ZATERDAGS BiJVOEGSEL
RELIGIE BOEK II
J
X w
ZIEKTE IS GEEN NOODLOT EN HET LEVEN HEEFT ZIN
T
BOEKMOZAÏEK
ar
Hartendwaas door
qpw
K, J3
n#
V
K
r
M
s
I
Uit
Ne
eei
me
Ro
koi
mc
mc
Twijfelend geloven
Ziekte als vlucht
Na het eindexamen
„S
me
15
Zijn twijfelende gelovigen net een beetje geloviger dan gelovende
twijfelaars? Is ongeloof misschien nog absurder dan geloof in een
persoonlijke God? En als men eenmaal deze God heeft gevonden, is
er dan nog ruimte voor twijfel? Sommige gelovigen vinden dat het
geloof elke twijfel uitsluit en weer anderen dat geloven zonder twijfel
onbestaanbaar is. De ene geleerde psycholoog noemt geloof een
bewijs van onvolwassenheid, terwijl er hooggeleerde psychiaters zijn
die ongeloof juist een ontwikkelingsstoornis noemen. Uit telefonische
en schriftelijke reacties van vooral oudere lezers krijg ik de indruk dat
vooral zij sterke behoefte hebben aan houvast, zekerheid en
onfeilbare uitspraken. Velen van hen verlangen terug naar de dagen
van weleer, naar het rijke rode of roomse leven, naar de glprietijd van
de mannenbroeders, toen er op elke vraag een (oppervlakkig bezien)
afdoend antwoord werd gegeven. Maar die tijd is voorbij.
Bijbel in omgangstaal
J. Koec*
,.S».
-
-
M';
ld
e>
,,*,,>.>,1
Geloof en twijfel
horen bij elkaar
1
Mozes slaat water uit de rots.
Het derde boek uit de serie
Machine: boek waarin
I
■yTfja
B
Met de uitgave van „Geïllus
treerde geschiedenis van de ma
chine” pretendeert Unieboek in
Haarlem een standaardwerk van
de technische literatuur op de
markt te hebben gebracht. Het
door uitgeverij Romen verzorgde
boek mag weliswaar op details
indrukwekkend zijn, vooral wat
kleurenillustraties en perspectief
tekeningen betreft, het is niet in
staat de ontwikkeling van de ma
chine op duidelijke wijze over te
brengen. De geïnteresseerde lezer
zal tevergeefs een systematische
indeling zoeken en de vormgeving
draagt daar evenmin veel toe bij.
Ongetwijfeld zal de auteur Sig-
vard Strandh, hij is directeur van
het Nationaal Museum voor We
tenschap en Technologie in Stock
holm, grote moeite hebben gedaan
om in binnen- en buitenland docu-
Welke waarde zouden wij echter
moeten hechten aan zo’n manier
van geloven? Misschien is er maar
één conclusie mogelijk: geloven is
genade of gave, een overgave en een
sprong in het duister in de hoop dat
het eens licht wordt. Geloven is in
ieder geval meer dan het
aanvaarden van een reeks
waarheden op gezag van welke
kerkelijke instantie ook. Geloven is
een levenshouding, blijkend uit de
Intussen wil ik alle gelovige
twijfelaars of twijfelende gelovigen
van harte aanraden kennis te
maken met een zeer verhelderend
boek van de predikant drs. J. N.
Nammensma. Het heet Twijfelend
geloven en gelovend twijfelen, een
uitgave van J. N. Voorhoeve te ’s-
Gravenhage 15,90) dat is
verschenen in de serie Pastorale
handreiking. Met veel begrip voor
de twijfels van zijn medegelovigen
in deze moderne tijd laat hij mede
met de hand op de Bijbel zien dat
geloofstwijfel weliswaar een
ernstige tragiek brengt in tnenig
mensenleven, maar dat twijfel ook
positieve aspecten kent. Ds.
