THEATER/LITERATUUR
De oerdingen zoeken
raken
die de mensen
in wit plastic
Dinerende heren
'ZAT ERDAGS 3i JVOEGSEL
WESPETHEATER VERSMALT EN VERDIEPT
DIRECTEUR
ERIK
PLOOYER:
Ik
5
n
5
teen
rg.
door Alma Post
TONEELGROEP 8 OKTOBER NA ÉÉN JAAR
door Brigitte Sprenger
ekt
eiding,
Journaals
dijk,
'L
Nieuw
Erik Plooyer is directeur van de
Stichting Jeugdtheater Amster
dam, de grootste afnemer van
kindertheater. Vorig jaar organi
seerden ze rond 270 voorstellin
gen in de Amsterdamse theaters
behorende tot het jeugdtheater-
circuit: Centrum-Bellevue, Shaf-
fy, de rotonde van de Stads
schouwburg, de Ganzenhoef
(Bijlmer) en De Krakeling. In
jeugdtheater De Krakeling wor
den naast de zaterdagse voor
stellingen ook workshops gehou
den en sinds vorig jaar het pro
gramma En toen was ik. waar
kinderen zelf hun kunsten mogen
vertonen. „Dat loopt geweldig,
we hebben goochelende kinde
ren gehad, ballroomdansende
kinderen, er is toneel gespeeld,
fluit, piano, het maakt niet uit.”
Steeds beter
Menselijk
Voorzichtig
.Kwaliteit jeugdtheater
smet, sprongen vooruit
Het Wespetheater op straat
4-
Literatuur in opmars
Wim Hazen.
Vorig jaar vertoonde de verkoop van literaire boeken opeens een stijging van elf
naar veertien percent van de totale boekenverkoop. Deze opmerkelijke belang
stelling voor de Nederlandse literatuur, die zich tot dusver heeft voortgezet in
1980, is niet vertoond sinds het gouden tijdperk van Mulish, Bomans en Gerard
Reve in de jaren zestig. De huidige literatuur-revival was niet voorspelbaar, maar
voor de betrokkenen kwam zij toch ook niet geheel onverwacht.
fen. Ook werd duidelijk dat het achter
blijven van nieuwe ontwikkelingen op
dit gebied in omringende landen als
Frankrijk en Duitsland hier zijn uitwer
king zou hebben.
waarvan slechts zeer geringe aantallen
ooit de toonbank passeerden.
hot naar haar. De mensen krijgen
nu reëel de mogelijkheid om zich in
hun vak te verdiepen.”
Maar die groepen die van de ge
meente subsidie krijgen dat zijn er
niet zoveel.
„Nee, dat is zo, maar het is ook zo
dat groepen die weinig subsidie
krijgen, of alleen maar incidenteel
een steuntje in de rug, toch door de
bredere aanpak van goeie organisa
ties, zoals Jeugdtheater Amster
dam, veel meer aan de bak komen.
Wij proberen ook steeds beter te
betalen. Ja, dat lukt. Natuurlijk, wij
moeten ook bezuinigen en worden
beknibbeld, maar we proberen er
toch iets aan te doen. Niet zeggen
van nee, we hebben het niet, kan het
niet goedkoper. Dat is natuurlijk op
zichzelf al uniek, dat we dat doen,
dat gebeurt natuurlijk vanuit de
theaters in het land zelden, want
daar is het jeugdtheater vaak een
commerciële aangelegenheid. Bij
ons niet, dankzij de subsidie kun
nen wij ook drie gulden entree vra
gen inplaats van zeven. Ergens an
ders kost het zeven, voor een kind
en dan kost het glaasje limonade
nog eens éénvijfenzeventig, en als
het helemaal commercieel is, staat
er op de gang nog een vent die T-
shirtjes verkoopt met koppen van
weet ik wie erop, voor een tientje.
