NEDERLANDERS STELLEN TELEUR IN PLOEGENTIJDRIT
opvallend
Grieken geven winst in slotfase uit handen
Laat herstel waterpoloteam
Moskou
Wielart niet naar
Eefting en
Vervoorn
Wereldtijd
van Krause
Wielerploeg: kritiek op voorbereiding
MAANDAG 21 JULI
1980
11
C
.<1
sportief
Krachtploeg
Te laag tempo
3
te etap-
id
Stan van Belkum: winnende treffer.
(Van onze sportredactie)
>MZET
(Van onze sportredactie)
MOSKOU Met de eindstreep in zicht
liet zwemmer Kees Vervoorn het afwe
ten. Drie banen lang had de lange Hage
naar het moordende tempo van Sergei
Fesenko kunnen volgen, maar op het mo
ment dat de krachten zich moesten sa
menballen voor de beslissende eindfase,
was de Nederlander leeg en haalde hij
met 2.02,52 niet meer binnen dan een
zesde plaats. Ook bleef hij boven het
Nederlands record, dat hij ’s morgens in
de series met 2.02,21 had gevestigd.
Post
Kimpe
iefroot
.ion, 3.
inet, 7.
jas, 10.
Rini Wagtmans: „Natuurlijk is dat alle
maal een heel verschil met wat er nu
gebeurde, maar ik vind het flauwekul om
daar dit falen aan op te hangen. Het gaat
namelijk niet alleen om de tijd die je
neemt en de keren dat je jongens laat
samenrijden, maar je hebt bovenal cou
reurs nodig die de opdracht aan kunnen.
En dat mankeerde er bij ons aan.”
naties als Finland en Joegoslavië beteken
de dat een vernederende plaats. Op het 50
•kilometer-punt was de schade opgelopen
tot 5.11 en een 17e plaats; bij 75 kilometer
bedroeg de achterstand 7.02 wat de 16e
tijd betekende en in het eindklassement
kwam de KNWU-vertegenwoordiging als
15e met bijna 9 minuten achterstand.
„En dat”, aldus Jack Hanegraaf, „ter
wijl we allemaal dachten dat het goed
draaide. We hebben onderweg niet te ho
ren gekregen dat het zo beroerd ging.
Toen ik de uitslag zag was ik stomver
baasd. En wij tevoren maar denken dat er
een medaille inzat.Daar waren we alle
maal van overtuigd”.
Ze zijn alle vier gelijkmatig op een te
laag tempo blijven hangen”.
DEN HAAG. Ruud Wielart, de Ne
derlandse kampioen hoogspringen (2
meter en 28 centimeter), zal niet deelne
men aan de Olympische Spelen in Mos
kou. Wielart die reeds maanden sukkelt
met een knieblessure heeft deze beslis
sing na overleg met de coach van de
Nederlandse ploeg Bob Boverman, en
chef d’équipe John Derks genomen.
Gerard Tebroke zal in de Russische
hoofdstad de tweede marathon van zijn
leven lopen. De Aaltenaar, Nederlands
recordhouder op de vijf en tien kilome
ter, is door het NOC ook ingeschreven
voor de marathon, die op 1 augustus
wordt gehouden. Hij zal daarin uitko
men met Gerard Nijboer met 2.09.01
aanvoerder van de wereldseizoenrang-
lijst en Cor Vriend.
De tweede Nederlandse prestatie bij de
heren die enig opzien baarde, was de tijd
van Fred Eefting in de halve finale, ’s
Morgens had de badmeester uit Utrecht
met 58,59 als dertiende nog maar net de
volgende ronde bereikt, maar ’s avonds
herstelde hij zich knap door met 57,91 zijn
Nederlandse recordtijd te evenaren en
zich als vijfde te plaatsen voor de finale,
waarbij het verschil tussen nummer drie
en zes slechts enkele honderdsten van een
seconden bedraagt.
Bondscoach Bert Sitters over Eefting:
„Fred had ’s morgens een onfortuinlijke
start. Hij gleed weg met zijn voeten en lag
al gelijk een meter achter. Gelukkig had
dat geen fatale gevolgen voor zijn plaat
sing, want zo’n tegenslag kan natuurlijk
dodelijk zijn als je je gaat forceren. Dat
heeft hij niet gedaan”.