Nammensma tracht ons tot het
inzicht te brengen dat twijfel
dikwijls bij het geloof hoort en dat
men als gelovige ook min of meer
kan leren leven met de angst van de
twijfel.
Uit zijn boek blijkt dat de twijfelaar
van vandaag het moeilijker heeft
dan die van vroeger. Toen beperkte
de twijfel zich vaak tot de vraag of
men persoonlijk wel voldoende was
betrokken bij de werkelijkheid van
God en de waarheid van de Bijbel.
Thans is echter het bestaan van
God evenals de waarheid van de
Bijbel zelf in het geding. Ds.
Nammensma toont allereerst aan
dat ook in de Bijbel vaak over
geloofstwijfel wordt gesproken.
Vervolgens beschrijft hij in welke
verschillende vormen
geloofstwijfel kan voorkomen.
rechte daad. Geloven is duizend
keer vallen om uiteindelijk
definitief overeind te blijven.
Psychosomatische problemen in de
pastorale zorg wordert gedegen aan
de orde gesteld in het tweede boek
uit de serie Pastbrale handreiking
van uitgeverij Voorhoeve 19,90).
De titel luidt Is ziekte een noodlot?
en de auteur is de psycholoog
Reinhold Ruthe. Uit dit werk van
een vakman vernemen wij weer
eens de nauwste samenhang van
het psychische en het lichamelijke,
vooral waar deze zich uit in lijden,
ziekte en sterven. De schrijver
paart wetenschappelijk inzicht aan
een levende praktijkervaring onder
meer als adviseur voor huwelijks-
en opvoedingsproblemen.
Geest en stof zijn in de mens zo
verweven, dat psychische
problemen, nervositeit en storingen
van het vegetatieve zenuwstelsel de
meest verscheidene ziekten en leed
ja zelfs de dood tot gevolg
kunnen hebben. Vakmensen
geloven dat zestig procent van alle
aandoeningen als hartklachten,
hoofdpijn, neerslachtigheid,
maagklachten en dergelijke geen
organische afwijkingen zijn, maar
dat er psycho-vegetatieve storingen
in het spel zijn. De mens kan
bepaalde situaties niet aan en dit
wordt vertaald in
ziekteverschijnselen.
Zielzorgers en andere
belanghebbenden wordt
aangeraden met Reinhold Ruthe
een antwoord te zoeken op vragen
als: vlucht de mens in de ziekte, wil
hij de verantwoordelijkheid van
zich afschuiven, wijkt hij uit voor
de eisen van het leven, gebruikt hij
Corliss compoundmachine met horizontale cilinders (A), B. Schuif mechanismen. C. Centrifugaal regulator, D
Vliegwiel. De machine was bestemd voor riemaandrijving
Pastorale handreiking (Voorhoeve,
14,90) stelt de vraag of psychische
storingen kunnen worden
vermeden. Het werk van de
Japanse zenuwarts dr. Michiaki
Horie draagt als titel Kortsluiting.
