Lau Veldt
overtuigt
met
>1
T ONGUNSTIG
PETERMDEEAAR L
Blessures blijven
Tebroke kwellen
-1
rï
NEDERLANDERS
PRESTATIES
TEGEN
VALLEN
1
t',
Zorgen
z
Krachtsinspanning
r
6
DONDERDAG 24 JULI
1980
SPORT
W I
nann
aan
I
ER-
wij
be
'9
ten
door Peter Heerkens
7
M
fel «W®
1
r J
tl
■i
Zwakke start kost
Vervoorn medaille
(Van onze sportredactie)
80 A 2209
esmann
En toen greep, tot
11
meter.
PETER HEERKENS
Gerard Tebroke: liesblessure.
(Van onze sportredactie)
„Reus" Peter Adelaar passeert samen met Henk Numan en coach Peter Snijders (midden) een controlepost in het Olympisch dorp.
i -
1
3
r
MM
is 158..
t
t
(Van onze sportredactie)
MOSKOU Hoewel de kansen van de
Nederlandse judoka’s bij de Olympische
Spelen dankzij de boycot erop vooruit
gegaan zijn (de Japanners, die begin dit
jaar tijdens de open Europese kampioen
schappen in Wenen vier gouden en drie
bronzen medailles veroverden, ontbre
ken), schijnt de zon toch niet voluit boven
deze afvaardiging. Peter Adelaar name
lijk lootte voor de wedstrijd van de
zwaargewichten, die zondag wordt ge
houden, als tweede tegenstander de
Fransman Parisi en die naam zorgt voor
nogal wat schrik. Henk Numan (half-
zwaargewicht) trof het beter. Hij komt in
het begin uit tegen de Tsjech Nikodym en
de Engelsman Shittenden, die hij theore
tisch gezien moet kunnen hebben.
De zorg rond Peter Adelaar zit hem
vooral in het feit dat hij drie zeer beweeg
lijke tegenstanders krijgt, van wie Parisi
de meest en sterkst kronkelende is. Voor
Adelaar houdt dat gegeven een hoop na-
(Van onze sportredactie)
MOSKOU Seconden lang hing Kees
Vervoorn onbeweeglijk aan de bassin-
rand, de ogen gericht op het elektronisch
scorebord. Even wendde hij het hoofd af,
maar opnieuw trokken de ogen in de
richting van de gele cijfers, die koel en
zakelijk de uitslag van de 100 meter vlin
derslag weergaven. Als kanshebber voor
een medaille was hij het water ingedo
ken, met lege handen hees hij het lange
lichaam na afloop weer op de kant. Een
vierde plaats was zijn deel, de meest
beroerde plek in een finale, omdat aan
die positie geen tastbare herinnering ver
bonden is. Na de teleurstellende race van
Annelies Maas bleef de Nederlandse
zwemkolonie dus ook gisteren zonder
plak en de kans op enig eremetaal lijkt na
woensdagavond dan ook wel verkeken.
deel in, want zijn kracht ligt in de duels
met sjouwende types. Die specialisatie
werd hem opgedrongen door zijn li
chaamsbouw, die opzienbarend uniek is
in het judowereldje. Zijn 134 kilo zijn
samengevat in een lengte van 2.20 meter.
Met de consequenties daarvan heeft de 33-
jarige Amsterdammer het psychisch nog
al eens moeilijk.
„De mensen”, zo zegt hij, „zien zo’n
danig gesloopt dat hij het hogere tempo
niet direct kon beantwoorden. Pas tegen
het einde, toen ook zijn tegenstrevers
vermoeid raakten, kwam hij weer wat
dichterbij en zo op het oog leek hij nog als
derde te hebben aangetikt. Maar het elek
tronisch scorebord was onverbiddelijk.
