CULTUUR ZATERDAGS BwVOEGSEL L B n AMSTERDAMMER MET TEAM NAAR JERUZALEM rl Sb ■T door Willy Steyling door Saskia Stoelinga s Research Onderwijs zonder boeken is ondenkbaar, al zou menig scholier die boeken al aan het begin van het schooljaar in een tas aan de vlaggestok willen hangen. Maar helaas, nog steeds doet de oude, van Horatius afkomstige, zinspreuk „kennis is macht” opgeld. De basis voor die kennis is meestal te vergaren uit de school- en studie boeken. Was het vroeger de plichtsgetrouwe monnik, die zich bezighield met het kopiëren van voor de mensheid nuttige geschriften, tegenwoor dig staat er een heel bedrijf met deskundigen ten dienste van de „weetgierigen”. Om te vermijden dat er van de goede voorne mens niets terechtkomt, zouden de boeken lijsten reeds nu in het bezit van de gespeciali seerde boekhandel moeten zijn. De scholier mag dan wel klagen dat zijn schooltas haast niet te torsen is, als hij wist wat voor een werk er aan vooraf ging om die te vullen zou hij wellicht wat milder reageren. In een gesprek met de heer M. A. Nouwen, voorzitter van de Groep Educatieve Uitgeve rijen en directeur van Meulenhoff Educatief komen vele facetten van het ontstaan van een schoolboek aan de orde. Testuitgave De Groep Educatieve Uitgeverijen (GEU) is een van de groepen van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond (KNUB) en is een samenwerkingsverband van bijna alle Nederlandse uitgeverijen die hun uitgaven richten op het onderwijs. De leden-bedrijven van de GEU nemen de uitgave van ruim 90 percent van wat op de Nederlandse markt aan schoolboeken verkrijgbaar is voorhun rekening. Al in het grijze verleden gaf men schoolboeken uit. Kenmerkend is altijd geweest, dat het ontwikkelen van „onderwijs-leerpakketten” door praktijkmensen gebeurde. Er zijn talloze voorbeelden te noemen van creatieve onderwijsgevenden, die samen met uitgevers leer methoden hebben samengesteld. Echter, de individueel opererende auteur wordt een steeds zeldzamer verschijning. Een redactieteam met allerlei specialisten heeft geleidelijk zijn plaats overgenomen. Deze onderwijskundige inbreng heeft duidelijk zijn stempel gedrukt op het moderne educatieve uitgeven. Vakkundig herstel Shri Lanka „Een van de grootste problemen in de ontwikkelingslanden is dat investe ringen niet doorsiepelen naar de plaatselijke bedrijfjes. Het is allemaal te grootschalig. Investeer je in restauratiewerken, dan komt het geld direct bij de mensen terecht. Want je geeft ze werk en een inkomen. Daarnaast kun je met goedkope materialen werken, omdat daarmee nu eenmaal is gebouwd en kun je de ter plekke aanwezige kennis aanwenden. Dat vind ik heel essentieel, en daar wil ik ook de nadruk op leggen. Je moet de lokale mensen erbij betrekken. Ze ,,on the job”-training geven, en misschien zelfs voor een deel in Nederland opleiden”. -„Pas je deze vorm van ontwikkelingshulp toe, dan behoud je niet alleen de cultuur van zo’n land maar geef je het tegelijkertijd een economische injectie. En we hebben in Nederland nu al zoveel kennis op het gebied van restauratie verzameld, dat die rijp is geworden voor export Hans ’t Mannetje, een 35-jari- ge Amterdamse beeldhouwer die al 15 jaar geleden de steen beitel verruild heeft voor een tekentafel waarop hij restaura tieplannen uitwerkt, is sinds kort betrokken bij ontwikke lingshulp. Via de Unesco is hij in contact gekomen met het IC CRON, een organisatie op het gebied van monumentenzorg die zetelt in Rome en gesteund wordt door 56 landen. Het ICCRON wordt geleid door de bekende Engelse res- tauratiedeskundige Bernard Feilden. Het ICCRON verzorgt onder meer nascholingscursus sen voor architecten en concen treert zich met name ook op restauraties