Horie, die in Duitsland een praktijk
heeft voor neurologie en
psychiatrie, onthult in zijn boek de
achtergronden van allerlei
psychische storingen en hij laat zien
welke mogelijkheden de arts, de
psychotherapeut en de pastor
hebben om hulp te bieden aan
mensen in hun gestoorde relatie
met zichzelf en met anderen. Horie
is opgegroeid in een boeddhistische
traditie en ging later over tot het
christendom. Als christen
waarschuwt hij tegen een louter
psychologische benadering van de
mens door naast de
psychotherapeutische geneeswijze
de weg te wijzen naar het evangelie
van Jezus Christus. Vaklieden en
andere belangstellenden worden
uitgenodigd zich te verdiepen in de
bemoedigende visie van deze
Japanse westerling die een
lezenswaardige studie heeft
gemaakt van de kortsluiting in een
mensenleven, met name de
relatiestoornis. In zijn inleiding
reeds stelt Horie het gebod van de
liefde centraal. „Waar in de
intermenselijke verhoudingen de
liefde heerst, functioneert het met-
elkaar-zijn. Maar waar het gebod
der liefde overtreden wordt,
worden de relaties verstoord.” Dit
is de gebruiksaanwijzing die Horie
volgt om mensen weer in het goede
spoor te zetten, voorzover dit lukt
natuurlijk. Als enige mogelijkheid
tot bevrijding en nieuwe
vormgeving van ons leven ziet
Horie dat wij ons leven
toevertrouwen aan Jezus Christus
en met hem een nieuw begin
maken. Voor hij tot deze conclusie
komt, wijdt Horie aandacht aan de
depressie,
communicatiestoornissen, gebrek
aan zelfvertrouwen, eerzucht,
verslaving en huwelijk (gelukkig of
verstoord). Uit dit alles blijkt de
werkelijke belangstelling van deze
psychiater voor zijn hulpzoekende
medemens. Uit echte liefde durft hij
hun voor te houden dat zij de schuld
Heel in het kort vestig ik de
aandacht op een boekje van Hans
Bouma Je bent meer waard dan je
denkt. Vooral in de ogen van God,
wordt hiermee bedoeld. De inhoud
van het jeugdigen aansprekende
werk bestaat uit gesprekken van de
schrijver met jongeren na hun
eindexamen. De gesprekken zijn
vlot leesbaar gesteld, niet
geforceerd joviaal en ze hebben de
vorm van een persoonlijk gesprek.
Alle belangrijke zaken van het
lever^worden aangeroerd. Uitgever
is J. H. Kok te Kampen en de prijs
bedraagt 7,90. Als aanmoediging
voor mogelijke lezers mag gelden
dat Hans Bouma tegelijk bijbels en
modem is.
Vanzelfsprekend gaat hij dieper in
op de vraag of het geloof in God
geen produkt is van menselijke
fantasie en religieuze projectie.
Even vanzelfsprekend wordt de
fantasie- of projectietheorie
afgewezen. Omdat dit boek
verschijnt in een pastorale reeks, is
het des te meer van belang dat de
auteur na een theologische
bezinning dieper ingaat op de
praktijk van het geloofsleven zelf.
Als pastor meelevend met de
moeilijkheden van anderen durft
ds. Nammensma de vraag onder
ogen te zien hoe wij op de meest
verantwoorde wijze kunnen
omgaan met het verschijnsel
„geloofstwijfel”.
Het onderhavige boek heeft onder
meer de verdienste dat het de
moeilijkheden niet omzeilt, dat
twijfel niet tot de hoogste vorm van
geloven wordt verheven, dat de
zielzorger een geschrift in handen
krijgt, waarmee hij in de praktijk
iets kan doen, en vooral dan allen
de les kunnen leren dat mensen met
geloofsmoeilijkheden in de eerste
plaats worden geholpen door de
solidariteit van medemensen die
het zelf ook niet zo zeker weten. Met
Paulus zien wij door een spiegel in
raadselen. Jezus bidt voor Petrus
en andere twijfelaars dat zij
overeind mogen blijven. Verder is
.het van het grootste belang
intensief na te denken over de
waarheid: wat wij doen vanuit het
geloof, kan soms waardevoller, zijn
dan wat wij zeggen óver het geloof.
Het gaat erom, zegt ds.
Nammensma tenslotte, dat
gelovigen persoonlijk en met elkaar
tot de ontdekking komen, dat
geloven in wezen de ervaring is van
een diepe, sterke en vertrouwelijke
verbondenheid van een eindig
mensenkind met de oneindige God.
Een christen zal moeten leren met
de Heer te lijden en te sterven om
dan pas echt goed te kunnen leven.
