Specialisten
praten over
conflict met
overheid
ALS SNOEIMAATREGEL OVERHEID DOORGAAT:
I
f
99
Alleen tegen contante betaling
Een houvast
I*
5»
ID
ID
ECONOMIE
19 80
21
SEPTEMBER
3
WOENSDAG
door Piet Arp
p/ir.
Onzin
acht
p/jr.
i op
weg
p/jr.
zor-
P/jr-
Opbouw
als
Afgunst
Wenselijk
Vaste dienst
HAARLEM. Tussen het ministerie
van Economische Zaken aan de ene
kant en de specialisten aan de andere
kant is deze zomer een verschil van
mening ontstaan, waarvan de Patiënten
binnenkort mogelijk de dupe worden.
Geld meenemen als men voor behande
ling naar een specialist moet is tot op
heden erg ongebruikelijk in Nederland.
Wil I"
t I
11
3
eerd
De meeste specialisten huren of kopen praktijkruimte in de poliklinieken van ziekenhuizen. Op de foto het Elisabeth Gasthuis in Haarlem
che
aim.
specialisten in problemen
ndsen
z. ed.)
Er is sinds kort een nieuwe moeilijkheid
opgedoken voor de beginnende specialist.
Er komen meer mensen van de opleiding
dan er nu plaatsen beschikbaar zijn. Wil
den de oudere specialisten tot voor kort
nog wel „inschikken” om ruimte te geven
aan de jongeren, de laatste tijd wordt de
boot afgehouden. Want én minder werk
verrichten én stevig gekort worden kost
hen te veel geld.
Een wat oudere specialist vertelt: „Ik
deel mijn praktijk met een collega en wij
waren bezig een derde specialist aan te
trekken. Meer mankracht is niet onwel
kom als je gemiddeld zestig uur per week
werkt. Een derde man erbij betekent dat
de gelijkblijvende inkomsten in plaats
van over twee, dan over drie specialisten
verdeeld moeten worden. De extra vrije
tijd was ons dat waard, maar met de
inkomensdaling die de overheid heeft op
gelegd is dat niet te doen. Met de prijs
maatregel van de overheid in aantocht
zeggen we: nou jongen, wacht nog maar
even. Sorry”.
Hoe dat inkomen in elkaar zit willen de
specialisten best uitleggen. Leidraad is
percent voor lief te nemen, mits per speci
alisme en per specialist nauwkeurig de
afwijkende omstandigheden worden mee
geteld. Wat zij verder onder meer vorstel
len is een afnemend tarief. Dit houdt in
dat een specialist met een grote praktijk,
waarin veel verrichtingen zijn minder per
geval betaald zal krijgen dan een specia
list die genoegen neemt met een minder
aantal verrichtingen.
Kan er rustiger gewerkt worden als er
meer specialisten zijn?
„Nee, dat is wat simplistisch gesteld. De
patiënten worden steeds mondiger en vra
gen dus meer tijd. Ook éen grotere organi
satie betekent dat extra werk moet wor
den verricht.”
te praten over afromen. Maar dan zo, dat er
rekening wordt gehouden met gemaakte afspra
ken. En zo dat rekening wordt gehouden met
gegevens als het feit dat het aantal specialisten de
komende jaren nog sterk toeneemt. Dit terwijl het
aantal verrichtingen in de behandeling van pa
tiënten niet toeneemt. Een kijkje in de keuken van
de specialist wordt toegestaan.
Zij zijn nog wel enigszins angstig, want jaren
lang was het wereldje van de specialisten bijzon
der gesloten. Er kwam altijd maar heel weinig
informatie naar buiten. En over de inkomens
werd vrijwel niets gehoord. Hierin is verandering
gekomen door een rapport over de inkomensposi
tie van de specialisten. Dit rapport is door de
overheid bij het bepalen van de inkomensdaling-
voor de specialisten gebruikt. De specialisten vin
den echter dat het werd misbruikt. Gegevens
werden uit hun verband gelicht en anders gewaar
deerd, waardoor een scheve verhouding is ont
staan, argumenteren zij.
De specialisten afzonderlijk laten nog steeds
weinig over hun eigen inkomen horen. Aldoor
wordt geschermd met gemiddelden. Wat een „mo
dale” specialist netto overhoudt blijft door de
mogelijkheid van allerlei aftrekposten vaag. Wel
kan de public-relationsmedewerker van de Lan
delijke Specialisten Vereniging een gemiddeld
netto jaarinkomen noemen. Als althans het inko
men van de hoge ambtenaren als uitgangspunt
wordt gekozen. Dan komt het op rond 72.000
netto per jaar.