Dus dan ben je als je met twee
kinderen gaat 35 gulden kwijt. Dat
is hier onmogelijk.”
van de inspraak, van de grote betrok
kenheid is verdwenen. De mensen keren
nu weer terug naar zichzelf. De litera
tuur helpt hen daarbij”, aldus Hazeu.
„Schrijvers zijn de spiegels van de maat
schappij en zij trekken zich al jaren
terug. Ik beschouw schrijvers ook als
voorlopers en dat is nu te zien de
mensen beginnen zich eveneens terug te
trekken. Het is een nieuwe romantische
beweging waar ook wel wat pessimisme
in zit. Mensen laten zich niet meer zo snel
inpakken. De grote betrokkenheid mag
dan veel minder zijn, maar ik geloof dat
mensen nog steeds heel kritische zullen
staan tegenover wat er gebeurt.”
Toneelgroep 8 Oktober werd bijna een jaar geleden
opgericht met het doel in de regio Noord-Holland te
spelen voor mensen die normaal niet of weinig naar
toneel gaan. Hun eerste produktie Ik ben kwaad ging
over de problemen van jonge werklozen. Daarnaast
speelden ze in dat eerste jaar zogenoemde journaals
en maakten ze plannen voor een zomerproduktie op
het Noordhollandse platteland. 8 oktober is gevestigd
in Alkmaar, van welke gemeente ze subsidie
ontvangen, evenals van Noord-Holland en CRM.
Jan van Galen van 8 Oktober: „Ik ben kwaad is 35
keer gespeeld, voor vijftig tot zestig mensen per keer.
We hebben het publiek waarvoor het bedoeld was
bereikt, mensen die niet zo snel naar een theater gaan
maar wel naar club- of buurthuis. Of het overkwam?
Ja, dat wisselt natuurlijk erg. Er waren mensen die
het een moeilijk stuk vonden”.
Op initiatief van de literaire uitgevers in
ons land zal de Groep Algemene Uitgeve
rijen (GAU), onderdeel van de Koninklijke
Nederlandse Uitgeversbond (KNUB), de
komende maand een werkgroep oprichten
die over knellende problemen in het boe
kenvak aanbevelingen zal doen bij de
overheid.
Verwacht wordt dat de groep voorstellen
zal doen over de vertikale prijsbinding (die
zou moeten worden gehandhaafd), de dls-
Dat zijn programma’s op
afroep, zeg maar. De
meesten van ons wilden
vorig jaar dolgraag
instantprogramma’s
doen, maar zien nu meer
in een langere
voorbereidingstijd”.
Ze noemt de
werkwijze van de groep
in die drie jaar
„versmald en verdiept”,
ook wat het publiek
aangaat: „Je hebt in drie
jaar een bepaalde
reputatie opgebouwd,
een bepaald contact met
de bevolking. Je komt er
steeds meer achter wat
de mensen van de streek
bezighoudt. Wat de
oerdingen zijn die ze
raken. Dat is ons dit jaar
heel goed gelukt met een
stuk over de
geschiedenis van het
boerenleven. Daar zag je
eerst de boer in de
middeleeuwen, dan in de
zeventiende eeuw, de
negentiende eeuw, en
tenslotte zag je hoe een
boerenechtpaar in 1980
opgehaald werd om bij
Een succes bleken de journaals, in enkele dagen in
elkaar gezette voorstellingen, gespeeld in het
Alkmaarse cultureel centrum De Vest.
Oorspronkelijk bedoeld als variëteitenprogramma,
gingen ze steeds meer toe naar thema-avonden,
omdat verenigingen daarom vroegen. Van Galen
vertelt aanstekelijk over de avond voor het COC: vier
keurig dinerende heren in een steriele wit-plastic
ruimte voeren een conversatie, die steeds een beetje
ontspoort. Uiteindelijk blijkt een van de vier
homoseksueel te zijn en iets gehad te hebben met de
broer van een van de anderen. „Mensen waren
enthousiast omdat ze het zo volwassen vonden, niet
letterlijk en belerend”.
tributie (boekhandels nemen minder risi
co, halen onbekende en slechtlopende
boeken niet meer in huis) en de bibliothe
ken (de schrijver van een door een biblio
theek ingekocht boek ontvangt slechts
één keer zijn percentage). Ook zaken als
subsidie en literatuur in onderwijsinstellin
gen zullen naar verwachting tot het werk
terrein van de groep behoren.