Er
fin
rel
eci
ge
zit
mi
on
he
no
pr
Pel
Na
Bu
feb
als
jaa
da;
ma
P<
kc
H
w:
ar
or
or
kr
m
N
O)
ei
SOI
Stil
als
„Ir
mc
bij
all<
bij
pa<
vai
Nu
in i
da:
gel
bij
ko
Eé
gel
-I
nn
Hele massa’s zijn door een
godsdienstige crisis gegaan. De
moderne wetenschap maakt dat wij
anders geloven en de welvaart
maakt voor menigeen het geloof
overbodig. Het ïs net als de boer die
niet meer bidt voor het welslagen
van de oogst sinds hij kunstmest
gebruikt. Maar intussen is Jezus
zelf door het diepe dal van de
godverlatenheid gegaan. En
niemand minder dan Mozes
twijfelde aan Gods goedheid toen
hij water uit de rots moest slaan. De
twijfelaars zijn dus in hoog
gezelschap-Evenals de gelovigen
zullen zij weten dat de wetenschap
geen bewijzen aandraagt voor het
geloof. Zelfs tien theologische
godsbewijzen zijn niet in staat van
een ongelovige een twijfelaar of van
een twijfelaar een zekere gelovige
te maken. Ja, God zelf schijnt het
niet noodzakelijk te achten zijn
bestaan eens en voor altijd te
bewijzen. Eén woord van Hem zou
immers voldoende zijn om
voorgoed een einde te maken aan
alle ongeloof en aan iedere twijfel.
^an hun ongeluk niet steeds bij
anderen moeten zoeken. Zolang
iemand dat doet, kan zijn situatie
niet veranderen. „De mens moet
eerst zover komen dat hij zichzelf
ziet als zondaar voor God. Hij moet
zijn stoornissen niet als een ziekte
cultiveren. Hij moet antwoord
geven op de vraag die aan zijn leven
is gesteld.” Waar zonde is, daar is
vergeving, aldus Horie. En waar
vergeving is, is een nieuw begin.
„Niet ik moet alle schuld boeten,
een ander heeft reeds aan het kruis
verzoening gebracht. Daarin ligt de
oplossing.” Horie lijkt op een
strenge maar liefdevolle vader.
beginnen en de ontwikkeling er
van in de lucht te laten hangen.
Met het materiaal, goede selectie
daarvan en een overzichtelijker
vormgeving is het wellicht moge
lijk tot een makkelijker toeganke
lijk boek te komen. De lezer die bij
voorkomende gevallen echter de
moeite neemt de uitgebreide in
dex te raadplegen zal een schat
aan dergelijke informatie vinden.
Bovendien mag niet onvermeld
blijven dat Geschiedenis van de
machine een prachtig kijkboek is,
dat vooral de jeugd zal boeien. Ze
zullen het niet in een adem uitle
zen, want het blijft een uitgave
waarin de radertjes ontbreken.
COR BOOS
Bij mij bestaat sterk de indruk
dat de samensteller zoveel moge
lijk in het 234 pagina-dikke groot
formaat boek heeft willen persen.
Daardoor zijn een heleboel dingen
niet af. De afvalverwerking „door
de eeuwen heen” geeft bijvoor
beeld niets aan over de huidige
methoden en de schrijver stapt
zonder meer over op de eerste
fiets. Wel milieuvriendelijk na
tuurlijk, maar de lezer raakt zo
wel het spoor bijster. Een chrono
logische volgorde ontbreekt en
dat leidt er toe dat je onder andere
Geïllustreerde geschiedenis van de
machine, door Sigvard Strandh, uitg.