Dat zijn teleurstellende prestatie toch
op rekening van die mislukte start mag
worden geschreven, bewees Eefting in de
avonduren toen de halve finales op het
programma stonden. Ditmaal was hij op
baan 1 wel goed weg, al maakte hij bij het
betreden van de zaal een uiterst nerveuze
indruk. Hij keerde na 50 meter als tweede
in 27,78 om vervolgens op de laatste me
ters wat terrein te verspelen. Maar van de
zestien halve finalisten bereikte hij toch
een derde plaats met zijn tijd van 57,91,
terwijl nummer drie op de finalelijst 57,89
liet noteren en nummer acht 58,05.
De verschillen voor de finale, die van
daag wordt gezwommen, zijn dus uiterst
gering en de kans op een bronzen plak is
even groot als die op de laatste plaats. De
rapste was de Rus Viktor Kuznetsov, die
dit jaar overigens niet de beste tijd maak
te, want die eer kwam toe aan de afwezige
Amerikanen Peter Rocca (56,66) en Bob
Jackson (56,72). Wat dat betreft zal hij dus
in de finale harder moeten gaan om zich
werkelijk olympisch kampioen te kunnen
noemen.
De tweede verrassing in het Nederland
se kamp kwam op naam van Kees Ver
voorn op de hem niet welgevallige 200
meter vlinderslag, ’s Morgens tijdens de
series moest hij het opnemen tegen de
DDR-troef Roger Pyttel en het was na
tuurlijk geen schande dat hij deze sterke
Oostduitser voor moest laten gaan, al was
het verschil dan ook uiterst gering. Zijn
tijd van 2.02,21 was een verbetering van
zijn eigen toptijd (2.02,63) in Rotterdam
tijdens de selectiewedstrijden. En dat na
een valse start.
In de avonduren koos Kees Vervoorn
voor het avontuur. „Kijk”, zo analyseerde
de vlinderslagspecialist zijn race, „ik kan
natuurlijk wel dezelfde verdelihg maken
als ’s morgens, maar dan weet ik zeker dat
ik niet in de prijzen val. Er moest toch een
tijd van zo rond de twee minuten uitrollen.
Dus heb ik maar gegokt en ben ik wat
sneller afgegaan. Vandaar dat ik aan het
eind van de rit iets tekort kwam. Maar ik
ben toch wel voor de Zweed Per Arvidson
gefinished en omdat ik hem ken vanuit
Amerika en hij vreselijk snel is, vind ik
dat toch wel leuk”.
Helaas was het niet de Zweed Arvidson
die in de beslissende slag de toon aangaf,
maar de Rus Sergei Fesenko, die ook in de
series al de snelste tijd had genoteerd.
Desondanks hield Vervoorn de blik ook
goed gericht op de binnenbanen, met als
gevolg dat hij na 100 meter de derde
plaats bezette en die vasthield tot het
volgende keerpunt. Daar ging er even iets
fout doordat hij slecht uitkwam en vanaf
dat moment moest hij terrein prijsgeven
aan mannen als de Engelsman Philip
Hubble en de Oostduitser Roger Pyttel,
die respectievelijk zilver en brons grepen.
Vervoorn: „Ik zag ze wel komen, maar
ik had geen kracht meer. Daarom heb ik
ook zo’n hekel aan die 200 meter, dan is
die afstand zo lang".
ederlan-
ers), 20.
Genie
Kuiper
erbosch
ïruyne),
allen in
80. Jos
Kelly
5. Van
:r 89,8.
temelk
1133,3.
5. De
tos Per-
f Marei-
70 kopp
Ralph
nto Avo
dent, 3.
10 kopp
IEDER-
.22.0,2.
,30 2,40
,ern (B.
J. Parel
p 56,70
1- Sean
turen 48
froot), 3,
4. Leo
evenage
et (Fra-
1-Godef-
Johan
;r Vano-
ck The-
>so (Fra-
Janguil-
broucke
pra-Dan.
froot) 5
2. Sean
bs (Bel-
Post), 5,
Klaus-
udy Pe-
Óvion
oroucke
ibache:
'1-Gode-
me), 13.
erschel-
r (Ned-
luwers),
ik Lub-
erbosch
(Ned-
d-Post),
i z.t. als
19.19.14,
i 6.55,3.
me) op
Kimpe)
a-Altig)
ra-Dan-
Nilsson
Ludo
Pierre
Henk
Alban
- Velde
n (Bel-
i (Noo-
-tig) op
p 32.55.
.59, 18.
Maas
a (Spa-
a-Altig)
oot) op
52.37,
.05, 25,
17, 26.
32, 27.
46, 28.
