III
STOP
maar de pil moet
oogstjaar worden
worden verguld
Het laatste j aar kal geen
01
in
Y
I
r
Minimumloners zijn de dupe
Loonoffers nodig,
•r'J
a
iü
CDA-VOORMAN LUBBERS:
OPPOSITIELEIDER DEN UYL:
VVD-FRACTIELEIDER RIETKERK:
j
tk ik.
1
ÉIMÜ
sd
IOO
k
■9HI
'rr
f
Plan Groenevelt
Optimistischer
v:<
De problemen waarvoor de ministers in het
Catshuis een oplossing proberen te vinden,
zijn enorm. De economie zit in de knoei. De
bezuinigingen van Bestek ’81, het Heilsplan
van het kabinet, hebben onvoldoende
opgeleverd. We zakken steeds dieper weg in
het moeras. Er gaat, lijkt het, geen dag voorbij
zonder een nieuwe onheilstijding.
De werkloosheid is opgelopen tot meer dan
een kwart miljoen. Wordt het gat in de
komende begroting groter dan ooit? Hoeveel
wil het kabinet precies gaan bezuinigen en wat
Het kabinet is deze week begonnen aan de
afrondende besprekingen over de begroting
voor volgend jaar. Politiek Den Haag wacht met
spanning op de klap die al dan niet komen
gaat.
Lichtzinnig
i
•1‘i'
- "WW
De besprekingen over de begroting die deze week zijn hervat zullen niet van een
leien dakje gaan. Volgens VVD-fractieleider Rietkerk krijgt het kabinet „een heel
harde dobber” om heelhuids de derde dinsdag in september te halen. Maar niet
alleen het voortbestaan van dit kabinet is belangrijk. Voorop staat ook dat de
ploeg van Van Agt „nu toch echt” met een aantal belangrijke beslissingen komt.
Vooruitschuiven is er volgens Rietkerk dit keer niet meer bij.
betekent dat voor de lonen en sociale
uitkeringen?
Terwijl de verkiezingen al weer in zicht komen,
de eerste ontwerpprogramma’s van de
politieke partijen zijn verschenen en menig
politicus het klamme zweet al voelt, werkt het
kabinet aan wat al genoemd is de moeilijkste
begrotingsbesprekingen sinds de Tweede
Wereldoorlog.
Vandaag geven de fractieleiders van de drie
grootste partijen in ons land hun
bespiegelingen over het monnikenwerk
waarvoor het kabinet zich geplaatst ziet. Chiel
Evers en Louis Burgers praten met PvdA-
fractieleider Den Uyl, CDA-tractieleider
Lubbers en VVD-fractieleider Rietkerk. Welke
oplossing zien zij voor de benarde positie
waarin ons land verkeert?
Inleveren op alle fronten. Dat zal het politieke motto voor volgend jaar worden.
Daarover is CDA-fractieleider Ruud Lubbers het volkomen eens met zijn VVD-
collega Rietkerk. Maar de christen-democraat gaat wat verder. De regering kan
van de Nederlanders geen offers vragen zonder uitzicht op verbetering van de
economische toestand te bieden.
Loonmatiging
Driftig loopt oppositieleider Joop den Uyl rond in zijn werkkamer aan het Haagse
Binnenhof. „Ik verbaas me over de manier waarop het kabinet en de
regeringsfracties de problemen denken aan te pakken. Het kabinet dreigt de
gevolgen van het eigen, falende beleid af te wentelen op de minst
draagkrachtigen.” Vandaar zijn drift.
Inkomensbeperking
i
r
4'
■J
V
>1
4
ftT<
f~
n>
i
baar
n
il
n
n
aanpakken. Dat zou betekenen dat de
klok voor de werkende vrouw wordt
teruggedraaid, vindt hij.
invaliditeitsverzekeringen zijn sinds de
invoering explosief gegroeid, terwijl juist
een groot aantal minder-validen best nog
wel in staat is te werken. Vooral bij de
overheid zou meer werk voor hen
beschikbaar moeten komen.
Daarnaast pleit de liberale leider voor een
korting op de ziekte-uitkeringen,
bijvoorbeeld door een eerste ziektedag
niet uit te betalen. Verder wil hij het
begrip passende arbeid verruimen,
hoewel het ook al zou helpen indien de
bestaande regels stringent zouden worden
toegepast. Doel is te komen tot een
vermindering van het aantal werklozen.
