de start kwam to verde zij in de derde serie van de 100 meter vrije slag een tijd van 54,98 op de klokken, waarmee zij als eerste vrouw ter wereld onder de 55 secon den dook. De leden van de 4x400 meter estafet teploeg, Mario Westbroek, Marcel Kla renbeek, Koen Gjjsbers en Henk Brou wer, komen evenals 400 meter hordenlo per Harry Schutting in Moskou uit op individuele nummers. Gijsbers en Kla renbeek lopen de 400 meter, Henk Brou wer de 200 meter en Mario Westbroek de 100 meter. De Zeeuwse sprintster Els Vader, die zich op de 200 meter voor Moskou kwalificeerde, start ook op de kortste sprintafstand, de 100 meter. (Van onze sportredactie) MOSKOU Tweemaal had Ivo Trum- bic op bedaarde wijze zijn spelers in de pauzes trachten duidelijk te maken wat er aan het spel van de Nederlandse wa- terpoloploeg mankeerde. Maar in de der de pauze toen de Oranje-equipe met nog één speeltijd voor de boeg met 46 ach ter stond tegen de ongekend felle Grie ken, barstte hij pas goed los. Op zijn knieën gezeten gaf hij zijn mannen er ongekend van langs en zowaar sorteer den die woorden het beoogde effect. Eindelijk wisten de spelers de nervosi teit van zich af te schudden en slaagden zij er nog in een debacle tegen de Grieken te voorkomen. Met een krappe 8-7 overwinning, die pas in de laatste secon den tot stand kwam, bleef Nederland in de race voor de finaleronden, maar of de ploeg ook daadwerkelijk de eindstrijd zal bereiken is na dit uitermate slechte duel een levensgrote vraag. lag ge- Leid tonner no (H. ming)- 0. Niet torg (J rank 3. 10 1.10 Rini Wagtmans bleek die hoop al snel opgegeven te hebben. „Ze konden niet boven de 45 kilometer per uur komen; toen wist ik dat we vandaag niets te verwachten hadden. Natuurlijk reken je op beterschap, maar die is niet gekomen. „Ik had domweg de renners niet om een complete krachtploeg te maken, terwijl je juist die hier moest hebben met dat vele valse plat en die wind. Van de voor dit werk geschikte renners waren de meesten snelheidsspecialisten, daar kon ik verder ook niks aan doen. Ik heb steeds gehoopt dat de weersomstandigheden ons in de kaart zouden spelen maar helaas. Bij de eerste officiële timing al - na 25 kilometer - was de schande zich gaan aftekenen. De Nederlandse ploeg bleek op dat moment met een achterstand van 2.16 op de zelfverzekerd naar goud rijdende Russen, de 14e tijd gemaakt te hebben. In het gezelschap van onbetekenende wieler- de van rond de 50 kilometer per uur naar de derde achtereenvolgende Olympische titel voor Rusland op dit onderdeel. Daar bij gebruikten ze het imponerende blad van 56 tandjes en kwamen ze met het verrassende primeurtje van een kleiner voorwiel: 24 inches in plaats van 27 inches welke gewone maat ze wel als achterwiel hadden gestoken. Het goud in Moskou benadrukte nog eens hoe sterk de Russen in dit werk zijn. In de laatste 10 jaar kwamen ze negen keer op het podium waarvan in totaal vijf keer als eerste. Hun succes op de spelen was voorts de vlag op een indruk wekkende Oosteuropese lading aan suc ces: vier landen op kop. Oost-Duitsland werd tweede met een voorsprong van 0.7 seconde (omgerekend ongeveer 10 meter!) op Tsjechoslowakije dat het brons ver- rassenderwijze veroverde vóór de Polen die deze plak vorig jaar op het wereld kampioenschap in Valkenburg haalden en nu genoegen moesten nemen met een vierde plaats. spanning tot de laatste seconden be waard. Pas toen zorgde Van Belkum tij dens een man-meer-situatie voor het be slissende schot, waardoor de rol van het Nederlandse zevental nog niet is uitge speeld. Trumbic na afloop: „De jongens waren