s Letterkast s ik id k_ H I tyieetot cdt ^e» de fatcecne J 1111 b o ci «X'SU ^..2 k Ludo Landman Brigitte Sprenger XX verbruik per hoofd 85 liter. Dat is een alleszins respectabele hoeveelheid, die zeker niet alleen naar beneden werd gespoeld om de dorst te lessen of om in de vochtbehoefte van het lichaam te voorzien, maar voor een groot gedeelte ook omdat men er de smaak van te pakken heeft. In de ons omringende landen, België, Duitsland en Engeland, worden eveneens jaarlijks per hoofd van de bevolking grote kwantums verwerkt. Uit die constatering zou je eigenlijk moeten afleiden, dat het niet alleen mannen zijn, die regelmatig een bier tje achterover slaan, maar dat ook de vrouw op dit gebied van wanten weet. Toch valt dit tegen. Natuurlijk zijn er Nederlandse dames die bier weten te waar deren, maar van het totale verbruik neemt de man verreweg het meeste voor zijn reke ning. Bij onze zuiderburen ligt het iets an ders: de Belgische dames zijn samen met haar Luxemburgse zusters de ijverigste bierdrinksters van de wereld. Ik probeerde erachter te komen waar het gesprek over ging. „Wat is er?” vroeg W. na een tijdje, geër gerd dat ik hem negeerde. Gestoord vertelde ik hem dat ik het gesprek van de heren afluisterde: „Het zijn Duitsers en ze vertel len elkaar heel goede moppen.” W. knikte langzaam. En hoewel er geen enkele feitelijke grond was voor de onuitge sproken beschuldiging, verlieten we in een bedrukte stemming het vrolijke plein. r\e maaltijd was voortreffelijk. Een enor- I me hoeveelheid sappig vlees en een massa fruit en salade vormden een verrukkelijk (en naar later bleek, bijna im moreel goedkoop) diner. Toen we de schalen bijna geheel van etenswaar hadden ont daan, merkten we dat het restaurantje nu druk was bezet door de plaatselijke bevol king, die wèl had gewacht tot het gebruike lijke uur was aangebroken. Gezellig gebab bel zweefde over de tafels. Er heerste een luchtige, feestelijke sfeer. Een eindje verder op had een groep blanke heren twee tafels aan elkaar geschoven en zat daar in een hoog tempo glazen bier naar binnen te kie pen. Hun vrolijkheid was overdonderend en we bestelden een lekker kopje zwarte Brazi liaanse koffie om er langer van te kunnen genieten. 1W 7e zaten nu allebei vol aandacht te Iw luisteren. Een jolige man met een zeer bruine huid en wilde wenkbrauwen haakte in op een vorige mop over een prosti tuee. Hij legde werkelijk talent aan de dag in het vertellen en bij de clue barstten wij tegelijk met het vrolijke gezelschap, in la chen uit. „Dat wag een goeie”, zei ik, me de tranen uit de ogen wissend en ik richtte mijn blik weer op de mannen, om de volgende niet te missen. Een van hen, een gedrongen dikkerd met een wat strenge uitstraling,, keek mij onderzoekend aan. Ik zond hem mijn stra- Tet was onze derde avond in Rio de I I Janeiro, toen we het restaurantje von- XX den in een van de duistere achterstra ten van Flamengo. Het lag om de hoek van een groot rond plein waar straatmuzikan ten, toneelspelers en acrobaten hun talenten verkochten voor enkele cruzeiro. We hadden nog tien minuten naar hun kunsten gekeken in een poging de tijd te verdrijven, maar ik hield het niet lang vol. Het was nog geen half negen, maar mijn Europese maag kon geen verder compromis met de Zuidamerikaanse eetgewoonten verdragen. Plompverloren stapten we het restaurant binnen, waar zoals verwacht slechts enkele van de kleine ronde tafeltjes bezet waren: in een hoek zat een toeristisch echt paar, zich zichtbaar bewust van hun zwakke wilskracht, de lokale eetgewoonten te ver storen, en bij het raam zat