De bezuinigingen mogen volgens Rietkerk
niet zo ver gaan, dat zonder meer
gesneden wordt in de sociale uitkeringen.
Verlaging van de niveaus wijst hij zonder
meer af. Als het beleid echter te weinig
oplevert, moet er wel wat anders worden
geprobeerd. Een mogelijkheid is dan
bijvoorbeeld een tijdelijke bevriezing van
de huidige jeugdlonen. Mensen met een
gezin die moeten rondkomen van een
minimuminkomen, wil hij zo buiten schot
laten.
vandaag. We hebben ze eerder ook
gekend, en zijn ze te boven gekomen.
Maar de factor die de moeilijkheden nu
klemmend maakt, is het wegvallen van de
economische groei.”
Rietkerk verzet zich fel tegen een
suggestie van de CDA’er Weijers, die
gezinnen met meer dan één inkomen wil
„Als er gematigd moet worden, vind ik dat
we dat over de hele linie moeten doen.
Maar extra belastingmaatregelen tegen
gezinnen waar beide echtgenoten werken
zijn onbillijk, want mensen die niet
getrouwd zijn mogen hun dubbele
inkomen houden”.
Wanneer werkgevers en werknemers met
hun loonafspraken de nationale
economische ontwikkeling dreigen te
frustreren, is de overheid wel gedwongen
om in te grijpen, vindt Rietkerk.
„Nogmaals: in de eerste, tweede en derde
plaats zeg ik: geen looningreep, maar in
de laatste plaats kan het moeten”.
„Wat Groenevelt van de Industriebond
FNV daarover zegt, is mij uit het hart
gegrepen”, zegt de PvdA-voorman.
Overigens wijst hij er op, dat het helemaal
geen nieuw geluid is. „Maar nu wordt er
plotseling op goedkope manier gebruik
van gemaakt door de werkgevers en de
regeringspartijen. Waarbij zij
gemakshalve vergeten dat Groenevelt de
bereidheid tot inkomensmatiging steeds
duidelijk heeft gebonden aan de
voorwaarden die wij ook stellen.”
Bovendien vindt Den Uyl dat loonoffers
van de minimale tot modale man
uitsluitend verantwoord zijn, als er wat
tegenover staat. Voor we dat doen, zullen
we ook de overheidsuitgaven met
inkomenseffecten moeten bekijken. En
vooral werknemers en hun vakbonden
zullen invloed moeten krijgen op de
bestemming van de winsten die de
bedrijven maken, mede als gevolg van de
loonmatiging. Ook zullen er
arbeidsplaatsenovereenkomsten moeten
komen.
„Het is stuitend te zien op welke manier
het kabinet denkt te werk te kunnen gaan.
Wanneer de ministers praten over
verlaging van de minima, moet je je goed
bewust zijn van de consequenties
daarvan. Dat wordt in het kabinet niet
gezien. Daarom zie ik het somber in voor
dit land”, aldus Den Uyl.
„Er wordt aan alle kanten gemorreld. Het
weer zelf moeten betalen van de eerste
ziektedag bijvoorbeeld. Dat roept een
wereld van onrechtvaardigheden op.
Natuurlijk zijn er mensen die wat erg
gemakkelijk ziek thuis blijven. Maar wie
echt ziek is, die wordt door zo’n maatregel
extra gestraft.”
Hoewel de forse bezuinigingen van de
afgelopen jaren dat zeker niet
gemakkelijk maken, streeft het kabinet
toch naar ongeveer twee miljard gulden
aan nieuwe besparingen. Voorop staat
voor Rietkerk dat deze niet ten koste
mogen gaan van het aantal
arbeidsplaatsen.
„Met zulke maatregelen beperk je de druk
van de sociale lasten niet. Dat doe je
alleen door het scheppen van meer
werkgelegenheid, en door het inschakelen
van meer minder-validen in het
arbeidsproces, waardoor de WAO-lasten
lager worden.”