veel te nerveus en dachten ongewild dit karwei wel even te zullen klaren. Ze wa ren al met hun gedachten bij Hongarije en Roemenië. Bovendien ergerden zij zich aan de Japanse scheidsrechter Kiyohara, die niet slecht floot, maar wel erg naïef. Daar zullen zij aan moeten wennen”. Dick Nieuwenhuizen in plaats van de jeugdige Eric Noordegraaf. Trumbic vindt hem op dit moment het best in vorm en vandaar dat hij in de openingswedstrijd tegen de Grieken de voorkeur kreeg boven Wouly de Bie, die met name in Sofia en Hvar de sterkste indruk maakte. Overigens heeft De Bie het uitstekend gedaan, behoudens een moment in de derde periode toen hij, na een aanval van de Grieken knap te heb ben onderbroken, zo slordig uitspeelde, dat hij zijn fout slechts kon herstellen door een overtreding te maken. Dat kostte hem een strafworp, waardoor de achter stand weer opliep tot twee doelpunten verschil: 4-6. Met die stand werd begonnen aan de beslissende laatste vijf minuten. In een man-meer-situatie zorgde Jan Evert Veer voor 5-6. Het begon er triest voor de Oran jeklanten uit te zien toen Van Belkum bij deze stand naar de kant moest. Maar Eric Noordegraaf redde de ploeg door on danks de numerieke minderheid toch te scoren. Vanaf dat moment had de ploeg de wedstrijd aardig in handen, al bleef de Hoe hard het er aan toe kan gaan be wees het duel tussen Hongarije en Roeme nië, de twee tegenstanders van Nederland in de voorronden. De eindstand werd uit eindelijk verrassend 6-6, in een duel waar in negentien spelers voor overtredingen naar de kant werden gestuurd. Scoreverloop NederlandGriekenland 8-7 (1- 1, 1-3, 2-2,4-1). 1-0 Van Zeeland, 1-1 Stathakis, 2- 1 Buunk, 2-2 Sitarenios, 2-3 Stathakis. 2-4 Aro- nis, 3-4 Buunk. 4-4 Van Zeeland, 4-5 Sitarenios, 4-6 Kapratos, 5-6 Veer, 6-6 Noordegraaf, 7-6 Van Zeeland, 7-7 Kaprolos, 8-7 Van Belkum. Toen op 25 kilometer voor de eindstreep dan ook nog eens de Russen demoralise rend gingen werken door de vier Neder landers in te halen en met vliegende vaart voorbij te gaan kreeg het eindresultaat helemaal een droef aanzien. „Want”, al dus Guus Bierings, „op dat moment knak te er iets bij ons. De moed zonk in m’n schoenen”. Het passeren van de Nederlanders, en later ook de Zweden, gaf extra betekenis aan de overwinning van de Russen die onder leiding van Viktor Kapitanov met ijzeren discipline naar dit hoogtepunt toe werkten. Ze bleken in hun voorbereiding het voordeel van makkelijke parkoersver kenning en een brede, kwalitatief sterke, selectie volledig uitgebuit te hebben. Van start tot finish voerden Joeri Kasji- rin, Oleg Logvin, Sergei Sjeplakov en Anatoli Jarkin het deelnemersveld onbe dreigd aan. Ze raasden met een gemiddel- Op de eerste dag van het waterpolotoer- nooi is al overduidelijk gebleken dat niet de ploeg die het fraaiste speelt de meeste kans maakt op de olympische titel, maar dat zevental, dat qua vechtlust en hard heid zich in een toernooi kan meten met de tegenstander. En de Grieken hadden zich aan dit principe beter aangepast dan de pupillen van Trumbic, die niet alleen te simpel begonnen, maar ook nog aan zelf overschatting leden. De laatste duels te gen de Grieken immers waren forse overwinningen geworden voor de Neder landse ploeg en met die zegepralen in gedachte begonnen zij aan, wat volgens de kenners, het eenvoudigste duel zou wor den in de voorronden. Maar het pakte anders uit. Het gebrek aan concentratie tekende zich al af in de eerste periode toen Hans van Zeeland bij de stand 1-1 zich veroorloofde een straf schop te missen. In die vijf minuten was het overigens al lang duidelijk