Russische gelovigen
vrijwillige gevangenschap van
a
7
>be
■Hi
„Met Gods hulp....’
■lem
*1
i
door Peter Heerkens
o
Inrichting
Monotoon
Inbraak
Artikel 52 van de Russische grondwet garandeert alle staatsburgers „vrijheid van
geloof”, maar binnen de veilige muren van de Amerikaanse ambassade aan de
Tsjaikovskistraat in Moskou weten zeven leden van de Pinksterbeweging beter.
Gemarteld
Ruim twee jaar geleden kozen zeven leden van de
Pinksterbeweging in Rusland voor vrijwillige gevangenschap in de
Amerikaanse ambassade te Moskou. Zij dachten daar binnen een
redelijke termijn papieren te bemachtigen die emigratie naar Amerika
mogelijk zouden maken, maar ze zitten er nog. Zij „bewonen” er een
ruimte van vier bij zeven meter en hun kleine vrijheid bestaat verder
uit de mogelijkheid een wandeling te maken over de binnenplaats, op
een paar meter afstand van Russische agenten die hun graag zouden
oppakken.
Hoewel volgens de Russische autoriteiten de verslaggeving vanuit
Moskou in deze dagen uitsluitend gericht dient te zijn op
sportgebeurtenissen, nam onze verslaggever ter plaatse, Peter
Heerkens, toch maar een kijkje in de ambassade. Hij sprak er met de
zeven onderdrukte gelovigen. Hieronder hun trieste relaas.
De kleine
vrij heid
r
71
Pjotr en Avgostina Vasjtsjenko.
Een symbool van vrijheid in moskou, de Olympische vlam, naast een standbeeld van Lenin.
1
r>
sn
>r)
n
r)
in een atheïstisch land, dat zijn familie op
religieuze gronden heeft vernederd”.
Maria Tsjmikjalov heeft thuis een man en
zeven kinderen met kleinkinderen. Ze
kwam alleen met Timofei, een
alleraardigste jongen, die er door het
binnenzitten slecht uitziet en voor wie de
tijd zich vult met het lezen van religieuze
boeken en wat basketbal in de tuin waar
ze enkele keren per dag wat beweging
mogen nemen. Met het oog op hun
hunkering naar hereniging, hebben de
leden van de Amerikaanse ambassade al
te verstaan gegeven dat ze niet moeten
proberen hun gezinsleden met eenzelfde
actie bij zich te krijgen. Een nieuwe inval
zal niet worden getolereerd. „Want”, zegt
ambassadefunctionaris Steveman: „Als
we die mogelijkheid open stellen, zitten
we hier straks met heel Siberië”.
Het feit dat de gezinnen zo uit elkaar
werden geslagen, komt eenvoudig
doordat men deze daad niet had gepland.
De Vasjtsjenko’s en Tsjmikjalovs dachten
binnen afzienbare tijd terug te zijn van
hun verre reis naar Moskou, waar ze
papieren meenden te kunnen ophalen
voor emigratie naar het beloofde land:
Amerika, van waaruit in 1920 de
Pinksterbeweging overwaaide naar
Rusland. Overigens wisten de
Vasjtsjenko’s uitstekend wat hun in de
ambassade te wachten stond, want in 1963
leidde moeder Avgostina een groep van 32
mensen die de hal van het gebouw
bezetten, maar zich lieten overreden om te
vertrekken.
Terug in de Russische vrijheid, werd ze
voor een jaar uit de maatschappij
gehaald, welke tijd ze als lid van een
werkkamp doorbracht in een fabriek.
Pjotr verscheen vijfjaar later aan de
balie, wat hemtoen ook hij inging op
het verzoek de ambassade te verlaten
eveneens een jaar opsluiting bezorgde.
„Eerst namen ze me op in een
psychiatrische inrichting”, vertelt hij,
„waar ik na vijftig dagen werd
veroordeeld tot werkkamp. We moesten
per dag acht uur werken in het bos, maar
die tijd kon uitlopen... Het was
verschrikkelijk zwaar. De hele dag in
Wat er aan de strijd van Pjotr Vasjtsjenko
en de zijnen ten grondslag ligt, is in een
land als Rusland voor betrokkenen een
afschuwelijke zaak. De religieuze
opvoeding loopt via organisaties die zich
bij de staat moeten laten registreren, met
alle gevolgen van inmenging van dien.
Ze stopten me steeds in een kamp van
groep 2, de strengste”.
Intussen echter had de staat van Lida
haar adoptiekind gevorderd met het
argument dat ze als emigrante geen
burger aan het land mocht onttrekken.
