BALLET
ZATERDAGS BIJVOEGSEL
met luchtkastelen
Seizoenprogramma’s
van de drie grote
balletgezelschappen
Uzz in Melkweg
GREY IN SHAFFY
g'WIMl
,Ik speel wel eens
T
I
■M
Geen avondvullende
balletten meer voor
Sonja Marchiolli
PAULINE DE GROOT VOELT ZICH THUIS IN NEW YORK
I
til
i
5
we
door Jan Baart
de
ds-
'an
Onzin
Grensverleggend
ïld
Ergernis
Dankbaar
.GA';
'U
in
de
in,
JAN BAART
een beroep beschouwd’
wij
Pauline de Groot.
ke
ii
er-
iw-
jn-
ien
ke
Is-
jer
der
aar
aor
ize
nis
>n-
sze
en
„Nee, je weet best waarom. Het blokkeert, zo’n
ding. Laten we gewoon praten. Je onthoudt de
belangrijke dingen heus wel.” Sonja Marchiolli
verweert zich direct bij het zien van de
bandrecorder. Enigszins verlegen, maar zonder
een spoor van twijfel, wijst ze een interview op
de band af. Een pen met schrijfblok, en even
later de fotograaf met zijn camera, maken het
haar ook al niet makkelijk. Het blijkt duidelijk
remmend te werken op haar spontaniteit. Pas
wanneer de plaatjes geschoten zijn en het
schrijfgerei opgeborgen, bloeit ze op.
Danseres Sonja Marchiolli leeft duidelijk niet
voor de glamour. In het persoonlijk contact
straalt ze echter een hartverwarmende
natuurlijkheid en charme uit. Lacht ze
ontwapenend.
Als jong meisje van Italiaans-Joegoslavische
afkomst ging Sonja Marchiolli in Zagreb naar
balletles, omdat ze loopmoeilijkheden had. Die
noodzaak ging al snel over in interesse. Tegelijk
met haar gymnasiumstudie volgde ze daarom
een gedegen balletopleiding. Die opleiding stond
onder supervisie van het balletgezelschap
verbonden aan het operagebouw van Zagreb.
De eerste solorol, nog tijdens haar opleiding,
kreeg ze in Cinderella. Daarna volgde een
aanstelling als tweede soliste bij het ballet van
de opera van Zagreb. Daar danste ze het
klassieke repertoire en operaballet, aangevuld
met schnabbels bij televisiedansjes. Omdat het
operagebouw gerestaureerd werd, ging ze in
1966 naar München en deed een jaar later
auditie bij Sonja Gaskell, die haar direct
aannam voor het Nationale Ballet.
dansen, hun een plezier te doen. Uiteindelijk
alles wat een choreograaf bedoelt, over te
brengen.”
Voorkeur voor klassiek of modern repertoire
bestaat voor haar niet. „Je komt voor het vak
waarvan je houdt. Het maakt niet uit wat je
danst. Ik ben altijd ontzettend blij geweest met
wat ik mocht doen. Het gevoel van binnenuit
blijft toch hetzelfde, wat je ook danst.” Door een
ongelukkige val brak Sonja Marchiolli een botje
in haar voet. Ze kan nu geen avondvullende
balletten als Romeo en Julia meer dansen. „Dat
gaat niet meer door de pijn. Korte programma’s
dans ik nog wel. Ik geef nu ook spitzen-les aan
het conservatorium in Den Haag. De
meisjesgroep van het Nationale Ballet leer ik de
speciale Russische techniek, om meer eenheid in
stijl te krijgen voor de klassieke balletten.
Gelukkig gaat het goed. Dat merkje direct aan
de reacties. Het is heel belangrijk voor me
geworden, dat lesgeven.”
in de Melkweg optrad, de Japanner
Shusaku Takeuchi, komt eveneens
naar Shaffy. In oktober kan zijn
Angel Core daar gezien worden.
Shusaku combineerde tot nu toe
steeds poëtische Oosterse
theatervormen en symboliek met
een sterke betrokkenheid op de
mens in de door techniek
gedomineerde samenleving. In het
computer-body-project Angel Core
zetten vier computers de
bewegingen van het lichaam om in
geluid, ter verhoging van de
betrokkenheid van het publiek bij
de voorstelling.