Kelly
is (Bel-
rrbosch
emann
t (Ned-
>d-Lau-
efevre)
162, 3.
emelk
J. Van
r 81.
Ricky
.23.2, 2.
pl 5.50
Allan-
Joxber-
.70 2.30
jsse (3-
3. Top-
.00 trio
(Van onze sportredactie)
MOSKOU Barbara Krause is
weer terug in de voorste linie. En hoe!
Kennelijk had zij geen geduld om de
finale af te wachten om alle geroddel
over haar persoon de kop in te druk
ken, want de eerste de beste keer dat
zij in Moskou aan de start kwam to
verde zij in de derde serie van de 100
meter vrije slag een tijd van 54,98 op
de klokken, waarmee zij als eerste
vrouw ter wereld onder de 55 secon
den dook.
De leden van de 4x400 meter estafet
teploeg, Mario Westbroek, Marcel Kla
renbeek, Koen Gjjsbers en Henk Brou
wer, komen evenals 400 meter hordenlo
per Harry Schutting in Moskou uit op
individuele nummers. Gijsbers en Kla
renbeek lopen de 400 meter, Henk Brou
wer de 200 meter en Mario Westbroek de
100 meter. De Zeeuwse sprintster Els
Vader, die zich op de 200 meter voor
Moskou kwalificeerde, start ook op de
kortste sprintafstand, de 100 meter.
(Van onze sportredactie)
MOSKOU Tweemaal had Ivo Trum-
bic op bedaarde wijze zijn spelers in de
pauzes trachten duidelijk te maken wat
er aan het spel van de Nederlandse wa-
terpoloploeg mankeerde. Maar in de der
de pauze toen de Oranje-equipe met nog
één speeltijd voor de boeg met 46 ach
ter stond tegen de ongekend felle Grie
ken, barstte hij pas goed los. Op zijn
knieën gezeten gaf hij zijn mannen er
ongekend van langs en zowaar sorteer
den die woorden het beoogde effect.
Eindelijk wisten de spelers de nervosi
teit van zich af te schudden en slaagden
zij er nog in een debacle tegen de Grieken
te voorkomen. Met een krappe 8-7
overwinning, die pas in de laatste secon
den tot stand kwam, bleef Nederland in
de race voor de finaleronden, maar of de
ploeg ook daadwerkelijk de eindstrijd zal
bereiken is na dit uitermate slechte duel
een levensgrote vraag.
lag ge-
Leid
tonner
no (H.
ming)-
0. Niet
torg (J
rank 3.
10 1.10
Rini Wagtmans bleek die hoop al snel
opgegeven te hebben. „Ze konden niet
boven de 45 kilometer per uur komen;
toen wist ik dat we vandaag niets te
verwachten hadden. Natuurlijk reken je
op beterschap, maar die is niet gekomen.
„Ik had domweg de renners niet om een
complete krachtploeg te maken, terwijl je
juist die hier moest hebben met dat vele
valse plat en die wind. Van de voor dit
werk geschikte renners waren de meesten
snelheidsspecialisten, daar kon ik verder
ook niks aan doen. Ik heb steeds gehoopt
dat de weersomstandigheden ons in de
kaart zouden spelen maar helaas.
Bij de eerste officiële timing al - na 25
kilometer - was de schande zich gaan
aftekenen. De Nederlandse ploeg bleek op
dat moment met een achterstand van 2.16
op de zelfverzekerd naar goud rijdende
Russen, de 14e tijd gemaakt te hebben. In
het gezelschap van onbetekenende wieler-
de van rond de 50 kilometer per uur naar
de derde achtereenvolgende Olympische
titel voor Rusland op dit onderdeel. Daar
bij gebruikten ze het imponerende blad
van 56 tandjes en kwamen ze met het
verrassende primeurtje van een kleiner
voorwiel: 24 inches in plaats van 27 inches
welke gewone maat ze wel als achterwiel
hadden gestoken.
Het goud in Moskou benadrukte nog
eens hoe sterk de Russen in dit werk zijn.
In de laatste 10 jaar kwamen ze negen
keer op het podium waarvan in totaal
vijf keer als eerste. Hun succes op de
spelen was voorts de vlag op een indruk
wekkende Oosteuropese lading aan suc
ces: vier landen op kop. Oost-Duitsland
werd tweede met een voorsprong van 0.7
seconde (omgerekend ongeveer 10 meter!)
op Tsjechoslowakije dat het brons ver-
rassenderwijze veroverde vóór de Polen
die deze plak vorig jaar op het wereld
kampioenschap in Valkenburg haalden
en nu genoegen moesten nemen met een
vierde plaats.
spanning tot de laatste seconden be
waard. Pas toen zorgde Van Belkum tij
dens een man-meer-situatie voor het be
slissende schot, waardoor de rol van het
Nederlandse zevental nog niet is uitge
speeld.