Klein, en ’s nachts nogal eens onrustig
wanneer de Russische militairen die de
wacht houden zich uitleven in pesterijen.
„Dan gaan ze met hun wapens en stokken
over de tralies voor onze ramen”, meldt
Tmimofei Tsjmikjalov. „En dan roepen
ze: opstaan, tijd om te bidden”. Tot de
bekende onaangenaamheden behoort ook
het aansteken van een vuilnisbak die in de
windrichting voor het geopende raam
geplaatst wordt.
De dagen verlopen monotoon, het kan niet
„We hopen”, zegt Avgostina, „dat de
Amerikanen en de Russen het onderling
voor ons gaan regelen”. En Maria
Tsjmikjalov: „Het heeft geen zin om ons
over te geven. We moeten volharden in
onze actie”. „Daarbij rekenen we op
God”, vult Avgostina aan. „We
vertrouwen op de Heer”, zegt Pjotr. „Op
de God die het volk door de Rode Zee
heeft geleid”.
De situatie is uitzichtloos. Vandaar dat de
Russische autoriteiten zonder wier
medewerking de zeven onmogelijk het
land uitkomen hun al een paar maal
vroegen de actie te staken. Er is een vrije
aftocht beloofd, maar daar gelooft
natuurlijk niemand in. Vandaar dat men
nog geen stap heeft gedaan in de richting
van het gapende gat naar de straat, dat de
groep bij een wandeling over de
binnenplaats op een paar meter passeert.
De Russische agenten die zo graag zouden
ingrijpen maar dat niet kunnen, loeren
met norse gezichten naar de zeven die
wandelen in vrijheid, hoe klein die ook is.
n
D
uitlaat
t 40%
Vaste
jntage
Want: zullen ze ooit voorgoed wegkomen
uit die kamer van vier bij zeven meter
waarin ze met ’n allen moeten slapen,
wonen en die ook nog een keukenhoek
heeft? En: hoe behandelt de staat hun
familie die thuis achterbleef?
De berichten zijn niet best. Maria
Tsjmikjalov: „Mijn man heeft laten weten
dat ze hem en de kinderen regelmatig
bewerken met demoraliserende praatjes.
Na het annuleren van de trip weigerde
Ljoeba aan het „verzoek” te voldoen,
waarna door inbraak op 16 juli haar baby
werd meegenomen en op 24 augustus op
een afgelegen veld met sporen van
verwaarlozing dood werd aangetroffen.
Aldus een deel van de geschiedschrijving
in een boek dat onder de titel „The
Siberian Seven” vorig jaar in Amerika
verscheen en dat Ljoeba als herinnering
wil meegeven naar Nederland, wat ze
uiteindelijk laat, „omdat ze het toch niet
door de grenscontrole krijgt”.
anders. „We lezen veel”, zegt Pjotr
Vasjtsjenko, „we verdiepen ons vaak in de
bijbel en er wordt gestudeerd”. Dat
laatste dan vooral door Ljoeba die in die
tijd vanuit het niets tot een goede
hantering van de Engelse taal is gekomen
en daarbij de royale medewerking van de
Amerikanen krijgt. „Af en toe mag ik, om
de taal te oefenen, in hun koffieshop”
Samen heeft het zevental naar schatting
225.000 woorden over hun strijd, de
achtergronden daarvan en het verblijf in
de ambassade op papier gezet. Avgostina
Vasjtsjenko, een uiterst strijdbaar type,
startte onlangs een actie „open brieven
aan de moeders in de wereld” waarin ze
aandacht vraagt voor de scheiding van
haar kinderen. Voor hun kerkdienst zijn
de famihes aangewezen op de katholieke
kapel, het enige kerkgebouw op
Amerikaans ambassadegebied. „Dat
komt goed uit”, zegt Pjotr Vasjtsjenko,
„want we hebben dezelfde God en
dezelfde bijbel”.
en. b|
Korte
irlem
5 16M
1978,
or inl
i: 023-
„Dat”, zegt Pjotr Vasjtsjenko, „weigeren
wij. In ons geloof willen wij ons niet
onderwerpen aan Brezjnjev, maar aan
God”
Met dat standpunt maakten de leden van
de Pinksterbeweging zichzelf tot mikpunt
van de staatsambtenaren, die zich
uitleefden in pesterijen. Voorbeeld van
Pjotr Vasjtsjenko: „Óp ’n gegeven
moment zeiden ze: als je zoveel klaagt
over de toestanden hier, dan kun je beter
gaan... Terwijl we daarjuist al zoveel
jaren mee bezig zijn. Wij hebben uit die
reactie toen de conclusie getrokken dat
ons kwijt wilden, maar we liepen zonder
succes van bureau naar bureau. Eerst
kregen we geen medewerking omdat we
geen uitnodiging hadden vanuit Amerika
en toen we die via een zusterorganisatie
daar wèl konden tonen, zei men: ja, maar
het moet een invitatie van familie zijn. En
die hebben we helaas niet...”