in ontwikkelings landen als Peru, Cambodja en Thailand. Op dit moment gaat het om een tweetal projecten, die bin nen de muren van het Uilen- burg-atelier gehuisvest in een vroegere Amsterdamse sy nagoge onder handen geno men worden. Het eerste is de restauratie van de koepel van de al-Aqsa moskee in Jeruza lem, het tweede de conserve ring van een 17e-eeuwse Hol landse nederzetting van de Ver enigde Oostindische Compag nie op Sri Lanka. I h I WlrV 1 VOI ’t Mannetje gaat moskee restaureren vies- van- een De al-Aqsa-moskee in het oosten van Jeruzalem. Denkers achter het schoolboek illeen nkele '00/ dir. Din. 1 anze ghe- seurs en bureauredacteuren. De één houdt zich bezig met het vreem- detalengebied, de ander met ge schiedenis en aardrijkskunde, ga zo maar verder. Zij onderzoeken de ontwikkelingen van de vraag in de markt en baseren daarop een plan. En ze denken mee met auteurs en vormgevers over inhoud en vorm geving. Dus voordat een schoolboek kant en klaar in het magazijn ligt te wachten op een koper is er heel wat denkwerk aan voorafgegaan”. Hoe komt een nieuw boek eigen lijk tot stand? Nouwen: „Het is niet zo dat we in één keer een gat in de markt, zoals dat zo mooi heet, ontdekken en daar onmiddellijk op in kunnen sprin gen. Nee, researchwerkzaamheden gaan eraan vooraf. Bijvoorbeeld door gesprekken met docenten en door kennis van wensen en behoef ten die in bepaalde opleidingsinsti tuten leven, weten wij dat de biolo- gieboeken niet goed aansluiten bij het scheikundeonderwijs. De kool- stofverbindingen komen daar al aan de orde, voordat de scheikun- dedocent de werking ervan heeft kunnen uitleggen. Wij zijn en nu spreek ik namens Meulenhoff druk bezig de vakken wiskunde, scheikunde, natuurkunde en biolo gie beter op elkaar af te stemmen. Iemand die geen natuurkunde in zijn pakket heeft moet het schei kundeboek ook kunnen begrijpen”. „Er staat op dat moment nog geen letter van de tekst van de leerboe ken op papier, maar de contouren van de nieuwe methode zijn al aan gegeven. Meestal is het dan zo dat we zelf in het onderwijs op zoek gaan naar auteurs, die aan dat plan gestalte kunnen geven”. „Dan komt het moment waarop de uitgeverij en de auteurs de be slissing moeten nemen of ze door zullen gaan op de ingeslagen weg. In de meeste gevallen is dat een moeilijke beslissing: er is al veel werk in de nieuwe methode gesto ken, verschillen van inzicht kunnen aan het licht zijn getreden, het au teursteam is misschien al een paar keer gewijzigd. En er kan dan wel eens een negatief besluit vallen, on danks de energie en het geld dat er tot dan toe in het project is gesto- kee. Op de eeuwenoude, niet al te stevige bouwwerken zijn betonnen koepels ge plaatst die gevaar voor instortingen ver oorzaken omdat ze veel te zwaar zijn. ken. De motieven daarvoor zijn ver schillend: het onderwijs is nog niet rijp voor ons plan. Of: ons plan wordt op dit moment al gereali- seerd door een andere uitgever en aan doublures heeft niemand be hoefte. Of: ons concept is technisch niet te realiseren. Maar als wij kerken, een weeshuis, en werd op Cey lon een kanaal gegraven. De „Dutch Burgher Union”, zoals de gemeenschap van planters en plaatselijke notabelen heette, telde tot de Tweede Wereldoorlog nog enkele duizenden leden, maar toen in 1948 Ceylon zelf het bewind overnam van de Engelsen, die de Nederlanders opgevolgd waren, emigreerden de mees ten naar Australië. Een belangrijk deel van de Nederlandse bezittingen werd onder het bewind van mevrouw Banda- ranaike genationaliseerd. Bekende Hol landse familienamen zijn nog terug te vinden in oude boeken en op grafstenen in de kerken: Van Imhoff, Van Eyck, Van Sanden. In een oud fort zijn de wapens te zien van