Een pakket extra voorstellen om de
bittere bezuinigingspil dient te vergulden
is daarvoor een eerste vereiste, vindt
Lubbers. Het kabinet moet daarbij vooral
een perspectief op werkgelegenheid
bieden, zegt hij. Zoals het nu bijvoorbeeld
in de bouw gaat, loopt de werkloosheid
veel te snel op. Daar moet wat aan gedaan
worden.
Toch zal het kabinet volgende maand
met bezuinigingen moeten komen van
zo’n zes tot acht miljard gulden. Alleen
daarmee kan het financiële hoofd boven
water gehouden worden. Vraag aan
Lubbers: Waar haal je zo’n berg geld
vandaan?
De loonmatiging zal daarbij zonder
enige uitzondering alle Nederlanders
treffen. Maar niet iedereen even zwaar.
En Lubbers wijst erop dat de koppeling
tussen de minima en de laagste
uitkeringen zeker gehandhaafd moet
blijven.
„Een nog soberder overheid”, is de
eerste geldvindplaats die de christen
democraat aanduidt. Waarbij hij
overigens wel een duidelijke grens trekt:
daar waar al te grote zuinigheid van het
rijk de werkgelegenheid zou aantasten.
Een bedrag wil Lubbers niet noemen.
Door anderen zijn echter al bedragen
genoemd (en bevestigd) die gaan tot twee
miljard gulden nieuwe bezuinigingen op
de post van de directe overheidsuitgaven.
Net als de overheid zal echter ook de
individuele Nederlander opnieuw fors
moeten inleveren. „Je ontkomt niet aan de
inkomens van de burgers”, zegt Lubbers.
Hij benadrukt dat hij „helemaal” geen
voorstander is van een nieuwe
loonmaatregel en juicht dan ook de
nieuwste ontwikkelingen binnen de
vakbeweging toe. „Ik vind dat de regering
positief moet inhaken op die stemmen die
gelukkig hier en daar klinken, dat we met
onze koopkracht iets moeten inschikken
ten gunste van meer werkgelegenheid”.
Daarmee doelt de CDA-leider op het
plan van Groenevelt en diens
Industriebond FNV, om in de
vakbondsstrategie de werkgelegenheid
voorrang te geven boven het behoud van
koopkracht. „De regering moet de moed
hebben om inkomensoffers te vragen ter
wille van de werkgelegenheid. Dat
betekent wel, dat ze tegenover zulke
inkomensoffers een duidelijk
werkgelegenheidsperspectief moet
bieden. Dat is hard nodig, want de
werkloosheid dreigt veel te hard op te
lopen”, vindt Lubbers.
Hij noemt nog een tweede voorwaarde
waaraan het kabinet moet voldoen bij het
vragen van inkomensoffers. „Het moet
goed verdeeld zijn over alle groepen, niet
eenzijdig de lager betaalden.
De sociale premies (ziekenfonds, WAO,
etc) zullen volgend jaar opnieuw
zwaarder op de werknemers drukken, zo
verwacht Lubbers. Maar ook hier stelt hij
als voorwaarde dat de regering uitzicht
biedt op verbetering. „Zij is aan de
burgers verplicht verantwoording af te
Ombuigingen in de veel geld vergende
sociale voorzieningen zijn volgens
Lubbers bittere noodzaak. „Als je alle
trends zou voortzetten, zie je dat de
economie ontploft”, voorspelt hij somber.
„Daarom moeten alle automatismen die
leiden tot een voortdurende stijging van
de sociale premies, worden doorbroken.
Dat kan niet van vandaag op morgen,
maar het doel moet zijn te komen tot een
stabilisatie van de premiedruk”. Lubbers
waarschuwt echter dat dit slechts op
termijn bereikt zal kunnen worden.
leggen of het sociale verzekeringsstelsel
goed functioneert. En of daar geen zand in
de machine zit. Als dat het geval is, en
naar mijn oordeel zit dat er op een aantal
punten, dan zullen we dat er met elkaar
uit moeten halen.”
Men noemt de begrotingsbesprekingen
die momenteel in het Catshuis gaande
zijn, in Den Haag „de moeilijkste sedert
de Tweede Wereldoorlog”.
Voorspellingen, dat de ploeg van Van Agt
zich in de sociaal-economische problemen
zal verslikken, zijn niet van de lucht.
Komt het kabinet eruit?