Romen, prijs 95.-.
de symptomen als middel tot het
doel? Het woord vooraf geeft aan
dat de door Ruthe beoogde zielzorg,
die de mens ziet in betrekking tot
zichzelf, tot zijn medemens en tot
God, de ten dele onbewuste,
negatieve vormen van spanning wil
blootleggen. Samen met degene die
hulp zoekt moet de zielzorger
praktiscjj uitvoerbare„alternatieve
oplossingen en levensstijlen
uitwerken. Tot mijn vreugde heb ik
geconstateerd dat Ruthe een echte
zielzorger is. Hij geeft niet de eerste
plaats aan de psychologie of
psychiatrie. Christelijke zielzorg
zonder het getuigenis van een
levende God spreekt zichzelf tegen,
zegt hij.
Ruthe wil allereerst bemoedigen.
Dat is zielzorg in de praktijk. Maar
zielzorg is meer dan zeggen: houd
moed, God zal je helpen. Daarom
gaat de auteur nader in op de
psychosomatische samenhang van
lijden, ziekte en dood.
Achtereenvolgens schetst hij de
persoonlijkheid van de potentiële
hartpatiënt, van de maaglijder, de
astmalijder en de potentiële
verslaafde. De mogelijkheden voor
de zielzorger worden hierbij steeds
aangegeven. Na een schets van vier
dieptepsychologische
persoonlijkheidstypen stelt Ruthe
de vraag naar de zin van het leven,
de wezenlijke vraag derhalve.
Want als we de zin niet zien, kunnen
we niet leven. Het boek van
Reinhold Ruthe is een welgeslaagde
poging de weg aan te geven hoe uit
de ogenschijnlijke zinloosheid los te
komen en zich te wenden tot God en
medemensen. Wie de zin zoekt,
moet de liefde zoeken. Het geloof in
Jezus Christus is het zingevend
fundament van de liefde. De mens
moet niet zichzelf zoeken en niet tot
elke prijs meer willen zijn dan hij
kan. Zijn levensvervulling ligt
immers niet in zichzelf. „Het geloof
in Christus met zijn drievoudige
oriëntatie op God, de wereld en de
medemens is DE levensvervulling.
God is het die de levensvervulling
schenkt.” Met de schrijver mogen
wij gelukkig tot de conclusie komen
dat ziekte meestal geen noodlot is
en dat het leven zinvol is, ondanks
alles.
Het boekje Een bijbel in
omgangstaal van J. van
Capelleveen geeft in kort bestek
stevige informatie over
bijbelvertalingen in het algemeen
en over verantwoord vertalen in
gewone omgangstaal in het
bijzonder. In deze uitgave van het
Nederlandsch Bijbelgenootschap
worden het waarom en! hoe kort en
krachtig uiteengezet. De bijbel is er
voor iedereen, dus moet hij voor
iedereen begrijpelijk, althans zo
toegankelijk mogelijk zijn. De
brochure is gratis op aanvrage
verkrijgbaar bij het Nederlandsch
Bijbelgenootschap, postbus 620,
2003 RP Haarlem.
op een van de laatste bladzijden
nog een wasmachine uit het mid
den van de negentiende eeuw aan
treft. De ruimtevaart-ontwikke-
ling is dan al behandeld. Het mag
een zware opgave zijn de geschie
denis van de machine in beeld te
brengen, het is niet terecht het
boek zoals het nu uitgevoerd is
een standaardwerk te noemen.
Het is buiten kijf dat er behoefte
bestaat aan een compacte Neder
landse uitgave, waarin alles op
een rij wordt gezet en die de lezer
als naslagwerk kan gebruiken.
Maar is dit mogelijk? Strandh
spreekt in zijn inleiding zelf al
over een „subjectieve, willekeuri
ge keuze en onvolledige behande
ling”. Wanneer dit al erkend
wordt, zou het beter zijn geweest
bepaalde onderwerpen helemaal
niet aan te roeren, dan er mee te
de radertjes ontbreken
mentatie over allerlei toestellen,
installaties en machines te achter
halen. Wat hoeveelheid informatie
betreft mag de lezer goedbe
schouwd ook niet klagen, slechts
de indeling brengt hem in verwar
ring.
ifmnwmuLKÈ
0
li