de zeven Hollandse provinciën. èn de auteurs besluiten om wèl door te gaan op de ingeslagen weg, dan stroopt iedereen die betrokken is geraakt bij het hele gebeuren de Voor Sri Lanka zou dit project echter economisch gezien erg gunstig zijn. „Een plezierig aspect van dit project is dat het kleinschalig is, en we zeker een derde van de mensen aan het werk zouden kunnen zetten”. De jaarlijks terugkerende aan schaf van schoolboeken betekent voor vele gezinnen een fikse aan slag op de portemonnee. mouwen op, want dan gaat we pas echt aan de slag”. Nouwen: „Boeken zijn duur, maar ook altijd verkrijgbaar in on ze maatschappij. Boeken stijgen nu bepaald niet het hardst. Van elk nieuw boek dat uitkomt mag de uitgever zelf de prijs bepalen. Dit doet hij aan de hand van de vaste kosten zoals: zetten, drukken, bin den en illustreren, de ontwikke lingskosten, honoraria en rechten, Hoe weten jullie nu of een boek voldoet? Hans ’t Mannetje werkt op dit moment aan een „feasibility-study”, een rapport over de haalbaarheid van een eventuele algehele restauratie. „Maar de financie ring is een probleem. Er moet zo’n twee miljoen aan Nederlands ontwikkelings geld ingestoken worden. Door de enor me droogte is echter al extra geld daar naartoe gegaan. En ook het politieke klimaat is erg onzeker, mevrouw Banda- ranaike voert met haar partij op dit moment hard oppositie”. De restauratie die nu plaats gaat vin den wordt voor een belangrijk deel gefi nancierd door een aantal Arabische no tabelen uit de oliestaten. De leiding van het project heeft de Arabische architect Isam Awwad. Hans ’t Mannetje legt uit waarom nu pas ernst wordt gemaakt met het vak kundig herstel. Restauratie gold tot voor kort in de Arabische wereld als teken van armoede, alsof er geen geld zou zijn voor nieuwbouw. Daarnaast begint nu pas de belangstelling te groeien voor de Palestijnse architectuur, en daarmee voor de Palestijnse cultuur zelf. „Overal in de stad Jeruzalem zijn ze echter aan het slopen”, vertelt hij. „Hier in West- Europa wordt erg genuanceerd gedacht over restauratie. Er is waardering voor de archeologische aspecten van monu menten, en dat is erg belangrijk. Maar dat moet je ook toepassen op de Pales tijnse architectuur, en van daaruit kun je dan ook belangstelling kweken voor de cultuur”. Oudheidkundig gezien is de al-Aqsa moskee van veel belang. Hij is gebouwd door de kalief al-Walid (705-715), uit het Umayyad-kalifaat dat dit gebied regeer de van 661 tot 750. Het was een periode van relatief materialisme, de Umayya- Met enkelen van zijn in totaal 15 mede werkers gaat Hans ’t Mannetje in sep tember voor twee maanden naar Jeruza lem, om de eerste en meest noodzakelij ke herstelwerkzaamheden aan de mos kee te verrichten. Het houtwerk (Liba nees ceder) is compleet door houtworm aangevreten en in de koepel zitten een paar grote gaten als gevolg van een heftige brand 10 jaar geleden. Eerst wordt met een opvulstof in de koepel een versteviging aangebracht, waarna de gaten worden gedicht. „We restaureren eerst het binnen- en buiten werk. Het belooft een moeilijk karwei te worden, want ter plekke is totaal geen knowhow aanwezig. Timmerlieden zijn er niet, omdat er haast nooit met hout wordt gebouwd. Hout wordt gezien als iets geweldig waardevols, iets heel bij zonders”. Na de koepel, die enige jaren geleden met beton is versterkt, dat vanwege zijn zwaarte echter vervangen zal moeten worden door lichtere materialen, volgen de andere restauratiewerkzaamheden aan het ornament- en stucwerk, en het schilderwerk. Maar eerst moeten daar voor nog rapporten worden opgemaakt, ter aanvulling op wat daar eerder over is gerapporteerd. Tot nu toe is met name door een Egyptische groep