een groep Brazili anen te borrelen. Wij kozen een, gezellig in een hoekje weggemoffeld, tafeltje waarop maar net plaats was voor twee borden en twee glazen. Tl/Tet bier kan een uitstekend middel te il I gen verkoudheid bereid worden en -L" X aangezien menigeen daar in het grilli ge klimaat, waarin wij leven, nogal eens last van heeft, volgt hier het eenvoudige recept. Men neme een halve liter water en twee flessen donker bier, verder een half kopje gecondenseerde melk of room, een paar schepjes suiker en een of twee theelepels meel. Voeg het water en het bier bij elkaar in een pan en breng het mengsel aan de kook. Giet dan in de kokende vloeistof het meel, dat met de melk of room is aangemaakt, voeg suiker toe en laat het geheel op een kleine vlam enkele minuten doorkoken. Als een en ander iets is afgekoeld even proberen of genoeg suiker is gebruikt. Dit huismiddeltje, dat nog weleens wil helpen waar andere middelen hebben ge faald, zo warm mogelijk innemen vóór het naar bed gaan. Bier weert ook de muggen af, het schijnt dat deze hinderlijke insecten door de geur ervan worden afgeschrikt. Om in de zomermaanden niet door mug gen te worden lastiggevallen, zegt de Oos tenrijkse huidarts prof. Anton Lüger, is het ’t beste zoveel bier te drinken, dat men licht transpireert. Met het transpiratievocht wordt ook een geringe hoeveelheid bier door de huid afgescheiden en dat is voldoende om de muggen op een afstand te houden. Andere dieren worden door de geur van bier juist aangetrokken, bijvoorbeeld vlie- lendste lach, ten teken dat we de mop appre cieerden. De man glimlachte onwennig te rug en bleef me, ook tijdens de volgende bak, aankijken. Ongemakkelijk richtte ik mijn blik op mijn kop koffie, onderwijl toch stiekem meeluisterend. Toen ik, ondanks de zwakke plot, beleefd om de grap lachte, grijnsde de man stroefjes terug. steen ligt Brown, die door de macht van zwaar bier zijn leven tot 120 jaar wist te rekken. Hij was altijd dronken en in die toestand zo verschrikkelijk, dat zelfs de dood bang voor hem was. Toen hij op zekere dag bij uitzondering nuchter was, vatte de dood moed, greep hem aan en triomfeerde over deze dronkaard, die nergens zijn weer ga vond.” In Duitsland waren in 1972 de Beierse bierbrouwers teleurgesteld over het bierver- bruik gedurende de tijd dat in München de Olympische Spelen werden gehouden. In het Olympiapark werd slechts 500.000 liter gedronken, dat is maar 1/10 van de omzet, die gehaald wordt bij de befaamde jaarlijk se oktoberfeesten. Wel hadden veel klanten geklaagd, dat ze teveel schuim in hun glas hadden aangetrof fen, en die klachten bleven niet zonder uit werking. De prijzencommissie in Beieren schreef voor, dat met ingang van 1973 het bier geschonken diende te worden met een kraag van 4 centimeter boven de streep, die aangeeft dat de pul reeds één liter bevat een maatregel die moet bevorderen, dat de consument waar krijgt voor zijn geld. En vóór dat geld koopt die consument dan daar en elders een brouwsel dat veel mogelijkheden biedt. In Zuid-Afrika bij voorbeeld leeft een Engels jongetje van 10 jaar, Shaun Gallay, die van de dokter elke dag een halve liter bier moet drinken; zijn bijnieren functioneren anders niet normaal- WW 7e hebben boven al benadrukt, dat bier 1W een drank is die veel mogelijkheden biedt, al wordt daar door de brouwer zelf misschien niet zo aan gedacht. Je kunt het gewoon drinken omdat het smakelijk is, je kunt het gebruiken bij de bereiding van soep en pap, je kunt er een eenvoudig prepa raat van samenstellen tegen de verkoudheid en je kunt er vervelende