tour de France Brief Post Mine» I J L; Hennie Kuiper: vergeten ster JMkta F JÉ I BSrl 9 1980 MAANDAG 21 JULI Start IT sportief - mi JJ fl Raas moet in ziektewet (Van onze sportredactie) spome Zoetemelk toonbeeld evenwichtigheid Verveel hem niet met verhaaltjes over teerd -d Joop Zoetemelk (links) en Gerrie Kneteman gaan in Parijs hand in hand over de finish. Hinault grote verliezer in Tour-zonder-doping de PARIJS Voor het begin van de Ronde van Frankrijk gokte de ploeg van Peter Post op de gele en groene trui. Vooral dat laatste leek haalbaar, want met Jan Raas beschikte men over een krachtsprinter die in massale aan komsten onklopbaar was. De hoop ver vloog toen de wereldkampioen op de zelfde dag als leider Hinault uit de wedstrijd verdween, gehuld in het groen. Post, altijd spaarzaam met ongezouten kritiek op de winnaars uit zijn ploeg, liet zich in eerste instantie dan ook mild uit over het vertrek van Raas. mdsen v. ed.) Zoetemelk had zich overigens nooit zo’n loopbaan durven denken. „Ik ben in 1970 bij Flandria gekomen. Eerlijk ge zegd zag ik het niet zo zitten om beroeps renner te worden. Vlak voor mij waren heel wat goede amateurs mislukt: Harry Steevens, Eddy Beugels, Evert Dolman en Bart Zoet. Maar op advies van de toenmalige ploegleider, Herman Krott, heb ik toch maar ja gezegd. Laat ik het dan maar twee jaar proberen. En als het niet was gelukt, zou ik rustig in mijn oude beroep als timmerman zijn terug gekeerd”. het uitvallen van Hinault; ze irriteren hem. „Het is onzin te zeggen dat ik de Ronde heb gewonnen omdat hij is afge stapt. Hinault zelf heeft zijn knie kapot getrapt. Dat kunnen ze mij niet aanreke nen. Ik heb de Tour gewonnen. Er zijn in het verleden Ronden geweest zonder Merckx en die hadden ook een winnaar. Daar praat nu toch ook zeker niemand meer over”. Zoetemelk kwam in een nest vol ve detten. Een jong, aarzelend broekje tus sen klassiekerspecialisten als Eric Le man en de broers Eric en Roger de Vlaeminck. „Toch had ik er geen pro blemen, want ik was de best geklasseer de van de ploeg in Parijs-Nice en de Ronde van Romandië. In mijn eerste Tour werd ik gelijk tweede achter Eddy Merckx. Alleen maar door het geluk dat ik in een rit meezat met de beslissende ontsnapping”. Dat doet natuurlijk niets af aan het machtsvertoon van de renners van Peter Post die met Zoetemelk en wereldkam- Het idee dat hij nooit zou winnen, won ieder jaar meer veld. De verdeeldheid was groot toen hij eind vorig seizoen het Franse merk Mercier verliet en binnen trad bij de Raleigh-formatie van Peter Post. De laatste strohalm om de Ronde- winst te pakken met een équipe, die in de ploegentijdritten winst kon boeken. De Amstelveense ploegleider wil de Touroverwinning, voor zijn ploeg na alle triomfen van de afgelopen jaren toch het absolute hoogtepunt, vooral niet als een eigen verdienste beschou wen. Hij laat alle eer aan Zoetemelk. Het is allemaal overtroffen. Neder land staat op zijn kop. En Zoetemelk „Ik niet”, zegt hij laconiek. „Natuurlijk weet ik nog niet wat me allemaal te wachten staat. Ik realiseer het me nog helemaal niet. Toch denk ik dat ik te te nuchter ben om helemaal onderstebo ven te raken, ik zal echt niet op mijn kop gaan staan”. 1,88 2J0 4,57 451,00 346,00 3,14 3,14 123,00a ®he o en. dit euvel an. 3 128,00 72,00 97,00 11,60 42.50 213,50 29,00 76,00 47,50 115,00 48,001 64,20 81,50 18,40 110,50 132,20 53,00 104,80 58,50 98,50 :lanr., n. etappekoersen voor Eddy Merckx ge wonnen. Tot in de Midi Libre een heel peloton op een auto reed. Drie weken lag ik in het ziekenhuis, daarna nog vier weken thuis. Iedereen had me afge schreven, maar zelf heb ik nooit het gevoel gehad dat het afgelopen was. Ik ben langzaam teruggekomen door de hele winter te blijven trainen. Met lang laufen en fietsen”. Dat stugge volhouden is Zoetemelk ten voeten