In 1975 zag het er even naar uit dat de
familie Vasjtsjenko mocht emigreren. Er
kwam in april toestemming af voor
vertrek begin mei, op voorwaarde echter
dat alle bezittingen verkocht zouden zijn.
Dat gebeurde. Tot en met de aardappels
op het land toe. Eenmaal zichzelf berooid
hebbend, kreeg Pjotr te horen dat er
helaas een vergissing begaan was.
I
Pjotr Vasjtsjenko (53 jaar) bijvoorbeeld.
In 1962 werd hij op zijn werk in de mijnen
van Tsjemogorsk in Siberië gearresteerd
als gevolg van een verzoek tot emigratie
naar Amerika, voor welk doel hij een 7000
kilometer lange tocht naar het Kremlin
had ondernomen. Als leider van de
plaatselijke Pinkstergemeente (500 zielen)
voelde hij zich door de staat beknot in zijn
religieuze leven. Twaalf maanden
werkkamp was de prijs die hij voor zijn
initiatief moest betalen.
Avgostina Vasjtsjenko (51 jaar), zijn
vrouw, bijvoorbeeld. „Ze pakten me op en
veroordeelden me voor het toebrengen
van schade aan de gemeenschap via het
geloof. Dat argument gebruikten ze ook
voor mijn man. Ik heb vijf maanden in
een gevangenis gezeten en tweeënhalf
jaar in een werkkamp vlak bij Moskou”.
Maria Tsjmikjalov (58 jaar) bijvoorbeeld.
De religieuze activiteiten van haar man
voor de groep van Pjotr Vasjtsjenko, niet
alleen zijn buurman maar ook zijn vriend
in de mijn, brachten hem tweemaal voor
een jaar in het werkkamp.
In hun strijd voor de vrijheid („niet de
staat, maar God moet de kerk besturen”,
zegt Pjotr Vasjtsjenko) kozen ze op 27 juni
1978 voor vrijwillige gevangenschap. Ze
deden wat er in de Russische hoofdstad
meer doen bij Westerse ambassades:
binnendringen en om hulp vragen. Ze
deden óók wat de meesten niet doen:
blijven zitten. Twee jaar nu al en het is ze
aan te zien: bleke gezichten waarop de
zorg zich in flinke sporen heeft vastgezet.
ils tiet-
n voor
drager
adios,
bij Jim
43.
smeer
,,Want", zegt een lid van de Amerikaanse ambassade, ,,het moet natuurlijk geen toeristische
attractie worden Op de foto van links naar rechts Avgostina, Ljoeba. Lida, Pjotr en Lily
Vasjtsjenko, Timofei en Maria Tsjmikjalov.
Het Amerikaanse ambassadepersoneel
stelt zich gereserveerd op tegenover de
geforceerde medebewoners van het
gigantische pand. Men is ingetogen
vriendelijk. In elk geval heel wat aardiger
dan in het begin, over welke periode
Ljoeba in haar dagboek heeft geschreven:
„Het was verschrikkelijk. We konden ons
niet wassen en verschonen. Alles begon te
stinken en de Amerikanen liepen met hun
vingers aan de neus voorbij”. Phil Brown,
de persattaché, over de groep die kwam
binnenvallen en niet zonder
inreispapieren voor Amerika wilde
vertrekken: „We hebben ons meteen op
het standpunt gesteld dat we zouden
proberen om ze weer buiten te krijgen,
maar dat we ze niet zouden dwingen. Er is
door ons van alle kanten uitgelegd dat wij
echt niets voor ze konden doen, omdat de
vergunningen die wij afgeven de deur niet
uitkunnen zonder begeleidende
goedkeuringen van de russen”.
Bij het uitlopen van de discussie wist
Pjotr Vasjtsjenko dat er geen weg meer
terug was. „We hadden er drie uur
opzitten en dat is de tijd waarop men bij
ons gepakt kan worden voor
staatsverraad”. Op 26 augustus 1978
waagden de Amerikanen nog een laatste
poging. „Maar”, aldus Pjotr Vasjtsjenko,
„ik heb gezegd: als u ons kwijt wilt, dan
zult u ons eruit moeten dragen”.