Namen die op deze manier bekend
geworden zijn, zien we ook dit
seizoen weer terug: de groep van
Krisztina de Ch&tel, Stichting
Dansprodukties, Beweging Dans,
Termiek, Ruth Meyer met Ups and
Downs waarvoor ook beeldende
kunstenaars aangetrokken worden,
het solo-project van Kim Boon en
enkele mensen van het Griftheater,
die met persoonlijke projecten hun
opwachting zullen maken.
een uitkering. In die tijd moeten ze dan maar iets
anders zoeken om hun brood te verdienen. Dat
is een goed voorbeeld van hoe in Nederland de
dans gewaardeerd wordt. Laat het aan de
mensen zélf over wat ze willen. Dansen wordt
hier niet beschouwd als een beroep. Daaraan
erger ik me. Zo werk je toch in de hand dat
mensen tegen hun kinderen die willen dansen
zeggen: doe dat maar niet, leer maar een echt
vak, want er zit geen toekomst in dat ballet. Laat
iedereen zelf uitmaken wanneer het tijd is om te
stoppen.”
„Het is toch onzin, dat meisjes van nog geen
twintig jaar moeders en oude voedsters moeten
spelen, omdat de oudere danseressen öf tot de
solisten behoren, öf ontslagen zijn. Waarom
krijgen dansers geen vaste aanstelling, net als
bij elk ander beroep. Ik heb zelf gezien hoe dat
ging in Zagreb: de minderen verdwijnen
vanzelf, en vooral de beteren met
toneelpersoonlijkheid blijven langer doorgaan.
Dat geeft ook een veel betere opbouw van het
gezelschap. Het is niet alleen op het toneel
artistiek meer verantwoord, het komt ook de
overdracht van stijl en techniek ten goede. Met
achtendertig jaar, de ontslagleeftijd voor
dansers, ben je toch niet versleten!”
„Laatst vroeg iemand naar mijn beroep. Toen ik
vertelde dat ik bij het ballet danste, keek hij me
verbaasd aan. Sommige mensen weten niet eens
dat Amsterdam een groot balletgezelschap
heeft. Ongelooflijk hoe het culturele leven hier
wordt ondergewaardeerd. Grote groepen
mensen staan volledig buiten alles dat met kunst
te maken heeft. Men doet ook smalend, alsof in
Nederland niets gepresteerd kan worden,
terwijl ze overal ter wereld Rembrandt en het
Concertgebouw kennen. Op dansgebied staan
het Nationale Ballet en het Nederlands Dans
Theater hoog aangeschreven, zelfs in Amerika.
Hans van Manen en Rudi van Dantzig rekent
men tot de beste choreografen. Ga toch eens
kijken, zeg ik weleens. Alles wordt van
gemeenschapsgeld, jüllie geld, betaald.” „Dit
soort zaken verbeteren, dat vind ik steeds
belangrijker. Me daarvoor inzetten, dat komt op
de eerste plaats. Op het toneel staan doe ik wel
wanneer er tijd over is. Wanneer ik erg treurige
ervaringen krijg, denk ik: de zon schijnt. Vind ik
wèl hoor!”
Danseres Pauline de Groot heeft
zojuist een subsidie gekregen om
een half jaar met haar groep aan
een nieuw programma te werken.
Een voorwaarde daarbij is echter
dat ze veertig voorstellingen moet
geven. Dat is een zaak waar Pauline
de Groot niet zo gelukkig mee is:
„Ik vind dat veel te veel. Zoiets is
hier eigenlijk niet haalbaar.
Natuurlijk ben ik wel blij met die
subsidie. Tot nu toe is het nooit
gemakkelijk voor me geweest. Door
het ontbreken van subsidie heb ik
altijd een stevige baan gehad, als
lerares aan de theaterschool.
Daardoor had ik weinig tijd voor
optredens. Je leven als uitvoerend
kunstenares kon op die manier
nooit uitgebalanceerd worden. Nu
zijn we bijvoorbeeld in staat, door
die subsidie, zoiets als een zakelijk
leider aan te trekken. Hoewel het
natuurlijk wel frustreert wanneer
die zakelijk leider na een tijd weer
op straat gezet moet worden.”