Haarlems Dagblad had een gesprek met stafme
dewerker G. J. Eikmans van de Landelijke Speci
alisten Vereniging en vier specialisten uit de re
gio: R. van Oppen werkt als chirurg bij het
Elisabeth Gasthuis in Haarlem, F. Rodenboog als
radioloog bij het Haarlemse De Deo-ziekenhuis,
C. Klaassen als internist van het Rode Kruiszie
kenhuis in Beverwijk en J. A. Otten die als gynae
coloog eveneens in dit ziekenhuis werkt.
en.
lit
auvel
in.
De patiënten moeten maar eens weten hoe de
financiële positie van de gemiddelde specialist is,
stellen zij zich voor. Al wordt hun inkomen verge
leken met dat van de hoge ambtenaren, die jaar
lijks buto gemiddeld ongeveer 120.000 mee naar
huis nemen, in verband met heel wat bijkomende
kosten voor de vrije ondernemers die de meeste
specialisten zijn, houden zij er weinig van over
vinden de specialisten. Om hierin tegemoet te
komen is door de overheid een „aankleding” van
het vergelijkingsinkomen van de hoge ambtena
ren voor de specialisten toegestaan. Extra geld
voor de pensioenopbouw, extra geld voor sociale
premies. Alles bij elkaar kwam dit in 1979 nog op
60 percent extra boven de 120.000.
Nu heeft de overheid dit percentage terugge
schroefd tot 50 percent. En wat er dan nog aan
verschil tussen de jaaromzet min de praktijkkos-
ten en dit „norm’’-inkomen overblijft, wil men in
twee jaar afromen.
De specialisten maken duidelijk dat er best valt
Een vreemde zaak, vinden de specialis
ten. Te meer daar hun inkomen wordt
vergeleken met dat van de hoge ambtena
ren. Tijdens een vorig kabinet is deze
leidraad vastgesteld om een eerlijk prijs
beleid voor de specialisten te kunnen voe
ren. Toch ging de vergelijking natuurlijk
altijd scheef: de specialist is een vrije
ondernemer, met de nodige beroepsrisi
co’s, maar ook met de nodige beroeps
voordelen. Een ambtenaar is in vaste
dienst en kan rekenen op een welvaarts-
vast pensioen. Voor geen enkele specialist
is iets dergelijks te koop, hoe graag zij dat
ook zouden willen. Het is onbetaalbaar
Er zijn toch ook specialisten met een
jaarlijks inkomen van een half tot een
miljoen gulden? Dan is het ook niet
vreemd dat groepen uit de bevolking er
nu op uit zijn deze mensen aan te pakken.
het inkomen van de ambtenaren bij het
Rijk, die in de salarisschalen 152, 153 en
154 zijn ondergebracht. Het gemiddelde
van deze ambtenarensalarissen kwam in
1979 op ongeveer 123.500 per jaar. Een
aardig bedrag, maar daarmee komen de
specialisten niet aan hun trekken, zeggen
zij.
Voor de ambtenaren gelden allerlei
voordelige regelingen die voor de specia
listen niet opgaan. Het eerste wat verder
genoemd wordt is, dat zij veel langer per
week werken. „Gemiddeld zestig uur en
meer per week, meneer”.
Er zal dus wat bij dat ambtenarensala
ris moeten worden opgeteld. Sociale pre
mies, een percentage voor pensioenkos
ten. een percentage voor het beroepsrisi
co. Dit laatste houdt in dat de vrij onder
nemende specialist zich dient in te dekken
tegen zaken als de gevolgen van ziekte en
het sluiten van ziekenhuizen. De specialis
ten vinden daarom dat er bovenop het
kale bedrag van het ambtenarensalaris
een „aankleding” moet komen van onge
veer 75 percent.
De overheid vindt een veel lager percen
tage meer dan genoeg. Vanaf 1977 be-
Het grote snoeimes van de overheid
dreigt echter een hap van 20 tot 30 percent
uit het gemiddelde specialisteninkomen te
halen. Hoeveel dit precies is hangt af van
het specialisme. Het volgens de specialis
ten blindelingse en rlgoreuse van dit
overheidshakken heeft de mensen die zelf
gewend zijn doorgaans zeer behoedzaam
te snijden, ontzet.
Er is geen rekening gehouden met ge
maakte afspraken, is een veelgeuite
klacht tijdens het gesprek. Er wordt maar
wat willekeurig met cijfers gegoocheld.
Harde gegevens zijn door de minister van
Economische zaken terzijde geschoven.
Kortom: „E.Z. praat onzin!”