Trumbic na afloop: „De jongens waren
veel te nerveus en dachten ongewild dit
karwei wel even te zullen klaren. Ze wa
ren al met hun gedachten bij Hongarije en
Roemenië. Bovendien ergerden zij zich
aan de Japanse scheidsrechter Kiyohara,
die niet slecht floot, maar wel erg naïef.
Daar zullen zij aan moeten wennen”.
Dick Nieuwenhuizen in plaats van de
jeugdige Eric Noordegraaf.
Trumbic vindt hem op dit moment het
best in vorm en vandaar dat hij in de
openingswedstrijd tegen de Grieken de
voorkeur kreeg boven Wouly de Bie, die
met name in Sofia en Hvar de sterkste
indruk maakte. Overigens heeft De Bie
het uitstekend gedaan, behoudens een
moment in de derde periode toen hij, na
een aanval van de Grieken knap te heb
ben onderbroken, zo slordig uitspeelde,
dat hij zijn fout slechts kon herstellen
door een overtreding te maken. Dat kostte
hem een strafworp, waardoor de achter
stand weer opliep tot twee doelpunten
verschil: 4-6.
Met die stand werd begonnen aan de
beslissende laatste vijf minuten. In een
man-meer-situatie zorgde Jan Evert Veer
voor 5-6. Het begon er triest voor de Oran
jeklanten uit te zien toen Van Belkum bij
deze stand naar de kant moest. Maar Eric
Noordegraaf redde de ploeg door on
danks de numerieke minderheid toch te
scoren. Vanaf dat moment had de ploeg
de wedstrijd aardig in handen, al bleef de
Hoe hard het er aan toe kan gaan be
wees het duel tussen Hongarije en Roeme
nië, de twee tegenstanders van Nederland
in de voorronden. De eindstand werd uit
eindelijk verrassend 6-6, in een duel waar
in negentien spelers voor overtredingen
naar de kant werden gestuurd.
Scoreverloop NederlandGriekenland 8-7 (1-
1, 1-3, 2-2,4-1). 1-0 Van Zeeland, 1-1 Stathakis, 2-
1 Buunk, 2-2 Sitarenios, 2-3 Stathakis. 2-4 Aro-
nis, 3-4 Buunk. 4-4 Van Zeeland, 4-5 Sitarenios,
4-6 Kapratos, 5-6 Veer, 6-6 Noordegraaf, 7-6 Van
Zeeland, 7-7 Kaprolos, 8-7 Van Belkum.
Toen op 25 kilometer voor de eindstreep
dan ook nog eens de Russen demoralise
rend gingen werken door de vier Neder
landers in te halen en met vliegende vaart
voorbij te gaan kreeg het eindresultaat
helemaal een droef aanzien. „Want”, al
dus Guus Bierings, „op dat moment knak
te er iets bij ons. De moed zonk in m’n
schoenen”.
Het passeren van de Nederlanders, en
later ook de Zweden, gaf extra betekenis
aan de overwinning van de Russen die
onder leiding van Viktor Kapitanov met
ijzeren discipline naar dit hoogtepunt toe
werkten. Ze bleken in hun voorbereiding
het voordeel van makkelijke parkoersver
kenning en een brede, kwalitatief sterke,
selectie volledig uitgebuit te hebben.
Van start tot finish voerden Joeri Kasji-
rin, Oleg Logvin, Sergei Sjeplakov en
Anatoli Jarkin het deelnemersveld onbe
dreigd aan. Ze raasden met een gemiddel-
Op de eerste dag van het waterpolotoer-
nooi is al overduidelijk gebleken dat niet
de ploeg die het fraaiste speelt de meeste
kans maakt op de olympische titel, maar
dat zevental, dat qua vechtlust en hard
heid zich in een toernooi kan meten met
de tegenstander. En de Grieken hadden
zich aan dit principe beter aangepast dan
de pupillen van Trumbic, die niet alleen te
simpel begonnen, maar ook nog aan zelf
overschatting leden. De laatste duels te
gen de Grieken immers waren forse
overwinningen geworden voor de Neder
landse ploeg en met die zegepralen in
gedachte begonnen zij aan, wat volgens de
kenners, het eenvoudigste duel zou wor
den in de voorronden.