Het is nog niet bekend wanneer de GAU
haar definitieve aanbevelingen gereed zal
hebben voor bestudering in Den Haag.
Wespetheater speelt tot
januari
Stadswijkenvoorstellingen
in Den Haag, Amsterdam,
Purmerend en
Dordrecht. In januari
start de groep met een
streekprojekt, waarin ze
met een nog geheime
tekst van Peter Handke
zullen werken.
Madame Tussaud te
worden gezet. En dat
werkte. Een paar jaar
geleden waren we veel
specifieker, dan ging het
over een boer die
gedwongen werd zijn
hoeve te verkopen aan
een rijke dame uit de
stad”.
Wespetheater speelt tot
januari
Stadswijkenvoorstellingen
in Den Haag, Amsterdam,
Purmerend en
Dordrecht.
„En op het sociale vlak: de mensen wor
den het zat. Er is sprake van verveling
na de grote inspannende periode. De tijd
De Krakeling verwacht aan nieuwe
voorstellingen onder andere de pre
mière van Frons door Carrousel (20
september), het eerste optreden van
Mevrouw Smit (vroeger kinderka-
baret Potvoordrie) (kerstvakantie.
Het Scapinoballet zal er eind sep
tember zijn 35-jarig bestaan vieren
(misschien besloten). In de herfstva
kantie zijn voor het eerst inplaats
van voorstellingen en workshops ge
pland, waar kinderen hun creatieve
ideeën kunnen uitleven. Buiten de
vakanties is er in De Krakeling op
woensdagmiddag workshop, zater
dagmiddag voorstelling. Kinderen
kunnen hun kunsten vertonen op
iedere laatste zondag van de maand
in En toen was ik.
Binnenkort trekt 8 Oktober zich terug om plannen te
maken en zijn spel bij te schaven. Rond 8 oktober, de
dag van Alkmaars ontzet, organiseert de groep een
festivalletje van vormingsachtige groepen die in
Noord-Holland werken: Wederzijds, Wespetheater,
de Scholengroep van Centrum en enkele
poppenspelers.
samenwerking met amateurtoneel op gang gekomen,
en waar het niet gelukt is gaan we volgend jaar
proberen het van de grond te krijgen. Dat hebben we
nu wel gemerkt, contact met mensen daar moetje
ontzettend veel tijd en werk aan besteden”.
„De bereikbaarheid van het boek werd
beter, er werd meer geadverteerd, er
was een opleving van literaire tijdschri-
„En als het grootste gevaar beschouw ik
de boekhandel: de problemen rond de
vertikale prijsbinding en distributie-sys-
temen ik heb er de laatste tijd veel
over nagedacht. De boekhandel neemt
steeds minder risico’s, accepteert min
der titels. Stel je voor, straks hebben we
de interesse van scholieren en anderen
genoeg gestimuleerd en dan gaan ze
naar de boekwinkel en kunnen ze die
literatuur niet eens kopen.”
„Er zit gevaar in de toekomst”, zegt
Hazeu. „We moeten de belangstelling
voor literatuur warm houden en zo mo
gelijk nog meer cultiveren. Maar daar
tegenover staan enkele dreigingen. Bij
voorbeeld: meer mensen hebben leren
lezen via de middelbare scholen. Uitge
vers hebben ook tal van activiteiten ge
richt op scholen bloemlezingen zijn
daar een voorbeeld van. Maar het is nog
steeds heel moeilijk om eigentijdse, goe
de literatuur de scholen binnen te krij
gen. We zitten nog steeds met die litera
tuurlijsten.”