De vraag is nu wat voor afspraken er
dan wel zijn gemaakt, welke cijfers zijn
gebruikt, en welke buiten beschouwing
zijn gebleven in de inkomensbecijfering
van de minister.
De kiem van het geschil ligt in het
gebruik door het ministerie van een in mei
van dit jaar afgerond rapport over de
structuur van de inkomens van medische
specialisten. Dit vertrouwelijke rapport is
opgesteld door een commissie onder lei
ding van dr. J. van Mansvelt, ooit direc
teur van ht Elisabeth Gasthuis in Haar
lem. Deze commissie moest gegevens over
de inkomsten van de specialisten maar
eens op een rij zetten voor de minister.
Aan de hand van de uitkomsten van dit
rapport zou verder over matiging worden
overlegd. De LSV ging samenwerking om
uit te zoeken hoe de inkomenspositie van
de specialist nu ongeveer in elkaar zit, niet
Teleurgesteld wordt tussen de specialis
ten heen en weer gepraat: zij voelen zich
gepakt door de overheid, want de wil om
mee te werken aan bezuinigingen is vol
gens hen altijd aanwezig geweest. „Werd
tot dusver gesproken over minder meer
krijgen in Nederland, voor de medische
specialisten is de discussie nu omgeslagen
in hoeveel meer je minder gaat krijgen”.
„Dit betekent een heel reële teruggang
in inkomen voor ons, tot nu toe uniek voor
Nederland.”
De specialisten vinden het voorstel van
de regering om in twee jaar tijd gemid
deld tachtigduizend gulden in inkomen
achteruit te gaan veel te ver gaan. Dat
echter een bezuiniging wenselijk is, wordt
door hen niet ontkend.
De landelijke Specialisten Vereniging
schermt ermee, voorop te lopen bij het
overleg over nivellering en het matigen
van de inkomens. De stafmedewerker van
de LSV die belast is met het naar buiten
brengen van informatie, de heer G. J.
Eikmans geeft een voorbeeld: „De rege
ring vroeg in 1976 tijdens de bezuinigings
ronden om een bevolkingsgroep die be
reid was het nodige in te leveren. Dit als
voorbeeld voor andere groepen uit de
bevolking. De specialisten stelden een in-
komensmatiging van 4,5 percent voor. Dat
was niet de eerste, maar de derde keer
matigen in een paar jaar tijd”.
Vandaar, aldus Eikmans, de veront
waardiging onder de specialisten over de
te verwachen ingreep in hun inkomen.
HAARLEM. Tijdens het gesprek
blijft het toch nogal vaag: wat is nu
het inkomen van een specialist? Hoe
veel houdt hij netto besteedbaar
over? Geen specialist die het zegt. Er
wordt wat geschermd met gemiddel
den, met overwerkuren, met niet te
vergelijken grootheden.
stond er een compromis om het percenta
ge voorlopig op 60 percent te houden. Bij
de maatregel die de overheid nu wil gaan
nemen, is het percentage terug gebracht
tot 50 percent. De tachtigduizend gulden
die de overheid per gemiddelde specialist
in twee jaar weg wil werken, zit in het
verschil tussen de opbrengst van de
specialistenpraktijk en het op de ambte
narensalarissen geënte norm-inkomen,
dat door de overheid voor het gemak op
180.000 is gesteld. De opbrengst van de
praktijk is gemiddeld 3,5 ton min allerlei
kostenposten van gemiddeld 1 ton. Bij de
becijfering van het norm-inkomen is geen
rekening gehouden met de zwaardere
werklast van de specialist ten opzichte
van de ambtenaar. Volgens berekeningen
van een overheidscommissie zou dit met
een opslag van twintig percent kunnen
worden goedgemaakt. Voor de dierenart
sen en tandarts-specialisten is een soort
gelijke opslag, van tien percent, al toege
kend. Maar goed, van de werkelijke op
brengst moet dus het nodige weggecijferd
worden en over het hoeveel nu precies, en
in hoeveel tijd, draait het huidige geschil.
De specialisten waren bereid een korting
on het bruto inkomen van ongeveer 13
HAARLEM. „Kunnen mijn kin
deren nog wel gaan studeren, of is dat
voor ons niet meer weggelegd,”
vraagt een medisch specialist uit deze
regio zich af, De op stapel staande
prijsingreep van de overheid, nu de
specialisten zich verzetten tegen het
vrijwillig in twee jaar tijd rond tach
tig mille „gekort” te worden in inko
men, heeft hem in verwarring ge
bracht. En hij is niet de enige.