geworden dat de Grieken zich niet zonder meer wensten neer te leggen bij de favorieten- rol die de Oranjemannen in deze ontmoe ting was toebedacht. Zij speelden een be keken partij, probeerden het spel te ver tragen en zwommen stevig op de man zonder ooit tot grofheden te komen. Die stugge tegenstand ontregelde de Neder landse aanvalspatronen, die vaak bleven steken door slordige passes uit pressing- situaties. Opvallend was overigens dat Trumbic had gekozen voor een basisopstelling met Dat de Oostduitse zwemploeg trou wens uitstekend „gepiekt” heeft be wees de estafetteploeg op de 4 x 100 meter wisselslag, die niet alleen beslag legde op het eerste goud bij de dames, maar ook nog even het wereldrecord van 4.07,95 (dat ook als olympisch re cord geboekt stond) aanscherpte tot 4.06,67. Dat een 14-jarige Nederlandse zwemster zich in dit geweld aardig staande hield, mag zeker als een ver rassing gelden. Connie van Bentum, veertien jaar nog maar, plaatste zich met 57,51 als vijfde voor de finale. Lang heeft het er naar uitgezien, dat de Oostduitse meisjes en met name een Barbara Krause, ten onder waren ge gaan aan de hormoonpreparaten en andere versterkende middelen. Tij dens de wereldkampioenschappen in West-Berlijn in 1978 immers kregen zij een gevoelig pak slaag van de Ameri kanen, al was Krause ook toen een uitzondering. Het leek, dat de opvallen de rol van de DDR was uitgespeeld, al hebben de Oostduitsers dan ook zelf steeds volgehouden, dat het de schuld was van een verkeerde trainingsop- bouw. Of die bewering op waarheid berust is moeilijk te controleren, feit is wel, dat het lange tijd stil is geweest rond de zwemploeg, die in het verleden het ene wereldrecord na het andere deed sneu velen. In feite bleef alleen Petra Schneider, de kleine wisselslagzwem- ster, een beetje in beeld, al waren de prestaties van de overige meisjes zeker niet slecht te noemen. De dominante rol was echter verdwenen. Tot gisteren in Moskou, al blijf je je altijd afvragen tot welke tijden bijvoorbeeld Ameri kaanse, Canadese of Westduitse meis jes in staat zouden zijn geweest als zij in de Russische hoofdstad hadden kun nen starten. Vanuit sportief oogpunt is het na tuurlijk altijd jammer als de directe confrontatie ontbreekt, maar mogelijk daarom heeft Barbara Krause er geen twijfel over laten bestaan wie op dit moment de beste is. Met haar tijd nam zij revanche op haar landgenote Caren Metschuck, die Krause bij de Oostduitse kampioen schappen van de winst had afgehou den (55,45 55,64). Metschuck gaat overigens met 55,44 wel als tweede naar de eindstrijd en hoe sterk in Mos kou de Oostduitse hegemonie op de sprint is, bewees Ines Diers, die met 56,83 het trio completeerde. Toen pas kwam de overige concur rentie er aan te pas met een bescheiden rol voor de jeugdige Connie van Ben tum. Want de Barneveldse plaatste zich met haar 57,51 toch maar als vijf de achter de Russische Olga Klevakina (57,43). En vraag niet onder welke om standigheden, want er waren in die serie maar liefst drie valse starts en dergelijke krachtexplosies zijn meestal niet bevorderlijk voor topprestaties. Connie van Bentum, uiterlijk nogal onbewogen onder haar olympische de buut: „Je kunt wel nagaan dat ik zat te bibberen op mijn stoel. Het is nogal wat als je je driemaal opnieuw moet concentreren. Daarom had ik ook het gevoel, dat mijn eerste vijftig meter niet zo best gingen. Over mijn uiteinde lijke tijd (overigens een Nederlands aspirantenrecord) ben ik best tevre den, maar ik geloof dat er misschien, als we goed weg kunnen gaan in de finale, nog wel iets af