Wim Hazeu, directeur van de Elsevier-uitgeverijen Manteau en Van Goor, meent
dat de stijgende verkoop voor literaire uitgevers de oogst is van vele jaren
standvastig en met volharding investeren, van steeds opnieuw proberen tijdens
die lange, magere jaren, met het uitgevan van nieuwe schrijvers, nieuwe debuten.
Maar de hernieuwde belangstelling wijst ook op andere zaken.
De uitgever droeg ook zijn steentje bij.
Dankzij het feit dat boeken in andere
genres, zoals non-fictie, wel de winsten
binnenhaalden, was het mogelijk te in
vesteren in onbekende schrijvers. Vaak
zonder direct resultaat. Hazeu vertelt
van schrijvers van wie soms wel drie
boeken achter elkaar verschenen, maar
De zomerproduktie, waarvoor 8 Oktober de dorpen
af wilde om daar samen te werken met plaatselijke
amateurtoneelspelers, ging niet door: „We zijn met
de organisatie daarvan eigenlijk te laat begonnen.
Het bleek ontzettend ingewikkeld om een been aan
de grond te krijgen in die kleine dorpen wat subsidie
betreft, want ze zijn daar gewend twee- of vijfhonderd
gulden te geven aan een toneelvereniging voor een
heel jaar, en een voorstelling van ons kost om en
nabij de duizend. In sommige plaatsen is wel een
Maar hou me ten goede, Grips
snijdt nu eenmaal Duitse situaties
aan voor Duitse kinderen. De kwali
teit van de acteurs van Grips was
zeer goed, daar waren eigenlijk wei
nig vlekken aan te ontdekken, heel
geroutineerd en niet glad. Maar als
ik kjjk naar voorstellingen van
Men zou kunnen stellen dat de Nederlan
der zich niet meer zoveel bezighoudt met
actiegroepen en inspraaksessies, maar
zich liever terugtrekt „met een boekje in
een hoekje”. Daardoor gebeurt het dat
Jan Wolkers’ Doodshoofdvlinder en Oek
de Jongs debuut Opwaaiende zomerjur
ken in fenomenale oplagen van 25.000
exemplaren op de markt komen inplaats
van in de bescheiden, normale oplagen
van 4000.
stelling van de Soepgroep uit
Utrecht, De moeder van Mamma.
En een poppentheater van Jozef
van den Berg, die niet voor niets dit
jaar de Hans Snoek-prijs heeft ge
had voor de beste jeugdproduktie,
en als je denkt aan een marionettist
als Lucas Goudzwaard. Als je een
voorstelling ziet als Het verhaal
van de soldaat, dat is voor volwas
sen publiek al bijna te moeilijk, en
desalniettemin zitten de kinderen
ademloos te kijken. Dat wil wat
zeggen over de kwaliteit. En zo kan
ik doorgaan.”
Rond 1970 schoten de kinderthea-
tergroepen als paddestoelen op, te
gelijk met het besef dat kinderthea
ter meer zou moeten zijn dan iets
dat kinderen een middag kan be
zighouden. Bestaande groepen
werden gedoodverfd als sprookjes
vertellers, en men begon met ver
eende krachten aan zijn opvoed
kundige taak, die grofweg in drie
categorieën verdeeld kan worden:
kinderen politiek en sociaal inzicht
bijbrengen, kinderen leren omgaan
met hun emoties en het activeren
van het artistiek bewustzijn.
Op het Twents kindertheaterfestival
in 1979 vlogen de theatermakers
elkaar over deze drie doelen nog in
de haren. Daar werd ook gesproken
over een mogelijke organisatie
vorm van de meer dan honderd
groepen, waar onder andere CRM
wel heil in zou zien, maar waar de
individuele theatermakers vaak te
gen zijn.
