Aanspraken erkennen is klok terugdraaien I Apenrots was nooit Brits eigendom f| 2Ï 19 WOENSDAG 27 AUGUSTUS BUITENLAND 1980 18 (Door Peter Hattink) De bevolking van Gibraltar volgt met argusogen de op handen zijnde onderhandelingen tussen Groot-Brittannië jen Spanje over de integratie van de Engelse kroonkolonie in 'het Iberische Schiereiland. Engeland en Spanje zijn het oneens over de manier waarop de onderhandelingen moe ten beginnen. Londen meent dat Spanje, dat zonder enige waarschuwing vooraf de grens met de rotspunt in juni 1969 hermetisch afgrendelde, als teken van goodwill, nu de grens moet openen zonder het stellen van condities vooraf. Ma drid stelt echter de voorwaarde dat alvorens Spanje zijn grens met de apenrots opent, Londen de garantie geeft dat de Gibraltars en de Spanjaarden in eikaars gebied precies dezelfde rechten hebben. TTT IW Sir William Jackson en zijn vrouw. Sir Joshua Hassan, eerste minister van Gibraltar. 4 Gibraltar: geinig tertrouwen in Spanje .V Het Spaanse parlement nam in maart van dit jaar een motie aan, waarbij men de regering- Suarez verzocht de onderhande- lingen met Engeland over Gi braltar te openen. Hierbij werd bepaald dat de Spaanse restric ties gradueel opgeheven zouden worden naar gelang de onder- handelingen positief voor Span je verliepen. Spanje en Engeiand tekenden in april te Lissabon een basisakkoord over Gibral tar, waarbij Spanje beloofde de grens met de rotspunt zo snel mogelijk te openen. 1970 tot 1978 ruim f73 miljoen ter verbetering van de infrastructuur, aan technische hulpverlening, ver betering van de havenfaciliteiten en voor sociale doeleinden. Voor de periode 1978 tot 1981 heeft de Engel se regering een steun van ruim f 64 miljoen toegezegd. De vier pijlers van de Gibraltarse economie, ha venfaciliteiten met 220 ha aan scheepsreparatiedokken, bouw, de tailhandel en het toerisme, bewogen zich in stijgende lijn. Op het ogen blik hebben er van de 100 Gibralta- rianen 42 een auto, 46 een telefoon aansluiting en 33 een televisietoes tel, cijfers, die nauwelijks gehaald worden door agglomeraties zoals Madrid, Barcelona of Bilbao. De meest omstreden politicus van Gibraltar, die door alle partijen op de apenrots verguisd wordt wegens zijn pro-Spaanse houding, is Jo Tri- ay, voorzitter van de Party for the Authonomy of Gibraltar. Triay, die bij de laatste algemene verkiezin gen een gevoelige nederlaag leed, is de vertrouwensman van de Span jaarden. Hij kan met zijn privéjacht zonder moeilijkheden in een Spaan se haven aanleggen en aan land gaan zonder officieel eerst de doua ne te passeren. Alle partijen op Gibraltar, Enge land en in zekere mate ook Spanje, zijn het er over eens dat de inhoud van de Vrede van Utrecht niet meer van toepassing is in de twintigste eeuw. Spanje stond in dit document aan Engeland de rotspunt af, maar Hamvraag voor de Gibraltars is wanneer Spanje zijn grens met Gi braltar openstelt en zij niet meer via Marokko het Spaanse vasteland moeten bereiken. Volgens welinge lichte Spaanse bronnen zal Madrid onafhankelijk van het feit of Groot-Brittannië dan wel Gibraltar, ingaat op de Spaanse eisen de grenspost voor Kerstmis openen. Het grensverkeer zal in de eerste maanden niet soepel verlopen, want Spanje vreest een invasie van werk loze Marokkanen, en Gibraltar vreest een stroom van werkzoeken de Spanjaarden. De grootste in komstenbron van de apenrots dienstverlening aan de NAVO is veiliggesteld. Isola, die zijn pro-Britse houding niet verbergt, ziet de toekomst van Gibraltar innig verbonden met En geland en moet niets van de integra tie van de rotspunt bij Spanje heb ben: „Spanje is politiek niet stabiel. Als je naar het post-Franco-Spanje kijkt dan vraag je je af of Madrid half gek, zo niet „democratisch” is. In het Verenigde Europa moet je Gibraltar en Engeland als één land zien. Ik ben een sterke tegenstander van een onafhankelijk Gibraltar, want een onafhankelijkheid geeft Spanje volgens de Vrede van Utrecht uit 1713 het enige legale document tussen Groot-Brittannië en Spanje een wettelijke reden om Gibraltar in te nemen”. niet het eigendomsrecht. Voorts