Maar het pakte anders uit. Het gebrek
aan concentratie tekende zich al af in de
eerste periode toen Hans van Zeeland bij
de stand 1-1 zich veroorloofde een straf
schop te missen. In die vijf minuten was
het overigens al lang duidelijk geworden
dat de Grieken zich niet zonder meer
wensten neer te leggen bij de favorieten-
rol die de Oranjemannen in deze ontmoe
ting was toebedacht. Zij speelden een be
keken partij, probeerden het spel te ver
tragen en zwommen stevig op de man
zonder ooit tot grofheden te komen. Die
stugge tegenstand ontregelde de Neder
landse aanvalspatronen, die vaak bleven
steken door slordige passes uit pressing-
situaties.
Opvallend was overigens dat Trumbic
had gekozen voor een basisopstelling met
Dat de Oostduitse zwemploeg trou
wens uitstekend „gepiekt” heeft be
wees de estafetteploeg op de 4 x 100
meter wisselslag, die niet alleen beslag
legde op het eerste goud bij de dames,
maar ook nog even het wereldrecord
van 4.07,95 (dat ook als olympisch re
cord geboekt stond) aanscherpte tot
4.06,67. Dat een 14-jarige Nederlandse
zwemster zich in dit geweld aardig
staande hield, mag zeker als een ver
rassing gelden. Connie van Bentum,
veertien jaar nog maar, plaatste zich
met 57,51 als vijfde voor de finale.
Lang heeft het er naar uitgezien, dat
de Oostduitse meisjes en met name een
Barbara Krause, ten onder waren ge
gaan aan de hormoonpreparaten en
andere versterkende middelen. Tij
dens de wereldkampioenschappen in
West-Berlijn in 1978 immers kregen zij
een gevoelig pak slaag van de Ameri
kanen, al was Krause ook toen een
uitzondering. Het leek, dat de opvallen
de rol van de DDR was uitgespeeld, al
hebben de Oostduitsers dan ook zelf
steeds volgehouden, dat het de schuld
was van een verkeerde trainingsop-
bouw.
Of die bewering op waarheid berust
is moeilijk te controleren, feit is wel,
dat het lange tijd stil is geweest rond de
zwemploeg, die in het verleden het ene
wereldrecord na het andere deed sneu
velen. In feite bleef alleen Petra
Schneider, de kleine wisselslagzwem-
ster, een beetje in beeld, al waren de
prestaties van de overige meisjes zeker
niet slecht te noemen. De dominante
rol was echter verdwenen. Tot gisteren
in Moskou, al blijf je je altijd afvragen
tot welke tijden bijvoorbeeld Ameri
kaanse, Canadese of Westduitse meis
jes in staat zouden zijn geweest als zij
in de Russische hoofdstad hadden kun
nen starten.
Vanuit sportief oogpunt is het na
tuurlijk altijd jammer als de directe
confrontatie ontbreekt, maar mogelijk
daarom heeft Barbara Krause er geen
twijfel over laten bestaan wie op dit
moment de beste is.
Met haar tijd nam zij revanche op
haar landgenote Caren Metschuck, die
Krause bij de Oostduitse kampioen
schappen van de winst had afgehou
den (55,45 55,64). Metschuck gaat
overigens met 55,44 wel als tweede
naar de eindstrijd en hoe sterk in Mos
kou de Oostduitse hegemonie op de
sprint is, bewees Ines Diers, die met
56,83 het trio completeerde.
Toen pas kwam de overige concur
rentie er aan te pas met een bescheiden
rol voor de jeugdige Connie van Ben
tum. Want de Barneveldse plaatste
zich met haar 57,51 toch maar als vijf
de achter de Russische Olga Klevakina
(57,43). En vraag niet onder welke om
standigheden, want er waren in die
serie maar liefst drie valse starts en
dergelijke krachtexplosies zijn meestal
niet bevorderlijk voor topprestaties.
Connie van Bentum, uiterlijk nogal
onbewogen onder haar olympische de
buut: „Je kunt wel nagaan dat ik zat te
bibberen op mijn stoel. Het is nogal
wat als je je driemaal opnieuw moet
concentreren. Daarom had ik ook het
gevoel, dat mijn eerste vijftig meter
niet zo best gingen. Over mijn uiteinde
lijke tijd (overigens een Nederlands
aspirantenrecord) ben ik best tevre
den, maar ik geloof dat er misschien,
als we goed weg kunnen gaan in de
finale, nog wel iets af kan”.