beestjes mee te lijf gaan. Bier kan bij de mens ook uitwendig wor den gebruikt. Omdat kappers bij het nawas sen van het haar van hun vrouwelijke klan ten met bier zulke goede resultaten bereik ten, nam in 1958 reeds een Engelse firma patent op een shampoo, die met behulp van bier wordt vervaardigd. De toevoeging van het bier aan de shampoo bevordert de schuimvorming en het reinigend vermogen, en zorgt voor een langere houdbaarheid van de in het haar gelegde golven. Dat zullen in de kappersbranche ongetwij feld allemaal nuttige eigenschappen zijn van een favoriete drank, maar het merendeel van het publiek zal toch wel vinden dat van bier het meeste profijt getrokken kan wor den bij inwendig gebruik, en daarom tot besluit van onze korte rondgang: proost! ||p het plein om de hoek stonden groep- I I jes mensen rond de kunstenmakers. Vz Wij bleven even naar het levendige tafereel staan kijken en staken een sigaret op. „Wat vind je ervan?” vroeg W. Ik haalde mijn schouders op. „Ik denk niet dat het toeristen waren”, zei ik peinzend. „En evenmin zakenmensen. pootjes, die oeneden open was en aan de bovenkant gesloten kon worden met een stop. De onderkant van de zijwand was naar binnen toe omgebogen, zodat er een holle, halfopen ring ontstond, die gevuld werd met bier. De stolp werd op een stuk papier ge plaatst, waarop enkele korreltjes suiker la-' gen. De vliegen, aangelokt door de geur van het bier, kwamen snoepen van de suiker en als ze wilden vertrekken en opvlogen zaten ze gevangen in de stolp. Na vele vruchteloze pogingen om te ontsnappen vielen ze tenslot te van vermoeidheid in het bier, waarin ze omkwamen. Niet beter verging het de slakken bij een Amerikaanse proefneming. Het Amerikaan se departement van landbouw publiceerde een rapport waarin de resultaten worden vergeleken van proeven met een normaal lokmiddel, vermengd met arsenicum, een zwaar vergif. Met de gebruikelijke bestrijdingsmidde len werden in vier dagen slechts 28 slakken opgeruimd, terwijl er in diezelfde periode 300 het slachtoffer werden van een platte schaal met bier. De slakken kwamen op de geur af, kropen naar het bier toe om ervan te drinken, vielen beneveld in de vloeistof en verdronken. Zij waren al aan de vierde ronde toe, toen ik opeens merkte dat de taal waarin ze zoveel, kennelijk grappige, onderwerpen aansneden mij niet onbekend was. Ik keek ze aan. Negen man telde ik, allen van mid delbare leeftijd en gekleed in een grijs pak met wit overhemd, maar zonder stropdas. Aan de ene kant leek het alsof ze in dit carnavaleske café thuishoorden, maar aan de andere kant pasten de dikke, kale koppen weer niet in het decor. Terwijl ik ze zo zat op te nemen, overviel hen een nieuwe lachbui. Ze waren inmiddels van voedsel voorzien en zaten daar me't smaak van te eten, maar zetten onderwijl hun opgewekte conversatie voort. Nieuws gierig geworden, draaide ik mijn stoel een beetje om toch te proberen erachter te kó men welke taal zij spraken. Nu kon ik het allemaal prima volgen: de negen conver seerden in het Duits, met een accent dat waarschijnlijk afkomstig was uit Zuid- Duitsland. „In Flamengo? Dit is geen sjieke buurt met hotels en vergaderzalen”, zei hij. Ik moest hem gelijk geven. „Uit welk deel van Duitsland komen ze, denk je?” vroeg ik W. „Uit Beieren”, ant woordde deze na enige aarzeling. Hij stak een sigaret op. „Ze zien er niet uit als toeris ten, vind je wel?” vroeg hij. Ik keek weer naar het groepje, dat nu op ernstiger toon aan het praten was. De man nen waren allen erg bruin, of eigenlijk een beetje geelbruin het enigszins vieze kleur tje