architecten bijzonder onvakkundig gewerkt aan het herstel van de al-Aqsa en Ommar mos- Het tweede project waarover Hans ’t Mannetje zich buigt is het behoud van een 17e-eeuws Hollandse nederzetting op Sri Lanka, een stadje zo groot als Naarden. In het jaar 1602, toen de VOC (Verenigde Oostindische Compagnie) werd opgericht, zette op het toenmalige Ceylon gezagvoerder Joris Spilbergen voet aan wal. Met behulp van de Neder landers konden de Ceylonezen de Portu gezen verjagen, en in 1658 begon er een periode van Nederlands bewind, die duurde tot begin 19e eeuw. In de loop van de 18e eeuw verrezen er een aantal Nouwen: „Deze gang van zaken heeft ertoe geleid dat de educatieve uitgeverijen naar wegen zijn gaan zoeken om tot een betere afstem ming te komen. De uitgeverijen re kenen zowel produktie als distribu tie van leermiddelen tot hun eigen terrein, maar ze willen op het ge bied van ontwikkeling van de on derwijsleermiddelen graag tot een goede samenwerking komen. Het is daarom zo noodzakelijk dat wij als groep aanspreekbaar zijn. Regel matig hebben wij contact met het ministerie van Onderwijs, Stichting Leerplanontwikkeling en schoolad viesdiensten over de nieuwe ont wikkelingen in het onderwijs. Daar moeten wij als educatieve uitgeve rijen op inspelen. Het is in ons geza menlijk belang dat we kwaliteit waarborgen. Voor de rest becon curreren wij elkaar en dat vind ik een prima zaak”. Vroeger was de taak van een schoolboekenuitgever eenvoudig. De auteur kwam meestal met een kant-en-klaar-manuscript aanzet ten bij de uitgever. Als de uitgever besloot het schoolboek op de markt te brengen, kon hij de kopij vrijwel ongezien naar de zetter sturen. De uitgever hoefde zich nauwelijks te bemoeien met de inhoud. „Ja, inderdaad zo ging dat onge veer”, vertelt directeur Nouwen. „Maar er is intussen wel het een en ander veranderd in de wereld van het onderwijs. De hele maatschap pij is een stuk ingewikkelder gewor den, het onderwijs gaat steeds meer inspelen op de ontwikkelingen in die maatschappij. De onderwijs kunde is als wetenschap van de grond gekomen. De school staat niet meer als een soort eilandje in de maatschappij en de leraar is al lang niet meer de man die het in zijn eentje voor het zeggen heeft”. „De leraar heeft leermiddelen no dig die hem in staat stellen lessen te geven (plus alles wat daaraan vast zit) in overeenstemming met de ei gentijdse inzichten in maatschappij en onderwijs. Wij hebben daarvoor allerlei deskundigen in dienst. On derwijskundigen, pedagogen, psy chologen enz. Zij worden bijge staan door vakspecialisten, advi- den waren aristocraten die van alle goe de dingen des levens hielden en met name van wijn en poëzie. In diezelfde periode, maar zo’n 20 jaar eerder ver rees vlak voor de moskee het „Huis van de Steen”, dat moest concurreren met de Kaaba in Mekka en het reisdoel moest worden van de „hadj” (bedevaart). Het „Huis van de Steen” is in de Islam het derde heiligdom in belangrijkheid, en trekt de blik van de hele Arabische we reld naar de Tempelberg. Maar ook de joden en de christenen hebben religieuze banden met deze plek. Voor de joden is de Tempelberg zo heilig dat ze die niet eens mogen betreden. Het „Huis van de Steen” is gebouwd boven de „sakhar”, de plek waarop Abraham zijn offer bracht. Deze plek is ook verbonden met de komst van de Messias. De al-Aqsa mos kee grenst aan de zuidelijke muur van de „Haram as Shariff”, zoals deze plek op de Tempelberg heet. De geschiedenis wil dat wanneer de Messias komt, dat zal zijn door een poort in deze muur. De discussie die hierover gaande is heeft gemaakt dat men in zijn maag zit met beide beeldhouwwerken, en in joodse ogen moeten die dus eigenlijk weg. Niet alleen deze