enz
enz
enz
Lippe-
9
600.-
aai
zen.
?n.
X
Vrouwe van Geertruidenberg, Klundert, Zevenbergen, Hooge-
X
y
r
1579
w
Beatrix, koningin der
Nederlanden, prinses
van 0 ranj e-Nassau
prinses van
Biesterfeld,
en Lage Zwaluwe, Sint Maartensdijk, Willemstad en Steenbergen
*1
sn
r
jelij-
stzo
men
;r
64
1
veel
e
STAVENISSE in het westen, de
watersnoodramp ligt er de men
sen nog vers in het geheugen. Drie
meter hoog stond het water. Aan
de kaai, in de twee cafés, Handel
en Scheepvaart en ’t Packhuys,
moet er veel over gepraat zijn.
Aan het haventje staat een waar
schuwing te lezen: parkeren op
eigen risico. Gevaar voor onderlo-
WE RIJDEN OP St. Annaland
aan, een van de zeven kernen, die
samen 18.000 zielen tellen. Een
nietig plaatsje. In het Streekmu
seum, vol van door de bevolking
bijeen gebrachte rariteiten, een
chaotische verzameling, waaruit
toch blijkt dat de mensen van het
eiland houden. De pot is er ook te
zien, een nietig baksel, die onlangs
nog door een bouwvakker in St.
Maartensdijk werd gevonden, met
387 gouden munten als inhoud. De
helft ging naar de gemeente, de
andere helft naar de vinder. Als
we er zijn is er een expositie over
Oranje. Het museum is enkel van
3 tot 6 geopend, maar ons onder
zoek van de deurknop zet een
alarm in werking, waarop al snel
de sleutelhoudster verschijnt. Met
oranje kleurspelden in het haar,
maar dat moet toevallig zijn.
been, dus het zal wel goed zijn. De
bijna witte natuurstenen gevel
van het stadhuis, een 15de eeuwse
schepping van de Mechelse bouw
meesters Andries en Anthonie
Keldermans, is opvallend gaaf.
Uit 1458 stamt het klokkespel met
de oudste beiaardklok van Neder
land, staat op een gevelbordje ver
meld. Verderop de kruisbasiliek
in Brabants-gotische stijl, die in
de 15e en 16e eeuw werd gehou
den. De toren is ouder, uit de laat
ste helft van de 14e eeuw.
HET GERESTAUREERDE
STADHUIS van St. Maartensdijk
stamt uit 1628. De gevel is versierd
met de wapens van Zeeland, prins
Frederik Hendrik en St. Maar
tensdijk. Er is ook ooit een slot
Maartensdijk geweest, hoor ik van
de gemeente-archivaris, maar dat
is in 1820 afgebroken. Er is nog
een stukje slotgracht over, maar
daar staat nu een moderne bunga
low aan. In het raadhuis hangen
een vijftiental Oranjes in olieverf
aan de muur. Volgens archivaris
Zuurdeeg hebben ze vroeger in
het kasteel gehangen. In de twinti
ger jaren wilde de gemeente de
doeken van de hand doen, maar
daartegen rees van buitenaf ver
zet, waardoor ze gespaard bleven
en Willem van Oranje en diens
nazaten nu nog rustig vanaf de
muur het werk van de vroede va
deren gade slaan.
die in het verlengde ligt. We rijden
er voor naar Drimmelen, een
naam voor een kinderserie. Het is
er zeer landelijk; bij de ingang van
het piepkleine dorp een stoplicht,
en dat heeft nu eens niet met ver
keersdrukte te maken, maar met
de breedte, of smalte, als dat een
woord is, van de weg. Overal ver
wijzingen naar rondvaarten door
de Biesbosch, die nog steeds een
grote bekoring heeft. Die dag heb
ben wij geen tijd meer. We houden
ons zelf nauwelijks bij en zien tot
onze schrik dat wanneer we weer
goed en wel in de Randstad zijn
aangeland, die dag vierhonderd
kilometer te hebben gereden.