dat blanke mensen krijgen wanneer ze lange tijd in de tropen doorbrengen. Kij kend naar de grijze pakken en witte overhemden, opperde ik het idee dat het misschien zakenmensen waren. Wellicht was er hier een conferentie van industriëlen aan de gang. Tn Engeland is het niet uitgesloten dat een I vrouw, die laat blijken goed met het X bierglas overweg te kunnen, flink het hoofd stoot. Dat overkwam Barbara Mars hall, toen zij zich als studente aan het Mac kenzie College in Cambridge had laten in schrijven en graag lid wilde worden van de King Street Run Club. Voorwaarde voor het lidmaatschap was het leveren van een prestatie, die hierin bestond, dat achter elkaar in elk van de acht cafés, die in de King Street liggen, een pint (0,57 1) bier leeggedronken moest worden. Barbara, die gewend was bier te drinken, volbracht haar cafétocht in 75 minuten en voelde zich toen nog zo fris als een hoentje. De overige leden van de club, allen jonge mannen, waren door haar durf en zelfverze kerd optreden zo overrompeld, dat ze er met vrienden en kennissen over spraken. Dat hadden ze beter achterwege kunnen laten, want nu hoorde ook de rector ervan en die vond het optreden van de 19-jarige Barbara zozeer in strijd met de waardigheid van het college dat hij haar meteen wegstuurde. Maar ook als de persoon, die erg veel bier drinkt een man is, kan dat eigenaardige gevolgen hebben. In Kirkheaton in de nabij heid van Huddersfield in Engeland overleed Alan Withers na een leven waarin hij stro men bier had verzwolgen. Zijn grafmonu ment is een groot stenen biervat, dat reeds van verre zichtbaar is. Zijn vrouw Suzanne liet het oprichten om voorbijgangers te ma nen bij het drinken toch maat te houden. Van een mateloosheid in de drank, die heel anders uitviel dan iedereen had ver wacht, getuigt een grafschrift in Schotland, dat Büscher aldus weergeeft: „Onder deze De heren hadden intussen hun serieuze gesprek weer even onderbroken voor een komisch relaas. Weer luisterden wij mee, hopend op een goede nieuwe, die we later zouden kunnen doorvertellen. Hij was weer raak! Wij schaterden het uit. De dikkerd, die tot mijn verontrusting nog steeds naar mij keek, begon nu plotseling tegen zijn nog nahikkende buurman te fluis teren, daarbij met zijn ogen nadrukkelijk op ons wijzend. De aangesprokene hield abrupt op met lachen en zijn blik schoot als vuur op ons af. Ik voelde W. naast me in zijn stoel verschuiven. Binnen een paar seconden was de sfeer aan de twee tafels veranderd. De meeste heren keken schuchter onze kant op. Een van hen glimlachte naar ons en daardoor aangemoedigd glimlachten we terug. „Misschien nodigen zij ons uit een glaasje mee te drinken”, zei ik tegen W. „Dat denk ik niet”, antwoordde hij even later, gefascineerd naar de mannen, schuin achter mij kijkend. Ik volgde zijn blik. Alle negen heren waren opgestaan. De dikke schoot een kelner aan en betaalde de reke ning. De overigen haastten zich naar de uitgang. Twee van hen keken nog even naar ons om. W. en ik keken elkaar verward aan, in de stellige overtuiging dat wij hen hadden afge schrikt. We zagen ze nog even buiten staan praten, waarna ze zich in twee groepjes splitsten en na een laatste vluchtige blik op ons uit elkaar gingen. Met stomheid geslagen zaten wij achter onze lege koffiekopjes. De plotselinge overschakeling van moppentapperij naar een massale vlucht was moeilijk te vatten. Wij betaalden onze rekening en liepen naar de deur. In het voorbijgaan zagen we op de tafels van de verdwenen Duitsers vier half volle glazen bier en genoeg eten voor vijf man staan. ier is een