Sarcastisch intellectuelengedrag door de boeren niet begrepen
125 jaar
Haarlemmermeer
ra
ft:
IS*1
6
7
REGIO
MAANDAG 18 AUGUSTUS
1980
tfff.
■4?
J
Lr*
W
■w oi
V 4
deel 2
Het is 11 juni 1862. De gemeen
te Haarlemmermeer verliest
haar eerste burgervader mr. M.
S. P. Pabst. Voorlopig worden
zijn taken waargenomen door
de oudste wethouder van de pol
der, de orthodoxe, conservatie
ve landbouwer ’t Hooft.
Het wordt er voor Amers
foordt tijdens de raadsvergade
ringen niet gemakkelijker op.
Voortdurend ontstaan er con
flicten tussen ’t Hooft en Amers
foordt. Maar niet alleen tussen
deze twee laait het vuur menig
maal op. Steeds meer isoleert de
eigenaar van de Badhoeve zich
van de overige raadsleden met
zijn voorstellen die naar de in
zichten van de toenmalige land
bouwers getuigden van een spil
zieke mentaliteit.
k'r*
SU
w
.'MM
-
Wl
2
F
De locomobiel uit Engeland baarde veel opzien in de Haarlemmermeer
Gezicht op Kruisdorp getekend door J. P. van Wisselingh in 1868
V
ft A A
ED OLIJERHOEK
De eerste burgemeester
Pabst.
Het
III
Alleen de burgemeester zal men jaar
lijks door opslag laten voelen, hoe diep
afhankelijk hij is van de besluiten van
de gemeenteraad.”
.Aldus is vastgesteld onder het ge
bruik van 13 glazen bittere jenever ten
huize van Jan Klappey voornoemd,
waar de bonte spreeuw uithangt.
KNIPPERDOLLING
De redactie van het weekblad voor de
Haarlemmermeer neemt het verhaal
grif over, want daar is het allang al geen
geheim meer wie die mysterieuze Knip-
perdolling in werkelijkheid is. En niet
alleen op de redactie is de ware identiteit
bekend. Het is nu een ieder duidelijk hoe
Amersfoordt over de Raad en het functi
oneren ervan denkt. Het is dan ook niet
verwonderlijk dat er de volgende ge
meenteraadszitting harde woorden over
tafel gaan; de sfeer blijft gespannen.
Anders liggen de verhoudingen bin
nen het polderbestuur, waar Jacob ook
lid van is. Hoewel ook daar menigeen
van mening is dat de plannen en denk
beelden van Amersfoordt soms té voor
uitstrevend zijn, vinden vele van zijn
voorstellen daar een welwillend oor.
Hij ontmoet zelfs nieuwe vrienden.
Het is in het najaar van 1864 dat de
populaire volksdichter en geneesheer
Jan Pieter Heye zich in de polder vestigt.
In het zuiden van de Haarlemmermeer,
bij Abbenes koopt deze een 306 bunder
groot landgoed. Heye is in vele opzichten
een man naar Jacobs hart. Naast zijn
belangstelling voor de moderne land
bouwmethoden is hij geïnteresseerd in
het onderwijs. Op eigen kosten sticht hij
een nieuwe school in Abbenes, een daad,
die hogelijk wordt gewaardeerd door de
burgemeester van de polder; Met deze
mensen kan hij opschieten. In hun nabij
heid was hij een tevreden man, een gees
tig causeur en een aangenaam persoon.
Even leek het dat de burgervader met
een stoutmoedig plan sympathie die hij
bij sommigen had verspeeld in één klap
zou terugverdienen. In het dossier lopen
de zaken van de gemeente bevindt zich
nog steeds een oud schrijven van de
minister van binnenlandse zaken aan de
eerste burgemeester van de gemeente.
In de brief vraagt de minister wat er
moet gebeuren met de gronden die nog
steeds in handen van het domein zijn.
Het simpele antwoordt ligt voor Amers
foordt voor de hand. Er zijn veel zaken
waar de gemeente géén behoefte aan
heeft. Wat echter wel nodig is is een
goede wegenstructuur. Nog steeds was
de eigenaar van de Badhoeve van me
ning dat de nieuwe polder ten opzichte
van het land een sterk geïsoleerd gebied
was.
De afwezigheid van schutsluizen be
lemmerde een goed scheepvaartverkeer
met de rest van Nederland en voor de
meeste boeren was een tocht naar de
Ringvaart een hele expeditie. Amers
foordt beziet het probleem met een bre-
„De gemeenteraad van Puyterveen.
waarvan ik lid ben, heeft eindelijk het
enige juiste regelement van orde vast
gesteld. Het luidt als volgt:
Een half uur voor de aanvang van de
gemeenteraad komen de leden bij el
kaar in de herberg van Jan Klappey,
teneinde te overleggen, welke bevelen
aan de burgemeester gegeven zullen
worden.