De meeste groepen werken zonder
subsidie, enkele worden aesteund
door gemeente of provincie. Wou
ter Strak van WIKOR, dat onder
andere als niet-commercieel be
middelingsbureau voor jeugdthea-
tervoorstellingen optreedt, schat
het aantal groepen dat op een of
andere manier steun krijgt op tien:
„Ik zie niet veel reden tot optimis
me. De kwaliteit is beter geworden
over het algemeen, maar de beroer
de werkomstandigheden zijn door
de bank genomen niet verbeterd.
Kindertheater is toch nog steeds
rommelen in de marge om het zo
maar te zeggen. Met toestemming
van de sociale dienst een uitkering
behouden en toch maar fulltime
voor die groep werken.”
Na jarenlang leegstaan kreeg ook
bij CRM de pot kindertheater weer
een bodem. In 1979 kregen kinder
en poppentheater ruim zes ton,
evenals in 1980 (ter vergelijking: de
Stichting Jeugdtheater Amsterdam
kreeg van Kunstzaken Amsterdam
vorig seizoen 570.000 gulden, en
ontvangt daarnaast steun van On
derwijs). „Een druppel op een
gloeiende plaat” noemt mevrouw
Hoek van de Raad van de Kunst die
zes ton. „Die begrotingspost voor
1979 kwam zo plotseling dat we er
absoluut niet op konden reageren,
maar nu is er een indieningstermijn
voor projekten geweest. Dat heeft
een gigantische toeloop veroor
zaakt, tegen de zestig aanvragen.
(Hazeu was vele jaren producent bij de
NCRV, waar hij culturele programma’s
verzorgde. In die tijd merkte hij eens op
dat televisie vaak het verwijt kreeg van
uitgevers niet genoeg te doen aan litera
tuur. Zijn antwoord toen: De omroepen
zijn niet in het leven geroepen om de
uitgevers in leven te houden; daar moe
ten ze zelf maar een oplossing voor zoe
ken. Nu zit Hazeu sinds twee jaar in het
andere kamp en is hij het eigenlijk wel
met de uitgevers eens. In tegenstelling
tot radio, kranten, weekbladen en tijd
schriften, meent Hazeu, draagt televisie
veel te weinig bij aan het stimuleren van
de aandacht voor de Nederlandse litera
tuur.)
„Er werd veel meer aandacht besteed
aan literatuur op de radio en in tijd
schriften. Kranten begonnen met boe-
kenbijlages en weekbladen zagen de
nieuwe tendens naar literatuur ook aan
komen. Dat werkt allemaal zeer stimule
rend.
Plooyer noemt nog Wederzijds, dat
in de provincie Noord-Holland met
schoolkinderen werkt en Pssst uit
Den Haag, die hij beide zeer profes
sioneel vindt „maar ik noem nu ook
groepen die zich financiëel iets kun
nen permitteren”. „En ook, op het
ogenblik is er een incidentele voor
stelling van Bzzztóh uit Den Haag
met de Madelief-boeken van Guus
Kujjer, dat heet Met de poppen
gooien. Dat wordt door drie mensen
gedaan, en dat meisje dat Madelief
speelt, is perfect. Hetzelfde geldt
voor een andere Guus Kuijer-voor-
„Dat wil zeggen dat de kwaliteit
steeds beter wordt, want een paar
jaar geleden waren dat uitzonderin
gen, nu is het al regel dat het goed
is. Hoe dat komt? Nu, als je nooit
iets te doen hebt, kun je niet beter
worden, maar als er vraag naar is,
als er organisaties zijn zoals het
Jeugdtheater Amsterdam, zoals de
Stichting voor musische vorming in
Rotterdam. Als er nu in Den Haag
plotseling vier ton op tafel komt
vanuit de gemeente om het jeugd
theater daar ook in de startblokken
te zetten, dan kunnen de mensen
professioneel aan de slag. Je kan
eens een mooi decortje laten bou
wen, een regisseur aantrekken,
eens wat langer repeteren dan nor
maal, want anders moesten ze al
leen maar spelen als gekken en vlo
gen met de tong op de schoenen van
Maar de uiteindelijke ommekeer in het
koopgedrag van de Nederlandse lezer is
hoofdzakelijk te danken aan een minder
tastbare, menselijke factor.