Vreugde voor Connie van Bentum
dus, maar daartegenover stond het
trieste debuut van Monique Drost. Het
Amersfoortse meisje was zo ongeluk
kig om in de serie van haar landgenote
Connie van Bentum de derde valse
start te veroorzaken en dat betekende
voor haar een triest begin van haar
olympisch avontuur, want toen het.
startsignaal opnieuw werd gegeven
was zij in haar oranjekleurige badjas
al op weg naar de kleedkamer.
Volgens de behandelende artsen zou
de blessure niet voor 31 juli zijn genezen
als de kwalificatiewedstrijden beginnen.
Wielart was enorm teleurgesteld en zei:
„Ik hoop dat ik in het tweede deel van dit
seizoen me nog enigszins kan revanche
ren. Als het circuit in Europa gaat begin
nen, met onder andere wedstrijden in
Zürich en Stockholm, wil ik weer op
mijn oude niveau zijn.”
De vraag drong zich op of de voorberei
ding wel was geweest wat ie zijn moest.
„Ik vond van niet”, zei Guus Bierings, de
meest ervaren renner van de ploeg omdat
hij er de laatste drie jaar steeds bij zat.
„Twee jaar geleden, toen we in Duitsland
wereldkampioen werden, zijn we met de
vaste kern drie maanden intensief met
elkaar opgetrokken. Nu wisten we veel te
laat waar we aan toe waren. Door de
noodzakelijke procedure bij het NOC
duurde het tot half juni voor we te horen
kregen of we werden uitgezonden. Boven
dien heeft het ontbroken aan zekerheid
over de bezetting van de plaatsen en dat is
natuurlijk ook niet best in je voorberei
ding”.
Rini Wagtmans noemde die kritische
kanttekeningen: „Onzin”. Maar het feit
lag er toch dat de vier die op de autobaan
Moskou-Minsk zo teleurstelden (Jack Ha
negraaf, Guus Bierings, Adri van der
Poel, Theo Hogervorst) nog nooit in deze
opstelling samen gereden hadden. Terwijl
twee jaar geleden de leden van de gouden
ploeg in de aanloop naar het wereldkam
pioenschap, samen drie tijdritten af
werkten.
Barbara Krause: wereldtijd op 100 me
ter vrije slag
De Russische wielerploeg op weg naar de gouden medaille in de ploegentijdrit. Van rechts naar links. Anatoly Yarkin, Yury Kashirin en Oleg
Logoin.
(Van onze sportredactie)
MOSKOU. In de loop van de jaren
heeft de Nederlandse wielersport zich
een uitstekende reputatie verworven op
de 100 kilometer ploegentijdrit. Het goud
van de Olympische Spelen in Tokio (een
succes van Karstens, Dolman, Zoet, Pie-
terse) en Mexico (Zoetemelk, Krekels,
den Hertog, Pijnen) maakte internatio
naal indruk en twee jaar geleden kreeg de
faam ondersteuning met een wereldtitel
(van Oosterbosch, Bierings, Van Est, Jan
van Houwelingen) in Brauweiler. Van
daar, dat de 15e plaats op 8.56 van win
naar Rusland, op de eerste wedstrijddag
van de Olympische Spelen in Moskou een
diep treurig resultaat betekende. „Zeg
maar gerust: een verschrikkelijke sof’,
sprak de verantwoordelijke bondscoach
Rini Wagtmans deemoedig.
Nederlands grootste atletiektroef
voor de Olympische Spelen, Harry
Schulting, vertrekt morgen weinig hoop
vol naar Moskou. Een zich overigens nu
beterende blessure in de knieholte is
hiervan de oorzaak. „Ik heb gegokt en,
naar het zich nu laat aanzien, toch verlo
ren. In de training hebben we gepro
beerd het niveau van 49 seconden rich
ting 48 seconden te krijgen. Ik blijf het
een goede gok vinden, want die tijd moet
je in Moskou benaderen. Maar het ge
volg is nu, dat ik hoogstwaarschijnlijk
moet mikken op een goede prestatie met
de 4x400 meter-ploeg die een week later
loopt”, aldus Schulting, die naar nu be
kend werd eind-vorige week zelfs heeft
overwogen om zich voor Moskou terug
te trekken.
Ruud Wielart: geblesseerd.