Teneinde de burgemeester goed te
doen voelen, dat hij niet meer dan een
loontrekkende bediende is, zal men hem
bovendien een half uur laten wachten
en nooit anders dan gezamenlijk bin
nenkomen met een pijp of sigaar in de
mond en die gedurende de raad aanhou
den of wel in plaats van dit tabak te
pruimen.
De burgemeester zal echter worden
gelast, dat hij het gewone volk en de
kiezers, die achter de balie staan, niet
toelaat om te roken of te pruimen, en
dat zij steeds de hoed of de pet van het
hoofd moeten laten, terwijl de achtbare
raad vergadert.
leder raadslid neemt op zich, min
stens eenmaal per jaar. de burgemees-
-fvt'
Honderdvijfentwlntig jaar
geleden kwamen de eerste
bewoners In Haarlemmer
meer Harde werkers, niet al
te geschaafd en wat ruig-
achtlge types. Thans telt de
polder bijna tachtigduizend
inwoners met aan het hoofd
burgemeester Cor van Stam.
Vandaag het portret van de
ze man die in de polder is
geboren, opgegroeid en
groot geworden: een echte
Haarlemmermeerder.
Vandaag: deel twee over
het leven van mr. dr. Jaco
bus Amersfoordt. stichter
van de Badhoeve en een van
de eerste burgemeesters.
Het is ontleend aan de gero
mantiseerde vertelling ,,de
Vergeten Voorman" van
schrijver A. van de Vet uit
1942
Burgemeester Amersfoordt
maakte zichzelf onmogelijk
mr. M. S. P.
is met groen en bloemen getooid en
versierd met wapenschilden van de ge
meente die Jacob heeft ontworpen en
inmiddels door de regering zijn goedge
keurd.
Om elf uur dreunt het geschut over de
polder. Uit enige vuurmonden worden
schoten gelost: De Volharding komt aan.
Aan boord speelt de Haarlemse schutte
rij. Op het dek de tientallen genodigden
uit alle windstreken. Enkele uren later is
iedereen overtuigd; hier ligt de toekomst
van de landbouw. Mechanisatie is het
toverwoord op ieders lippen. Het is dan
ook de bekroning van het werk van
Amersfoordt wanneer tijdens de mid
dagmaaltijd een telegram op de Badhoe
ve wordt bezorgd. De commissaris van
de koning neemt het telegram uit Jacobs
handen voordat hij zich van de inhoud
heeft kunnen vergewissen.
De commissaris staat op, tikt tegen
zijn glas, en zegt: terwijl hij het telegram
dat van minister Thorbecke afkomstig
blijkt, opent: Dames en heren, het heeft
zijne Majesteit behaagd, Mr. Amers
foordt te benoemen tot Ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw, erken
nende datgene wat hij voor de Neder
landse landbouw heeft gedaan en nog
steeds doet”. Staande wordt het Wilhel
mus gezongen. Jacob is ontroerd. Einde
lijk heeft hij erkenning gevonden voor
datgene wat hij zich altijd ten doel heeft
gesteld: De vooruitgang van de Neder
landse landbouw. Ook in Kruisdorp is
het feest. Overal wapperen er de vlag
gen. Op het marktplein vermaakt de
bevolking zich met het gaaischieten. Aan
de andere kant van de Hoofdvaart is een
grote verzameling landbouwwerktuigen
te zien. Wekenlange voorbereidingen
heeft het Amersfoordt gekost de-machi
nes bij elkaar te krijgen. Maar het succes
is groot. Honderden boeren en tientallen
wetenschappers bestuderen hier de
vooruitgang van de techniek.
*s Avonds wanneer de stilte terugkeert
binnen de boorden van de Ringvaart,
heeft Amersfoordt eindelijk even tijd
om zich bij het haardvuur te zetten en
neemt hij zijn pen ter hand: Met trillende
handen schrijft hij:
De nazaat vindt de vrucht van 't
werk door ons gedaan. Wij hebben
ons talent niet rent’loos laten
staan.
Maar schiepen door ons werk de
rijkste, beste landen. En Neerland
win in kracht, roem, in nij’vre
handen.