VOORBIJ ROTTERDAM hiel
den we Vlissingen aan. Het was
zo’n typische onheuse dag met
een bezwangerde hemel waarvan
we er zomer 1980 zoveel hebben
gekend. Met onverwachte buien,
waarmee de ruitewissers nog
maar net raad wisten. Onder de
Haringvlietbrug danste het water
te heftig voor de tijd van het jaar.
Het stampende grijs won het met
gemak van de witte kuiven, die in
een woest zuid-amerikaans ritme
schuimbekkend uiteen sloegen.
De paar plezierjachtjes hielden
de zeilen gestreken.
pen bij hoog water. De wind, niet
gehinderd door enig obstakel, lijkt
er harder, schraler, te waaien dan
in de Randstad. Een gure koude.
Maar een eerlijke koude, en ik
denk weer aan de bolderwagen
die we achter ons aantrokken, op
het Zeeuws Vlaamse strand, ook
in zo’n wind, diep weggedoken in
een monty-coat en daarna een
warme appelbol in het nu gesloop
te Hotel Noordzee, dat moest wij
ken voor de uitvoering van de
Deltawerken.
MAAR VOORDAT WE de snel
weg weer opgingen deden we ook
Geertruidenberg nog aan. Een
oud vestingstadje met aan haar
boezem de Donge, het riviertje
dat, waar je ook leest, steeds weer
als een smeerpoes wordt omschre
ven en sterk geurend schijnt te
zijn. Schijnt, want juist die dag
was er niets waar te nemen. De
gotische Sint Geertruidskerk kijkt
vergrijsd op de Markt neer, die
door linden wordt omzoomd. Hier
geen braderie, maar een echte
markt. Als ik het hoofd in de nek
gooi en gretig in een malse' haring
hap, ontwaar ik op de toren van de
kerk een bos van tv-antennes. Öf
de koster heeft regelrecht contact
met de hemel öf hij is een televisie-
gek. een van de twee. Mocht u ooit
zelf besluiten tot een rit langs de
heerlijkheden, neem dan uw tijd.
WE KOERSEN VERDER, want
de heerlijkheid St. Maartensdijk
is de eigenlijke bestemming van
die dag. We passeren Steenber
gen, middelgroot, een doorsnee
OP NAAR DE Biesbosch, de
laatste pleisterplaats van deze
dag. Het Hollandsch Diep daagt
weer wanneer we Lage Zwaluwe
passeren, dan Hooge Zwaluwe.
Het toeristisch boekwerk dat we
meetorsen verraadt schitterende
vergezichten over het water van
het al genoemde Diep en de Amer,
HET PLAATSJE THOLEN is
ook al gevangen in de zomerse-
zwaan-kleef-aan-vreugd en keert
zich in de braderiekoorts. Eigen
lijk een puur mallotige bezigheid,
waarbij de gehele middenstand de
vaste waar uit de winkel in een
kraam voor de pui zet en daar in
ons klimaat bovendien nog een
fikse verkoudheid bij riskeert.
Maar deze tijdelijke vermomming
van de middenstand in markt
kooplui brengt massa’s volk op de
AFSLAG WILLEMSTAD. Stra
tegisch gelegen op de meest
noord-westelijke hoek van Bra
bant, werd het gesticht door Wil
lem van Oranje. Vandaar ook de
naam. Wie het vanuit de lucht zou
naderen zou het idee hebben op
een grote gevallen ster aan te vlie
gen, want in die vorm zijn de bas
tions waarin de stad gevangen is,
gebouwd. De verdedigingswerken
dateren al uit 1585 en zijn vandaag
de dag met bomen beplant. Wij
naderen over het asfalt, links het
Hollands Diep, rechts de eerste
handdruk van het stadje: de solide
stenen muren van het Arsenaal en
het vier-, hogerop achtkantige to
rentje van het vroegere raadhuis,
waarin nu de Cranerie is geves
tigd, een ceramisch museum. Ooi
links een Belgisch militair ere-
veld. „Hier rusten 134 Belgen, ge
vallen voor hun vaderland en het
onze 30 mei 1950” luidt de eenvou
dige maar alleszeggende tekst op
de gedenksteen. Honderdtweeën-
twintig namen, twaalf onbeken
den, inconnus.