uit. Zijn rustige karakter en zijn sobere levenswijze vormen de pij lers die zijn langdurige carrière onder stutten. „Ik ben niet iemand die losban dig is. Ik geloof niet dat ik ooit van mijn leven dronken ben geweest. Ook niet 49,20 36,50 27,90 283,00 205,00 77,00b 40,60 127,00 40,40 55,80 56,00 106,300 59,20 63,00 143,50 107,50 145,00 38,60 53,00 135,00 57,50 54,00 47,00 80,00 91,00 45,50 147,50 45,70 44,00d 72,30 31,60 56,00 151,70 106,40 57,20 151,00 42,00 150,00 102,20 73,80 189,50 33,30 83,80 185,50 24,50 42,00 36,40 47,40 52,70 110,50 335,00 175,00 155,00 335,00 Langzaam groeide hij toe naar zijn niveau van 1974. Pas vorig jaar had hij die vorm weer te pakken. Maar een Tour-overwinning zat er niet in. „In 1976 had ik trouwens al een mooie kans laten liggen, maar door een misreke ning kwam het er niet van. Delisle reed in de gele trui. Thevenet, Van Impe en ik waren goed geklasseerd. Twee keer pakte ik Thevenet terug, maar toen Van Impe ging, rekende ik op de Peugeots. voordat ik beroepsrenner was. Tijdens het seizoen was ik altijd bezig met wiel rennen. Behalve wanneer ik ging slapen. Dat is het enige moment waarop ik er niet meer aan denk”. Die stemming sloeg om toen bleek dat de Zeeuw kort na terugkeer in eigen land al weer aan dik betaalde criteriums deel nam. Toen werd duidelijk, dat Post wel degelijk boos was over hét opgeven van de groene-truidrager. „Ik heb tegen Raas gezegd: als jij zo’n last van je rug hebt dat je niet eens een Raleighs ijdel en lachwekkend werd. Het was een theorie die uiteenspatte nog voordat de cols bereikt waren. Niet alleen deze onverwachte wending maak te van de Tour de France 1980 een onver getelijk evenement, ook al ontbraken onder meer de Italianen en Zwitsers aan de start. Joop Zoetemelks victorie zal deson danks de historie ingaan als de overwinning in een etappekoers die niet of nauwelijks de hoogtepunten kende van vroegere krachtmetingen, waarin superkampioenen als Bartali, Coppi, Koblet, Kubler, Bobet, Gaul, An- quetil en vooral Eddy Merckx de inter nationale pers tot lyrische verhalen be wogen. Er zijn, met uitzondering wel licht van de tijdritten, niet dezelfde fabelachtige krachtsexplosies geweest die men direct als legendarisch kwalifi ceerde. (Van onze sportredactie) PARIJS. Het zou een Tour de Fran ce worden waarin Bernard Hinault niet kón verliezen. Zo ongeveer luidde de visie reeds lang voordat het peloton van 130 man donderdag 26 juni in Frankfurt aan La Grande Bouclé begon. Het Fran se wieleridool had immers in de twee voorgaande edities bewezen dat hij ei genlijk onklopbaar genoemd moest worden. col over kunt rijden, moet je in de ziekte wet. Dan ben je ziek en moet je zo snel mogelijk naar de dokter gaan”. Na die felle uitval vervolgt Post echter: „Ik heb me voorgenomen geen hartin farct te krijgen van problemen met ren ners. Over een knaap van 22 wil ik me nog wel druk maken, maar de anderen moeten hun verantwoordelijkheid ken- nen. Zij weten wat de firma allemaal doet en wanneer ze zich daar niet naar gedragen, moeten wij misschien wel de handdoek in de ring gooien”. (Van onze sportredactie) PARIJS Elf jaar beroepswielrenner. Tien keer de Ronde van Frankrijk, waarvan vijf keer tweede. Een schitterende en indrukwekkende staat van dienst met een gouden erelijst, waaraan nog slechts dat ene flonkerende briljantje ontbrak. Dat is er nu eindelijk wel bij. De aanhouder wint. Het is de grootste verdienste van Joop Zoetemelk geweest. Hij heeft generaties groten overleefd zonder zelf ooit uit de wereldtop te zijn verdreven. Geen superkampioen van het kaliber Merckx of Hinault, maar een toonbeeld van evenwichtigheid. Woensdagavond 9 juli haakte het idool van heel Frankrijk af. Hij ver dween als een dief in de nacht en had niet de moed zijn vertrek eerder tegeno ver het peloton journalisten