„Ach, wat word ik wijs van
speculaties?”, zegt Lubbers. Maar na enig
aandringen: Jk neem aan dat ze er in het
kabinet wel uitkomen”. Daarmee is de
CDA-leider „de zeventiende minister”,
aanzienlijk optimistischer dan zijn WD-
collega Rietkerk, die spreekt van „een
heel zware dobber”, zo zwaar dat het
kabinet zich er misschien aan vertilt.
?end
heb-
1
Dat de regering een halt wil toeroepen aan
de stijging van het aantal mensen dat op
een sociale uitkering is aangewezen, vindt
de oppositieleider een uitstekende zaak.
„Dat aantal stijgt inderdaad
onrustbarend. Dat kan zo niet doorgaan”,
zegt hij. Maar net als op het gebied van de
lonen, begint het kabinet naar zijn mening
ook hier aan de verkeerde kant.
Dat hele vraagstuk van de
arbeidsongeschiktheid zal moeten
worden aangepakt. Door de instroming in
de WAO te beperken en door de
herplaatsingsmogelijkheden te
verruimen. „Verder zullen bijvoorbeeld
de kosten van volksgezondheid verder
moeten worden beheerst”, vindt Lubbers.
Hij denkt daarbij onder meer aan
beperking van het
geneesmiddelenverbruik en herinvoering
van de regel, dat werknemers de eerste
dag(en) van hun ziekte zelf moeten
betalen.
„Meer dan een bijdrage aan de
oplossing, een verzachting van de pijn, is
het aardgas niet. Het lost de kern van de
moeilijkheden niet op. De kern is
namelijk, dat de aantallen inactieven met
vijftigduizend per jaar groeien, en dat
moet omlaag”.
Rietkerk verwacht niet dat deze stappen
reeds tot de gewenste besparingen leiden.
Ook de particuliere inkomens zullen
moeten matigen. Niet zonder hoop volgt
hij dan ook de huidige discussies binnen
de vakbeweging over het plan-Groenevelt
voor vrijwillige loonmatiging.
I
Net als Lubbers en Rietkerk, gaat ook
PvdA-fractieleider Den Uyl ervan uit, dat
handhaving van de koopkracht er
volgend jaar niet inzit. Maar de
oppositieleider is het allesbehalve eens
met de geluiden uit het regeringskamp,
die het alleen lijken te hebben over
„bezuinigen” en „korten op de sociale
minima”.
Natuurlijk, ook Den Uyl kan geen
koopkrachtgarantie bieden. Ook hij is
voor een verlaging van de consumptieve
bestedingen. Maar hij vindt de manier
waarop het kabinet de problemen
aanpakt, volstrekt verkeerd. Niet
bezuinigen moet het doel zijn, het
terugbrengen van de economische groei
moet de kern van het beleid zijn. Niet de
inkomens zijn de hoofdschuldigen aan de
huidige problemen, maar vooral het
verdwijnen van de economische groei,
vindt Den Uyl.
„Want waarom zitten we in de
moeilijkheden? Door die rampzalige groei
van de werkloosheid in korte tijd van
225.000 naar 250.000. Doordat het aantal
vacatures is gedaald van 70.000 naar
50.000. En doordat de bouw is ingestort,
zowel de woningbouw als de
utiliteitsbouw.”
Het zijn die problemen, die volgens de
PvdA-voorman allereerst moeten worden
a.angepakt. „De problemen zijn niet van
Volgens Rietkerk zal het laatste
kabinetsjaar geen „oogstjaar” worden.
Een verhoging met bijna tien procent van
de AOW-uitkeringen vlak voor de
verkiezingen, zoals wel eens is gebeurd, zit
er niet in. Het op peil houden van welvaart
en werkgelegenheid is het hoogst
haalbare, maar ook noodzakelijk. „Daar
moeten we alles voor doen, want een van
de meest essentiële zaken is dat de
mensen vertrouwen kunnen houden in de
toekomst”.
Ondanks deze maatregelen kunnen de
directe overheidsuitgaven niet zonder
meer buiten schot blijven, vindt Rietkerk.