drank, die in ons land steeds gen eh slakken. De kleverige vliegenvanger behoort inmiddels bijna tot het verleden, hij is goeddeels vervangen door chemische pro- dukten, waarvan wij hopen dat ze vrij zijn van schadelijke nevenwerkingen Maar zo’n vijftig, zestig jaar geleden was het gebruik van het vliegenglas nogal ver spreid. Dit was een glazen stolp op drie >1 W* sn >P IUW7 1 Negen heren KEES TOPS. Inderdaad, dat kennen we ook van andere talen. „Spreekt u Latijn” (Loquerisne lingua latina?) breekt met die traditie van de gesteven schoolboekentaal. Zodat u, wanneer u de volgende keer weer met uw Latijnse conversatiekameraad aan tafel gaat, op zeker moment langs de neus weg kunt zeggen: Quid cunctamur caponem hunc discerpere”, in de wetenschap dat dit betekent: Laten we nu dadelijk deze kapoen trancheren. He Joost, ben je thuis? Neen! Wat een brutaliteit. Ik hoor je toch spreken? Onlangs heb ik je dienstmeisje geloofd, dat je niet thuis was en nu wil je mij zélf niet geloven? Je houdt me voor de gek, loop naar de duivel. Ik zou er het liefst meteen op los slaan! Dat is net iets voor jou! Dat zal ik je betaald zetten Je weet nu waar je aan toe bent. Men zou zich het liefst willen ophangen! Dèt kun je niet menen. Ik meen het werkelijk. En wat zal die oude klasgenoot van het gymnasium opkijken als u hem na al die jaren op het Beursplein 5 weer tegen het lijf loopt en hem op luide toon vraagt Esne fori argenteia/eator?(Speculeert u op de beurs?). De aangehaalde dialoog is afkomstig uit het hoofdstukje „Verontwaardiging”. Wat een heerlijk schouwspel moet het zijn om twee heel boze heren met het boekje in de hand elkaar voor rotte vis te zien en horen schelden. In het Latijn! Rara, wat is dit? Rollenspel In een Volkshogeschool? Assertiviteitstraining? Wim T. Schippers Basislijngevecht? Mis. Het is een passage uit „Spreekt u Latijn? - moderne Latijnse conversatie door Capellanus”. Dit van oorsprong Duitse boekje (Dümmler Verlag, 1966) is op een niet nader vermeld tijdstip in een Nederlandse versie uitgebracht door De Bussy, Amsterdam, met de bedoeling aan te tonen, „dat het Latijn zich niet alleen leent voor het gebeeldhouwde proza van Tacitus, voor de poëzie van de taalvirtuoos Horatius, niet alleen als vehikel voor de wetenschap, waarvoor het eeuwenlang gebruikt is, maar ook voor doodgewone huis-, tuin- of keukenconversatie”, aldus de flaptekst. Ik zeg alleen wat ik denk. Ik mag doodvallen als het niet waar is. Dat hindert je? Zo erg, dat ik het nauwelijks zeggen kan. Hoe kom je daar bij? Hou op met die grappen! Wat ben je voor een vent? Het valt me erg tegen. Wat is dat toch met jou? Dat hoor ik niet graag. Hou je mond toch! Heb je al weer vergeten wat wij besproken hebben? Je wilt het me ook nog kwalijk nemen? Het is niet te geloven! De duivel mag je halen! Ben je wel goed bij je verstand? In al deze speelse mogelijkheden voorziet het boekje. Immers, in de inleiding merkt de vertaler op, dat de uitgave „ertoe kan bijdragen de indruk weg te nemen als zou het Latijn een taal op stelten zijn. Bij het vertalen op de scholen komt namelijk vaak een onnatuurlijk, on-Nederlands produkt tot stand, waarbij nooit iets geprobeerd maar alleen maar beproefd wordt, waarbij wij niet rollen maar wentelen, niets mag maaralleen geoorloofd is Vix tempero manibuslQk zou er het liefst meteen op los slaan!), schreeuwt de een. Di te eradicent! Satin sanus es (De duivel mag je halen! Ben je niet goed bij je verstand?!) brult de ander er overheen. Proost x ■8», ■•X-: O '■v.. ÏWïWK >■-?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 23