kenbaar te maken. De knie (Le Genou) van Bernard Hinault had wereldbekendheid gekre gen. Bekendheid in negatieve zin. Ge ruchten, zinspelingen op hetzelfde eu vel waaraan destijds zijn ploegleider Guimard ten onder ging, deden de ronde. De zoveelste kater voor Zoetemelk. Want hoewel voor de aanvang van iede re Ronde van Frankrijk Nederland als één man achter hem stond, werd hij telkens verguisd als het net weer niet lukte. t Bovendien was hij in de Ronde van Italië op indrukwekkende wijze naar de eindoverwinning gesneld. De rose leiderstrui had hij vrijwillig uit handen gegeven op een moment dat het hem te vroeg leek de wedstrijd te blokkeren. Zelfverzekerd als hij was sedert zijn toetreding tot het gilde der vedetten, bepaalde hij en niemand anders waar hij wel zou toeslaan. Hij deed het in de Giro op de met sneeuw bedekte flanken van de Stelvio, om vervolgens zijn luite nant Bernaudeau het succes van de rit- zege te gunnen. Hinault zou, zo werd sindsdien bij her haling onderstreept, in het voetspoor treden van Coppi, Merckx en Anquetil, die het eveneens gepresteerd hadden om in een en hetzelfde jaar zowel de Ronde van Italië als de Tour de France te winnen. Om eventuele twijfels weg te nemen had, zo voegde men er buiten Frankrijk sarcastisch aan toe, Félix Lé- vitan bovendien de ploegentijdritten „aangepast”, waardoor zelfs een sprank je hoop voor Zoetemelk en de andere In een brief zegt Post zelfs latere stappen tegen het artikel niet uit te sluiten. Post zegt in het schrijven diep geschokt te zijn over de laatste allinea van het hoofdcommentaar, waarin Goddet stelde dat de enige wijze waar op Zoetemelk de Tour nog kon verlie zen de uitslag van het onderzoek op het gebruik van anabolica of cortisonen zou zijn. De ploegleider van'Raleigh verzocht Goddet zijn brie/ in l’Equipe te willen publiceren, hetgeen gebeurde. „Toch”, zegt ploegleider Peter Post, „heb ik nooit gezegd dat wij met Joop de Tour zouden winnen. Het ontbrak ons alleen aan een renner voor het klasse ment. En hoewel ik mijn budget al had gebruikt, kon ik de firma zo ver krijgen dat ze het geld dat vorig jaar werd gebruikt om boekjes, koffie en cognac jes weg te geven, nu aanwendden voor een kopman”. Van dat reservepotje werd de nieuwe tourwinnaar betaald. Post, die in zijn laatste twee jaar als actief wielrenner nog met Zoetemelk heeft gereden („Ik herinner me dat we in een Limburgs criterium de trucendoos flink moesten opentrekken om hem te stuiten”), heeft zijn kopman nooit onder druk gezet. Zoetemelk: „Ook niet na het kampioenschap van Nederland. Ik heb hem in Frankfurt nog gevraagd ook Van de Velde voor het klassement te laten rijden. Dat wilde hij niet. Het gaf me rust”. Post voegt eraan toe: „Ik ben net als Joop nooit in paniek geraakt. Dat heeft te maken met de jaren. Een renner van zijn leeftijd kan de Tour doorstaan”. Zoetemelks tweede plaats in de Ronde van Frankrijk van 1970 betekende het begin van zijn reputatie als „eeuwige tweede”. Een erfenis die hij tot nu toe altijd met zich heeft meegedragen. „Dat is wel een nadeel geweest, die tweede plaats in m’n eerste Tour. Het jaar daar op was dat niet meer genoeg en moest ik eigenlijk winnen”. Dat lukte niet. Eddy Merckx stond in de weg en toen Zoetémelk, de timide renner uit Rijpwetering die inmiddels in het Franse Germigny l’Eveque met zijn Franse echtgenote Fran<?oise een wo ning had betrokken, op het hoogtepunt van zijn carrière was, sloeg het noodlot toe. „In 1974 reed ik geweldig goed. Ik had in het begin van het seizoen al drie „Het is de renner waar ik het minst mee praat. Wat moet ik hem vertellen? Dat de Galibier niet zo lastig is? Joop zou den ken dat ik niet goed snik ben. Hij is die col vaker overgereden dan ik de Ronde van Frankrijk heb gedaan. Het enige waar ik voor moet zorgen, is dat hij op de juiste