Zeven keer heeft hij als bondscoördina-
tor nu een pupil in de eindstrijd gehad en
het opvallende is dat alle zeven als het er
op aankwam een mindere tijd zwommen
dan in een serie of halve eindstrijd. Daar
bij deed het niet ter zake of die tijd nu
’s morgens of een dag tevoren was ge
maakt. Het blijkt en ook dat is een
typisch trekje van de Nederlandse sporter
dat slechts eenmaal een top bereikt kan
van 54.15 en als Vervoorn ooit een kans
heeft gehad om zijn in Amerika studeren
de rivaal te pakken, dan was het nu wel.
Ook had hij dan kunnen afrekenen met de
Oostduitse routinier Roger Pyttel, die 0,02
seconde later aantikte dan de Zweed
maar ook enige tienden van seconden van
zijn beste tijd verwijderd bleef. Deson
danks greep Pyttel toch het zilver, een
kleur, die Vervoorn niet zou hebben mis
staan, gezien de goede prestaties die de
Nederlander in het schitterende olympi
sche zwembad heeft neergezet.
Voor de heren was het trouwens toch
een sombere dag, want de estafetteploeg
liet het op de 4 x 200 meter in de ochtend
uren behoorlijk afweten. Vervoorn, die
vanwege de ’s avonds te zwemmen vlin-
derslagfinale niet voluit ging, Fred Eef-
ting, Peter Drost en Cees Jan Winkel
kwamen met hun 7.42,85 min. niet verder
dan de elfde plaats van de dertien deelne
mende landen, zodat het kwartet de uit
zending naar Moskou nauwelijks recht
vaardigde. De winst op dit onderdeel ging
uiteraard naar de Russen, die voor de
Oostduitsers en de Brazilianen aantikten.
-v.
Op de honderd meter vlinderslag was
de rol van Wilma van Velsen snel uitge-
„Ik hoop niet, dat ik tijdens die race
naar de versnelling moet grijpen, want het
is inderdaad niet zo best met me”, klinkt
het dan toch even serieus uit de mond van
de tweevoudig nationaal recordhouder,
die nog altijd tiende op de wereldranglijst
aller tijden staat, maar nog steeds even
gebrekkig in elkaar blijft steken als in de
afgelopen tien jaar. Daarin miste hij de
Olympische Spelen van München en Mon
treal, allemaal door blessures. Nu is hij er
dan, „maar dat is mijn schuld niet. Denk
ik dat ik het weer niet haal en dan komen
die NOC’ers terug op hun beslissing”,
grapt Tebroke wiens mentale instelling
niet stuk te krijgen is.
MOSKOU „Meteen op de eerste dag heb ik geprobeerd dat trammetje, dat hier
door het olympisch dorp rijdt, in te halen. Dat ding gaat helemaal niet hard, maar ik
kwam mooi als laatste aan. Wat later mistte ik hem zelfs”. Alsof hij voor een
onbeduidend regionaal wedstrijdje staat, zo hing woensdag Gerard Tebroke ruim een
half etmaal nadat hij in het olympisch dorp was neergestreken de clown uit.
„Vorige week heb ik nog een drie kilo
meter in Wenen gelopen, maar dat ging
verschrikkelijk slecht. Ruim boven de
acht minuten. Afgelopen maandag heb ik
het nog even op de baan geprobeerd. Een
paar duizendjes. Ik kwam tot de vierde,
toen kreeg ik weer last.
De tien renners die overbleven, rij
den vandaag 5 ritten waarna de reste
rende drie plaatsen voor de laatste
acht via herkansingen worden ver
deeld.
In de herkansing tegen de Hongaar
Laszlo Noroz herstelde hij zijn vergis
sing en trof een ronde verder de Fran
se kampioen Cahard die hem moeite
loos versloeg. De herkansing werd een
meevaller omdat zijn tegenstander Be-
nedikt Kocot een kwartier tevoren nog
in actie was geweest. Veldt vertrok in
tweede positie en versloeg zijn tegen
stander met duidelijk verschil.