be paalde deze overeenkomst dat al leen Britten het terrein mochten gebruiken op het ogenblik zijn dit ongeveer 7000 militairen en dat er zich geen lokale bevolking mocht ontwikkelen. Alle communicatie over land en zee tussen Gibraltar en de rest van het Spaanse schierei land was verboden en joden en Mo ren hadden geen toegang tot de apenrots. Enige tijd geleden kwam Luis Ya- nez, secretaris buitenland van de PSOE, met het volgende voorstel: de Spaanse havensteden aan de Ma rokkaanse Middellandse-Zeekust, Ceuta en Melilla, krijgen zelfbes- temmingsrecht en Gibraltar moet volgens de VN-resoluties in Spanje integreren. Yanez redeneert in de eerste plaats als Spanjaard en pas in de tweede plaats als socialist. Ik heb geen bezwaar tegen de open stelling van de grens met Spanje, want het feit dat Madrid 11 jaar geleden deze grens, zonder enige waarschuwing vooraf, sloot, zal een verzoeking tussen de Gibraltars en de Spanjaarden voorlopig niet tot stand brengen”. Hoopte het Franco-Spanje 11 jaar geleden dat Gibraltars economie door de grenssluiting als een pud ding in elkaar zou zakken, de werk elijkheid pakte geheel anders uit. Dank zij de financiële steun van Engeland ontwikkelde de Gibral tarse economie zich tot boven het gemiddelde Europese niveau. De rotspunt ontving van Londen van roepen van de Spaanse guardia ci vil, die beroemd is door zijn onge nuanceerde manier van schieten. Met de ongewapende Britse bob by’s, zijn wij beter af!”, aldus en kele leden van zowel de Gibraltarse regerings- als de voornaamste op positiepartij. Sir Joshua Hassan, premier van Gibraltar en leider van de centrum linkse Labour Party and Associati on for the Advancement of Civil Rights, die 8 van de 15 zetels in het parlement heeft: „Over het alge meen hebben de Gibraltarianen een trauma van Spanje. Madrid heeft sinds 1963 niets voor ons gedaan; integendeel. Het is op het ogenblik voor Spanje, dat met zijn eigen regi o’s sukkelt, een ongunstig moment om via onderhandelingen met Lon den, waarbij wij ten nauwste be trokken zijn, Gibraltar als integraal deel van zijn grondgebied op te ei sen. De prille Spaanse democratie vergemakkelijkt weliswaar de dia loog, maar deze is nog verre van geloofwaardig om een goede ver standhouding op te bouwen”. „In de geest van: „Laten wij het verleden vergeten” werd in april van dit jaar te Lissabon het beginse- lakkoord over Gibraltar onderte kend door de Engelse minister van Buitenlandse Zaken, Lord Carring ton, en diens Spaanse collega, Mar celine Oreja. Madrid verbond zich hierbij zo snel mogelijk zonder het stellen van condities, de directe ver bindingen tussen Spanje en Gibral tar te herstellen. Wij zijn klaar! Het hek aan onze kant van de grens staat wagenwijd open. Het Spaanse hek is nog steeds dicht, want Ma drid stelt condities, waarop wij voor de opening van de grens niet in gaan”. De eis, waarmee Marceline Oreja in Spanje veel succes oogst, is dat de Spaanse werknemers, die straks op Gibraltar arbeid verrichten, de zelfde sociale voorzieningen moe ten genieten als alle andere werkne mers op de apenrots en niet zoals voor de grenssluiting in 1969 versto ken blijven van secondaire arbeids voorwaarden. In Gibraltar ziet men in deze voorwaarde, die op zich geen probleem hoeft te zijn, een Spaanse adder onder het gras: het langzaamaan verdrijven van de ruim 3000 Marokkaanse werkne mers, die de plaats hebben ingeno- „Met de toekenning in 1969 van een grondwet aan Gibraltar heeft Groot-Brittannië de eerste stap ge zet om zijn kroonkolonie van de hand te doen. Met het basisakkoord tussen Engeland en Spanje over de rots heeft Londen in april te Lissa bon elk initiatief van de Gibraltars in deze kwestie ontnomen. Sterker nog: met dit akkoord heeft Enge land de Gibraltars tot Spanjaarden gebombardeerd!”, betoogt Triay le vendig. „Als realist zie ik de toe komst van Gibraltar zeer nauw ver bonden met Spanje, maar Engeland of een internationale instantie zou ons de vrije uitoefening van de bur gerrechten en de handhaving van onze eigen identiteit moeten garan deren. Op het ogenblik gaat het slecht met Spanje. Er