JARENLANG BEN IK er twee
maal per jaar heengereisd, in het
voor- en najaar, om de grote sei-
zoendrukte heen, want dan is het
Zeeuwse land op z’n mooist.
Zeeuws-Vlaanderen was dan de
bestemming, Cadzand, en als ik
met de veerboot van Vlissingen
naar Breskens voer, gebeurde het,
dan volgde die klik en zag je met
tevredenheid „Bresjes”, zoals ze
daar zeggen, naderbij komen.
Datzelfde gevoel had ik toen we
Tholen op reden. Een vlak weids
landschap, voornamelijk land
bouw, af en toe wat industrie, gla
diolenvelden.
WE LATEN HET EILAND Tho
len, dat zeer gezocht is door water
sporters, achter ons. Weer passe
ren we Steenbergen, passeren de
Roosendaalse Vliet en gaan voor
bij Oud-Gastel de snelweg op. Ze
venbergen en Klundert staan ook
nog op het programma, de heren
van toen zouden eens moeten we
ten. Eerst naar Klundert, dat in
ieder geval kan bogen op een
prachtig renaissance-stadhuis,
met donkerblauw en gele luiken.
Er zijn ook nog verdedigingswer
ken te zien in het plaatsje, dat ons
verder nauwelijks vermag te boei
en. Al snel naar Zevenbergen. Al
weer zo’n plaats die in vergane
tijden een kasteel in haar midden
had. We kunnen slechts gissen
waar dat was, want het plaatsje
heeft twee bij elkaar gelegen
pleinen.
Willemstad en Tholen bijvoor
beeld samen in een keer en wacht
voor de Biesbosch dan maar lie
ver op een dagje met mooi weer.
MAAR WE ZIJN op Tholen, rij
den naar St. Maartensdijk. Lunch
tijd. In de Stadsherberg op de
Markt lees ik in de wekelijkse
Eendrachtsbode onder het kopje
„Stanksmurrie” dat een eilande
lijke varkensmesterij overlast
heeft gegeven. Het raadslid dat
het probleem ter tafel brengt zegt
dat het ernstig was, maar belooft
in de toekomst niet altijd kritiek te
willen geven „als er in ons agra
risch gebied ergens een keer iets
niet zo fris ruikt als de VW-fol-
ders doen vermoeden”. Opvallend
is ook het bericht dat er aan de
Eendrachtsweg in Tholen een Chi
nees restaurant komt. De krant
maakt melding van een „serieuze
reflectant, een echtpaar uit Singa
pore, dat elders een zaak verkocht
en naar het platteland wil”. Zo ziet
u maar, het kan verkeren.
Brabantse gemeente met een
plompe kerk. Richting Halsteren
en dan afslag Tholen. Het Schel-
de-Rijnkanaal over en daar is Zee
land. Tegelijk rij je dan een ande
re wereld binnen. Dat moet je zien
en voelen. Niet aan iedereen is het
besteed. „Ik vind het allemaal zo
saai”, bromt de fotograaf na een
eerste verkenning. En dat is dan
precies wat ik bedoel. Zeeland zie
je of Zeeland zie je niet, maar uit
het landschap spreekt een heel
speciale sfeer. Als je Zeeland met
een individu zou vergelijken, zou
je kunnen zeggen met een zeer
introvert mens te doen te hebben.
Een stugge ziel, die wat mij be
treft, echter ook is begiftigd met
een warme innemendheid. Maar
nogmaals, die moet je zien. Met
die sfeer moet het klikken en dan
pas kan je begrijpen waarom een
Zeeuw er trots op is dat te zijn.