plaats omringd is met de juiste renners". De ineenstorting van Hinault beteken de dit jaar de ommekeer. Zoetemelks grootste verdienste, de enorme zorg voor zijn gezondheid, bracht hem ditmaal ge luk. „En toch was ik niet blij met de opgave Van Hinault”, stelt Post. „Ik heb er een nacht niet van geslapen. Het hele plan werd in de war gestuurd en voor Joop werd het moeilijker om vanuit die situatie te gaan rijden. Eerlijk, we zijn er nooit happy mee geweest”. Maar de doorkruising van de plannen kwam goed. Een tweede Nederlander heeft de Tour gewonnen. „Het was mijn regelmatigste Ronde. In de rit naar Lille over de kasseien heb ik pech gehad en alleen in de Pyreneeën was ik in moei lijkheden. Mijn doel is altijd geweest het hoogste in de sport te bereiken. Dat is me nu eindelijk gelukt”, lacht Zoete melk. Drie keer Parijs-Nice, twee keer kampioen van Nederland, de Waalse Pijl, de Grote Herfstprijs, de Ronde van Nederland vormen slechts een kleine greep. PARIJS Ploegleider Peter Post, die in eerste instantie niet wilde rea geren op een verhaal van Jacques Goddet in het Franse sportblad l’E quipe waarin de naam van Joop Zoe temelk in verband werd gebracht met doping, heeft alsnog schriftelijk ge protesteerd bij de Tour-directeur. pioen Jan Raas voorop qua ritoverwin- ningen in de dübbele cijfers zaten. En winnen is nog altijd winnen. Zoetemelk, Jan Raas, Knetemann, Lubberding, Oosterbosch en Priem, inclusief Van de Velde, Van Vliet en uiteraard Hennie Kuiper hebben met of zonder etappesuc- cessen bijna vier weken lang gezorgd voor Tourkoorts in Nederland. In de Alpen liet Jo Maas zich ook nog gelden, waarbij de moed en het doorzettingsver mogen van Jan Jonkers en Jos Schipper beslist niet onderschat mogen worden. Vooral in een periode van briljante suc cessen mag de wilskracht van de kleine re renners best eens onderstreept worden. De Tour 1980 was de Ronde van het slechte weer. Stromende regen teisterde renners en volgers bijna onafgebroken. Deze omstandigheden, waarin de zon slechts bij hoge uitzondering een rol speelde, waren er de oorzaak van dat een golf van verkoudheid het peloton overspoelde. Hoestend en proestend baande de meute zich vaak een weg. De slijtageslag, die vanaf de proloog in het (Van onze sportredactie) PARIJS Tweede worden in ’s we relds grootste wielerevenement is een prestatie die er niet om liegt. Het is vooral een verrichting die extra aan dacht verdient, omdat het een bewijs is dat na bijna acht keiharde jaren professionalisme het slijtageproces nog altijd niet of nauwelijks aantoon baar is. In de feestroes die het Hol- land-festival op de Champs Elysées kenmerkte, werd de tweede plaats van Hennie Kuiper niet op de juiste waar de geschat. Hij had gewoon de „pech” dat een landgenoot zegevierde en alle belangstelling naar zich toetrok. De man in kwestie maakte ogen schijnlijk de indruk dat hij niet zozeer teleurgesteld was over de gang van zaken. Het was alsof „Kuipertje” zoals zijn troetelnaam reeds vele jaren luidt besefte dat in ieder evenement de grootste aandacht in eerste instantie naar de winnaar uitgaat. Hij gunde als faire sportman Joop Zoetemelk het succes van harte. Op Kuiper was niet temin van toepassing het gezegde dat „een winnaar vele vaders heeft en de verliezer een wees is”. De in het Westbrabantse Putte woon achtige kopman van Peugeot bewees de voorbije weken opnieuw hoe groot zijn vechtlust is. Zonder te kunnen rekenen op steun van de volledige ploeg, zoals dat wel voor Zoetemelk had gegolden, verzette hij zich tot ver in de Alpen tegen het machtsvertoon van de Raleighs. Toen hij op de flan ken naar Pra-Loup, vervolgens in de moordende rit naar Morzine en ook kort na de rustdag bemerkte dat hij gewoon te kort kwam om Zoetemelk te onttronen, was Kuiper de eerste om de betekenis van de gele trui te onderstre