Dat bleek vooral goed voor zijn zelf
vertrouwen. „M’n begin was inderdaad
niet groots”, gaf hij toe, „maar dat is
bij mij niet ongewoon. Ik start vaak
zwak. Dat ik Kocot uitschakelde geeft
me veel moed voor morgen. Tenslotte
was hij een medaille-kandidaat. Let
op: ik ben nog niet uitgeboerd...
kelde die uit moest
laatste plaats bij de
krijgen.
a
i
i.
speeld. In de series kwam zij ondanks
haar persoonlijk beste tijd van 1.03,31
niet verder dan een elfde plaats, en dat
was een kansloze klassering voor de fina
le, die op de snelste startplaatsen weer
vier Oostduitse meisjes te zien zal geven.
Hij is er, maar als de ploeg niet dinsdag
maar maandag zou zijn vertrokken was
Tebroke weer thuisgebleven. „Deze keer
is het de lies. Met de rug gaat het nu goed,
met allerlei pezen ook, al zal de grote teen
dat is voor mij een nieuwe blessure
waarvan ik dit seizoen last kreeg wel niet
meer verbeteren. Dat is niet zo erg, maar
die lies. Ik denk dat het komt door het
rotte weer in Nederland. Tijdens elke trai
ning wordt alles nat. Ik heb het idee dat
half atletiekend Nederland met hesklach
ten rondloopt”.
De afvaller heette John Musa en hij
kwam uit Zimbabwe. Lau Veldt was
tot weinig indrukwekkend werk geko
men in die aanloop van het toernooi.
Hij maakte zijn belangrijkste fout in
de eerste rit tegen de Australiër Ken-
rick Tucker die hem de kop opdrong
en geen probleem meer had toen Veldt
te vroeg aanging. Zou Veldt deze rit
gewonnen hebben, dan waren zijn
kansen op een plaats bij de laatste
vier bijzonder groot geweest.
De lachers had de immer vrolijke Gel
derse atleet meteen op zijn hand toen hij
duidelijk maakte hoe hij de laatste dagen
zijn automobiel had voortbewogen. „Ik
had zo’n pijn in mijn been, dat ik de
koppeling haast niet kon intrappen en dat
heb ik dan ook maar een paar keer laten
zitten”. Met Tebrokes Opel zal het er
waarschijnlijk dan ook niet zo best voor
staan, maar datzelfde geldt voor de chauf
feur die in het begin van het programma
van vanavond voor de taak staat tien
kilometer lang een hoog tempo te blijven
draaien wil hij de finale bereiken.
worden en dan meestal niet op het juiste
moment.
Hoe het wel moet lieten de Duitse meis
jes weer eens zien want op de 100 meter
rugslag zorgden zij weer voor een aardig
onderonsje, met als stralend middelpunt
de vijftienjarige Rica Reinisch, die en
passant nog even het wereldrecord, dat zij
in de series had geëvenaard en vervolgens
in de halve finales had verbeterd, op
nieuw dichter bij de minuutgrens bracht
door 1.00,86 af te laten drukken. De twee
de plaats was voor Ina Kleber en Petra
Riedel mocht zich tooien met het brons.
Van de Nederlandse dames was Moni
que Bosga de enige, die aan een finale
mocht deelnemen. Als zesde ging zij de
eindstrijd in van de 100 meter rugslag en
als zevende kwam zij eruit. Haar tijd van
1.04,47 was slechter dan die van een dag
er voor in de halve eindstrijd toen zij
1.04,36 liet noteren. En dat is op zich al
een merkwaardig Nederlands trekje
waarover Bert Sitters zich zo langzamer
hand wel eens zorgen dient te gaan
maken.
grote vent natuurlijk graag op z’n kont
gaan. Ze maken me er nogal eens belache
lijk mee. Als ik win, zeggen ze: kunst voor
zo’n grote bink, maar verlies ik dan vin
den ze me een rare slungel”. In die proble
matiek beleefde Peter Adelaar een voor
hem tragisch moment tijdens de finale
van de Nederlandse kampioenschappen
in 1978, toen de als David optredende Wil
Peters hem razendsnel vloerde. De toe
schouwers vatten die situatie op als een
komische act, maar voor de boomlange
Adelaar was het een moment dat hem om
meer dan één reden tot diep in zijn ziel
trof.