kan”. Vreugde voor Connie van Bentum dus, maar daartegenover stond het trieste debuut van Monique Drost. Het Amersfoortse meisje was zo ongeluk kig om in de serie van haar landgenote Connie van Bentum de derde valse start te veroorzaken en dat betekende voor haar een triest begin van haar olympisch avontuur, want toen het. startsignaal opnieuw werd gegeven was zij in haar oranjekleurige badjas al op weg naar de kleedkamer. Volgens de behandelende artsen zou de blessure niet voor 31 juli zijn genezen als de kwalificatiewedstrijden beginnen. Wielart was enorm teleurgesteld en zei: „Ik hoop dat ik in het tweede deel van dit seizoen me nog enigszins kan revanche ren. Als het circuit in Europa gaat begin nen, met onder andere wedstrijden in Zürich en Stockholm, wil ik weer op mijn oude niveau zijn.” De vraag drong zich op of de voorberei ding wel was geweest wat ie zijn moest. „Ik vond van niet”, zei Guus Bierings, de meest ervaren renner van de ploeg omdat hij er de laatste drie jaar steeds bij zat. „Twee jaar geleden, toen we in Duitsland wereldkampioen werden, zijn we met de vaste kern drie maanden intensief met elkaar opgetrokken. Nu wisten we veel te laat waar we aan toe waren. Door de noodzakelijke procedure bij het NOC duurde het tot half juni voor we te horen kregen of we werden uitgezonden. Boven dien heeft het ontbroken aan zekerheid over de bezetting van de plaatsen en dat is natuurlijk ook niet best in je voorberei ding”. Rini Wagtmans noemde die kritische kanttekeningen: „Onzin”. Maar het feit lag er toch dat de vier die op de autobaan Moskou-Minsk zo teleurstelden (Jack Ha negraaf, Guus Bierings, Adri van der Poel, Theo Hogervorst) nog nooit in deze opstelling samen gereden hadden. Terwijl twee jaar geleden de leden van de gouden ploeg in de aanloop naar het wereldkam pioenschap, samen drie tijdritten af werkten. Barbara Krause: wereldtijd op 100 me ter vrije slag De Russische wielerploeg op weg naar de gouden medaille in de ploegentijdrit. Van rechts naar links. Anatoly Yarkin, Yury Kashirin en Oleg Logoin. (Van onze sportredactie) MOSKOU. In de loop van de jaren heeft de Nederlandse wielersport zich een uitstekende reputatie verworven op de 100 kilometer ploegentijdrit. Het goud van de Olympische Spelen in Tokio (een succes van Karstens, Dolman, Zoet, Pie- terse) en Mexico (Zoetemelk, Krekels, den Hertog, Pijnen) maakte internatio naal indruk en twee jaar geleden kreeg de faam ondersteuning met een wereldtitel (van Oosterbosch, Bierings, Van Est, Jan van Houwelingen) in Brauweiler. Van daar, dat de 15e plaats op 8.56 van win naar Rusland, op de eerste wedstrijddag van de Olympische Spelen in Moskou een diep treurig resultaat betekende. „Zeg maar gerust: een verschrikkelijke sof’, sprak de verantwoordelijke bondscoach Rini Wagtmans deemoedig. Nederlands grootste atletiektroef voor de Olympische Spelen, Harry Schulting, vertrekt morgen weinig hoop vol naar Moskou. Een zich overigens nu beterende blessure in de knieholte is hiervan de oorzaak. „Ik heb gegokt en, naar het zich nu laat aanzien, toch verlo ren. In de training hebben we gepro beerd het niveau van 49 seconden rich ting 48 seconden te krijgen. Ik blijf het een goede gok vinden, want die tijd moet je in Moskou benaderen. Maar het ge volg is nu, dat ik hoogstwaarschijnlijk moet mikken op een goede prestatie met de 4x400 meter-ploeg die een week later loopt”, aldus Schulting, die naar nu be kend werd eind-vorige week zelfs heeft overwogen om zich voor Moskou terug te trekken. Ruud Wielart: geblesseerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 11