Leek het dat men in Den Haag waar
dering had voor datgene dat Amers
foordt deed, op gemeentelijk niveau
worden de verhoudingen steeds gecom
pliceerder. Er valt niet te ontkennen dat
het vaak ironische en sarcastische „in
tellectuelengedrag” van de nieuwe bur
gemeester debet is aan de moeilijkheden
binnen de gemeenteraad. Tekenend
voor de verhoudingen is het volgende
artikel dat Amersfoordt onder het pseu
doniem Knipperdolling schreef in de
Purmerender Courant:
Maar ook buiten de gemeenteraad
heerst verdeeldheid. In de zomer van
1862 worden er nieuwe verkiezingen ge
houden voor vier nieuwe raadszetels. In
totaal worden er 122 stemmen uitge
bracht, op82 kandidaten!
Als Jacob op een mooie nazomerdag in
1862 van een Engelse fabrikant van
landbouwwerktuigen een prospectus
met de laatste ontwikkelingen op het
gebied van landbouwapparatuur in de
bus krijgt, valt zijn oog direct op het
nieuwste snufje op het gebied van de
landbewerking: de stoomploeg. Op een
septembermorgen scheept hij zich in
naar Engeland. Samen met zijn boe
renknecht Kees Hensen zal hij een be
zoek brengen aan de fa. Fowler die de
stoomploeg in de handel brengt. Wan
neer de koop slaagt zal Hensen de ploeg
moeten leren bedienen.
Duizend pond sterling kost het appa
raat. Twaalfduizend gulden. Een for
tuin. Maar toch hoeft Jacob niet lang na
te denken over de koop. Hij is geboeid
door het enorme gevaarte. En het duurt
dan ook niet lang of hij gaat over tot de
koop wanneer de volgende dag het ma-
chien dat op rupsbanden wordt voortbe
wogen en is voorzien van twee enorme
ploegscharen wordt gedemonstreerd.
Twee weken later staat de nieuwste
aanwinst van Amersfoordt op de Bad
hoeve. De tocht is niet geheel zonder
ergernis en gevaar verlopen. Op 5 okto
ber, drie dagen na de aankomst in Am
sterdam is het apparaat overgeladen op
het binnenschip dat de ploeg naar de
Haarlemmermeer moet vervoeren. Maar
de bruggen in de Brouwersgracht zijn te
laag voor het obstakel. De ketel en de
kisten van de locomobiel moeten ge
sloopt worden. Tot op de laatste onder
delen wordt alles gedemonteerd. Ver
derop in Amsterdam moeten de schuiten
gevuld worden met water omdat ze te
licht zijn en de bruggen niet onderdoor
kunnen, om vervolgens in de Overtoom
weer leeggeschept te worden om niet
vast te lopen in de modder. Maar einde
lijk komt de stoomploeg dan toch op de
Badhoeve aan. Op 9 oktober is het ge
vaarte gemonteerd, de volgende dag wil
Amersfoordt met ploegen beginnen.
De eerste dagen verlopen uitstekend.
Als een mes door de boter glijdt de
nieuwe stoomploeg door de verkavelde
velden van de Badhoeve. Of het niets is
graaft de machine een vore van meer
dan vijfentwintig duim diep. Wijd en zijd
wordt er gesproken over de peperdure
aanwinst van Amersfoordt.
Maar dan komt de tegenslag. Er
breekt malaria uit. Ook onder de vijf
arbeiders die inmiddels de ploeg kunnen
bedienen vallen er slachtoffers. Vele van
de Meerse boeren lachen in hun vuistje
als de ploeg, bij gebrek aan arbeiders die
de stuurmanskunst machtig zijn, enige
tijd moet uitvallen, of wanneer er regel
matig onderdelen vervangen moeten
worden.
Maar langzamerhand begint de dure
ploeg haar vruchten af te werpen. Door
het intensieve gebruik brengt zij uitein
delijk toch haar geld op. Om nog meer
profijt van het apparaat te hebben,
koopt Jacob de Schuilhoeve, een bedrijf
van 44 bunder, grenzend aan het zijne.
En de ploeg werkt zo goed dat hij er geen
paard hoeft bij te kopen.
Augustus 1863. Het heeft
koning Willem III behaagd
hem, Jacobus Amersfoordt tot eerste
burger van de Haarlemmermeer te be
noemen. Zeven jaar lang zal hij de dub
bele functie van landbouwer en hoofd
der gemeente op zijn schouders tossen.
In zijn eerste raadszitting herdenkt hij
zijn voorganger Pabst en wordt hij zelf
welkom geheten door het raadslid Scho
ne. „Een gladde man”, denkt Jacob.
„Met een speech, even glad als de man
zelf. Wanneer je de situatie niet kende
zouden de talloze steken onder water
nauwelijks te bemerken zijn geweest.