Hazeu: „Mensen willen weer ontspan
nen. En ik geloof, dat waar ze vroeger de
televisie aanzetten, ze nu veel meer een
boek openslaan. Er is weinig op de tele
visie, er wordt weinig geboden.”
Ondanks het feit dat de uitgevers mo
menteel dus een goedgevulde stal sterke
literaire schrijvers onder hun hoede
hebben, meent Hazeu dat er voorzichtig
moet worden gehandeld om de interesse
van de boekenconsument te handhaven.
Er moet strenger geselecteerd worden,
maar wel altijd plaats blijven voor
nieuw schrijversbloed. Zonder nieuwe
ontwikkelingen, nieuwe bewegingen en
nieuwe schrijvers treedt de stagnatie op
en wordt het risico gelopen dat de ver
nieuwde interesse in de literatuur weer
even snel is uitgeblust.
Marian Buys:
„Komend seizoen
splitsen we ons op, de
ene helft gaat
Stadswijkenprojekten
doen, de andere helft,
alleen bestaande uit
Peter Bos,
instantprogramma’s.
„Ik heb het wel een beetje voorzien, deze
stijging”, zegt Hazeu, die deel uitmaakt
van een nog relatief kleine groep die zich
tót de literaire uitgevers mag rekenen.
Wiedus, die vind ik op zijn minst zo
goed zo niet beter dan Grips. Waar
hem dat in zit? Wat ik bijvoorbeeld
bij Grips gemist heb, ze spelen niet
in op het publiek, en dat doen ze bij
Wiedus wel, en dat laten ze op een
ontzettend goeie manier ontstaan,
niet nadrukkelijk. Bij Grips blijven
de kinderen toch als wat ouderwet-
serige toneelkijkers ernaar zitten
kijken.”
Het Wespetheater
maakte in de 21/2 jaar dat
het bestaat Stadswijken
en Streekprojekten, kant
en klare voorstellingen
en instantprogramma’s,
metals
gemeenschappelijke
noemer dat ze allemaal
over sociale problemen
gaan. Afgelopen zomer
trok de groep door
Nederland met
straattheater waarin ze
de houding van
wetenschappers met
betrekking tot bepaalde
experimenten, waarbij
radioactief afval
vrijkomt, aan de kaak
stelde. De
Stadswijkenprojekten
hebben de vorm van een
feuilleton waarin steeds
een andere figuur en een
ander probleem centraal
staan. Vorig seizoen
deden ze er de
Haarlemse Europawijk
mee aan. De
Streekprojekten
behandelen de
specifieke problemen
van Waterland, het
gebied rond Purmerend.
Wespetheater is
gevestigd te IJmuiden,
en wordt slechts per
projekt gesubsidieerd.
Plooyer is over het jeugdtheater
zeer positief: „De kwaliteit gaat met
sprongen vooruit. We hebben op het
ogenblik een kleine honderdtwintig
groepen die professioneel werken
voor kinderen, en je kan toch rustig
stellen dat 75 percent daarvan heel
goed is. Vergeleken met het Grips-
theater (De beroemde Berlijnse
groep die op het laatste Holland
Festival optrad) zijn er in Neder
land groepen die ik beter vind. Als
ik denk aan Wiedus uit Rotterdam.
Alleen in Engeland was er nog sprake
van vernieuwing. Dus vele uitgevers,
maar ook radio en weekbladen, zagen
deze literatuur-opleving wel aan
komen”.
i
'z
I
S