Twee dagen later kregen ze van de
Amerikanen een kamer in het souterrain
toebedeeld. En daar zitten ze nu nog.
stevig tempo bomen hakken en we kregen
matig te eten. Nauwelijks vlees en veel
kool. Ik ben in drie kampen geweest,
waarvan er een was met 3000 gevangenen.
Laatst hebben ze gezegd: Maak je maar
geen illusies, wat voor documenten jullie
ook op de kop weten te tikken, het zal je
nooit lukken om het land uit te komen. Ze
dreigen ook met het inhouden van zijn
pensioen. Er is hem al een keer verteld dat
hij daar maar niet op moet rekenen”.
De Vasjtsjenko’s lijden er evenzeer onder.
Pjotr: „Thuis krijgen ze geen goed werk
van de staat. Alleen de minste baantjes,
die weinig betalen. En ze worden gepest.
Ze staan te boek als een slechte familie".
Citaat uit het dagboek van Ljoeba Vasjtsjenko.
Onderwerp: een telefoongesprek met haar zusjes Vera
en Nadja. Ze schreef dit fragment op woensdag 23 juli.
„Eindelijk weer eens contact met de familie. Sasha
had een brief geschreven. Hij was begin dit jaar van de
strenge naar een andere afdeling in het werkkamp
verhuisd. Hij werkte zelfs erbuiten. Maar die
vriendelijkheid was slechts schijn. Sasha wordt door
publikaties te bekend en dus moet het Westen een
goede indruk van zijn behandeling krijgen. Kort nadat
hij was overgeplaatst, kwam de chef van de KGB van
Tsjemogorsk, Sombrin, op bezoek. Als Sasha een
papier ondertekende om zich van onze actie te
distantiëren, was hij vrij man. Hij zou een auto krijgen
en een appartement. Maar Sasha heeft niet getekend.
Omdat hij weigerde, moest hij terug naar het kamp
van de streng gestraften. Sombrin vernederde hem in
het bijzijn van de andere gevangenen, meest zware
misdadigers. Sasha werd een overloper genoemdeen
verrader die naar de bloeddorstige Amerikanen wilde.
Hij werd door de medegevangenen aangevallen,
geslagen en geschopt. Ze duwden hem de eerste
dagen van tafel en aten zijn rantsoen op. Maar wij zijn
allemaal trots op hem. Met Gods hulp zullen wij
uiteindelijk winnen”.
18.00C
Nieuw
jj. Apr
13950
km, 1e
i '78,3
om, bj.
•pel 2.0
16950.
model,
3 L, bj.
radio.
2-deurs
1-duers
d met.,
Grand
te uitv.
00 km,
bj.'76.
'77. 4-
bj. 77,
'77,6
station-
n goed
I zuinig
e eig.,
jxe, bj.
I. Ford
3950.
oranje
3950
Ie luxe,
5900.
elektr
Si mee
g mooi
n met.,
Opel
’5, rijdl
i Hiace
gas en
Finan-
n geld.
100.
Het gezin Vasjtsjenko haalde met vijf
personen het onderkomen in de
Amerikaanse ambassade: vader Pjotr,
moeder Avgostina en de dochters Ljoeba
(27 jaar nu), Lida (29 jaar) en Lilja (23
jaar). Eigenlijk hadden ze met z’n zessen
moeten zijn, maar zoon Jean (16 jaar toen)
werd bij het binnendringen als enige door
de Russische wacht gegrepen. De
autoriteiten hebben altijd ontkend dat
hem iets overkomen is, maar Ljoeba
ontzenuwt dat. „Ik weet uit de
telefoongesprekken die wij twee keer per
maand mogen voeren, dat ze hem acht
dagen vasthielden en dat hij geslagen en
gemarteld is. Hij kwam met een
leverkwetsuur terug in Tsjemogorsk”.
Behalve Jean zitten er thuis nog acht
kinderen van wie de jongste (Avraam) zes
jaar is. Dochter Nadja van 25 houdt het
huishouden draaiende. Moeder Avgostina
heeft nog een dertiende kind, Sasha, 20
jaar oud. Hij kreeg drie jaar werkkamp
vanwege dienstweigering, „want” aldus
zijn ouders en zussen, „hij wilde dat niet
De zeven leden van de Pinksterbeweging in de tuin van de Amerikaanse ambassade in
Moskou.,Op deze plaats wordt meestal het bezoek ontvangen omdat op enkele uitzonderingen
na (medici, religieuzen en de consul) niemand toegang heeft tot het woonvertrek van de zeven.
'i