HET CARILLON aan de gevel
van het Arsenaal laat horen dat
het tien uur in de morgen is. De
jachthaven er tegenover kabbelt
in rust. Willemstad is om te wan
delen, door de brede Voorstraat
met een trottoir in het midden, dat
regelrecht leidt naar de Hervorm
de Koepelkerk, die na een brand
in 1950 herbouwd werd, maar oor
spronkelijk stamt uit het eind van
de zestiende eeuw. Daarmee een
kwart eeuw ouder dan het Mau-
ritshuis of Princehof, een fraai
ogend jachtslot dat in opdracht
van prins Maurits werd gebouwd,
en waar nu gemeentelijke dien
sten zijn ondergebracht. En, voor
de liefhebbers daarvan, een molen
is. Willemstad ook nog rijk: een
stenen walkorenmolen, die als
d’Orangemolen bekend staat en
uit 1734 stamt.
heerlijkheden
DIT KEER NIET MEER DAN
ZEVEN adelijke titels van konin
gin Beatrix in een adem. Gefor
ceerd eigenlijk, omdat in ’n publi
catie de indruk werd gewekt dat
alle zeven heerlijkheden in het
bezit van de Nassau’s kwamen
door het huwelijk van de rijke
erfdochter Johanna van Polanen
en Engelbrecht van Nassau. Wat
betreft St. Maartensdijk meldde
ik u dat vorige keer al. Niets
blijkt echter minder waar. Om
dan maar gelijk te beginnen met
St. Maartensdijk, die heerlijkheid
torstte Anna van Buren (of Van
Egmond) mee in haar huwelijks-
schat toen zij in 1551 de eerste
echtgenote (het zouden er vier
worden) werd van Willem van
Oranje. Met Sint Maartensdijk
nam Anna de heerlijkheid Scher-
penisse mee, ook op Tholen, maar
die titel is nooit gevoerd.
6. Stavenisse laat zien zoals Zee
land is. Een bezwangerde lucht bo
ven een gesloten landschap. In 1953
stond het water er drie meter hoog.
1. Willemstad zoals het zich half
verscholen laat zien wanneer je op
het stadje aanrijdt.
3. Het jachthaventje van Willem
stad ligt direct in het kleine centrum.
Rechts de Cranerie. het vroegere
raadhuis.
5. Linden markeren de rechthoe
kige markt in Geertruidenberg.
HET HUWELIJK van Engel
brecht met Johanna bracht
„slechts” drie heerlijkheden van
de bovengenoemde zeven in de
invloedsssfeer van Nassau: Geer
truidenberg, Steenbergen en
Klundert. Die laatste heerlijkheid
heette eigenlijk Niervaart, maar
werd genoemd naar Klundert. Dat
koningin Beatrix ook nog Vrouwe
van Zevenbergen is, is te danken
aan de Spaanse koning Philips IV,
die die heerlijkheid in 1647 af
stond aan Amalia van Solms, de
weduwe van Frederik Hendrik,
die datzelfde jaar was gestorven.
Hooge en Lage Zwaluwe werd in
1655 tot heerlijkheid verheven.
Ten behoeve van Frederik Hen
drik, zoals me door het Koninklijk
2. De witte natuurstenen gevel
van het vijftiende eeuwse stadhuis
domineert in het centrum van
Tholen.
Huisarchief werd gezegd. Maar
omdat die toen al acht jaar was
overleden, kan men aannemen dat
ook hier Amalia de vruchten
plukte.
VROUWE VAN WILLEMSTAD
tenslotte behoort tot dit enz., enz.,
enz., omdat het Willem van Oranje
was die de vesting bouwde en ver
sterkte. De Staten van Brabant
schonken hem de heerlijkheid in
het jaar van zijn gewelddadige
dood, 1584, waarna ook deze titel
in het bezit van de Oranjevorsten
bleef.
4. De Markt van Sint Maartens
dijk, een van de zeven heerlijkheden
die op deze pagina aan bod komen
Het trapgeveltje in het midden siert
het stadhuis, waar de Oranjes in olie
verf te zien zijn.