„Wij moeten financiële verplichtin
gen nakomen; dat is onmogelijk als
wij zo gekort worden. Nu kun je
zeggen, had die verplichtingen dan
niet op je genomen. Maar er moet een
praktijk gekocht worden, en de jaar
lijkse kosten van de praktijk zijn ook
niet gering. Er moet ruimte worden
gehuurd of gekocht in een zieken
huis, de salarissen van secretaresse
en assistente moeten worden betaald
en er moet een huis worden gekocht.
Al deze verplichtingen zijn aange
gaan in de tijd toen er nog groei werd
verwacht in de inkomens. Niemand
kon voorzien dat die ontwikkeling
plotseling zo sterk zou worden omge
bogen.”
De problemen voor een gevestigd
medisch specialist lijken huizen
hoog, met een fors deel van het inko
men op de tocht. Waarschijnlijk is
zijn positie nog gunstig ten opzichte
van de jonge, pas-afgestudeerde spe
cialist die eerst nog maar aan het
werk moet zien te komen. Alleen al
het overnemen van of het inkopen in
een bestaande praktijk van een of
meer specialisten kost ongeveer een
jaaromzet, van gemiddeld 3,5 ton.
Aan de geldelijke middelen valt nog
wel te komen door een lening af te
sluiten, maar dan gaat de rente en de
aflossing sterk op het inkomen druk
ken. Een bijna niet te dragen schul
denlast, zo zeggen de specialisten
stafmede-
Specialis-
inkomen
van de ambtenarenschalen,
rond de 120.000 per jaar. dan is dat
een houvast voor het speciahstenin-
komen. Het is daar immers mee ver
gelijkbaar.
Neemt u maar van mij aan dat zo’n
ambtenaar rond 72.000 netto
overhoudt. Dat is dus ongeveer 5600
in de maand. Een gemiddelde specia
list verdiént dus ook ongeveer drie
maal modaal netto”.
Niet meegerekend zijn echter de
verschillende aftrekposten wegens
renteafschrijvingen en dergelijke
van zowel de ambtenaar als de speci
alist.
Over dit aanpakken van de grote jon
gens blijkt in de vakkringen al heel wat te
doen te zijn geweest. Door het herhalen
van dergelijke getallen als omzetten van
vijf ton die verward worden met het inko
men wordt de indruk gewekt dat inder-
daag zulke bedragen worden verdiend. Er
komen wat anecdotes los. Bijvoorbeeld
van de specialist die voor de tv liet horen
wat zijn jaaromzet is, 3,5 ton. „Meteen
'werd het opgevat als inkomen, wat toch
iets heel anders is. Het inkomen van de
heer Heijn is toch ook veel lager dan de
omzet van alle A.H.-zaken bij elkaar?”
Al met al vinden zij dat overmatige
aandacht wordt besteed aan de hoogte
van hun inkomen.
De een kwalificeert het als geschreeuw.
„Het komt voort uit jaloezie.” vindt de
bureaumedewerker van de LSV.
„Afgunst!” valt een derde hem bij.
De volgende vindt het „onaangenaam
en onjuist omdat omzet en inkomen met
elkaar verward worden.”
De laatste geeft liever geen reactie. Hij
is beginnend specialist.
In de loop der jaren hebben de medisch
specialisten een zondebok-functie opge
drongen gekregen. „Door ons aan te pak
ken wil de overheid nu eindelijk laten zien
dat de hoge inkomensgroepen ook moeten
nivelleren. Politiek bezien is dit een bruik
baar gegeven om bij andere groepen van
de werkende bevolking meer bereidheid
te vinden in inkomen terug te gaan.” Maar
voorlopig is de inkomensdaling nog maar
een zorg extra voor de specialist, die het
zich als vrije ondernemer niet kan permi-
teren in ziekte te vluchten. „Wij kunnen
niet thuisblijven voor een beetje snot in de
neus of een lichte overspannenheid. Er
moet echt wel iets aan de hand zijn als wij
wegens ziekte niet aan het werk gaan,
want het kost ons geld. Vandaar dat het
ziekteverzuim onder de specialisten erg
gering is,” stelt een oudere specialist.
Is het voor hen dan niet beter om een
vast dienstverband aan te gaan, in plaats
van als vrije ondernemer te blijven opere
ren? Daar staan de ouderen erg afwijzend
tegenover. „In vast dienstverband neemt
het ziekteverzuim onmiddellijk toe. Dat
zie je bijvoorbeeld in Engeland heel
sterk.”