Weinig optimistisch is Lubbers over de
mogelijkheid dat het aardgas het kabinet
de helpende hand zal bieden. Daarvoor
zijn de acties om de exportprijs van het
gas te verhogen, te laat ingezet. „Maar dat
is nakaarten, laten we daar niet te veel
over zeuren”, zegt hij.
Dus geen loonmaatregel? „Wat mij betreft
alsjeblieft geen loonmaatregel. Liever heb
ik dat de overheid en het bedrijfsleven tot
afspraken komen. Of dat zal lukken weet
ik niet. Om nu al te zeggen: er komt onder
geen beding een loonmaatregel, dat vind
ik daarom bepaald voorbarig”.
„Het kan namelijk niet doorgaan zoals
nu, dat er jaarlijks vele tienduizenden
mensen bijkomen die een sociale
uitkering krijgen. Daar kunnen we
eenvoudig niet mee door, ook niet met de
daarmee corresponderende sterk
stijgende premielasten”. Vooral de WAO-
AAW noemt Lubbers „heel belangrijk” in
dit verband, omdat dit vermoedelijk de
snelst toenemende sociale uitkering is.
„Ondanks de komende verkiezingen zal
I het Nederlandse volk moeten begrijpen
dat er volgend jaar moet worden
gematigd. Van leuke verkiezingsdingetjes
kan geen sprake zijn”, zegt hij. „En dat
I hebben we niet alleen te wijten aan de
forse olieprijsstijgingen, maar ook aan
onszelf.”
Rietkerk: „We hebben ons in Nederland
een te ruim inkomensniveau aangemeten.
Dat gaat goed zolang de economie groeit.
Wanneer die stagneert en de
inkomensontwikkeling gaat door, dan
wordt het gat en het probleem steeds
groter”.
Bij het kabinet rust de taak deze zaak te
saneren. Zo’n zes tot acht miljard gulden
moet worden bezuinigd, bevestigt de
liberale leider, waarbij een deel nog is
overgebleven van eerdere
bezuinigingsronden.
Maar waar haal je als overheid zo gauw 6
tot 8 miljard gulden vandaan? „Na alle
bezuinigingen bij de overheid kun je een
dergelijk bedrag daar niet meer vinden.
Je moet dus zoeken naar andere wegen.
Dan zitje bij de overdrachtsuitgaven
(uitkeringen) en de loonontwikkeling”.
Rietkerk denkt vooral aan een
vermindering van het aantal mensen die
een uitkering krijgen, en dan vooral de
WAO-ers en de AAW-ers. Beide
Het zwaarder belasten van gezinnen waar
zowel de man als de vrouw werkt, zoals
het CDA bepleit, wijst Den Uyl op dit
moment af. Hoewel hij het er in beginsel
van harte mee eens is, dat
belastingheffing naar draagkracht
gebeurt, sluit hij zich aan bij de vrees die
WD-leider Rietkerk heeft, dat een
zwaardere belasting op dubbele inkomens
de emancipatie van de vrouw in de weg
zal staan. Zo’n belastingverlaging mag
niet leiden tot een rem op het inschakelen
van vrouwen in het arbeidsproces.
Maar ook Den Uyl weet, dat je de groei
niet zonder meer terug kunt brengen. Ook
van de kant van de inkomens zal een
bijdrage nodig zijn. Niet ten onrechte
wijst hij er dan ook op, dat hij driejaar
geleden al een daling van de koopkracht
voorstond. Het effect van dergelijke
maatregelen laat echter enkele jaren op
zich wachten. Vandaar dat Den Uyl vindt
dat er allang een beheerste
inkomensontwikkeling had moeten zijn.
Beschuldigend priemt zijn vinger in de
lucht. „Wat ik het kabinet verwijt”, zegt
hij, „is dat er in de jaren ’78 en ’79 nog een
vrij belangrijke inkomensgroei is geweest
voor de modale man. En er is praktisch
niks ingeleverd door de mensen met de
hogere inkomens. Dat dreigt nu te worden
afgewenteld op de minimuminkomens en
degenen die een sociale uitkering
hebben.”
Hij vindt het „verschrikkelijk" dat hij
geen koopkrachtgarantie voor de laagste
inkomens kan geven. „Maar voordat ik
aan een verlaging toe ben, moet er eerst
aanzienlijk verder worden ingegrepen in
de sfeer van de hoge inkomens.”
1