doen zich dezelfde verschijnselen voor als in de jaren dertig, vlak voor het uit breken van de burgeroorlog: ter reur, misdaad, de Spaanse regio’s verzetten zich tegen de centrale re gering”. Alle politieke partijen van Gibral tar zijn voorstander van het NAVO- lidmaatschap en zien met lede ogen de toenemende anti-NAVO-hou- ding van de linkse Spaanse opposi tiepartijen. Aangezien het gebruik van de Engelse marinebasis door de NAVO de voornaamste inkomsten bron van Gibraltar is, zijn de bewo ners ervan overtuigd dat de rots met zijn 56 kilometer lange gangen, waarin vrachtwagens kunnen rij den, hospitaals zijn gevestigd en zowel conventionele als nucleaire wapens zijn opgeslagen, een vitaal punt is voor de westerse defensie. Zelfs de Gibraltarse socialist, Joe Bossano, keurt de anti-NAVO-hou- ding van zijn Spaanse collega Feli pe Gonzalez af met de opmerking dat Gonzalez persoonlijk niet tegen Stelde Spanje nog twee jaar gele den dat de Gibraltars onmogelijk in het overleg tussen Madrid en Lon den betrokken konden worden, om dat zij niet in de Vrede van Utrecht stonden vermeld, nu erkennen de Spaanse autoriteiten de lokale be volking en respecteren zij in enige mate de volkswil van de Gibraltars. Een van de Gibraltarse politici, die het meest tegen de Spaanse in vloedssfeer is gekant, is Joe Bossa no, leider van de Gibraltar Socialist Party, die bij de algemene verkie zingen in februari van dit jaar 1 zetel in het parlement veroverde. „Onze partij erkent het Lissabon- akkoord over de rots tussen Enge land en Spanje niet. Als wij de aan spraken van Spanje op Gibraltar zouden erkennen dan betekent dit dat wij in een wereld leven, die de klok tot 1713 het jaar van de Vrede van Utrecht terug wil zet ten. Dit is onzin. Consequent gere deneerd zou dit voor de Verenigde Staten betekenen dat zij hun gebied terug moeten geven aan de India nen. Nu, ik geloof niet dat wij leven in een wereld, die dit wil”, verklaart Bossano zonder een spier te ver trekken. „Onze partij”, vervolgt Joe Bossa no, „wil van de Britse semi-kolonia- le status af en strijdt voor een zo groot mogelijke mate van zelfbes tuur. Ons kleine territorium van 6 vierkante kilometer met zijn bijna 20.000 autochtone inwoners, dwingt Gibraltar ten aanzien van defensie en buitenlandse politiek een gealli- Sir William Jackson, de Engelse gouverneur-generaal en vertegen woordiger van Koningin Elizabeth op Gibraltar, ziet de onderhandelin gen tussen Groot-Brittannië en Spanje over de apenrots als een moeizaam proces dat pas over 30 tot 40 jaar voltooid is. Evenals de lei ders van de twee centrumpartijen op de rots, meent hij dat de volkswil over de toekomst moet beslissen. De speculaties in de Spaanse pers over de vergemakkelijking van de onderhandelingen tussen Madrid en Londen door een toekomstig bi lateraal gebruik van de militaire basis Spaans-Engels, dus los van enig NAVO-verband schuift hij van tafel. „Voor Groot-Brittannië is het van geen enkel nationaal belang om in de Middellandse Zee een militaire basis te hebben. Engeland is er wel van overtuigd dat het met de terbe schikkingstelling van zijn mediter rane militaire basis aan de NAVO, een belangrijke bijdrage levert in het westerse defensiesysteem”, al dus de Engelse gouverneur, die op de rots grote populariteit geniet, omdat hij de eerste Britse vertegen woordiger is, die op zijn ambtsge- bouw naast de „Union Jack” de vlag van Gibraltar laat wapperen. De Engelse admiraal George Rooke veroverde tijdens de Spaanse successieoorlog (1700- 1713) met behulp van de Neder landse admiraal Van der Dussen op 3 augustus 1704, Gibraltar op de Spanjaarden. De reden van de inname van de apenrots door de Engels-Nederlandse vloot was dat men twee jaar tevoren tevergeefs de Spaanse stad Ca diz probeerde te veroveren. Deze vloot legde in 1702 aan in Puerto de Santa Maria en in Rota, waar de manschappen slechts verla ten sherrybodega’s aantroffen, aangezien de lokale bemanning op de vlucht was geslagen bij het zien van de naderende marine- macht. Door de overvloed aan geestrijk vocht slaagden beide admiraals er aanvankelijk niet