De publiciteit rond de problematiek die
met zijn uitzonderlijke lichaamsbouw is
gemoeid, heeft hem in de loop der jaren de
gretigheid op publiciteit ontnomen. In
Moskou gooit hij de deur zelfs helemaal
op slot. „Ik wil wel praten”, zegt Adelaar
op het terras van het olympisch dorp,
„maar ik zeg niks. Dat doe ik pas na de
wedstrijden van zondag en dan moet ik
4
De lange Hagenaar verwerkte de tegen
slag moedig en met zijn tijd van 55,02, die
hij in de halve finale had neergezet, zou
hij ook in de eindstrijd zeker zijn geweest
van een bronzen plak, die nu naar de
volslagen onbekende Spanjaard David
Lopez ging, een man die nota bene niet
eens voorkomt op de lijst van de top-30.
Mede oorzaak van de voor zijn doen mati
ge 55,25, die nu op de klokken kwam, was
de startprocedure. Zoals gebruikelijk be
klom Kees Vervoorn als laatste deelnemer
het startblok, om zich klaar te maken voor
de finale. Maar terwijl hij nog bezig was
om zijn voeten goed te zetten op de rand
van het startblok en ook zijn armen nog
niet in de juiste stelling had gebracht, viel
het startschot al en voordat de toekomsti
ge student het water bereikt had, keek hij
al aan tegen een achterstand van een
Met een formidabele krachtsinspan
ning had Vervoorn die marge halverwege
de race vrijwel overbrugd, want hij keer
de na 25,77 seconden als tweede achter de
Engelsman Gary Abraham. Maar toen de
grote mannen zich opmaakten voor het
beslissende gevecht waren de krachten
van de stijlvol zwemmende Hagenaar zo-
MOSKOU Het heeft niet veel ge
scheeld, of voor Lau Veldt zou het
Olympisch sprinttoernooi op de eerste
dag al zijn afgelopen. Nederlands eni
ge baanrenner in Moskou ging zo
stroef van start dat hij via alle her
kansingen naar een match A trois suk-
maken wie de
beste acht zou
MOSKOU Zondag wordt beslist hoe de
Nederlandse 4-x-400-meterploeg eruit zal zien,
die volgende week actief wordt in het atletiek-
toernooi in Moskou. Harry Schulting en Koen
Gijsbers zijn al zeker van een vaste plaats. Op
een trainingsaccommodatie zullen Henk Brou
wer. Mario Westbroek en Marcel Klarenbeek in
een rechtstreeks duel strijden om de twee nog te
vergeven plaatsen.
Het goud, zilver en brons ging op de 200
meter schoolslag voor dames naar de
Sovjet-Unie. De zeventienjarige Lina
Katsjoesjite zegevierde in een tijd van 2
minuten en29,54 seconden. Het wereldre
cord, dat met 2.28,36 op haar naam staat,
werd niet aangetast. Haar landgenote
Svetlana Varganova, die lange tijd aan
de leiding zwom, werd tweede en Joelia
Bogdanova eindigde als derde.
Dat de Zweed Par Arvidsson de race
won was hij min of meer aan zijn stand
verplicht, maar de 54,92 sec. van de
wereldrecordhouder op deze afstand was
toch heel wat slechter dan zijn beste tijd
geluk van Lau
Veldt, de internationale jury in. Uit
wielerpropagandistische overwegin
gen besloot men om niet uit te gaan van
de laatse acht, maar van tien wat bete
kent dat Lau Veldt zijn beslissende rit
niet meer hoefde te rijden.
Hij bereikte automatisch het selecte
groepje dat na de eerste schiftingen
altijd overblijft en dat in Moskou op
een uiterst bedenkelijke manier tot
stand kwam. Vanwege het kleine aan
tal deelnemers (19) was het program
ma al tot vervelens toe uitgerekt met
series om de vier dagen die men voor
het baanrennen uittrok („belachelijk”
zei Lau Veldt zeer terecht), toch maar
gevuld te houden.