kwestie, ook de hedendaagse politiek heeft inmiddels een verandering in de situatie ter plaatse teweegge bracht. De beslissing van het Israëlische parlement, de Knesset om geheel Jeru zalem als hoofdstad van Israel te gaan beschouwen maakt dat rond de restau ratie nog wel enige problemen kunnen gaan ontstaan. en de distributiekosten. De boek handelaar krijgt bij aanschaf van grote aantallen 5 tot 10 percent kor ting. De auteurs zijn vaak heel ideëel bezig. Hun betalen we een soort tegemoetkoming, wat zeker niet overeenkomt met het aantal uren dat ze erin hebben gestoken. Onze educatieve afdeling telt bij elkaar zestig mensen. De „dure” kennis zit dus zeker niet in de boek prijs”. Met het grote aanbod van leer middelen valt het erg mee en in sommige gevallen zelfs tegen. De centrale registratie leermiddelen (CRL) inventariseert de boeken die voor bepaalde vakken en schoolty pen op de markt zijn en maakt daarbij zo objectief mogelijk be schrijvingen. Er wordt vaak gespro ken van een chaos op de leermidde- lenmarkt en een overaanbod van leermiddelen. Bij de samenstelling van registratieboeken voor het basi sonderwijs (ruim 4500 titels) en het lager beroepsonderwijs (3000 titels), kwam de CRL echter tot de bevin dingen dat de zaken in feite anders liggen. Zo werd voor het vak Engels in het lbo het respectabele aanbod van 808 titels geregistreerd. Die ma ken evenwel deel uit van 15 volledi ge pakketten, 21 pakketten voor le zen en 60 overige pakketten. Een leraar die min of meer een volledig onderwijspakket (met hulpboeken en banden) voor de vier leerjaren van het lbo zoekt, kan dus maar kiezen uit vijftien pakketten. Van die vijftien zijn er echter maar negen compleet leverbaar en drie nog niet geheel gereed. En als de docent een zekere eis van didacti sche ondersteuning als keuzeaspect hanteert, blijven er tenslotte slechts vijf pakketten over. De CRL wijst er wel op dat een dergelijke bereke ning niet in alle situaties opgaat. „Na een jaar of nog langer is het manuscript van een deel klaar. De auteurs en redactieleden hebben er van alles aan gedaan om er een goede en bruikbare tekst van te maken. We maken dan een testuit gave die op een aantal proefscholen wordt uitgeprobeerd, een heel cur susjaar en soms langer. De auteurs onderhouden via de uitgever con tact met de leraren. Ze bespreken de problemen die zich voordoen bij het werken met het boek. Ze be spreken ook de toetsen en proef werken, die de leerlingen hebben gemaakt. En de illustraties komen aan bod. Zij vervangen vaak de teksten en werken motiverend. Het kan dan voorkomen dat tijdens het uittesten blijkt dat grote delen van een boek moeten worden herschre ven en daarna opnieuw worden uit getest. Bij een groot project gaat er zeker drie tot vier jaar overheen voordat de reeks voor alle klassen in de boekhandel verkrijgbaar is”. Wat maakt het Uilenburg-atelier zo uniek, dat Hans ’t Mannetje is gevraagd deze belangrijke restauraties uit te voeren? „Dat is onze benaderingswijze. We zijn de eersten die de restauratie van gebou wen vanuit ambachtelijkheid benade ren, als artisanaat. op Uilenburg hebben we een groep van verschillende am bachtslieden bij elkaar, die gevoed wor den met de creatieve aspecten van de bouwkunst, iets waar ze anders nooit mee te maken zouden krijgen. Dat crea tieve maakt ook dat je nieuwe dingen kunt ontwikkelen op basis van die am bachtelijkheid en zo jezelf van werk kunt voorzien. Ik ben nu bezig met de TH Delft, waar we zoeken naar innova tie binnen de kleinschalige industrie”. Nouwen van Meulenhoff De leraar heeft het met meer in z n eent/e voor het zeggen .wwFwSWy i 'ss JU VI Mm

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1980 | | pagina 25