pen. „Grote klasse”, zei hij over het rijden van Zoetemelk. „Vanaf nu telt voor mij alleen nog de tweede plaats”. Heel even zag het ernaar uit dat Kuiper zelfs de klassering direct na de winnaar zou moeten prijsgeven. In de tijdrit van vrijdag, die bijna als geen andere etappe de rit van de waarheid was, moest Raymond Martin er niette min aan geloven. Kuiper kreeg zijn zin. Hij werd tweede en hij comple teerde met deze prestatie de Neder landse triomf. Het was overigens voor de tweede keer dat de vroegere olym pische en wereldkampioen deze stel ling innam. Een carrière zonder enorme pieken en dalen. Zoetemelk heeft zich nooit overdreven geforceerd om absolute grootmeesters op de knieën te krijgen. Hij wist waar zijn grens lag en wilde die niet onnodig overschrijden. Daarom ook werd hij dikwijls versleten voor een twijfelaar of wieltjesplakker. Maar zelfs vernederende kritiek bracht hem niet van de wijs. Ook niet in deze Tour de France, waarin Bernard Hinault van het toneel verdween. In de tijd van de steeds korter wordende wielercarrières is hij de kampioen van de overleving. Het waren, overigens met uitzonde ring van Johan van de Velde, de door een val uitgeschakelde Belg Ronny Claes, groene-truidrager Rudy Pevena- ge, Bert Oosterbosch en een enkele an dere „uitschieter”, de ouderen die re geerden. In het spektakelstuk van de heren Lévitan en Goddet was de gemid delde leeftijd van de eerste vijf in de eindstand ruim 33 jaar. Dat kwam niet alleen omdat Joaquim Agostinho met zijn 38 jaar het moyenne extra hoog maakte, maar omdat Joop Zoetemelk (33). Hennie Kuiper (31). Raymond Mar tin (31) en Johan de Muynck (32) even min nog tot de jongeren gerekend kun nen worden. Opvallend is tenslotte dat tot het tijd stip, waarop het wederom door de gut sende regen geteisterde peloton Parijs bereikte, geen van de dagelijkse onder zoeken naar het gebruik van verboden stimulantia een positieve uitslag had op geleverd. Positief in de ongunstige zin van het woord, wel te verstaan. In 1977 hield Thevenet hem van de gele trui af. „Dat ik blij ben dat ik een van de eerste ben geworden,” aldus Hennie Kuiper, „heeft ook’ te maken met het vertrek van Bernard Hinault. Ik kijk met enige trots terug op de .etappe van Luik naar Lille (dinsdag 1 juli red.), waarin het klassement voor de eerste keer ondersteboven werd gekeerd. In de Hel van het Noord en reed ik een van mijn beste wedstrij den. Hinault klopte me uiteindelijk in de sprint, maar achteraf bleek dat hij in deze etappe boven zijn krachten was gegaan”. Voor Hennie Kuiper, die volgend jaar vrijwel zeker onder de hoede van Fred de Bruyne aan zijn negende sei zoen als beroepsrenner begint, worden het nu evenals voor de zegevierende renners van Post drukke en lucratieve weken. „Daarna is er bovendien nog een wereldkampioenschap”, aldus Kuiper veelbetekenend. Het afscheid van Hinault legde meteen de jwakke plekken bloot in het team waarvan hij reeds enkele jaren de onbe twiste aanvoerder is. Bernaudeau, de vaandeldrager, verdween op roemloze wijze. Cyrille Guimard kon slechts met een handjevol renners de Champs Ely sées bereiken. Wat een verschil met de homogeniteit, de kracht-in-de-breedte van het team waarover Peter Post de scepter zwaait. Op het moment dat bleek dat zij werke lijk niet konden, was het te laat”. Taunusgebergte woedde, kende geen on derbreking. Hinault ging eraan ten gronde toen ogenschijnlijk leek dat hij als een Cae sar op weg was naar een trilogie van overwinningen. Hij schitterde nog op het circuit van Francorchamps en in de af schuwelijke, angstaanjagende en eigen lijk onmenselijke etappe van Luik naar Lille; de etappe door de Hel van het Noorden. Toen was het gebeurd. De ploegentijdrit van Compiègne naar Beauvais leidde zijn ondergang in.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 9