Nadat een Jamaicaan, een Fin, een
Braziliaan en een Equadoriaan het
schema teisterden door niet te komen
opdagen waardoor het aantal deelne
mers daalde tot 15, werd het gegoochel
met kwalificatieritten nog groter. Zo
kon het gebeuren dat er gestart werd
met het uitgangspunt dat van de 15
renners er zich via de eerste series 14
zouden plaatsen...
eerst nog een medaille gewonnen hebben
ook”.
Adelaar arriveerde in de Sovjet-Unie
na een trainingskamp van twee weken
aan de Franse zuidkust (Beauvallon),
waar hij samen met Henk Numan en
trainer Peter Snijders aan zijn vorm
werkte. Peter Snijders: „We zijn keihard
bezig geweest, vooral met conditietrai
ning”. Adelaar kreeg daar bovendien de
gelegenheid om in dit internationale judo-
kamp wedstrijdjes te maken tegen colle
ga’s van zijn type. Snijders: „In Neder
land heeft hij die niet. Maar op de grote
toernooien komt hij ze tegen. Dat is een
handicap voor hem. Hij mist geschikte
sparringpartners, want er zijn er niet zo
veel die het leuk vinden om door hem
aangepakt te worden”.
Met zijn reis naar de Sovjet-Unie
begeleider van Adelaar en Numan is Peter
Snijders geslaagd in zijn eerste doel dat
hij zich stelde, toen hij in 1976 bondscoach
werd. Nederland had de Olympiade in
Montreal gemist, wat Snijders inspireerde
tot de uitspraak: „Ik wü aan de Spelen
van 1980 met twee of drie judoka’s deelne
men”. Terugblikkend komt hij na een
kritisch zelfonderzoek tot de vaststelling
dat hij tevreden mag zijn. „De basis van
het Nederlandse judo is verbreed en daar
ging het vooral om”.
Na de Olympische Spelen moeten de
judobond en Peter Snijders aan tafel om
te praten over contractverlenging, want
hun tweejarige overeenkomst loopt af.
Wat Peter Snijders betreft, hij wil blij
ven. „Ik vind het leuk werk en er is nog
een hoop te doen. Ik zou bijvoorbeeld
graag meer districtstrainers willen. We
hebben er nu twee: Cor van der Geest in
Noord-Holland en Leo de Vries in Fries
land, maar dat zijn er eigenlijk drie te
weinig. Het schijnt dat uitbreiding een
financieel probleem is voor de judobond,
maar ik zou toch graag eens praten over
het aanstellen van meer mensen. Voor
een goede ontwikkeling Van het judo in
Nederland vind ik dat zeer wenselijk.
Daarnaast wil ik, wanneer ik bondscoach
blijf, streven naar uitbreiding van de
centrale training. Momenteel is die een
maal per week in Harderwijk, maar we
moeten naar meer”.
Succes in Moskou zou na het goud van
Anton Geesink op de Spelen van 1964 in
Tokio en na de dubbele triomf van Wim
Ruska bij de Olympiade van 1972 in Mün
chen vanzelfsprekend een belangrijke sti
mulans betekenen, maar of het tot een
medaille komt is zeer de vraag.
De kansen van Peter Adelaar (die zijn
vorm van dit seizoen bewees met een
bronzen medaille bij de. EK) worden bij
de zwaargewichten niet groot geacht en
in de groep „alle categorieën” zijn ze
redelijk. Henk Numan, die vorig jaar
tijdens de WK uitstekend derde werd
maar op de EK in Wenen beneden de
maat bleef, staat te boek als een deelne
mer die het wanneer het enigszins
meezit ver kan brengen. „Voor me
zelf’, aldus bondscoach Peter Snijders,
„ga ik ervan uit, dat we op de drie onder
delen samen toch wel een medaille moe
ten kunnen pakken”.
De Zweed Par Aruidsson juicht, nadat hij in de finale van de 100 meter vlinderslag goud
heeft veroverd.
W' V
IA
44-
i