„Je zou eigenlijk constant moeten
werken met een groep. Nu heb ik
dan wel de kans en dan denk ik, dat
lijkt me erg leuk. Toch moetje
maar zien of het lukt. Ik geef veel
lessen op die theaterschool, ook nu
weer in het pas begonnen
cursusjaar. Alles wat je daar in
stopt, krijg je ook weer terug van je
leerlingen. Dat is dankbaar werk.
Soms ben ik wel eens bang dat ik
daar teveel van mezelf aan
spendeer, zodat het evenwicht zoek
raakt. Je zou een goede balans
moeten hebben tussen dat lesgeven
en het werken met een eigen
groep.”
Tijdens het afgelopen Holland
Festival vormde Pauline de Groot
de enige Nederlandse bijdrage in de
serie voorstellingen Nieuwe
vormen van Bewegen/Dans. „Toen
had ik voor het eerst bij een
uitvoering het gevoel dat de context
juist was. Dat is in Nederland heel
moeilijk te bereiken, heb ik
gemerkt. Er gebeurt hier erg weinig
op mijn gebied. Dan lijkt het wel, of
je er ook altijd naast zit. Binnen die
serie van grensverleggende dans,
„beyond dance”, vond ik mezelf,
Pauline de Groot, ook thuishoren.
Het is dan ook prettig in de
kritieken daar iets positiefs over te
lezen. Je werkt lekker na een
positief bericht èn het maakt de
mensen nieuwsgierig naar wat je
doet.”
„Er is iets waar ik de laatste tijd wel
eens aan denk: het is voor mij niet
meer zo belangrijk om in
Nederland te blijven. Er komen
zoveel buitenlanders naar
Nederland. De afgelopen zomer heb
ik in een open studio in New York
solo-dingen gedaan. Ik voel me in
Het Scapino Ballet viert dit sei
zoen het vijfendertigjarig bestaan.
Pauline de Groot: grensverleggende
dans.
New York en in die danswereld
daar erg thuis. Misschien vragen ze
mij wel terug naar New York.
Misschien hoor ik daar wel. Weetje,
soms speel ik weleens met
luchtkastelen.”
Choreograaf Hans van Manen, actief bij
drie balletgezelschappen.
)O-
100
I in
jtie
Dat niet iedereen de dans serieus neemt, ergert
haar zichtbaar. „We waren laatst bij een
eindbespreking met de ministeries van
onderwijs en van cultuur, over de coördinatie
van opleidingen, om die beter aan te laten
sluiten bij de dansgezelschappen. Rudi van
Dantzig kon daar toen niet naar toe, omdat hij
gewond was door een auto-ongeluk. Hans van
Manen verving hem toen als woordvoerder. Wie
is die man eigenlijk, die daar aan het woord is,
vraagt dan één van de verantwoordelijke
autoriteiten in Den Haag. Hij kende Hans van
Manen, de bekendste vertegenwoordiger van
onze danswereld, niet eens. Zo’n functionaris is
verantwoordelijk voor ons!” „Talentvolle
Nederlandse dansers die van de opleidingen
afkomen, maken vaak ongelooflijke technische
vorderingen bij de dansgezelschappen. Maar die
vorderingen moeten ze bij de opleidingen al
maken. De leerlingen weten nu soms niet eens
wat het studieprogramma van hun cursusjaar
is. Waarschijnlijk weten de docenten dat aan het
begin van het jaar ook niet. Er moet nog heel
hard gewerkt worden, om te zorgen dat niet veel
talent verloren raakt.”
Wanneer de afvloeingsregeling van dansers ter
sprake komt, reageert ze heel verontwaardigd.
„Dansers kunnen op hun achtendertigste jaar
ontslagen worden. Ze krijgen dan drie jaar lang
?e-
en
EA
ig.
ali-
?k-
jn,
veranderen. Dat gebeurt altijd.
Grey krijgt bij zijn uitgestelde
première gewoon de uitvoering die
we in juni ook in ons hoofd
hadden.”