Jongere specialisten hebben minder be
zwaren tegen een vast dienstverband. En
ook de LSV staat er niet afwijzend tegeno
ver, maar wijst een gedwongen en mas
saal vast dienstverband van de hand. Of
er binnenkort veel specialisten in vast
dienstverband bij een ziekenhuis zullen
werken is nog maar de vraag.
HAARLEM. Er ontstond een schrikreactie in Nederland toen de specialis
ten in verband met hun actie bekend maakten dat de kans bestaat dat de
patiënten binnenkort naast de verwijskaart ook geld mee zullen moeten
brengen. Een vervelende situatie voor de patiënt en voor zichzelf, vinden de
specialisten. Zij vinden het een rare gedachte om ineens om contante betaling te
gaan vragen.
Maar niet te vermijden als een van de gevolgen van het niet accepteren van
door de regering voorgestelde vergoedingen voor verrichtingen in 1980, blijft toch
hun mening.
Het contract dat dit jaar stilzwijgend met de ziekenfondsen is voortgezet
vervalt als de overheid met een prijsbeschikking komt. Dan treedt automatisch
de ziekenfondswet in werking. Deze schrijft voor dat de patiënt zelf geld op zak
zal moeten hebben om naar de specialist te kunnen gaan, want dan wordt er
contant betaald. De rekening kan dezelfde dag nog door de patiënt bij de
ziekenfondsen worden verzilverd.
Als de prijsbeschikking komt, zullen de specialisten dit verlaagde overheids-
tarief berekenen. Als in de toekomst overeenstemming wordt bereikt over de
hoogte van de tarieven kan alsnog een aanvulling worden geëist op de „te lage”
rekening.
Als het tot een prijsbeschikking komt wil de Landelijke Specialisten Vereniging
de patiënten vooraf uitgebreid gaan informeren, zodat geen .misverstanden
ontstaan. Zelfs zien de specialisten aan de vervelende maatregel één voordelige
kant: „De patiënt krijgt inzicht in de kosten voor behandeling bij een specialist.
Voor gewone bezoeken gaat het om bedragen vanaf zes gulden; zelden zal het per
bezoek boven de honderd gulden komen. Als specialisten hebben wij wel voorop
gesteld dat de patiënt van deze maatregel niet de dupe mag worden. Voor
spoedgevallen en operaties en dergelijke hoeft men geen geld bij zich te hebben
uit de weg. Maar niet iedere specialist
heeft even enthousiast meegewerkt, want
in dit rapport wordt zijn huishoudboekje
open op tafel gelegd. De individuele speci
alist is huiverig om cijfers te tonen. Liever
wordt gesproken over „gemiddeld”, en in
termen van „laten we uitgaan van...”.
Het toegezegde overleg over de cijfers
kwam niet. Wat er wel kwam: „Een dic
taat; er zal zoveel ingeleverd moeten wor
den discussie is niet meer mogelijk”,
maakt een specialist zich opnieuw boos
Ook windt hij zich op omdat de minister is
gaan jongleren met de cijfers uit het rap
port. „Allerlei belangrijke en fundamente
le punten zijn buiten beschouwing gela
ten. Sommige punten die in het rapport
naar voren komen, als de verkleinende
praktijken waardoor de inkomens ook
dalen, zijn niet van toepassing verklaard.
Alleen de gegevens die in het matigings-
straatje van de minister te pas kwamen
werden gebruikt”
De leden van de commissie-Van Mans
velt hebben zich hier eveneens aan ge
stoord. In een open brief hebben zij uiting
gegeven aan hun gekwetste gevoelens en
afstand genomen van de manier waarop
hun werk is gebruikt.
De politieke willekeur waarmee volgens
de specialisten door de overheid wordt
gesnoeid blijkt uit het feit dat ambtenaren
maximaal vier percent per jaar in inko
men mogen achteruitgaan, en dat de pijn
van matiging over vijf jaar moet worden
uitgesmeerd. „Wij moeten in twee jaar tijd
twintig tot dertig percent achteruit.”
„Als je”, grijpt dan de
werker van de Landelijke
ten-vereniging in, „het
neemt
Het conflict ontstond doordat de overheid in juli
met voorstellen kwam om de specialisten in hun
inkomen te korten met twintig tot dertig percent.
Nu willen de specialisten best meewerken aan een
zekere matiging in hun inkomen, maar het voor
stel van de minister is voor hen onaanvaardbaar,
zo besloten zij 21 augustus. Zij voelen zich de
zondebok voor het bezuinigingsbeleid, en zij vin
den dat de regering een aantal afspraken niet is
nagekomen. Voldoende om eens flink kwaad te
worden en om actie te gaan voeren.
„Hoge investeringen brengen
«Ml
lard