in om de dronken militairen tot de orde te roepen. Bang om met lege handen thuis te komen be sloten beide marineofficieren Gibraltar in te nemen, hetgeen wonderwel gemakkelijk lukte. Bij de Vredes van Utrecht in 1713 gaf Spanje Engeland de rots Gibraltar in bezit, maar niet in eigendom. Met andere woor den: Spanje gaf de apenrots uit handen, leende hem niet uit, maar gaf hem ook niet weg. Let terlijk stond er in het verdrag dat Engeland „het volledige en het gehele bezit” kreeg over Gi braltar „zonder ook maar enige territoriale jurisdictie”. Voor de uit Frankrijk afkomstige Philipe d’Anjou, die als overwinnaar uit de Spaanse successieoorlog kwam, was deze juridische te genstrijdigheid niet zo belang rijk. Bij de Unie van Utrecht kreeg Philipe de Anjou zijn droom voor elkaar: hij werd in het verdrag vermeld als Koning van Spanje. Vanaf 1704 heeft Spanje her haaldelijke pogingen onderno men om Gibraltar terug te win nen. Spaanse militaire belege ringen in 1705, 1726 en van 1779 tot 1783 liepen uit op zware ne derlagen. Franco overwoog in 1942 met de operatie „Phoenix”, men van de Spaanse arbeidskrach ten, nadat Franco in 1969 de grens potdicht afsloot. „Het zou immoreel zijn om de Marokkaanse werknemers, die de zelfde sociale arbeidsvoorwaarden genieten als de Gibraltars, door Spanjaarden te vervangen, want zij hebben na de Spaanse grenssluiting de moeilijkste tijd voor Gibraltar een groot aandeel gehad in de opbouw van de economie. Wij wil len deze loyale werknemers behou den. Na de Marokkanen prefereert Gibraltar als lid van de Europese Gemeenschap gastarbeiders uit de EG, bij voorkeur uit Engeland we gens de historische binding. Span jaarden komen dus pas op de derde plaats in aanmerking”, zegt opposi tieleider Peter Isola, voorzitter van de centrum-rechtse Democratie Party for British Gibraltar, die ech ter wel gelooft dat het gastproletari- aat op de rotspunt op den duur „smoothly” zal verspaansen. het Spaanse NAVO-lidmaatschap is, maar dat hij zich uit elektorale overwegingen negatief opstelt ten opzichte van Spanjes mogelijke toe treding tot het westerse defensie systeem. eerde te kiezen. Op grond van onze geschiedenis kiezen wij voor de En gelse invloedssfeer, tenminste zo lang Groot-Brittannië interesse heeft in Gibraltar”. Op de vraag welke partner Gibraltar volgens de socialisten moet kiezen als Enge land de rotspunt geheel in de steek laat, blijft Bossano het antwoord schuldig. Net zoals de onderhandse bespre kingen over de toekomst van de rots tussen de Spaanse regeringspartij Unie van het Demokratisch Cen trum, UCD, en de twee Gibraltarse centrumpartijen zijn ook gesprek ken tussen de Spaanse Socialisti sche Arbeiders Partij, PSOE, en de Socialistische Partij van Gibraltar, vastgelopen. Bossano: „De Span jaarden zijn er nog steeds niet in geslaagd om de Basken een hersen spoeling te geven; dit zullen zij net zo min bereiken bij de Gibraltars. Gibraltar met behulp van Duitse troepen in te nemen, maar hij zag er van af omdat hij vreesde dat Hitler zijn troepenmacht niet meer van het Iberische Schierei land zou terugtrekken. Sinds de Engelsen in 1938 een militair vliegveld op Gibraltar hebben aangelegd, claimt Spanje in ver hevigde mate de rots, omdat Ma drid meent dat het Spaanse schiereiland bedreigd wordt door een buitenlandse militaire basis. In theorie doet het er voor de Spaanse regering, die streeft naar een spoedige toetreding tot de Europese Gemeenschap, niet toe of deze militaire basis ge bruikt wordt door een bevriende natie of niet. Spanje, dat sinds 1955 volwaardig lid is van de Verenigde Naties, wordt vanaf die tijd in zijn streven om Gibral tar terug te winnen, gesteund door enkele resoluties van deze volkerenorganisatie. Als tegenwicht tegen het Spaanse streven en de resoluties over Gibraltar in de VN schreef Engeland op 10 september 1967 een referendum op de rots uit, waarbij de bevolking voor de keus werd gesteld om zich of onder Spanje te scharen om om onder de hoede te blijven van het koloniale Britse bewind. De in woners van Gibraltar met hun Engelse opvoeding kozen met een overweldigende