Programma-coördinator Matti
Austen van Shaffy vertelt dat een
ruim aandeel van de
programmering ligt in de sfeer van
de try-outs. Jonge groepen die
langzaam hun ideeën ontwikkelen,
een enkele voorstelling in het
landelijke Shaffy-Toneelschuur-
circuit geven, na verloop van tijd
terugkomen en zo een relatie
opbouwen met het publiek.
„Voorwaarden om een voorstelling
bij Shaffy op de planken te
brengen”, volgens Matti Austen,
„zijn vooral de integriteit van de
groep en de persoonlijke stijl van de
uitvoering. Financieel kan Shaffy
een enkele groep met een kleine
uitkoopsom een eerste start geven.
Het blijft echter moeilijk wanneer
een groep geen subsidie krijgt.”
Een andere bewegingskunstenaar,
die door het Festival of Fools in het
nieuws kwam en die ook al eerder
Het Nationale Ballet kan het ko
mende seizoen weer rekenen op
de drie huischoreografen Rudi
van Dantzig, Hans van Manen en
Toer van Schayk, die samen voor
zes wereldpremières zullen zor
gen. Men heeft reprises van onder
meer Antwoord Gevend, Monu
ment voor een gestorven jongen,
Vier Letzte Lieder (Van Dantzig);
Adagio Hammerklavier, Vijf Tan
go’s (Van Manen); Verwaarloosde
Tuin (Van Schayk); Four Tempe
raments, La Valse (Balanchine);
Les Sylphides, Le Spectre de la
Rose, Petroesjka (Fokine); en Gi
selle (Petipa). Wanneer er vol
doende geld beschikbaar komt,
verschijnt in het Holland Festival
1981 De Schone Slaapster op de
planken.
Sonja Marchiolli, soliste bij het Nationale Ballet,
verschijnt steeds minder op de planken. Zij lijkt haar
danscarrière af te bouwen. Aan het begin van het
nieuwe theaterseizoen lijkt dat een goede
aanleiding om naar haar ideeën te informeren over
een beroep in de danswereld, met name hier in
Nederland. Een afspraak wordt uitermate soepel
gemaakt. De ontvangst in haar huis, een
bovenwoning in Amsterdam-Oost, verloopt zeer
hartelijk. Voor een interview lijkt ze echter niet zo te
voelen. Een gesprek, over alles wat je maar
aanroert, doet haar daarentegen alle tijdsbesef
vergeten.
Dit wordt gevierd met een jubi-
leumvoorstelling, bestaande uit
vijf premières van de choreogra
fen Itoshi Ito, Henk Knaap, David
Needham, Femand Daudey en
Armando Narvarro, alle uit de ei
gen gelederen van Scapino. Hans
van Manen, het komende seizoen
zeer actief, studeert zijn Septet
Extra in, oorspronkelijk gemaakt
voor het Nederlands Dans Thea
ter. Scapino vult het repertoire
aan met enkele workshopballet-
ten van juni en een speciale pro-
duktie voor de allerjongsten, De
Verschrikkelijk Verlegen Vogel
verschrikker, gemaakt door Itoshi
Ito en Henk Knaap.
„Milky Way”. Jonge buitenlanders
in Amsterdam op zoek naar de
Melkweg, centrum voor alterna
tieve cultuur bij uitstek, zijn eer
der regel dan uitzondering. De Ne
derlanders die de ophaalbrug
over de Lijnbaansgracht naar the
ater De Melkweg passeren, vor
men een soort vaste klantenkring.
Onder hen schaart zich een aantal
fanatieke dansliefhebbers. Met
grote interesse volgen ze het snel
wisselende en veelal internatio
naal gekleurde aanbod. Binnen
deze verbouwde melkfabriek tre
den solisten en groepen op, die
zich in gevestigde theaters niet op
hun plaats voelen, of daar geen
kans maken.
„De Melkweg fungeert als eerste
opvang voor mensen op zoek naar
een podium, daaronder bevinden
zich regelmatig dansgroepen.” Su
zanne Dechert, belast met de pro
grammering van deze activiteiten,
zegt niet op zoek te gaan naar
Nederlandse groepen. „Het is de
bedoeling dat ze zichzelf aanmel
den. Als ik iets zie wat bij ons past,
wat hier thuis hoort, dan probeer
ik een datum en een plaats te
vinden voor zo’n groep. Maar ja,
er komen hier meer buitenlan
ders, die geven dat aan elkaar
door. Wij hebben een goede mond-
reclame, vooral bij de
Amerikanen”.