Maar ze waren er wel degelijk. Over het
„ware geloof’, dat hij Jacob Amers
foordt niet aanhing, en de zorgelijke
positie van de gemeentekas”.
De nieuwe positie valt Amersfoordt
niet mee. Hij is niet alleen de burgemees
ter van de meest uitgestrekte gemeente
van Nederland, ook eisen de werkzaam
heden op het eigen bedrijf hem volledig
op. Twee dagen per week brengt hij door
in het gebouw Nieuw Rijk. Dan bestu
deert hij de voorstellen van de raadsle
den en pleegt hij overleg met de wet
houders ’t Hooft en Van Vuuren of zijn
trouwe secretaris Eggink.
In september is er feest in de polder. In
Haarlem wordt het jaarlijkse congres
van de Hollandse Maatschappij van
Landbouw gehouden en Amersfoordt
heeft alle congressisten en alle bewoners
van de Meer uitgenodigd om een dag op
de Badhoeve te komen en de stoom
ploeg, nog steeds de enige in Nederland,
in werking te zien. Voorzien van een
„wegwijzer naar de Badhoeve” rijden de
sjeezen, char-è-bancs, de cabrioletten en
andere rijtuigen af en aan. Dagenlang
heeft men gewerkt om de Badhoeve in
perfecte staat te brengen. Het herenhuis
de visie. Met zijn vriend Huet bespreekt
hij zijn ambitieuze plan: De Haar
lemmermeer zal ontsloten moeten wor
den per spoorweg! Overal waar hij komt
spreekt hij met geestdrift over zijn nieu
we geesteskind. Op Oudejaarsavond
van het jaar 1863 is het eindelijk zo ver.
Met algemene stemmen keurt de ge
meenteraad het plan ter bestudering van
de mogelijkheden van een spoorweg
goed. Er wordt zelfs besloten te partici
peren in een lening van 25.000 gulden.
Amersfoordt ziet grote rijkdommen
voor de gemeente in het verschiet. Maar
dan steekt de landsregering een spaak in
het wiel. De aanvraag voor een concessie
wordt afgekeurd. In 1866 wordt Amers-
foordts onderneming ontbonden. Uitein
delijk komt de Haarlemmermeerse
spoorlijn pas in 1912 tot stand. Jacob is
een gebroken mens. Er gaan dagen voor
bij dat hij in het geheel niet spreekt. Ook
in de gemeenteraad wordt de stemming
er niet beter op.
Steeds meer bijt hij zich vast in zijn
werk op de hoeve of studeert hij in zijn
bibliotheek. Steeds moeilijker valt het
hem ’s nachts in slaap te komen. Dan
slaat opnieuw het noodlot toe in de
twaalf jaar oude polder. Veepest! Er
gaan geruchten dat de gevreesde ziekte
wordt verspreid door het Engelse im-
portvee. Bij Rotterdam begonnen, breidt
de ziekte zich geleidelijk over het hele
land uit. Tegen het einde van het jaar
staat zij voor de poorten van de Haar
lemmermeer. In Lisse, Halfweg, Aals
meer en in Nieuwe veen vallen de eerste
slachtoffers van de pest. Jacob laat zijn
hele veestapel op de Badhoeve met car-
bolzuur wassen en tegen koepokken in
enten. In januari vallen de eerste dieren
in de Haarlemmermeer. Dan grijpt Ja
cob in. Voorzien van de nodige volmach
ten laat hij hele veestapels bij sommige
boeren afmaken om de ziekte een halt
toe te roepen.
Het wanbegrip van de veeboeren richt
zich tegen Amersfoordt. Klandestien
voert men besmet vee in. Als de duister
nis valt, worden de door de ziekte gevel
de dieren opgegraven en wordt het vlees
aan weinig kieskeurige slagers doorver
kocht. Steeds hoger laaien de ruzies op
tussen de bevolking en de burgemeester
die het beste met de boeren voor heeft.
Eindelijk wordt de pest bedwongen. Van
de eens zo grote Meerse veestapel is
bijna niets meer over. Er zijn er maar
weinig die beseffen dat zij dit te danken
hebben aan het doortastend handelen
van Amersfoordt. Voor de meeste boe
ren heeft Amersfoordt afgedaan.
Slechts een handjevol leest in het week
blad dat Willem III aan burgemeester
Amersfoordt een eremedaille heeft ver
leend als waardering voor zijn onver
moeibare arbeid in de strijd tegen de
veepest. Opnieuw treedt er een tijdperk
van rampen in.
In de natte zomer van 1865 breekt een
typhusepidemie uit. Doodgravers doen
goede zaken. Tientallen boeren vallen
door de ziekte. Kinderen worden het
slachtoffer van pokken. Malaria verlamt
de polderwerkers.