meerder heid voor hun koloniale status inplaats van het „vrije burger schap” onder een Spaans, toen nog dictatoriaal, bewind. Door Gibraltar in 1969 een door de bevolking opgestelde grondwet te geven, probeerde Groot-Brit tannië voor de buitenwereld een einde te maken aan de zoge naamde koloniale status van de rots. Gesteund door de Verenigde Naties, die noch het referendum, noch de grondwet van Gibraltar erkennen, sloot Spanje, na een serie voorafgaande restricties, in juni 1969, volgens de bepalingen in de Unie van Utrecht, de grens met de rotspunt hermetisch af. Eveneens werden alle scheep vaartverbindingen tussen Span je en Gibraltar stilgelegd. Merk waardig genoeg bleef de vlieg verbinding tussen Spanje en Gi braltar weliswaar via de lijn Londen-Tanger, waarbij het vliegtuig „toevallig” een tussen landing op de rotspunt maakte tot april 1979 bestaan. Franco had tegen deze vliegverbinding geen bezwaar, aangezien er bij de opstelling van de Unie van Utrecht in 1713 nog niet over vliegverkeer werd gesproken. Deze verbinding is sinds vorig jaar opgeheven, omdat de Engel se particuliere vliegtuigmaat schappij, die deze vluchten uit voerde, opging in een andere maatschappij. Op het eerste gezicht lijkt de Spaanse eis „superdemocratisch”, maar de bijna 20.000 Gibraltars zijn bang dat zij op een democratische manier door ruim 37 miljoen Span jaarden onder de voet worden gelo pen. „Koste wat kost moeten wij onze eigen identiteit bewaren”, is de unanieme mening van alle politieke leiders op de strategisch gelegen mediterraanse rots, die net als En geland sinds 1 januari 1973 deel uitmaakt van de Europese Gemeen schap. Alle gematigde Gibraltarse politi ci zijn het er over eens dat een kleine gemeenschap van welgeteld 19.515 personen onmogelijk als een zelfstandige natie een eigen buiten lands en defensiebeleid kan voeren. „Het volume van Gibraltar is te klein om internationaal een eigen gewicht in de schaal te kunnen leg gen. Zelfs op het gebied van interne veiligheid zou een autonoom politie apparaat problemen kunnen schep pen. Het hoofd van de Gibraltarse politie kan het beste een neutrale buitenstaander zijn, die onpartijdig optreedt. Op Gibraltar willen zij geen toestanden zoals op Malta, waar premier Mintoff een paar jaar geleden zijn rijkspolitie op een par tijdige manier liet optreden”, zegt een lid van de regeringspartij. De Gibraltars, die beseffen dat bun status van Britse kroonkolonie uit de tijd is, verkiezen voorlopig de band met Londen boven een relatie ®et Madrid, want zij hebben geen vertrouwen in het democratische beleid van de Spaanse regering-Su- ®ez. „Op het gebied van buiten landse politiek willen wij op het ogenblik beslist niet afhankelijk zijn van Spanje. Neem bijvoorbeeld ce Spaanse buitenlandse politiek ten opzichte van Noordwest-Afrika. «elke beslissing Madrid ook neemt met betrekking tot deze streek, die vlak tegenover Gibraltar ligt, Ma rokko of Algerije zal zich tegen dit Spaanse besluit verzetten”. „Op het gebied van defensie zou den wij evenmin onder Spanje wil len vallen. Gibraltar is als Engels gebiedsdeel lid van de NAVO. Het ziet er voorlopig niet naar uit dat Spanje op korte termijn zal toetre den tot het westerse militaire defensiesysteem. Stel je voor dat Wbralter voor zijn binnenlandse veiligheid de hulp zou moeten in- Gibraltarse aannemers vrezen concurrerende offertes van Spaan se bouwondernemingen. Het Gi braltarse ministerie van Toerisme verheugt zich over de komende stroom vakantiegangers, die via Spanje binnenkomt. De winkeliers van de hoofdstraat van Gibraltar Main-street verheugen zich over de toename van hun belastingvrije omzetten. De Gibraltarse vakbon den vrezen, evenals de Marokkaan se werknemers, een infiltratie van Spanjaarden in de lokale arbeids markt, waarin het woord werkloos tot nu toe onbekend is. Tenslotte zijn de banken ook bezig met de voorbereiding om de stroom vanuit Spanje op te vangen: overal wordt kogelvrij glas aangebracht. Bij de grens is het Spaanse hek gesloten. Het Engelse hek staat demonstratief open r

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 19