Onder de geprogrammeerde na
men valt er een aantal op. Zo
mogen we in oktober een optreden
verwachten van Graziella Marti
nez, al eerder in de Melkweg met
White Dreams. Deze danseres, in
Nederland sinds 1973, heeft een
nieuw werk in voorbereiding, on
der de titel Ophelia. Een bijzon
derheid is het geplande optreden
van de Nederlandse groep Uzz,
voortgekomen uit de workshops
van de Melkweg, die vrijwel elke
dag gehouden worden. Begin no
vember laat Uzz een voorstelling
zien, met als uitgangspunt de per
soonlijke capaciteiten van de
groepsleden.
Combinaties van dans, beweging
en mime kunnen we verwachten
van Barbara Dorothy en Saraa
Salmien. Moving Being onder lei
ding van de choreograaf Geoff
Moore komt op herhaling met een
multi media show.
De optredende groepen zijn mees
tal ongesubsidieerd. Een plaats in
het programma van de Melkweg
betekent veelal een eerste kans op
een echt publieksoptreden. Suzan
ne Dechert: „Wanneer zo’n groep
eenmaal tot de gevierde kringen
behoort, loopt het vanzelf wel. De
Melkweg hebben ze dan niet meer
nodig. Er staan dan genoeg ande-
re theaters voor hen open.”
Sonja Marchiolli:
..De zon schijntl"
zien (gevolgd, in oktober, door een
reeks uitvoeringen in de Haarlemse
Toneelschuur). Eigenlijk zou Grey
tijdens het Festival of Fools in
première gaan. Door
brandstichting ging toen zoveel
materiaal en podiumruimte
verloren, dat deze produktie
uitgesteld moest worden. Tegen een
reusachtig decor van skateborden
kan eeri beeldend bewegingstheater
verwacht worden. Stuyf denkt niet
dat de uitgestelde produktie veel zal
afwijken van de oorspronkelijke
opzet. „We hebben te weinig tijd
gehad om opnieuw te
experimenteren. Het hele concept
was bovendien goed doordacht. We
moeten ook rekening houden met
de verschillende theaters waar we
het stuk gaan uitbrengen.
Wachtend
studio voor de op
name van Vijf Tan
go's (Hans van Ma
nen), dat komend
seizoen op het te
levisiescherm zal
verschijnen.
Het Nederlands Dans Theater
blijft drijven op de creatieve
krachten van Jiri Kylian met twee
wereldpremières, waarvan de eer
ste in november op Britten’s
Symphonia da Requiem. Histori
sche banden met het gezelschap
hebben Glen Tetley en Hans van
Manen, die beiden een ballet zul
len creëren, net als nieuwkomer
choreograaf Billy Forsyth. Repri
ses komen van onder andere Sin-
fonietta, Verklarte Nacht, Symfo
nie in D, Psalmensymfonie (Jiri
Kylian); Quartet, Translucent To
nes (Nils Christe). Voor het Hol
land Festival staat gepland een
co-produktie van Jiri Kylian en
Christopher Bruce naast een cho
reografie van Mats Ek.
In Shaffy, het monumentale
gebouw aan de Keizersgracht,
tussen Westermarkt en
Leidsestraat, kan men in september
een serie voorstellingen van Grey
door bewegingsgroep Bart Stuyf
Gedurende de looptijd zullen we, al
spelende, wel langzaam dingen
Heel dankbaar kijkt ze terug op haar opleiding.
„Scholing en praktijk hadden een goede
aansluiting. Bovendien kregen we elk jaar een
goed leerplan. Daarom wisten we precies welke
passen en moeilijke figuren we onder de knie
moesten hebben. Door die scholing en het
contact met het theater ontwikkel je een liefde
voor de dans. Je houdt van bewegen, van het
gevoel dat je steeds meer kunt doen, beter kunt
dansen. Je krijgt ook gevoel voor muziek. Er
I komt een besef voor de mensen in de zaal te
Dansen wordt niet als
wil
V