De waterstand is zo hoog dat de pas
gegraven graven half onder water staan.
De akkers staan blank. Werken is er
onmogelijk. Steeds meer laaien de te
genstellingen onder de bevolking op.
Nog immer wordt er door de rijke lan
deigenaren uit de stad geld verdiend aan
de narigheid van de polderbewoners. De
toestanden in de Meer doen denken aan
de middeleeuwen. Dag en nacht werkt
Amersfoordt aan de verbetering van de
lijdende polderwerkers.
Een jaar later, in 1866, breekt er chole
ra uit. Opnieuw komt Amersfoordt in
conflict met de gemeenteraad. Inzet: het
nieuwe stadhuis. Vol goede moed was de
aannemer begonnen aan het gebouw dat
uiteindelijk in juli 1867 zijn beslag zou
moeten krijgen. Gebrek aan vakman
schap en enkele externe tegenslagen
vertraagden de bouw van het nieuwe
stadhuis echter aanzienlijk. Zonder de
aannemer te sommeren het gebouw ten
spoedigste af te bouwen, liet de burge
meester de bouwer van het terrein van
het nieuwe raadhuis verwijderen.
Jarenlang wordt er door deze laatste
geprocedeerd. Amersfoordt vindt het
ongelijk aan zijn zijde. Als schadever
goeding moet een bedrag worden be
taald dat gelijk is aan de begrote
bouwsom.
Hiermee verloor de voorvechter van
een bloeiende Haarlemmermeer het al
lerlaatste beetje goodwill dat hij nog had
bij de bevolking. Na zijn ambtstermijn
van zes jaar laat hij zich overhalen zich
beschikbaar te stellen voor het lidmaat
schap van de Tweede Kamer voor zijn
gemeente; als hij het vertrouwen van de
bevolking geniet kan hij het burgemees
terschap met zijn nieuwe functie combi
neren.
Het is hem echter niet gegund. Met 143
stemmen achter zich wordt hij door de
grootgrondbezitter Rutgers van Rozen
burg verslagen, die 219 stemmen verza
melt. Opnieuw is Amersfoordt versla
gen. Nog diezelfde dag verzoekt hij de
koning hem eervol ontslag te verlenen
als burgemeester van de gemeente waar
mee hij grootse plannen had.
Wel blijft hij lid van het Hoogheem
raadschap en het polderbestuur. In 1881
ontvangt hij een late hulde: twintig jaar
had de Meerse pionier zich ingezet in het
Hoogheemraadschap van Rijnland.
Hem wordt een zware zilveren lauwer
krans aangeboden. Drie jaar later ont
vangt hij bij zijn afscheid een gouden
beker met de woorden: „Het bestuur van
de Haarlemmermeerpolder aan Mr. Ja
cobus Paulus Amersfoordt”. Luttele
maanden later valt het doek voor de
eigenaar van de Badhoeve.
Zijn laatste maanden brengt hij, door
iedereen gemeden en volledig geïso
leerd, door. Op 1 februari 1885 overlijdt
hij. Slechts weinigen maken zijn laatste
gang naar het kerkhof op Sloten mee.
Van de polderbewoners is zelfs geen
vertegenwoordiger aanwezig. De pionier
van de Haarlemmermeerpolder. bij zijn
leven verguisd, is op zijn sterfdag al
vergeten.
ter toe te voegen, dat hij een leugenaar
is, dat hij een bedrieger is, dat hij te
veel geld kost of andere beledigende
opmerkingen, dit ter keuze van het
raadslid.
De leden zullen steeds bij voorkeur
elkaar benoemen tot alle commissies,
ambten of betrekkingen; Mochten deze
functies onverenigbaar zijn met het lid
maatschap van de Raad, dan zal men
bij voorkeur mensen kiezen, die niet
lezen of schrijven kunnen, of die door
lompheid, boersheid of een gebrek aan
beschaving geacht kunnen worden het
de burgemeester in <je uitvoering van
zijn ambt zo moeilijk mogelijk te maken
en het licht der raadsleden niet zullen
betimmeren.
De leden zullen steeds zien naar het
hoofd van de oudste wethouder en naar
mate de wethouder ja of neen schudt
met ja of nee stemmen.
De leden zullen zoveel mogelijk allen
tegelijk praten en slechts bij het stem
men zwijgen, om beter te kunnen zien
hoe de oudste wethouder hen toewenkt.
De leden van de Raad verbinden zich
onderling door elkaar en eikaars fami
lieleden zo laag mogelijk aan te slaan.
4
<- L s** «v
O